Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 7 nr 10 oct 2020

Website: www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier op de website.


Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2020-9
# In de rubriek Familiegeschiedenis is toegevoegd: De Lattropsvrouwleu


Bewoners Roelofs in Lattrop (slot)…

Knechten en meiden:                                               Boerderij Groeneveld op Roolsboer Lattrop anno 2016

1861-1880Boerderij Groeneveld in Lattrop anno 2016
Horsthuis Johannes 30-5-1842 Denekamp
Wergers Euphemia 1848 Losser
Wassink Gezina 20-1-1856 Denekamp
1881-1900:
Pikkemaat Gezina Nicht 25-7-1875
1901-1923:
Smellink Hendrikus 17-4-1884 Losser
Steunebrink Hendrikus Johannes 5-10-1899 Losser                                  
Damhuis Hermanus 4-11-1888
Snoeijink Helena Maria 26-7-1894
Steunebrink Hendrikus Johannes 5-10-1899 Losser

Schema bewoners Roelofs Lattrop…

Harmen Roelofs *~1595 †>1655 x ~1625 Nn
1 Jan zie hierna
2 Fenneken *~1645 x 1670 Jan Routenberg *~1640 Oud Ootmarssum
Jan Roelofs *~1630 †>1681 x ~1659 Gebbe Nn
1 Berent *~1661 †>1692 x 1691 (wed van Herman Bucht) Gese Jansen *~1665 †>1692 Neuenhaus
2 Fenne *~1663 †>1694 x 1688 Jan Kuijer *~1658 Kuijer Lattrop
3 Maria *~1668 †<1748 x 1693 Gerrit Oortman *~1668 Scholten Geerts (Smoes) Breklenkamp
4 Stijntjen zie hierna
5 Geze *~1672 †>1718 x 1696 (wedr v Fenneken Harms) Henrick Kienhuis *~1662 Tilligte
6 Rotger ~1681

Stijntjen Roelofs ~~1670 †~1714 x 1693 Egbert Boomhuis (Roelofs) ~~1668 Lattrop
1 Fenneken ~1695 †<1698
2 Fenneken ~1698
3 Harmken ~1700 †>1748
4 Geertjen ~1703 †>1767 x 1726 Jan Bossink ~~1696 Bossem
5 Christina ~1707 †>1755 x 1732 Hermen Elferinck ~1693 Oud Ootmarssum
6 Berent ~1710
7 Janna ~1713
Egbert Roelofs †>1722 x 1715 Jenneke Seise ~1690 Seise Breklenkamp †>1722
8 [half] Jan zie hierna
9 [half] Stientjen ~1719 †~1753 x 1742 Joannes Lambertus Morsink ~1720 Morsman (Mössem) Lattrop

Jan Roelofs ~1716 †~1759 x 1742 Hendrica Rerink ~1724 Reerman Lattrop
1 Joanna ~1745 †<1748
2 Gesina zie hierna
3 Egbertus ~1749 †>1773
4 Aleida ~1752
5 Joanna ~1754 †<1758
6 Joanna ~1758 †<1760
Hendrica Rerink †>1770 x 2e 1760 Antoni Godfried Middelhof (Roelofs) ~1729 Embsdetten †>1767
7 [half] Joannes ~1760
8 Joannes Hermannus ~1763
9 Joanna ~1764

Gesina Rolefs ~1746 †<1806 x 1768 Joannes Hofstede (Roelofs) ~1739 Lattrop †1807
1 Joanna ~1770 †1842 x 1803 Hermen Kukkeler † oude Beernink Lattrop
2 Joannes ~1772 †<1787
3 Gesina ~1776 †>1839
4 Berend zie hierna
5 Maria ~1784 †1858 x 1811 Joannes Kristen 1778-1840 Lattrop
6 Joannes ~1787 †<1806

