Website: www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier op de website.
Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2020-7
Jeugdherinneringen H Pikkemaat Klein Agelo 1977 (2)...
Voor onze knecht Jan Bossink bij ons kwam hadden we 2 knechten, Graads en Jenske Arends. Wat ik hiervan weet hebben vader en moeder en broer Bernard verteld. Het waren twee broers uit Lattrop en hartstochtelijke stropers. Overdag moest het geweer mee naar het werk en een of twee keer in de week gingen ze ‘s nachts stropen in het ‘Nieuwe Werk’ bij het landgoed Singraven. 's Nachts stroopte men met een lichtbak. Het duurde niet lang of de marechaussee van Ootmarsum wisten er alles van en waarschuwden vader dat het verkeerd zou aflopen. Vader en moeder bezwoeren hen toch met stropen op te houden. De oudste Graads wilde nog wel luisteren, maar Jenske zei: "Als ze me willen pakken, hou ik hen de puuster (geweer) tegemoet en dan blijven ze wel van mij af”. Het was een onverschillige jongen, vloekte verschrikkelijk en dronk ook nog. Een jaar is hij bij ons geweest, zijn broer is nóg een jaar gebleven. Het enige wat ik me van deze knechten herinner, dat zij als stroperstrofee een buizerd met uitgespreide vleugels voor de houten achtergevel van ons huis hadden gespijkerd. Wat er van deze mensen geworden is? Jenske is in Duitsland gaan werken, in handen van de justitie gevallen en tot enige jaren dwangarbeid veroordeeld bij de aanleg van de schietbanen bij Lingen. ‘s Nachts sliepen ze in barakken en, om ontvluchten te beletten, werden ze aan een ketting gelegd. In een zekere nacht is de barak afgebrand, de slapers konden niet weg en zijn levend verbrand.
Jaren later, omstreeks 1920, toen ik met zus Marie in Neuenhaus in een café een kopje koffie dronk, zagen we in een plaatselijk blaadje op de voorpagina in een omlijnd kadertje onder ‘Öffentliche Trunkenbolde’ ook de naam Graads Arends.
Jan Bossink is zeven jaar bij ons geweest. Soms mocht ik zondags met hem mee naar zijn volk, dat was naar de boerderij Achterpostel in de Postelhoek. Daar woonden zijn ouders en nog twee broers. Terwijl ik daar op de boerderij bleef spelen, ging Jan naar een buurman, de Wunner of zoals zijn eigenlijke naam was, Peters. Daar woonde zijn meisje Miete Peters, die later zijn vrouw is geworden. Eén van hun dochters, Lida, is later dienstmeisje bij Tante Marie in Enschede geweest, daar getrouwd en doet nu, na de dood van tante Marie, al enige jaren in de morgenuren de huishouding van oom Herman. Dit heeft ze aan mijn zuster beloofd te doen, zolang het haar enigszins mogelijk is. Toen Jan Bossink getrouwd was, had hij in de kerk een plaats juist achter onze bank. Zondags kon ik niet nalaten in de mis even om te kijken of hij ook in de kerk was. Vaak kreeg ik een stootje met de elleboog van moeder, die dat gegaap in de kerk niet wilde hebben.
Na Jan Bossink kregen we Jan Schomaker (Joa-Jans) uit Klein- Agelo als knecht. Ik geloof dat hij niet zo snel kon werken als Jan Bossink, maar hij kon mooie verhalen uit vroeger tijd vertellen. Hij liet vele plagerijen van ons langs zich heengaan. Maar eens had ik hem tot het uiterste getergd door hem met kleine aardappeltjes te gooien. Lang liet hij het toe, totdat hij pijnlijk getroffen werd in het gezicht. Toen gooide hij het gereedschap weg, trok de klompen uit en rende me achterna, tot hij me te pakken had. Dam kreeg ik er flink van langs, dat ik er een bloedneus van overhield. Thuis durfde ik er natuurlijk niets van te zeggen omdat ik het zelf uitgelokt had. Toch was het een heel goede man, want even zo vrolijk nam hij me 's avonds weer mee naar zijn huis, om een paar mandjes eierpruimen, appels of wijnpruimen te halen. Jan Schomaker doet me ook denken aan de oude liedjes, die hij zong met broer Bernard, die ze leerden bij een oudere zuster van Jan in Tilligte, die met de smid daar getrouwd was. In de hooitijd en vooral in de tijd van het roggemaaien mocht ik met moeder mee naar het land om eten en drinken te brengen. Dat was soms een hele vracht, want op het roggeland waren soms wel tien maaiers en bindsters aan het werk. Wanneer er dan een poosje gerust werd, bleef ik er bij zitten om te luisteren naar het liedje:
“Toen ik jong was van jaren
liep ik met mijn slijpersteen" enz.
