Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 5 nr 7 juli 2018

Website: www.Heemkunde-Lattrop-              Breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl


Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2018-6
# In de rubriek Documenten: Verkoop erve en goed Wigger Lattrop 1827
# In de rubriek In gesprek met: J. van Huizen douanier grenspost Rammelbeek


1000 Jaar parochie Lattrop (2)… (Coen Hamers)

1702
Portret van aartsbisschop Petrus Codde door Pieter van GunstRond 1700 waart door Nederland het spook van een nieuwe kerksplitsing; nu van de oudkatholieken of Jansenisten. In de strijd die daarbij gevoerd werd roerde zich ook de toenmalige Jonkheer Adriaan Willem Bentinck. Op 18 maart 1702 schrijft hij een niet geadresseerde brief, waarin hij het opneemt voor de op dat moment van verkeerde denkbeelden beschuldigde en door Rome in zijn ambt geschorste Apostolisch Vicaris Petrus Codde. Twee jaar later werd Codde zelfs uit zijn ambt gezet.                                                                                    
1725
In 1725 ziet in Leiden een boekwerk het licht van H. van Rijn: Oudheden en gestichten van het bisdom Deventer. In dit boek is voor het eerst iets te lezen over een eigen katholiek parochieleven in Lattrop en Breklenkamp. De inmiddels protestantse boeren kerkten in Ootmarsum, aangezien zij sedert de vrede van Munster, met een korte onderbreking van 1672 tot 1674, eigenaren waren van de oude kerk. De katholieken behielpen zich met erediensten aan huis of in schuren en stallen, of blijkbaar op de Breklenkamp. De tekst van van Rijn luidt als volgt: Hendrik Struthius (bedoeld moet zijn Hendrik Smidhuis, aartspriester en pastoor van Ootmarsum), te Aken in Westfalen gebooren en een Munstersch Godsgeleerde is de eerste (in de laatere tijden) geweest; die de katolijke geloovigen van Otmarsen en vier omleggende buurten als Pastoor opgepast heeft. Hij woonde eerst buiten de Stad: maar, als hij in het jaar 1701 verlof gekreegen had om binnen de stad te woonen, heeft hij de gemelde vier buurten aan een ander Priester overgegeeven; die zoo wel als zijn nazaaten aan de tafel “van den weledelen Heere van Breklenkamp” spijsde.
De eerste is geweest Willem Hoed, te Lingen gebooren enz. die de volgende nazaaten heeft gehad: Johan Wessels te Enschede gebooren. Johan Hartman, in de Stad Munster gebooren. N. Kerstens, in het Graafschap van Linge gebooren.
Met de vier omleggende buurten zijn Halle, Hezingen, Lattrop en Breklenkamp bedoeld. Buurtschappen waar uit Duitsland komende priesters zich gemakkelijk, nu eens aan deze, dan weer aan de andere kant van de grens, betrekkelijk veilig konden bewegen.

1779-1814
Carnar Cardinalis BrancadoroDe eigenlijke stichting van een onafhankelijke parochie Lattrop begint in 1779. In dat jaar en in 1786 stelt Baron Herman Otto Bentinck tot Brecklenkamp pogingen in het werk om met verzoekschriften bij de Staten van Overijssel een eigen priester te mogen aanstellen om in stilte een vroege dienst te houden op de Breklenkamp en een late dienst in het ‘Bosenhuijs’ te Lattrop. Deze verzoeken zijn door de Staten afgewezen, allereerst omdat Bentinck niet kon bewijzen dat daar al vroeger erediensten werden gehouden en vervolgens door waarschijnlijke tegenwerking van de pastoor van Ootmarsum. Griffier Derk Dumbar schrijft namelijk, dat als de toestemming wel gegeven kan worden, dan in ieder geval bepaald moet worden: mits dat de supplianten gehouden blijven, om den tijdelijken Pastor Helter van Ootmarsum zijn leven lang zijne collecte en wat meer de praetenderen kan te laten toekomen. In december 1794 reist de toenmalige pauselijke nuntius te Brussel, Monseigneur Cesar Brancadoro, aartsbisschop van Nissibi en later kardinaal, door de Nederlanden reist om zijn parochianen te waarschuwen voor het aanstormende gevaar van de Franse revolutie en de daarmee gepaard gaande verovering van Nederland en bezoekt hij Twente om daar in de parochies het vormsel toe te dienen. Begin december is hij in Ootmarsum en dat grijpt Herman Otto Bentinck tot Breklenkamp aan. In een in het parochiearchief van Lattrop bewaard gebleven verzoekschrift wendt hij zich op 10 december 1794:
Fait aux Chateau de Breckelenkamp le dix decembre mil sept cent quatrevingt quatorze, H.O. Br Bentinck tot Brekelenkamp. Tant en mon nom qu?n celui des habitans de Latterop, Breckelenkamp et lieux adjacens tot de nuntius met het verzoek een kerk te mogen bouwen in Lattrop en Breklenkamp voor de katholieken aldaar. Hij geeft daarbij met name aan dat de grote afstand en de gebrekkige verbindingen naar Ootmarsum en de veelvuldige overstromingen van de Gele Beek en Dinkel in de winter, waardoor grote gebieden onder water staan, een regulier kerkbezoek aldaar verhinderen. Hij vertelt dat ‘s zondags twee missen gelezen worden: een op het kasteel voor de omwonende katholieken en een in een niet geschikte plaats in Lattrop voor de anderen door kapelaans van Ootmarsum. DatKoning Willem I daardoor de registratie van sacramenten en een goede voorbereiding daarop te wensen over laten, omdat kapelaans nu eenmaal geen pastoors zijn. Het antwoord van Brancadoro is niet bekend en nog in de winter van begin 1795 wordt Nederland overspoeld door de Franse troepen. Napoleon doet zijn intree in Nederland en Jonkheer Bentinck, dan tot burger Bentinck gebombardeerd door de patriotten, overlijdt rond 1810. Met deze laatste Bentinck verdwijnt dan ook de band met de katholieken van Lattrop en Breklenkamp in de geschiedenis. Mogelijk zijn een aantal oude beelden in de huidige parochiekerk nog van deze relatie (huiskapel?) afkomstig?
Bij het einde van de Franse tijd dient zich het komende Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I aan. (foto rechts) Een tijd waarin in toenemende mate tussen de verschillende kerkelijke gezindten in Nederland weer enige verdraagzaamheid ontstaat.