Berend Roelofs 1780-1858 x 1808 Maria Bossink 1783-1854 *Bossem Lattrop
1 Johannes (Jan) zie hierna
2 Gezina 1813-1823
3 Gerrit 1815-1892 ongehuwd in bovenkamer Roelofshuis
4 Bernardus *1816
5 Johanna 1818-1860 ongehuwd
6 Johannes 1823->1839
7 Gerardus *1825

Johannes (Jan) Roelofs 1810-1852 x 1834 Euphemia Morsink 1807-1867 geb op Veldboer
1 Gerardus zie hierna
2 Johanna 1840-1843
3 Joanna 1844-1909 ongehuwd in opkamer Roelofshuis

Gradus Roelofs 1836-1923 x 1861 Anna Gezina Wigger 1831-1899 *Wigger Lattrop
1 Joannes (Jens) Roelofs 1862-1941 x 1903 Aleida Wijferink 1874-1944 *Beuningen kinderloos 

Gerardus (Gerard) Roelofs 1864-1955 x 1905 Anna Johanna (Jannoa) Ruël 1884-1967 *Sniedersboer Breklenkamp
1 Geziena Aleida (Leida) Roelofs zie hierna
3 Bernardus Roelofs 1866-1950 x 1904 Maria Lansink 1881-1969 *oude Boomhuis/Kniep Tilligte naar oude Lankamp
4 Maria (Marie) Roelofs 1869-1949 x 1891 Gerhardus (Gradus) Scholte Lubberink 1869-1953 *Lubberman Lattrop
5 Euphemia (Sina) Gesina1872-1959 x 1903 Bernardus Beijerink 1872-1944 *Ewwet Tilligte

Geziena Aleida (Leida) Roelofs 1907-2000 *Sniedersboer Breklenkamp x 1933 Gerardus Bernardus (Gerard) Groeneveld 1900-1973 *de Meijer Lattrop
Jan - Lies – Marietje – Annie – Gerrit – Sinie - Trees – Bennie – Willie – Frans en Harrie.

Jan Groeneveld x Sinie Bossink


 Markenvergadering op het erve Bonke in Lattrop 9 sept. 1843 (slot)…

Voorts om publiek of onderhands te verkoopen ene Katerstede, de marke toebehoorende, genaamd het Pilhuis, bekend op het kadaster onder Sectie F No 341, huis en erf; No 342 bouwland, en onder Sectie F No 340 bouwland, welke laatste perceel ten name is staande van G.J. Wolkotte en medeeigenaars, doch waarvan een gedeelte groot 1 bünder en 14 roeden aan de marke Lattrop, en het overige ad 43 roeden en 30 ellen aan G.J. Wolkotte, is toebehoorende, benevens eenen bünder woeste grond, te leggen op een geschikt punt in de marke, en wel als volgt:
1e Een perceel heide groot 35 roeden 30 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No 351, begrensd ten noorden door het kadastrale perceel F Bo 340 ten zuidoosten en zuidwesten, door nieuwe wegen.
2e Een perceel heide groot 44 roeden en 70 ellen, uitmakende een gedeelte van de kadastrale perceelen Sectie F No 350 en 351, begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van evengenoemde kadastrale perceelen.
3e Een perceel groengrond, groot 20 roeden, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel F No 350 begrensd ten noorden door de Rammelbeek, ten oosten door een perceel provisioneel toebedeeld aan G.J. Westerhof; ten zuiden door een nieuwen weg en ten westen door het overige van het kadastrale perceel Sectie F nr 350.
II Om den koopprijs daarvoor te ontvangen, dezelve te doen strekken in mindering der kosten van verdeeling en de koopers voor het betaalde te quiteren en dechargeren.
Niets meer te verhandelen zijnde is de vergadering gesloten, en dit Holtings relaas, door den markenrigter en alle gewaarden, geteekend.
Dit dubbeld op 22 april 1844 opgemaakt en geteekend                W.G. HovijMarkenvergadering op het erve Bonke in Lattrop 9 september 19432
Renvooij
Tusschen de vierde en vijfde regel van boven van tegenstaande schrift te plaatsen de woorden post alia. Goedgekeurd dit renvooij. W.G. Hovij
Deze volmagt door de lasthebbers in tegenwoordigheid van ons ondergeteekende Notaris en getuigen in de annex acte vermeld. Voor echt erkend en ten blijke daarvan deze hunne ver-klaring hen met ons Notaris en onze getuigen geteekend.
Lattrup den vierden Meij achttien-honderd vierenveertig.