of "Toen ik op Neerlands bergen stond
keek ik er het zeegat in
daar zag ik drie schippertjes zeilen
één er van was naar mijn zin"
Nu ik het toch over het zingen heb, doet me dat denken aan Hofstee-Jannöken, een zuster van grootmoeder. Grootmoeder Maria Lenferink, afkomstig van de boerderij ‘Hofstee’ in Nutter en daar geboren in 1833, is vroeg gestorven, ik meen op 32-jarige leeftijd, naar moeder vertelde. Of mijn oud-tante vaak op bezoek kwam weet ik niet, maar één bezoek is mij bijgebleven. De oudere mensen zaten bij elkaar in de voorkamer, grootvader, moeder en vader waren er ook bij. Hoe het kwam weet ik niet, maar plotseling werd er over een harmonika gepraat en stilletjes deed ik het kabinet open en zei dat daar nog een harmonika was. Jannöken zei dat dit harmonika van haar overleden zuster was, die het bij haar trouwen mee naar Broekhuis had genomen. Het was erg vuil en de balg had gaatjes en liet lucht door, maar Jannöken ging met de harmonika naar de deel, waar het jong volk bij elkaar was. Ze ging op een stoel zitten en daar kwamen de deuntjes, meegezongen door haar zelf en haar nichtjes. Ik had zoiets nog nooit gehoord. Vooral Jannöken heeft indruk op me gemaakt, op zo'n leeftijd nog zo vrolijk en met zo'n prachtige stem. Later hoorde ik dat ze bij Hofstee allemaal mooi konden zingen. Toen ik weer in de voorkamer kwam, hoorde ik grootvader tegen moeder zeggen: "Maria, ik bid oe, maak er op de deel toch een eind aan". Toen moeder het op de deel nog door liet gaan, ging hij naar zijn opkamer om te bidden. Wordt vervolgd…
De Telegraaf 22-04-1933
Familie Ruël van Schepsdorf naar Lattrop (8)...
Hoofdstuk Va
Johannes Bernardus Ruël x 1919 Maria Goosink…
Johannes Bernardus Ruël is geboren op 20 december 1884 en wordt erfopvolger op Keujer. Hij trouwt 12 september 1919 met Maria Goosink geboren 9 juli 1892 op Derks in Breklenkamp.
Uit dit huwelijk worden 6 kinderen geboren:
1 Gezina Maria (Sien) Ruël geboren 5 juli 1920. Zij trouwt op 12 october 1951 met Antonius Johannes (Antoon) Tijhuis geboren 24 juni 1915 in Denekamp. Uit dit huwelijk 4 kinderen: 1 Bernardus Johannes Jozef (Bennie) *1952. 2 Maria Johanna Theresia (Marianne) *1956. 3 Johannes Antonius Jozef (Jos) *1957 en Theresia Gezina Jozefina (Thea) *1957.
2 Gradus Bernardus (Gerard) Ruël geboren 21 november 1921. Hij wordt erfopvolger op Keujer in Lattrop en trouwt op 17 mei 1957 met Maria Johanna Theresia (Marie) Peters geboren 16 october 1926 op Nijhof in Breklenkamp. Uit dit huwelijk 3 kinderen: 1 Bernardus Hendrikus Maria (Bennie Ruël erfopvolger, trouwt in 1993 met Erika Josefa Temmink geboren in 1963 in Enschede. Kinderen: Loes Maria *1995, Anne Maria *1996 en Iris Annemarie *1998. 2 Mariëtte Geziena Johanna (Mariette) Ruël *1963, trouwt in 1987 met Frederikus Gerardus Maria (Freddie) Keizer *1963 in Beuningen. Uit dit huwelijk: Chantal Maria, Danny Gerardus Maria *1991 en Thomas Johannes Maria *1993. 3 Christina Johanna Maria (Christa *1965, trouwt in 1989 met Bernardus Wilhelmus (Bennie) Knippers. Kinderen: Dorien Anne Maria *1993, Tom Gerard Henk *1995 en Laura Jolien Maria *1997.
Johannes Bernardus Ruël overlijdt op 11 januari 1979 oud 89 jaar en Maria Goosink op 17 augustus 1981 oud 89 jaar.
Kinderen Ruël-Goosink vlnr: Sien 1920-2006 - Gerard 1921-1994 – Bennie 1924-1946 – Marie *1926 – Annie *1928 en Jan 1931-2006.