1816
In ieder geval zijn de protestantse families in Lattrop en Breklenkamp bereid in 1816 een verzoekschrift van G. Rikkink en J. Groeneveld te onderschrijven om de parochianen in Lattrop en Breklenkamp aan een eigen kerk te helpen. Naast de reeds door Bentinck aangevoerde motieven over de afstand naar Ootmarsum en het vele water van de Dinkel in de winter wordt nu uitgebreid op de ongeschiktheid van de huidige plaats ingegaan:
“In den gemelde boerenwoning, welke alhier naar landsgebruik de woning der huislieden en de stalling van het vee zonder afscheiding of tusschenmuur bevat, en dus onmiddellijk bij en in bijwezen van paarden en koeijen de heilige Mis en predik bij te wonen”.
Voor deze bijzondere schuilkerken komen volgens overlevering een drietal plaatsen in aanmerking:
1. Een schuur op het erf Bodde aan de Bergvennenweg.
2. De schuur op het voormalige erf Pikkemaat aan de Frensdorferweg. 
3. Op het erf Scholte Lubberink aan de Dorpsstraat.Schuur links anno 1818 en muurdeel van voormalige turfopslag van de marke Lattrop
Vermeld moet nog worden, dat achter de huidige kerk zich een schuur en enige muurdelen bevinden, die volgens de experts van Monumentenzorg al eeuwen oud moeten zijn. (Red.: Dit is vermoedelijk een overblijfsel van de voormalige turfopslag van de marke Lattrop). Hoe het ook zij, in een apart schrijven melden de families geen bezwaar te hebben:
"De ondergeteekenden gereformeerden van Breklenkamp bij besluit van den Koning om eene kerk voor de Roomsch-Katolijken te timmeren op het erve van Stokke en wel bepaaldelijk in het bosch bij Oude Stokke en voor ons ook tot groot genoegen, want anders kunnen onze dienstboden, die meest Katolijken zijn, slecht ter kerke komen en ook onpartijdig geoordeeld dat de grenzen van Breklenkamp nog verder naar dezelve moeten gaan dan van de grenzen Lattrop.
Namen en getal der zielen: G. Boers (9), J. Molendiek (3), H. ten Brink (5), G. Lugten (4), L. Grooteveltman (10), J. Lupen (4), L. Seijsen (6), L. Scholten (8), G. Riekman (6), H. ??rman (6), H. Loohuis (9), G. Brookman (14), J. Vos (8) en H. Rotman (9)”.

Wordt vervolgd…


Koopcontract ‘Oortman’ Lattrop 9 januari 1863 (1)…
Het plaatsje ‘Broekhuis’ wordt vanaf 1718 bewoond door Berent Lúbberinck van het erf Lübberman in Lattrop en zijn huisvrouw Aéle Haemberg van het plaatsje Hoamberg, eveneens in Lattrop. Berent, doopnaam Bernardus Schultens, is in de Roomsch Catholijcke kerk van Ootmarsum gedoopt op 9 maart 1694. Zijn vrouw Aéle is gedoopt ca. 1696; haar doopinschrijving is niet gevonden. Op 24 juli 1718 gaat het paar in ondertrouw en het huwelijk, Nederduits Gereformeerd, wordt voltrokken op 7 augustus 1718, eveneens in Ootmarsum.
Herman Bruns en Johanna Lansink of  Brook-Herm en Kniep-Jannoa in LattropHet is aannemelijk dat Berent hier een stuk grond erft of koopt en er in 1718 een boerderijtje bouwt. De grond ligt in het ‘Binnenbrook’, vandaar dat Berent zich Brookhuijs of Broeckhuijs noemt. Deze familie blijft eigenaar van het plaatsje tot 1827 als kleinzoon Berend Jan Brookhuis, die in 1794 getrouwd is met Lena Beverborg uit Rossum, het verkoopt aan Gerrit Oortman geboren in 1797 op ‘de Wever’ in Breklenkamp. Nu heet het plaatsje ‘Oortman’. Berend Jan en Lena verlaten het Brookhuis en vestigen zich een eindje verder op ‘de Horst’.
Deze Gerrit Oortman is de verkoper in 1863. Gerrit Oortman trouwt in 1822 met Maria Blokhuis *1799 op het erf Zegelvoort in Lattrop. Hun zoon Hermen Hendrik wordt erfopvolger en trouwt in 1858 met Hermina Bruns *1826 in Noord Deurningen. Hun huwelijk blijft kinderloos. Daarop komt een neefje van Hermina, Herman Bruns uit Dorp Denekamp, hier als erfopvolger. Nu wordt de erfnaam Brook-Herm. Hij trouwt in 1905 met Johanna Lansink, Kniep-Jannoa, van het plaatsje Oude Boomhuis in Tilligte. Hun zoon Bernardus Bruns, beter bekend als Brook-Beand, wordt erfopvolger en trouwt in 1952 met Annie Goossink van de Konijnenboer in Noord Deurningen. Midden jaren ’50 koopt Beand het inmiddels vervallen plaatsje van de familie Scholte Lubberink.
Het koopcontract wordt gepubliceerd in de volgende nieuwsbrief.                                             Wordt vervolgd…