Bewoners ool Bossink in Lattrop (2)…

Jan Kienhuis x 1685 Fenneken Lamberts…

De volgende bewoners zijn Jan Kienhuis en Fenneken Lamberts. Jan Kienhuis is geboren ca. 1655 op Kienhuis in Tilligte. Hij trouwt 1e op 12-10-1679 met Ale Deetmerinck *ca. 1660 in Reutum. Waar zijn eerst wonen is niet bekend. Ale overlijdt ca. 1685 waarop Jan Kienhuis op 6 december 1685 hertrouwt met Fenneken Lambertz geb. ca. 1660 in Lattrop, waar is niet bekend. Zij vestigen zich op het olde Bossinck.
Trouwboek Ootmarssum NG: Otr 08-11-1685 tr 06-12-1685 Jan Jansz ten Kienhuis wedr. Tillighte en Fenneken Lambertz Lattrup
NG trouwboek Ootmarssum ondertrouw Jan ten Kijnhúijs en Ale Deetmerinck 28-09-1679Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren:
1 Jan Kienhuis ~01-04-1688.
2 Geesken Kienhuis ~22-12-1689.
3 Lambertus Kienhuis ~18-11-1691 en †<25-08-1693.
4 Lambertus Kienhuis, ~25-08-1693 vernoemd naar zijn overleden broer 1691-1693.
Fenneken overlijdt voor 1702 waarop Jan op 01-10-1702 voor de 2e keer in Oldenzaal hertrouwt met Aeltien Vrielink weduwe in Rossum.
Ook deze familie verlaat dan het olde Bossinck.

Berent Reekers x 1733 Stine Rutgers…

Volgende bewoners zijn Bernardus (Berent) Reekers en Christina (Stine) Rutgers. Berent Rekers is geboren ca. 1703 op Rekers (Reake) bij Borggreve in de Voddehoek. Stine is gedoopt op 29-12-1709 en geboren op het olde Scholte Lubbrink op nog geen 200 meter afstand van het olde Bossinck. Het huwelijk vindt plaats op 7 juni 1733 in de RC of grote kerk van Ootmarssum.
Trouwboek NG Ootmarssum: Otr 24-05-1733 tr 07-06-1733 Berent Reckers Tilligte en Stine Rutgers Lattrup.
Trouwboek RC Ootmarssum: Junius [1733] 7 Junii contraxit matrimonium Berent Rekers ex Tilligte sponsus cum Stine Rotgers sponsa, testes. Hoet Enneke et Braeck Geertje.
Berent woont eerst bij zijn vrouw op het olde Scholte Lubbrink waar ook hun 1e kind Merte wordt geboren:
RC trouwboek Ootmarssum Berent Reekers en Stine Rutgers 07-06-17331 Martha Rekers *12-03-1734 trouwt in 1757 met de weduwnaar, van Joanna Laarhuis, Henricus Busscher *1730 op het oude Kraekenhuijs Later kraken Jan in Lattrop.
De ouders met Martha vestigen zich op dan op het olde Bossinck waar hun overige 7 kinderen worden geboren:
2 Hinderica Rekers ~29-12-1735; zij trouwt in 1762 met Gerrit Jan Kukkert van het gelijknamige erf in Lattrop (Verdwenen).
3 Gerhardus (Gerrit) Rekers ~01-06-1738 †22-02-1740.
4 Gerhardus (Gerrit) Rekers ~22-02-1740 †>1748.
5 Joanna (Janna) Rekers ~19-03-1742 †>1748.
6 Christina Rekers ~24-04-1744 †<1748.
7 Henricus Rekers ~05-10-1750 †<16-05-1753.
8 Henricus Rekers ~16-05-1753 vernoemd naar zijn overleden broer 1750-1753.