Hoofdstuk Vb
Gerardus Johannes Ruël x 1927 Geertruida Gesina Steunebrink…
Gerardus Johannes (Hannes) Ruël is geboren op 1 januari 1898 op Keujer in Lattrop. Op 29 april 1927 trouwt hij met Geertruida Gesina (Trui) Steunebrink geboren op 26 januari 1898 in Volthe. Zij gaan wonen op de huurboerderij Bek-Jan aan de Geele Beek op de grens van Lattrop en Breklenkamp. Voormalige bewoners zijn Johannes Pikkemaat en Maria Ruël, zie hoofdstuk II.
Uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren:
1 Maria Gesina Theresia geboren 11 december 1930, overleden 6 januari 1930 oud 26 dagen.
2 Gesina Maria Theresia Ruël geboren 27 juni 1931. Zij trouwt met HJ Nitert.
3 Bernardus Gerardus (Bennie) Ruël geboren 2 october 1932. Hij is erfopvolger op Bek-Jan en trouwt op 31 mei 1963 met Hendrika Geertruida Theresia (Truus) Kamphuis geboren 13 october 1930 op Kraken-Jan in Lattrop. Kinderen: Maria Geertruida Cecilia (Mariëtte) *1964, Ivonne Fransisca Maria (Ivonne) *1965, Anita Theresia Maria (Anita) *1967, Hubertus Johannes Maria (Huub) *1968 en Monica Anna Maria (Moniek) *1969.
4 Gerardus Lambertus Ruël *1934.
5 Gesina Theresia Maria (Sinie) Ruël *1937.
Trui Steunebrink overlijdt op 23 februari 1970 oud 72 jaar en Hannes Ruël op 26 augustus 1979 oud 81 jaar.
Familie Ruël-Steunebrink (Bek-Hannes) Lattrop 25 jr getrouwd 1952
Kinderen vlnr: Sientje – Marietje Bennie – Gerard
Hoofdstuk Vc
Jan Ruël x 1930 Aleida Josephina Steunebrink…
Jan Ruël is geboren op 4 september 1900 op Keujer in Lattrop. Hij trouwt op 3 mei 1930 met Aleida Josephina (Leis) Steunebrink geboren 6 maart 1904 in Volthe. Leis en de in hoofdstuk Vb hierboven genoemde Trui zijn zusters.
Zij kunnen de boerderij 'Ottinkhof-Hendrik' in Noord Deurningen pachten van Dhr. Laan van Huize Singraven, nu plaatselijk bekend Bodde, Bonkenbroekweg.
Hier werden hun eerste 4 kinderen geboren:
1. Bernardus Gerardus (Bernard) 1931-2001 ongehuwd. 2. Gerardus Hermanus (Gerard) *1932. 3. Jan 1933-1934. 4. Johannes Gerardus (Johan) op 5 oktober 1934. Hij trouwt in 1965 met Elizabeth Maria Brookhuis *1942 in Noord Deurningen. Uit dit huwelijk: Ingrid Maria Elizabeth (Ingrid) *1966 en Bianca Henriëtte Maria (Bianca) *1968.
Vijf jaren hebben ze hier gewoond en gewerkt. In 1935 verhuizen zij naar erf 'oude Beernink' aan de Esweg in Latrop. De vorige pachters, Herman Wigger en zijn vrouw Aleida Geertruida Horsthuis (Trui van de Hösboer), zijn verhuisd naar een boerderij aan de Kommiezendijk nu bewoond door de familie Grondman. Het 'Oude Beernink' is een pachtboerderij van Christina Bernardina Johanna Baronesse van Heerdt, douairière van Meester Jan Arend Frederik Baron de Vos van Steenwijk genaamd van Essen, woonachtig te Nijmegen.
Aan de Esweg werden de volgende kinderen geboren:
5. Maria (Marie) geboren op 18 december 1935, trouwt in 1964 met Gerrit Joseph IJland.
6. Fransiscus Jozef (Frans) 1937-2019 ongehuwd.
In datzelfde jaar, 1937, na er slechts 2 jaar gewoond te hebben, verhuizen ze met hun 5 (overgebleven) kinderen naar een pachtboerderij in de B.D. No. 25 (Buurtschap Denekamp), genaamd 'Roelink' of 'Knipper'. Hier worden 5 kinderen geboren:
7 Hermanus Fransiscus (Herman) 1938-1940.
8 Hermanus Jozef 1940-2018, trouwt in 1967 met Agnes Rouwhorst *1945. Uit dit huwelijk Eugène Herman *1971.
9 Geertruida Maria (Truus) 1941-1959 ongehuwd.
10 Hendrikus Cornelis (Henk) *1943.
11 Gezina Aleida Maria +1945. Wordt vervolgd…
Busreis DURIDO Lattrop naar Tecklenburg 1955…
1 Chris Breedveld (schoolmeester in Lattrop/regisseur) †2014 in Rietmolen oud 82 jaar
2 Jo Pikkemaat (de meester) *1932
3 Trees Beld *1932 †1975 Denekamp (x Hennie Aveskamp)
4 Annie Arends (de smid) *1933
5 Antoon Arens (Bergsmid) *1936 (x Agnes Kokkeler)
6 Harrie Pikkemaat (de meester) 1934-2009 Hengelo(Ov)
7 Jan Wigger (Wiggerschilder) *1932 †2006 Ootmarsum
8 Herman Scholte Lubberink 1933-1993 (Lubberinkbaks Horstweg)
Autobiografie Past. C. Borggreve Tilligte (6)...