Keuters van Wietmarschen naar Lattrop (5)…

Van winkelwoonhuis naar huurhuis Hofste…Woonhuis  Fam Keuters tot 1948 (eigenaar Fam Hofste), dan fam Pegge tot 1958, in dat jaar afgebroken

De familie Keuters-Koehorst wordt onderdak aangeboden door Hannes en Sina Hofste-Arens van het erf Hofste. Zij zijn eigenaar van een huisje aan de Hoonhorst, tegenover het woonhuis van de familie Snoeijink-Arends, ‘Snoeijink-opa’. Hier woont de familie tot 1948. Hun laatste 3 kinderen worden hier geboren; Franciscus (Frans) in 1927, Gerda in 1930 en Thea in 1932. Bij de boedelscheiding wordt dochter Euphemia Johanna (Femie) toebedeeld met dit huisje en grond. Femie heeft inmiddels verkering met Hendrik Pegge die Hannes Scholte Lubberink is opgevolgd als zaakvoerder van de CA&VV Almelo op het filiaal Lattrop.
Hendrik en Femie hebben trouwplannen en willen het door Femie geërfde huis gaan bewonen. Om dat mogelijk te maken moet de familie Keuters elders onderdak worden aangeboden. Het plaatsje Wiggers-Greads, tegenover Schiphorst aan de Esweg wordt door eigenaar Wigger te koop aangeboden. Wigger gaat eerst naar Hannes en Rika Schiphorst-Bosman op het Oude Beernink en biedt het plaatsje te koop aan voor f 3.000,=. Hannes slaat dit aanbod resoluut af met de woorden: “dree doezend guldn? Veur den ooln pröttel? Boh nee…!”.
Toon Keuters bij Winkel-Stokke in LattropDit komt Hendrik Pegge ter ore en hij slaat het bod niet af. Hij heeft er belang bij want nu kan hij later dit huis aan de familie Keuters te huur aanbieden en komt het huis van Femie vrij. In 1933 vraagt Gerard om toekenning van ziekengeld. De raad van Arbeid te ’s-Gravenhage wijst dit af ‘daar klager niet zelf ziek is geweest, maar in zijn gezin besmettelijke ziekte is geweest. Klager is door de ziekte van hemzelf niet verhinderd geweest te arbeiden’.
Op 8 november 1933 plaatst hij een advertentie in De Tijd: Te koop tweeduizend kg eikels, bij G. Keuters, Lattrop 37a, bij Denekamp. Op 16 augustus 1934 plaatst hij weer een advertentie in dezelfde krant: Beschik over 25.000 Russische Roebels 1921. Zeer voordelig te koop. G. Keuters, Lattrop(O). Advertentie 30 november 1934: Te koop een petroleumkachel, zo goed als nieuw. Ook te ruilen voor een kachel. Te zien en te bevragen bij G. Keuters, agent ‘Het Centrum’, te Lattrop.
Frans Groeneveld (Max): “In 1946 was het water zo hoog dat het kippenhok aan de overkant van boer Zwiep, zijn vrouw was nog van Krake, aan het begin van de Ottershagenweg geëvacueerd moest worden. Met lange lieslaarzen was het niet meer mogelijk daar te komen, maar Bertus Keuters (groot'n Kuiters) had hier wat op bedacht. Hij bouwde een vlot van een houten kuip en wat planken en roeide zo naar het kippenhok om de hoone en de haan te bevrijden. Of de kippen later nog eieren gelegd hebben voor boer Zwiep is niet bekend. Wel dat Bertus er een paar sigarettenbonnen aan heeft verdiend”.
Frans Keuters: “Tegn de Hoonhöst hadn wie ’n stuk tuffellaand. As de blaar an mekaar kwaamn dan mosn de tuffel wodn anbouwd. En wie jongs mosn ’t tuffelpleugke trekn. Dat was zwoar wark. Moar de vaa har gen medliedn met oons. Meu? Niks met te maakn… vedan!”