Bernardus Nijhuis x 1743 Susanna Engbers…

Bernardus Nijhuis is geboren in 1713 op Nijhuis of Njoes in Tilligte. Hij trouwt in 1743 met Susanna Engbers geboren ca. 1717 op Engbers of Wevers in Breklenkamp. Vanaf hun huwelijk vestigen zij zich op het Voet Bakhuis in Lattrop. Hier worden hun 1e drie kinderen geboren. Susanna in 1744, Euphemia in 1746 en Bernardus in 1749. Dan vestigen zij zich op het olde Bossinck waar nog drie kinderen worden geboren.
4 Henricus Nijhuis ~09-03-1752. RC doopboek Ootmarssum:RC trouwboek Ootmarssum Berent Nijhuis en Susanna Engbers 23-03-1743

[Maart 1752] 9 Henricus ex olde Boss baptizatus est 9 hujus, cujus parentes Bernardus Nijhuijs in Tilgte et Susanna Engbers in Breckelkamp habitantes in olde Boss in Lattrop, suscepit Helena Scholten Lubbrink in Lattrop.
5 Joanna Nijhuis ~03-06-1754 †<25-11-1758.
6 Joanna Nijhuis ~25-11-1758 vernoemd naar haar overleden zus 1754-1758.

Bernardus Goosink x 1753 Joanna Feren…

Volgende bewoners zijn Bernardus (Berend) Goosink en Joanna Feren. Berend is geboren in 1723 op olde Goesing (verdwenen) aan het laantje in Lattrop. Joanna Feren is geboren in 1724 in Hesepe bij Nordhorn. Het kerkelijk huwelijk wordt voltrokken op 11 februari 1753 in de St. Augustinuskerk in Nordhorn-Frenswegen. Hun oudste zoon Lambertus wordt geboren in 1753 in het olde Bossink in Lattrop. Hierboven zien we dat in 1754 Joanna Nijhuis hier wordt geboren en in 1758 wederom een Joanna. Volgens deze gegevens is er sprake van dubbele bewoning gedurende de jaren 1753-1758.RC doopboek Ootmarssum Bernardus ex olde Goesing zv Lambert en Fenne 14-12-1723
De familie Nijhuis vertrekt dus in of na 1758.
Uit het huwelijk Goosink-Feren worden 2 kinderen in het olde Bossink geboren:
1 Lambertus (Lambert) Goosink ~10-10-1753. Hij trouwt in 1782 met Gesina Roepe weduwe van Hermannus ten Brink op het olde Brookman, nu Aureolustheater.
2 Henricus (Hendrik) Goosink ~09-01-1756. Hij trouwt in 1785 met Anna Ottinkhof geboren op het gelijknamige erf in Noord deurningen en wonend op Bekhuis in Noord Deurningen. Hendrik neemt de naam Bekhuis aan.

                                                                                                                               Wordt vervolgd…


Familie Velthuis (ool Groal) Tilligte, Beijerink  (Kupersboer) Tilligte en Arens  (Bergsmid) Lattrop…

Familie Velthuis (ool Groal) Tilligte, Beijerink  (Kupersboer) Tilligte en Arens  (Bergsmid) Lattrop…Achterste rij vlnr:

1 Dika Velthuis-Beijerink (dv 3) geb. Kupersboer 2 Jan Velthuis (ool Groal) 3 Jaan Beijerink  Kupersboer) 4 Trui Beijerink (dv 3) zuster Martina (pastoorsmeid) †1998 Ootmarsum 5 Antoon Arens (zv 6 en 9) 6 Sina Arens-Beijerink (geb. Kupersboer) 7 Johan Arens (id) 8 Bennie Arens (id) 9 Bernard Arens (Bergsmid)
Voorste rij vlnr:
10 Jan Velthuis (zv 1 en 2) 11 Bennie Velthuis (id) 12 Marietje Velthuis (id dv) 13 Marietje Arens (id dv) 14 Frans Arens (id zv) 15 Hennie Arens (id).
Dika Beijerink trouwt naar ool Groal, Jaan wordt erfopvolger op Kupersboer en trouwt met Hanna Meijners van Wielboer, Trui gaat in het klooster en Sina trouwt naar Bergsmid in Lattrop. Niet op de foto: Hanna Meijners vrouw van nr 3, Hein overlijdt ongehuwd in 1931 oud 32 jaar, Meike trouwt naar Voorsmid in Lattrop, Leida trouwt naar de Kniep in Tilligte en Hanna trouwt naar Wewwe in Breklenkamp.


Publieke verkoop markengronden, heide en moeras, van de marke Lattrop 4 mei 1844 (1)…

Zie bladzijde 3 en in de Nieuwsbrief 2020-9 lezen we dat in de Markevergadering (Holting) van 9 september 1843 door het Markebestuur gedelibereerd (overlegd) wordt over het verkopen van “…hier en daar lage waterpoelen en lage moerassige gronden… en deze publiek aan de meest-biedende te verkoopen…”.

Deze verkoop van inzet en hooging (opbod) vindt plaats op 4 mei 1844.

Notarieel Archief, toegang 0122, inventarisnummer 3204,
aktenummer 26 4 mei 1844
Verkoop van heide en moerasgronden door de deelgenoten van de Marke Lattrop

Transcriptie, Jan Bossink-Hengelo

Marken vergadering gehouden op het erve Bonke in Lattrop den 9 September 1843, des namiddags ten 3 uren.                     Markenrigter J(onk)h(ee)r M(eeste)r W.G. Hovij,                                                                              

Agent van het Domein                                                                                                                             

Present: de eigenaren van de navolgende gewaarde erven als van het erve Bonke, Beernink, Wigger, Leferink, Reerink, Stokke, Bossink en de half gewaarden Oude Gosink, Nieuwe Gosink, Tijscholte, Hofstede, Dasselaar, Scholte Lubberink te zamen een getal van zeven volle en zes halve wharen, zijnde er geene meerdere of andere wharen in de markte aanwezig. De Markenrigter opent de vergadering en leest voor de brieven van oproeping houdende. De agent van het Domein de provincie Overijssel, fungerend Markenrigter van de marke Lattrop, roept mits deze op de goedsheeren en eigen geërfden dier marke, om op zaterdag den 9 September aanstaande des middags ten twee uren te vergaderen op het Erve Bonke aldaar, ten einde te handelen als volgt:
1. enz. (post alia)                                                                                                  
2. Aanwijzing van eenige parceelen Moeras en lage gronden, welke niet in de verdeeling kunnen worden begrepen om publiek en onder hoogere goedkeuring te verkoopen.
3. Voorts al het geen er verder zal worden voorgebragt.

                                                     Zwolle den 2 september 1843                                                                                                                                                                     De Markenrigter                                                                                                                                                                                             (geteekend) W.G. Hovij

Hierna gaat de vergadering over tot handeling van het eerste punt in den Convocatie brief vervat enz.    (post alia)