Maar ik moest nog een hele tijd wachten, bijna een jaar, om naar Indonesië te vertrekken. In die tijd werkte ik nog een beetje als kapelaan in de Karmelkerk van Oss, huisbezoek, Godsdienst op de lagere school, doopplechtigheden enz… En een maand voordat we vertrokken, op 22 augustus 1948, kreeg ik nog een maand vacantie thuis om ons voor te bereiden op de grote reis naar het eilandenrijk Indonesia, dat zich slingert om de evenaar ‘als een gordel van smaragd’, zo zegt Multatuli. We kwamen in innig contact met de Missie-procuur Wolters die ons inlichtingen verstrekte. We gingen ons laten onderzoeken op lichamelijk gebied en wij, pater Harmelink en ik, werden goedgekeurd door de dokter om naar de Missie te gaan. Vier paters waren ons in dit jaar voorgegaan; Pater Hoogenkamp, Pater Arts, Noordermeer en Herman Yoseph Denteneer.
En zo bereiden we ons voor op de grote reis naar ons tweede vaderland: Indonesië. Een paar grote kisten met kleren, boeken, schriften en tafelgerei en ook een flets, werden naar de haven van Amsterdam gestuurd. Wat de kleding betreft lieten we een paar witte togen maken, want de bruine pij was veel te warm voor de tropen. Eindelijk kwam dan het bericht dat 26 Augustus 1948 met de snelste boot de ‘Oranje’ konden vertrekken vanuit Amsterdam. We moesten afscheid nemen van ons dierbaar vaderland, van vader en moeder en van familieleden en kennissen. Om met Gods zegen in het Missieland te beginnen, werd ons op 22 Augustus 1948 het Missiekruis uitgereikt in de Kerk van Vasse, de parochiekerk van Pater Harmelink, want we zouden samen vertrekken. Dat was een indrukwekkende plechtigheid, die vele familieleden met tranen in de ogen bijwoonden. Want we zouden elkaar in 10 jaar niet meer terugzien, want elke 10 jaar mochten we met vacantie naar huis. Maar ikzelf huilde niet, want ik was blij dat ik als missionaris kon gaan werken in de wijngaard des Heren, daar ver over de evenaar.
En na de plechtigheid namen we van de familieleden afscheid, drukten elkaar de hand, en na nog even een kijkje genomen te hebben in de grote zandkuilen bij het huis van Pater Harmelink, brachten de Karmelieten ons beiden met de auto naar het Karmelklooster van Zenderen, waar we gingen overnachten. Daar bleven we een paar dagen, en op 26 Augustus stapten we op de boot ‘Oranje’, de snelste boot toentertijd, vanuit de haven van Amsterdam waarbij ook aanwezig waren de Missiepaters Philip van Duynhoven, Pater Thomas Ribbert, Stephanus Mulder, Thelesphorus Mulder, Eligius Schothuis en Pater Starmans. Met koffer en al stapten we op de boot, die ons in 22 dagen naar Indonesia zou brengen (nu 22 uur per vliegtuig). Zo verlieten we ons vaderland om ons te vestigen in ons nieuwe vaderland Indonesië. Op de boot kregen we hutten aangeboden, maar wij missionarissen kregen kamer 13, het ongeluksgetal, want de anderen deden nog aan bijgeloof, maar wij niet. Wij waren met 35 missionarissen, paters broeders en zusters, dus een mooie gezellige groep. We vertrokken met gejuich en maakten veel foto’s. Eerst ging het richting Engeland want we landen nog eerst een dagje in Londen om de stad te bekijken. Op de boot lazen we de H. Mis in de kapel, en elke zondag met preek voor de katholieke meevaarders en mijn beurt viel ook op een zondag.