Van huurhuis Hofste naar huurhuis Wiggers-Greads…

Het Wiggers-Greads wordt van 1940 tot 1948 bewoond door de familie Engbers-Rolefes. Gerhardus Johannes (Gerard) Engbers is in 1889 geboren in Bruinehaar. In 1925 trouwt hij met Aleida Tijink van Broenman in Mander en ze vestigen zich in Mariaparochie. Als Aleida in 1929 overlijdt hertrouwt Gerard in 1930 met Geertruida Johanna (Hanna) Rolefes van De Hotten in de Bekzied bij Vasse. Ca. 1938 verhuizen ze naar Vasse en in 1940 naar Lattrop.
Gerard is pakhuisknecht en vrachtwagenchauffeur naar depôts van de CAVV vd ABTB vanuit Almelo. Zodoende kent hij ook Hendrik Pegge. De familie Engbers verhuist naar het oude boerderijtje Grashof in Noord Deurningen en vandaar naar de Krabbendijk in Denekamp.Woonhuis Greads Wigger en Hanna Oude Griep Lattrop
Om Keuters te kunnen huisvesten moet de woning worden schoongemaakt. Een klus voor Femie Hofste. Engbers hield er, wat betreft de huisvesting, bijzondere ideeën op na. Bij gebrek aan stalruimte werden schapen en biggen in de woning gehouden. Van een slaapkamer, waarin een paar schapen, werd de deur eruit gehaald en overdwars op het kozijn gespijkerd. In een andere slaapkamer werden de poten onder het ledikant vandaan gezaagd en hierin lagen een koppel biggen. In de keuken stond een kachel die op hout werd gestookt. Het beschikbare brandhout bestond uit stammen. Die werden zo de kachel ingeschoven en onder het andere eind werd een keukenstoel gezet.
Femie Hofste: “Ik wist niet wat ik zag toen ik daarbinnen kwam. De keuken uitgeleefd net als de slaapkamer van Engbers. In de andere ‘slaapkamers’ lag hooi en stro en mest op de vloeren, de muren waren smerig van het schobben van de schapen en biggen. En dat moest ik schoonmaken. Ik heb het hele huis aan kant gemaakt, maar het was wel met de nodige tegenzin”.                                                                     Wordt vervolgd (slot)…


De nakomelingen van Johannes Hendrikus (John Henry) Beyerink (slot)…

Levensbeschrijving (obituary) van John Beyerink in 1978:
John en Kate zijn begraven op de begraafplaats van St. Frances, Maple River.

Beijerink John geb Tilligte 14-01-1886 ovl Carroll Iowa 27-03-1978John was 19 toen hij en zijn broer Ben in 1906 naar dit land kwamen met hun oom Gerhard, die een pension en een kruidenierswinkel had in het kleine dorpje Maple River. Na het huwelijk van John en Kate hielpen ze hem met het bedrijf gedurende ongeveer een jaar. Toen vertrokken ze om te ‘boeren' in de buurt van Milford, maar kwamen het volgende jaar terug. Ze vestigden zich in Maple River en woonden daar de rest van hun leven. Ze waren de ouders van zeven kinderen, die hier werden geboren en opgevoed.
John begon zijn werkzame leven met de 'sectieploeg' van de Chicago en Northwestern Rail Road Co. en werkte hier ongeveer 37 jaar, tot zijn pensionering (ca. 1952). Zijn leeftijd zou dan tegen dan 66 jaar zijn geweest. De treinrails liepen maar een paar meter van hun huis en het huis 'schudde' als de treinen voorbijreden. Na een tijdje hoor je het lawaai niet meer.
Oom Gerhard, die 'ouderwets' werd in de loop van de tijd, droeg het bedrijf over aan John and Kate en stierf in 1934. Hilda hielp haar moeder een paar jaar de winkel te runnen tot 1946, toen haar broer Gus het bedrijf overnam. Het bedrijf was bekend als de 'Beyerink Groc(ery). & Tavern', (Tavern werd later toegevoegd) en toen was het 'Gus Place '. Door de jaren heen bleef Kate haar kinderen helpen met het bedrijf.
Kate was hardwerkende vrouw met een sterke wil, maar toch zorgzaam en begripvol en een meegaand persoon. Altijd bereid om een helpende hand te bieden wanneer dat nodig was, aan familie, vrienden of kerk. Ze was geliefd bij velen en haar 'vertrek' raakte veel levens. Tijdens haar leven had Kate een grote tuin en een boomgaard in haar achtertuin, waar ze zwoegde, geoogst en bewaard werd. Ze had ook verschillende bijenkorven van honingbijen waar ze voor zorgde. Haar moeder die zelf ook bijen had, had haar dit geleerd.Saint Francis Cemetery Maple River Carroll County
Kate en John hadden net hun gouden trouwdag gevierd op 2 januari 1963, twee maanden voordat ze stierf. Ze bezweek aan kanker op 25 maart 1963 in het Carroll Hospital. Ze was 70 jaar, 9 maanden en 24 dagen oud en werd begraven op de begraafplaats van St. Frances in Maple River.
John was een zachtaardig en gemakkelijk persoon, slank en kort van gestalte. In zijn pensioenjaren hielp hij Kate's broers met landbouw, wanneer het nodig was. Hij plantte en bewerkte de tuin thuis en hielp ook zijn zonen en dochter met hun werk. John en Kate hadden een melkkoe, kippen en een paar varkens waar hij voor zorgde voor.
Nadat zijn vrouw stierf, verhuisde John uit het ouderlijk huis. Hij heeft nog 15 jaar alleen gewoond, voor zijn dood op 27 maart 1978. Hij werd 91 jaar, 2 maanden en 13 dagen. Hij is te rusten gelegd naast zijn vrouw Kate.
De jongere broer van John Henry, Bernardus Albertus (Ben) Beijerink vertrekt ook in 1906 naar Amerika.
In de 1e wereldoorlog heeft hij nog in Frankrijk gevochten en is daar tweemaal gewond geraakt.
Hij is niet getrouwd geweest en heeft geen kinderen. Hij leeft in Florida tot aan zijn pensionering.
Verhuist dan naar Atlanta in de staat Georgia en overlijdt in 1963.