Wordt vervolgens in deliberatie gebragt het tweede punt in den Convocatie brief vervat, en geeft de markenrigter daarbij te kennen, dat gelijk genoegzaam bekend is, in de marke  hier en daar lage waterpoelen en lage moerassige gronden gevonden worden, welke niet dan met aanmerkelijke kosten kunnen worden ontgonnen en verbeterd; dat deze perceelen niet wel in de verdeeling bij loting kunnen worden begrepen, aangezien, zoo dezelve aan deelgeregtigden van gering vermogen mogten toevallen, deze niet in staat zijn, om daarvan eenig nut te trekken, en daaruit de noodige mest en brandstof voor hun gebruik te kunnen halen, geheel en al bedorven (ongelukkig) zouden zijn, weshalve naar zijn oordeel en dat der Commissie ter verdeeling, deze perceelen ten beste der marke en ter verligting der onkosten, die op de verdeeling vallen, publiek aan de meestbiedende behoorden te worden verkocht. Is na deliberatie goedgevonden, de Commissie tot verdeeling: bestaande uit Geert Lübbers op Stokke, Jan Bosman en Gerrit Hofste, alle Landbouwers wonende in de buurschap Lattrop, gemeente Denekamp, bij dubbeld dezes op zegel geschreven te magtigen.                       I. Om publiek aan de meestbiedenden te verkoopen de navolgende gronden, aan de marke Lattrop toebehoorende, als:        a. Een perceel  genaamd het Rietschot, groot 2 bunders 29 roeden 80 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No. 269 begrensd ten noorden en oosten door het overige van eerstgenoemd perceel Sectie E No. 269, ten zuiden door den weg naar Noordhoorn en ten westen door den weg naar Nienhuis of zoogenaamde Commiesendijk. 
b. Een perceel genaamd het Krakenveen, groot 8 bunders 74 roeden 70 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No. 266 en 267, en begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van de voren genoemde kadastrale perceelen.

------------------------------------------------------------------

Postalia: Latijn: na andere dingen. Deze formulering staat meestal tussen haakjes op de plaats waar minder relevante tekst is weggelaten

------------------------------------------------------------------

D. een perceel genaamd het Bloemenveen, groot 2 bunders 5 roeden 60 ellen, begrensd ten noorden en oosten door de kadastrale perceelen Sectie E No. 265 en 266 en overigens door het perceel Sectie E No. 266; makende het vorengenoemde Bloemenveen, een gedeelte uit, van de kadastrale perceelen Sectie E No. 265 en 266 hiervoren genoemd.

Voorts om publiek of onderhands te verkoopen eene katerstede, de marke toebehoorende, genaamd het Pilhuis, bekend op het kadaster onder Sectie F No. 341, huis en erf, No. 342, bouwland en onder Sectie F No. 340, bouwland, welke laatste perceel ten name is staande van G.J. Wolkotte en medeëigenaars, doch waarvan een gedeelte groot 1 bunder en 14 roeden aan de marke Lattrop, en het overige ad 43 roeden en 30 ellen aan G.J. Wolkotte is toebehoorende, benevens eenen bunder woeste grond, te leggen op een geschikt punt in de marke en wel als volgt:
1. Een perceel heide, groot 35 roeden 30 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No. 341, begrensd ten noorden door het kadastrale perceel Sectie F No. 340 ten zuidoosten en zuidwesten door nieuwe wegen.

2. Een perceel heide groot 44 roeden en 70 ellen, uitmakende een gedeelte van de kadastrale perceelen Sectie F No. 350 en 351, begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van evengenoemde kadastrale perceelen.                                                   
3. Een perceel groengrond, groot 20 roeden, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No. 350, begrensd ten noorden door de Rammelerbeek, ten oosten door een perceel provisioneel toebedeeld aan G.J. Westerhof, ten zuiden door een nieuwen weg en ten westen door het overige van het kadastrale perceel Sectie F No. 350                                    

II. Om den koopprijs daarvoor te ontvangen, dezelve te doen strekken in mindering der kosten van verdeeling en de koopers voor het betaalde te quiteren en  dechargeren. (post alia)                                                                                                                                                                                                    Wordt vervolgd…