Het was voor velen ook een moeilijke reis, want velen werden zeeziek, vooral in de Golf van Biskaje vanwege het schommelen van de boot op de diepe zee. Maar het was ook een gezellige tijd aan boord met vele mooie vergezichten vanaf de Middellandse zee, want we zagen in de verte Europa en Afrika. Langs de Zuidkust van Italië en zo verder door het Suezkanaal. In Singapore gingen we aan wal op 14 September 1948 om het mooie Rafflesmuseum te bekijken en de katholieke kathedraal. Na weer op de boot gestapt en ter hoogte van de evenaar was er een aparte plechtigheid; besprenkeling met water, maar dat was voor de geestelijken niet nodig, want ze waren al heilig genoeg. Toevallig was het ook Koninginnefeest op de boot. Dat Prinses Julianafeest werd er plechtig gevierd, een nooit te vergeten dag. Ofschoon wij dichter bij Java kwamen voelden we ons toch nog één met Nederland. Maar we voeren maar verder tot we Java in zicht kregen en op 16 September 1948 zetten we onze voeten voor het eerst aan wal in Indonesië, waar we vroeger op de lagere school en op het Lyceum van leraar Gescher zoveel over gestudeerd hadden, maar nooit gedacht dat we er eens zouden komen om er te bekijken en te werken.
Een heel andere blik dan in Nederland; Indonesia een eilandenrijk dat zich slingert om.de evenaar als een gordel van smaragd. Ik keek er rond, nooit gedacht, dat dit mijn tweede vaderland zou worden. Ik keek mijn ogen uit, op 32-jarige leeftijd. Versteld zag ik moeders met baby's op de rug, en met baby’s aan de borst en zo maar rondlopend met de slendang (red.: draagdoek) op de rug gebonden. Ik zag ze baden in de rivieren, die ook als w.c. gebruikt werden. Dat had ik van mijn leven niet gezien. Wordt vervolgd…
1933-12-09 Aankondiging Klootschietwedstrijd te Losser (Twentsch dagblad Tubantia)
De klootschietersvereeniging ‘Dorp Losser’ krijgt Zondagmiddag het sterke Lattrop op bezoek, een niet te onderschatten ploeg. Het klootschietersterrein, het Hannekerveld, is ook al vanwege de vorst in prima conditie. Ongetwijfeld zal het er geducht spannen. ‘Dorp Losser’ zal naar alle waarschijnlijkheid bolledig uitkomen. Er wordt met 6-10 man geschoten. Het juiste aantal wordt voor het begin der wedstrijd bepaald.
1933-12-12 Klootschieten Dorp Losser Lattrop (Twentsch dagblad Tubantia)
Dorp Losser – Lattrop
Beide ploegen behalen een overwinning.
Zondagmiddag had de klootschietersvereeniging ‘Dorp Losser’ de sterke ploeg van Lattrop op bezoek. Om ruim twee uur wordt met den wedstrijd begonnen, nadat eerst onderling is overeengekomen om met 8 personen over 4 ronden te schieten. Het weer is prachtig en de grond is zeer hard.
Lattrop schiet los, Bij het eerste schot is ‘Dorp Losser’ ruim twintig pas voor. Het tweede schot brengt Lattrop echter reeds een kleinen voorsprong. Met wisselend verschil wordt in de eerste ronde gestreden, doch de bezoekers weten hun voorsprong, al is deze ook gering, te behouden. Door den harden grond komt er veel meer loop aan de ballen, hoewel het ook dikwijls voorkomt, dat de ballen wanneer ze tegen een kleine verhooging komen, de zonderlingste sprongen maken, wat niet altijd een voordeel betekent.
De tweede ronde is geheel voor Lattrop, waarbij ze een voorsprong van bijna een schotlengte behaalt. In de derde ronde haalt ‘Dorp Losser’ weliswaar wat in, maar laat het in de laatste ronde geducht zitten. De gasten zien kans, dank zij eenige geweldige schoten, den voorsprong tot twee schotlengten op te voeren waarmede het einde komt.
Op verzoek van ‘Dorp Losser’ wordt er onmiddellijk een revanchewedstrijd gehouden. Beide ploegen tegen het hetzelfde aantal personen maar nu wordt er over twee ronden geschoten, in verband met den beperkten tijd. De eerste schoten zijn voor de thuisclub, daarna neemt Lattrop wederom de leiding en behoudt die gedurende de eerste ronde. Ook in ’t begin der tweede ronde weten de bezoekers hun voorsprong te behouwen. ‘Dorp Losser’ weert zich echter dapper en het gelukt haar inderdaad met enige prachtschoten de ½ schotlengte achterstand in een ½ schot voorsprong om te zetten. Hiermede komt het einde en heeft de thuisclub onmiddellijk revanche genomen.
Bewoners Roelofs in Lattrop (3)...
Johannes Roelofs x 1834 Euphemia Veldhuis…
1 Johannes (Jan) Roelofs *13-01-1810 wordt erfopvolger en trouwt op 13-11-1834 met Euphemia Morsink geb. Veldhuis ~07-01-1807 op Veldhuis later Scholte Lubberink in het Lattropperveld.