Voorouders Gary Paul Francis Beyerink:

         John Beyerink (Tilligte 1886-1978) x 1913 Katherine Anna Hulsing (1892-1963)

         1 Hilda B (1913-2003) x Kenneth Wade Schwarzenbach (1914-1994)

         2 Bernard John 1915-1938 ongehuwd

         3 Leonard Gerhard

         4 John Lawrence (1920-1992) x 1959 Beatrice M Subbert (1923-2004)

         5 Norbert Orville (1922-1978) x 1946 Patricia Ann Rhoades Smith (1929-2008)

         6 Boy 1928 levenloos geboren

         7 Clarence 1929-1929

         3 Leonard Gerhard Beyerink (1917-1968) x Rita Katherine Schaefer (1918-1977)

                   1 Leonard Gerhard 1940-1994 x Eileen Ann Schroeder (1944-2012)

                   2 Katherine Ann 1942-1942

                   3 Carol Rita *1944 x 1964 Steven Thomas Macke *1943

                   4 Gary Paul Francis *1959

Boerderij Beijerink onder zadeldak met houten topgevels. Getoogde inrijdeur met inscriptie en datering in Tilligte


Klassenfoto Lattrop schooljaar 1993-1994 groep 5 en 6

Schooljaar 1993-1994 groep 5 en 6

1 Karin Veldhuis 2 Mieke Groeneveld 3 Rick Niehof 4 Guus Teders 5 ?? Ruël 6 ?? 7 Jordy Hek 8 Thijs Hofste 9 Jarno Pegge 10 ?? Broekhuis 11 Evelien Scholten 12 Linda Ruël 13 Renate Groeneveld 14 Ellen Haamberg 15 Vincent Niehof 16 Raymond Bergman 17 Karel Kunne 18 Kim Rerink 19 Anton Kleizen 20 Jan Hofste 21 Kim van der Ham 22 ?? Groener 23 Koen Reerink 24 ?? Schröder 25 Marlotte Hassink 26 Marlou Hofstee 27 Sabine Veldhuis 28 Denise Niehof

De ontbrekende namen svp doorgegeven aan de redactie.

 


De VII generaties Warmes (3)…

Johan Warmes en Leida Huisken in Lattrop3 Johannes Gerardus (Johan), geboren op 11 februari 1905. Hij trouwt in 1933 met Aleida Johanna (Leida) Huisken geboren op 7 juni 1905 op het erf Soerman in Breklenkamp.
Hij wordt timmerman en bouwt eigenhandig zijn eerste werkplaatsje achter de schuur bij het ouderlijk huis in Breklenkamp. Als hem eens gevraagd werd of zijn werkplaatsje niet wat aan de kleine kant was, reageerde hij: ‘As ik dan ne ledder wil maakn, doo’k de deur wa los’.  Eind jaren ’20 krijgt hij de mogelijkheid een winkel-woonhuis in Lattrop te kopen. De familie Keuters is hier failliet gegaan en het onroerend goed wordt aangekocht door Ruël op het erf Boomhuis in Lattrop. Met behulp van de invloed van pastoor Brandts wordt hij hiervan eigenaar. Johan overlijdt op 27 mei 1986 in het RK Ziekenhuis ‘Heil der Kranken’ in Oldenzaal, oud 81 jaar en Hanna op 25 augustus 1989, oud 84 jaar. Kinderen: Jan, Gerard, Marietje, Frans, Harrie en Els.
4 Levenloos geboren zoon, overleden op 23 januari 1907.
5 Hendrikus Wilhelmus (Hendrik), geboren op 30 december 1907 en overleden op 20 januari 1908.Trouwfoto Gait Groote Punt van Ewwink Beuningen en Hanna Warmes Breklenkamp
6 Johanna Maria (Hanna), geboren op 30 december 1907, tweelingzuster van Hendrik. Zij is verloofd met Alphonsus Gerardus (Gerard) ter Brake, geboren in 1906 op waarschijnlijk het plaatsje Silderjans nu Nijboer in Noord Deurningen. Johan ter Brake: “Gerard bracht in de oorlogsjaren enige tijd door in een strafkamp in Duitsland. Hij had na terugkeer uit het kamp een scheur in zijn maag en hij kreeg er later nog longkanker bij”. Korte tijd later overleed hij.
Hanna trouwt daarna met Gerhardus Johannes (Gait) Groote Punt van het plaatsje Ewwink in Beuningen. Hanna overlijdt hier op 27 augustus 1949, oud 41 jaar waarop Gait alsnog hertrouwt.
7 Hendrikus Wilhelmus (Hendrik), geboren op 19 augustus 1910 en overleden op 15 october 1911.
8 Aleida Geertruida, geboren op 19 augustus 1910, tweelingzuster van Hendrik nr 7 hierboven. Overleden op 3 september 1911.
9 Hendrikus Wilhelmus (Hendrik), geboren op 10 januari 1913 en ongehuwd overleden op 22 augustus 1939. Jan ter Brake: “Hendrik Warmes heeft in zijn jeugd hersenvliesontsteking gehad. Met de stand van de medische wetenschap in die tijd was het niet vreemd dat je hier gehandicapt uitkwam, als je het al overleefde. Geestelijk was er niets aan de hand maar lichamelijke inspanning was al snel te veel. Dat hij maar 26 jaar werd had hier ook mee te maken”.

Johan ter Brake en Truus Warmes (ouders)

10 Geertruida Susanna (Truus), geboren op 27 maart 1915. Zij trouwt op 27 oktober 1948 in de rk kerk in Lattrop met Johannes Hendrikus (Johan) ter Brake, broer van Gerard, zie hierboven nr 6. Johan is geboren op 6 januari 1920 op een huurboerderij van Weenders-Enkman in Tilligte. Truus trekt bij Johan en zijn ouders in en hier worden hun 7 kinderen geboren; de laatste in 1959. Nog datzelfde jaar in mei verlaat het gezin en schoonouders dit boerderijtje en gaan wonen op het ouderlijke huis van Truus in Breklenkamp. Zie nr. 2 hiervoor.
Johan ter Brake en Truus Warmes BreklenkampDe ouders van Johan zijn Bernardus Joseph (Bernard) ter Brake, geboren in 1878 op Haarboer in Klein Agelo. Hij trouwt in 1905 met Maria Hendrika Siebels uit Noord Deurningen. Na haar overlijden in 1915 hertrouwt Bernard in 1916 Maria Gesina (Meike) Ruël, geboren in 1881 op het erf Keujer in Lattrop. Meike overlijdt in Breklenkamp op 13 maart 1967, oud 85 jaar en Bernard op 2 december oud 89 jaar.
Voor haar huwelijk is Truus dienstbode bij de volgende families in Lattrop: Rerink-Groeneveld (Bossem), Meijners-Hulsmeijers (Waterkuper), Niehoff-Groeneveld (SniederBerends Jens) en Wigger-Bruns (Wigger).
Johan is o.a. landbouwersknecht bij de familie Weenders op Enkman in Tilligte. Jan ter Brake: “Als 's avonds bij boer Enkman in de keuken, op de knieën, een Rozenhoedje werd gebeden waren de knechten en meiden daar ook bij aanwezig. Was deze afgelopen dan werden nog 10 Weesgegroetjes gebeden voor de 'onderste la'. Met 'onderste la' werd bedoeld: voor de overledenen waarvan de bidprentjes werden bewaard in de onderste lade van het kabinet”.
Gedurende de oorlogsjaren was hij knecht bij de fam. Kuiper op Damhuis in Noord Deurningen. Zie ook website www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl , ‘In gesprek met…, ‘Johan ter Brake in Breklenkamp’.
Als Johan en Truus in mei 1959 naar Breklenkamp verhuizen bestaat hun gezin uit 8 personen. In Breklenkamp woont dan nog Sina Warmes oud 58 jaar.
Kinderen: Maria ?1949 levenloos, Bennie *1950, Mieke *1952, Jan *1953, Trees *1955, Christien *1957 en José *1959.                                                                                                                         Wordt vervolgd…