Uit dit huwelijk worden 3 kinderen geboren:
1 Gerardus Roelofs zie hierna.
2 Johanna Roelofs *22-08-1840 en †22-02-1843 oud 1½ jaar.
2 Joanna Roelofs *16-03-1844 spinster ongehuwd †09-12-1909 oud 65 jaar.
Jan overlijdt hier op 18-01-1852 oud 42 jaar en Euphemia op 08-12-1867 oud 60 jaar.
Gerardus Roelofs x 1861 Anna Gezina Wigger…
1 Gerardus Roelofs *05-05-1836 wordt erfopvolger en trouwt op 03-06-1861 met Anna Gezina Wigger *27-10-1831 op Wigger in Lattrop. Het oorspronkelijke Wigger lag tegenover Muntel-Frenske aan de Esweg (verdwenen).
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
1 Johannes Roelofs zie hierna.
2 Gerardus (Gerard) Roelofs *05-06-1864 trouwt op 25-08-1905 met Anna Johanna (Jannoa) Ruël *07-11-1884 op oude Scholten of Sniedersboer in Breklenkamp. Uit dit huwelijk 1 Geziena Aleida (Leida) Roelofs *1907. Zij zal erfopvolgster worden op Roolsboer, zie hierna. 2 Gerardus Franciscus Roelofs *1910 trouwt in 1949 met Johanna Maria Schulte *1922 op de Holtschoelt in Noord Deurningen.
3 Bernardus (Bernard) Roelofs *20-09-1866 trouwt op 13-05-1904 met Maria (Meike) Lansink *03-04-1881 op oude Boomhuis of Kniep op het Veldkarspel in Tilligte. Bernard en Meike kopen de boerderij oude Langkamp. Het huwelijk blijft kinderloos.
4 Maria (Mei) Roelofs *04-05-1869 trouwt op 05-06-1891 met Gerardus (Gerard) Scholte Lubberink *1869 en trouwt bij hem in op Lubberman in Lattrop.
5 Euphemia Gesina (Sina) Roelofs *25-07-1872 trouwt op 13-06-1903 met Bernardus (Bernard) Beijerink *12-07-1872 op de boerderij/café Ewwet naast de RK kerk in Tilligte. Ook dit echtpaar blijft kinderloos.
Anna Gezina overlijdt op 05-10-1899 oud 67 jaar en Gerard op 10-07-1923 oud 87 jaar.
Joannes Roelofs (1862-1941) en Aleida Wyferink (1874-1944) op 'Roelofs' Lattrop
Johannes Roelofs x 1903 Aleida Wiefferink…
1 Johannes (Jens) Roelofs de oudste zoon *06-09-1862 wordt erfopvolger op Roolsboer en trouwt op 08-05-1903 met Aleida (Leida) Wiefferink *27-08-1874 in Beuningen(O). Dit huwelijk blijft eveneens kinderloos.
Jens overlijdt hier op 24-09-1941 oud 79 jaar en Aleida op 23-09-1944 oud 70 jaar.
Aleida Roelofs x 1933 Gerardus Bernardus Groeneveld…
Nichtje Aleida (Leida) Roelofs op Sniedersboer wordt dan erfopvolgster op Roolsboer, zie 2 hierboven. Zij is geboren op 24-10-1907 en trouwt in 1933 met Gerardus Bernardus (Gerard) Groeneveld *28-02-1900 op de Meijer, nu de Meijboom, in Lattrop. Uit dit huwelijk 11 kinderen: Lies – Jan – Sinie – Marietje – Annie – Gerrit – Trees – Bennie – Willie – Harrie en Frans.
Jan Groeneveld wordt erfopvolger en trouwt met Sinie Bossink.
De broers en zusters van Jens Roelofs op Roolsboer…
Wordt vervolgd…
Foto Gradus Johannes Beene in Tilligte met onbekenden…
De redactie ontving onlangs deze foto. De enige bekende is geheel rechts Gradus Beene uit Noord Deurningen. Hij trouwt in 1922 met Gezina Aleida ten Brink op Bekker in Tilligte.
De heren zijn, zo te zien, een dagje uit en doen zich tegoed aan een pilsje.
De vraag is: wie zijn de overige heren?
Herkent u iemand? Meld het ons!
Bewoners leemhuis in Noord Deurningen (2)...
Ale Leemhuis x 1e 1749 Evert Johannink…
2 Ale Leemhuis erfopvolgster is geboren ca. 1724. Zij trouwt op 9 juni 1749 in Denekamp met Evert Johannink (noemt zich Leemhuis) geboren can 1719 op het gelijknamige erf in Noord Deurningen. Uit dit huwelijk wordt een zoon geboren; 1 Hermannus Leemhuis *06-02-1752.
Evert overlijdt voor 1754 oud ten hoogste 35 jaar waarop Ale in 1754 hertrouwt.