Chrissemeuje 110 jaar…

Christina Backs ( Chrissemeuje) Eibergen 100 jaar 1949


Historie 'Smids-Gradus' of 'Kosthuis' in Lattrop (3)…

Nu Berendina Toeslag. Zoals eerder vermeld is zij gedoopt op 20 augustus 1795 in de Roomsch Catholijke kerk van Ootmarssum. Doopgetuige is Euphemia Mensink uit Mander, zuster van de moeder van Berendina, dus een tante.
Doopboek Ootmarsum Toeslag Berendina dv Hermanus Toeslag en Joanna Mensink 20-08-1795Er wordt ook een extract (uittreksel) van de inschrijving uit het doopboek opgemaakt. De moeder van Berendina, Joanna Menzink is geboren ca 1768 in Mander en zij is bij het huwelijk van haar dochter aanwezig. Zij is nu 62 jaar oud. De vader van Berendina, Hermen Jannes Toeslag, is geboren op 24 juli 1763 op het plaatsje ‘in den Toeslag’ of ‘Janneshuis’ in Lattrop, later bekend als Pikmoats Frans, en overleden in 1824 in Tilligte.
Geert Hendrik en Berendina nemen het nieuwe boerderijtje met gronden in gebruik en gaan vol goede moed aan het werk. Al spoedig worden hier hun 2 kinderen geboren. Hermannus Joannes of zoals hij later wordt genoemd, Hermen Doopboek Lattrop 5 maart 1833 Joannes ImminkJan, wordt geboren op 5 maart 1833. Nog diezelfde dag wordt het jongetje gedoopt door G.J. Blankenvoort pastoor in Lattrop van 1822 tot 1854. Onder vermelding van ‘Sub. Cond: si non es Baptizatus’ hetgeen zoveel betekent als ‘onder voorwaarde dat hij niet gedoopt is’. Mag hieruit worden afgeleid dat het kind bij de geboorte in levensgevaar was en al op voorhand door de vroedvrouw of huisdokter gedoopt is? Zou het kind onverhoopt toch kort na de geboorte gestorven zijn, dan was het in ieder geval gedoopt. Doopgetuigen zijn Hermannus Henricus Imminck, een broer van de vader uit Wietmarschen, en grootmoeder Joanna Menzink uit Mander, de moeder van Berendina. 2 Dagen later gaan 2 noabers het jongetje aangeven op het gemeente Huis in Denekamp. Jan Huisken oud 43 jaren, van het nabijgelegen olde Bossink (overgrootvader van ool-Bossink Hannes) en de ongehuwde Jan Hendrik Gosink oud 40 jaren van het Oude Gosink dat gelegen heeft halfweg aan het Laantje van Fox aan de rechterkant (verdwenen).
Hun 2e kind Euphemia Johanna ziet het levenslicht op 24 juni 1835. Bij het H. Doopsel in de Rooms katholieke Kerk van de heiligen Simon & Judas zijn als getuigen aanwezig Albertus Hermannus Immink, broer van de vader uit Wietmarschen en Getruida Toeslag, ongehuwde zuster van de moeder op het oude Maseland in Tilligte.
Het jaar daarop krijgen zij hun eerste tegenslag te verwerken. Hun zoontje Hermen Jan, die al een moeilijke start had, overlijdt op 7 december 1836 voormiddags om 08:00 uur, iets meer dan 3 en een half jaar oud. De volgende dag gaan Jan Huisken en Jan Hendrik Gosink, die ook het kind bij de geboorte hebben aangegeven, naar Denekamp om aangifte van overlijden te doen.
Doopboek Lattrop 24 juni 1835 Euphemia Joanna ImminkIn 1842 gebeurt het ondenkbare. Hun dochter Euphemia Johanna sterft op 25 februari voormiddags om 11:00 uur op de leeftijd van nog geen 7 jaar. Weer moet Jan Huisken naar Denekamp om het overlijden aan te geven. Dit keer neemt hij Jannes Rikkink oud vierentwintig jaar van het Nij-Gosink mee. Dit erf lag aan het eind van het Laantje van Fox rechts, verdwenen. Ontgoocheld blijven Gerrit en Berendina alleen achter op het ‘Smids-Gradus’. Ondanks deze tegenslagen blijven zij er wonen. Gerrit stort zich op het smidswerk en Berendina verzorgt de huishouding en het kleinvee. Gerrit is dan 45 jaar en zijn vrouw 47.
Tot Geert Hendrik op 3 juli 1868 voormiddags om 05:00 uur sterft, volgens overlijdensacte ‘in het Huis staande in de wijk Lattrop nummer achtenvijftig’. Hij is dan 71 jaar. Hiervan wordt de volgende dag aangifte gedaan op het Gemeente Huis in Denekamp door de 48-jarige Gerrit Jan Huisken van het oude Bossink, de zoon van Jan Huisken eerder genoemd, en Johannes Loman van ‘de Molenbult’, nu de sterrenwacht. Hij wordt begraven op het kerkhof naast de Waterstaatskerk waar ook zijn zoon en dochter ter aarde zijn besteld.
De weduwe Berendina Immink-Toeslag ziet geen mogelijkheid het werk van haar man voort te (laten) zetten. Ze is ook al oud, 72 jaar, en der dagen zat. Ze vertrekt nog datzelfde jaar naar het ‘Janneshuis’ Lattrop 104, het geboortehuis van haar vader, dat bewoond wordt door haar ongehuwde neven Bernardus en Hermannus in den Toeslag en nicht Joanna. Zij sterft niet daar maar op Lattrop L45, olde Lubberman op De Horst op 13 november 1874, oud 79 jaar. Aangifte van overlijden wordt gedaan door de noabers Gerrit Jan Huisken oud 54 jaar van het oude Bossink en Joannes Rikkink oud 56 jaar van het Nij-Gosink. Zij waren ook de noabers die 32 jaar eerder de aangifte van overlijden verzorgden van haar dochter Euphemia Immink. Het Janneshuis ligt achter het voormalige Pikkemaat/Pikmoat aan de Frensdorferweg, na 1925 bewoond door Pikmoats-Frans en -Dika, nu Huusken.
Volgens de verhuringsakte moesten Geert en Berendina het boerderijtje na 6 jaar weer verlaten, dus in 1836. Berendina bleef er wonen tot 1868. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het beide partijen goed zal zijn bevallen en dat er geen redenen waren om de verhuringstermijn niet te verlengen.                                               

                                                                                                                                               Wordt vervolgd…


Familiegeschiedenis Maatman in Lattrop (1)...

Familie Dobben van ’t Hankorve bij Nordhorn naar Maatman
in Noord Deurningen en Oude Dasseler in Lattrop…

Uit onderzoek blijkt dat Maatman een aangenomen naam is en dat de oorspronkelijk familienaam Dobben is. Ferdi Maatman weet uit overlevering dat het woord Körve in de familie gebruikt wordt, maar de betekenis hiervan is niet duidelijk.
We gaan terug in de tijd, naar ongeveer 1645, als Evert Dobben in de buurtschap ’t Hankorve, (ook ‘t Hankerve) nu Hohenkörben nabij Nordhorn, wordt geboren.