Ale Leemhuis x 2e 1754 Bernardus Beernink…
De weduwe Ale Leemhuis hertrouwt op 22 september 1754 met Bernardus Beernink (noemt zich Leemhuis) uit Lattrop. Deze meer dan 150 jaar geleden boerderij stond een de tegenwoordige Esweg, ca. 100 meter westelijk van het nog steeds bestaande oude Beernink.
Uit dit huwelijk worden zes kinderen geboren:
2 [half] Bernardus verder onbekend.
3 [half] Eva *23-12-1755. Zij trouwt in 1778 met Joannes Pikkemaat van het Boomhuis Bakhuis nabij de Geele Beek op de grens met Breklenkamp.
4 [half] Joannes *1760 zie hierna.
5 [half] Euphemia *14-11-1763.
Hoofdgeld 1767: Berent Leemhuijs, 1 persoon die betaalt; Berent en Aleida Leemhuijs zijn niet in staat te betalen.
6 [half] Gerardus Joannes *30-04-1765 en overleden voor 1770.
7 [half] Gerardus Joannes, vernoemd naar zijn overleden broer 1765-<1770. Hij overlijdt ongehuwd op 14 februari 1810 in Noord Deurningen.
Zowel Ale als Berent overlijden na 1770.
Joannes Leemhuis x 1e 1790 Gesina Grashof…
4 Joannes Leemhuis, roepnaam Jan, erfopvolger is RC in Denekamp gedoopt op 19 februari 1760. Hij trouwt op 2 mei1790 met Gesina Grashof, roepnaam Geesjen gedoopt op 30 augustus 1761 op Grashof, nabij Wiefferink, aan de Johanninksweg in Noord Deurningen. Dit boerderijtje is voor meer dan 50 jaren afgebrand en niet herbouwd.
Uit dit huwelijk wordt een dochter geboren:
1 Maria Leemhuis *1791 zie hierna.
Dan overlijdt de moeder.
Joannes Leemhuis x 2e 1794 Aleida Koelhuis…
Kort daarna trouwt Joannes Leemhuis voor de 2e keer met Aleida Koelhuis, gedoopt op 23 augustus 1764 en geboren op Koelhuis nu Rerink aan de Ottershagenweg in Lattrop.
Uit dit 2e huwelijk drie kinderen:
2 [half] Gerardus gedoopt 09-04-1795 verder onbekend.
3 [half] Anna ged. 21-01-1797. Zij trouwt op 12 juni 1817 met Jan Hendrik Tijhuis van het in de noaberschop gelegen erf Koapman, nog steeds Tijhuis.
4 [half] Gerardus Henricus ged. 20-01-1799. Hij trouwt in 1828 in Emlicheim met Wilhelmina Schnöing geb. 1798 in Scheerhorn bij Emlicheim.
Dan komt ca. 1804 Joannes Leemhuis te overlijden oud <44 jaar. De weduwe Aleida Leemhuis-Koelhuis hertrouwt dan op 2 april 1804 met Gerrardus Joannes Heuvels (ook Hövels) gedoopt op 30 juni 1777 en geboren in Noord Deurningen. Uit dit huwelijk, voor zover bekend, geen kinderen. Aleida overlijdt op 8 october 1814 te Noord Deurningen 91 (Leemhuis) oud 50 jaren. Gerrardus Joannes Heuvels hertrouwt dan nog een keer met Maria Agten geboren ca. 1793 in Denekamp.
Uit dit huwelijk worden nog zeven kinderen geboren met de naam Hövels en Heuvels:
Deze kinderen zijn geen bloedverwanten van de kinderen uit de eerdere huwelijken omdat Hendrik Hövels geen kinderen heeft uit zijn eerdere huwelijk met Aleida Koelhuis.
1 Anna Hövels geb. 30-05-1916 ongehuwd overleden 30-09-1858.
2 Gezina Hövels geb. 04-12-1818, trouwt in 1839 met Herm Hendrik Knippers uit Denekamp.
3 Janna Heuvels geb. 20-11-1821 trouwt in 1844 met Bernardus Wolkorte.
4 Maria Heuvels geb. 01-09-1824 verder onbekend.
5 Johannes Hövels geb. 11-08-1827 verder onbekend.
6 Hermannus Hövels geb. 19-07-1830 trouwt in 1859 met Maria Schulten.
7 Hendrika Heuvels geb. 16-10-1833 verder onbekend.
Hendrik Hövels overlijdt op 19-07-1849 oud 72 jaar en Maria Agten op 20-06-1870 oud 77 jaar.
Maria Leemhuis x 1815 Jan Gerrit Damhuis…
Maria Leemhuis, dochter uit het 1e huwelijk, wordt erfopvolgster. Zij is gedoopt op 19-08-1791 en trouwt op 14-12-1815 in Ootmarsum met Joannes Gerardus (Jan Gerrit) Damhuis gedoopt 25-07-1791 en geboren op het Paardehuis aan de tegenwoordige Lubberdinksweg in Noord Deurningen.
Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren:
1 Jannes Damhuis *1816 zie hierna.
2 Maria geb. 13-08-1819 verder onbekend.
3 Geertruij Damhuis geb. 18-07-1822. Zij trouwt in 1847 in Losser met Henricus Rolink geb. ca. 1819 in Beuningen.
4 Jan Hendrik geb. 11-02-1825, trouwt in 1865 in Weerselo met Geziena Oude Reinink geboren in Volthe. Ook dit keer overlijdt de moeder voortijdig op 02-08-1825 oud 33 jaar.
Jan Gerrit Damhuis x 1826 2e Aleida Brookhuis…
Na het overlijden van zijn vrouw hertrouwt Jan Gerrit op 10-04-1826 met Aleida Brookhuis geb. 1789 in Beuningen. Uit dit huwelijk wordt nog een zoon geboren: 5 [half] Hermannus Damhuis geb. 04-03-1827 en overleden op 12-12-1834.
Wordt vervolgd…
Bewoners ool Bossink in Lattrop (1)...
Bewonersgeschiedenis olde Bossink in Lattrop…
Het boerenplaatsje olde Bossink maakt sinds oudsher deel uit van het erf Bossink (Bossem). Voor 1272 is Bossink een allodiaal of eigenhorig erf, dat wil zeggen dat de bewoners ook eigenaar zijn. Dit verandert in 1272 als het Huis Almelo eigenaar wordt. Voor 1601 verwerft het Huis Ootmarsum het eigendomsrecht. Op 5 november 1811 wordt het Bossink inclusief het olde Bossink voor ? 1.950,= verkocht aan de eigenaar Jan Bossink en zijn vrouw Maria Aleida Leferink. Vanaf die tijd is het olde Bossink een pachterf van Bossink.
Jenneken Bossink x 1667 Geert Harms…
Volgens het Nederduits Gereformeerde trouwboek van Ootmarssum trouwt Jenneken Bossink, *op Bossinck, op 20 januari 1667 met Gerrit (Geert) Harms uit Bookholt bij Nordhorn. Zij vestigen zich op het olde Boschuis, zoals het genoemd wordt in het NG doopboek van Ootmarssum.
NG trouwboek Ootmarssum: Otr 16-12-1666 tr 20-01-1667 Gerrit Harmsz Buecholt (Bookholt) en Jenneken Bosschinck Lattrippe.
Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren:
1 Harmen Bossinck ged. 29-7-1677 Ootmarssum NG
2 Hendrick Bossinck ged. 21-3-1680 Ootmarssum NG
3 Fenneken Bossinck ged. 11-2-1683 Ootmarssum NG
11-02-1683 Fenneken Geert in't Olde Boschuis en Jenneken Lattrop
4 Jan Bossinck ged. 1-1-1686 Ootmarssum NG
Kort na de geboorte van Jan in 1686 overlijdt de moeder, Geert achterlatend met vier jonge kinderen. Op 5 september 1686 hertrouwt de weduwnaar Gerrit Bossinck (geb. Harms) met de weduwe Fenneken Wieging uit Groot Agelo.
NG trouwboek Ootmarssum: Otr 15-08-1686 tr 05-09-1686 Geert Bossinck wedr. Lattrup En Fenneken Wijchinck wed. Lutken Agele. De familie verlaat het olde Bossinck en vestigt zich op Wiegink in Klein Agelo.
Wordt vervolgd…
Aleida Gezina ten Brink-Voorhuis 1867-1946...
Aleida is geboren op 5 mei 1867 op Oude Enkt of Veldlukens in Tilligte, nu Alfons Weenders. Zij is een dochter van Johannes Voorhuis van de Voorboer uit Geesteren en Geziena Hampsink uit Weerselo. In 1895 trouwt zij met Bernardus Johannes ten Brink geb. 10 april 1855 op Bekker in Tilligte. Bernardus Johannes overlijdt op Bekker op 11-02-1918 oud 62 jaar en Aleida op 22-02-1946 oud 78 jaar. Uit dit huwelijk 6 kinderen: 1 Johannes Bernardus 1896-1982 ongehuwd, 2 Gezina Aleida 1898-1968 erfopvolgster, x Gradus Johannes Beene, 3 Johanna Maria †1899 oud 5 maanden, 4 Bernardus Hendrikus *1900 verder onbekend, 5 Hendrikus Gerhardus 1902-1988 naar Rossum en 6 Johanna Aleida 1904-1998 x Bernardus Busscher in Losser.