~ is gedoopt  ~~ is gedoopt ongeveer     * is geboren < is voor       > is na

Dobben in ’t Hankorve…Overzicht familie Dobben in Hohenkörben

Deze Evert Dobben trouwt in ca. 1704, waarschijnlijk in Nordhorn, met Nn waarvan de achternaam niet bekend is en bij de geboorte van de kinderen ook niet vermeld wordt.
Uit dit huwelijk wordt in ca. 1675 een zoon geboren, Jan Evert Dobben, vernoemd naar zijn vader. Hij trouwt in 1704, waarschijnlijk in Nordhorn, met Mette waarvan de achternaam ook niet bekend is.
Uit dit huwelijk worden 2 kinderen geboren:
1 Evert Dobben, vernoemd naar zijn grootvader, gedoopt in de St. Augustinuskerk in Nordhorn op 22 maart 1705. Tekst doopboek: “getauft 22.03.1705 in Nordhorn de Soon Evert van Jan en Mette Dobben“. De achternaam van de moeder wordt bij het dopen van al haar kinderen niet vermeld. Evert is vernoemd naar zijn vader Jan Evert en grootvader Evert.
2 Op 1 december 1706 wordt hun 2e kind Aeltjen gedoopt, later ook Aale genoemd.
In 1707 overlijdt de vader Jan Evert Dobben slechts 33 jaar oud en de weduwe Mette (inmiddels Dobben genaamd) hertrouwt in 1708 met een zekere Geerd waarvan de achternaam niet bekend is. Hij noemt zich Dobben en zijn kinderen met Mette zullen ook deze naam dragen.
Uit het 2e huwelijk van Mette met Geerd Dobben worden achtereenvolgens geboren:
3. [half] Kirchenbuchtext “getauft: 28.04.1709 in Nordhorn Dobben Geerds Kind van ’t Hankerve”.
Dit kind wordt zonder voornaam in het doopboek ingeschreven.
4. [halfbroer] Jan Dobben, zie hierna.
5. [halfbroer] Geerd Dobben, vernoemd naar zijn vader, wordt op 29 april 1714 in Nordhorn gedoopt.
Kirchenbuchtext: “getauft: 29.04.1714 in Nordhorn de Soon van Geerd Dobben Evers en Mette Geerd”.
Zowel Mette als Geerd overlijden na 1748.
Geerd Dobben trouwt in 1758 met Telle Beksvoort uit Nordhorn-Hesepe. Uit dit huwelijk 7 kinderen: 1. Grete *1752, 2 Aale *1755-<1767, 3 Hindrikjen *1759, 4 Geerdjen *1760, 5 Hindrik *1764, 6 Aale 1767-<1772 7 Aale *1772.
Hindrikjen trouwt in 1796 in Neuenhaus met Gerrit Jan Fransen * Oldenzaal.
Geerdjen trouwt in 1783 met Jan Beukeveld, weduwe van Swenne Bras.

            Van ’t Hankerve naar Noorddeuringe…

Jan Dobben (nr 4 hierboven) wordt in Nordhorn gedoopt op 27 september 1711. Kirchenbuchtext “getauft: 27.09.1711 in Nordhorn de Soon Jan van Geerd en Mette Dobben van 't Hankerve”.
Als hij 30 jaar is trouwt hij ~1742 met de 26-jarige Hendrika (Hendrikjen) Albers ~~1716.                                                                                                                                                                                          Wordt vervolgd…


Sientje Rerink 100 jaar…Sientje Reerink (Koelman) Lattrop en haar moeder Johanna Maria Groeneveld

Onlangs vierde Gesina Maria (Sientje) Rerink in Huize Franciscus in Ootmarsum haar 100e verjaardag. Zij is geboren op 6 juni 1918 op het erf Koelman of Koelhuis, voorheen Kuilhuijs, aan de Ottershagenweg 29 in Lattrop en is het 5e kind en 3e dochter uit het huwelijk van Bernardus Johannes Rerink (1875-1956) en Johanna Maria Groeneveld (1888-1962). Het gezin bestaat uit 8 kinderen. Haar vader is geboren op Koelman en haar moeder op de (Nije) Meijer aan de Frensdorferweg in Lattrop. Zij is een zuster van Hannes Groeneveld, Meijers-Hannes.
Van burgemeester Joosten van de gemeente Dinkelland heeft Sientje een bankje gekregen dat is geplaatst op het kerkhof in Lattrop. Foto rechts: Sientje en haar moeder.
Sientje… gefeliciteerd.


Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 18-11-1893…

Zie nieuwsbrief 2018-5 bladzijde 6.

Hendrikus Everhardus (Hendrik) Hulsink 1870 en Johanna Maria Reerink Tilligte 1870 foto 1927


Artikelen in voorbereiding…
# Familiegeschiedenis Ruël…
# Boedelscheiding tuschen de Erven van Janna Kuijer in Lattrop 1897…
# Familiegeschiedenis Blokhuis in Lattrop…