Jeugdherinneringen H Pikkemaat Klein Agelo 1977 (4)…

Later heb ik er wel eens over nagedacht, hoe het kwam dat we zulke verwoede lezers waren. Als 's avonds na het avondgebed vader, de knechten en de meiden naar bed waren, bleef moeder nog op om kousen en sokken te stoppen bij het licht van een stallamp. Was ze hiermee klaar, dan pakte ze een boek uit de school en bleef nog een poosje lezen. Als we de volgende middag uit school kwamen, drentelden we achter moeder aan om over het gelezen boek te praten. We vonden het geweldig, dat moeder het allemaal al wist. Ik geloof, dat het bij mij de animo om te lezen en te leren erg heeft gestimuleerd. Voor geschiedenis hadden we op school de boekjes van Laarman. Het waren twee deeltjes. Het eerste boekje begon bij de Batavieren en was bestemd voor de vijfde klas. Het eerste lesje eindigde met het volgende versje: ‘Friezen en Batavieren bewoonden toen ons land, bos en heidevelden bedekten het hoge zand’.
Het tweede boekje, voor de zesde klas, begon met de woorden: “Van alles wat heb ik boven dit lesje gezet, omdat we over verschillende dingen zullen spreken”. Als wedstrijdspel hadden we thuis het volgende bedacht. Om de beurt een plaats in Nederland te noemen, te beginnen met de letter A. Waren de plaatsen met de A uitgeput, dan kwam de B aan de beurt. Op een zondagmorgen na de H. Mis ging ik met moeder naar Schuiten, een winkel aan het marktpleintje, tegenover de grote pomp. Ik wist, dat daar een atlasje van ons land lag, waarin met kleine letters veel plaatsen, tot kleine dorpen toe, te lezen stonden. Dagenlang had ik moeder aan het hoofd gezeurd en nu ging het gebeuren. Ik kreeg het atlasje voor 15 cent. Nu bleef ik in het wedstrijdspel van het plaatsen noemen niet meer achter.Joan Georg Dröghoorn rentmeester van het Huis Ootmarsum
In de winter, als de avonden lang waren, kwam er na het avondmaal en het bidden van de rozenkrans vaak bezoek van de noabers (buren) om een kaartje te leggen of om zo maar wat te praten. Graag bleef ik dan wat langer treuzelen om te horen, wat de groten vertelden. Soms lukte dat, omdat moeder druk was voor de koffie en koek te zorgen. Meestal duurde het niet lang of men begon over de ‘olde tied’. Dan kwamen er verhalen over wat er vroeger in de buurt of streek gebeurd was, of wat ze zelf beleefd of meenden beleefd te hebben. Midden onder een spannend verhaal klonk soms de stem van moeder (of vader): “Allo, jongens, zijn jullie nog niet in bed? Vooruit, vlug eronder”! Dan was het ernst en moesten we verdwijnen. We lieten de kamerdeur op een kier staan en luisterden aan de deur om de afloop van het verhaal niet te missen. Of moeder het merkte, dat we nog niet in bed waren, weet ik niet, maar al gauw ging de deur met een smak dicht. Een dankbaar onderwerp was de naam Dröghoorn. Hij is rentmeester geweest van het huis Ootmarsum, waar de Drost van Twente resideerde. Dröghoorn was erg gehaat bij de boeren, omdat hij moest zorgen dat de pacht binnen kwam van de onderhorige boerderijen. Ook als er een boer of boerin gestorven was, kwam hij snel ter plaatse om te zorgen, dat er van de lijflijke eigendommen van overledene niets werd verstopt of weggegeven, want alles was voor de drost. Men kan begrijpen, dat men hem niet graag zag komen. Er werd verteld, dat na zijn dood zijn ziel geen rust kon vinden; daarom werd die verwezen naar een woeste plek in de wildernis, de eendenkooi. Nu mag hij ieder jaar een hanepas in de richting van Ootmarsum. Als hij dan de kerk zal bereikt hebben, zal zijn ziel rust hebben of de wereld zal vergaan.
Ook hebben grasmaaiers een klein rood mannetje gezien, dat hen van de overzijde van de visserij, (gracht om de eendenkooi) wenkte bij hem te komen. Alles wijst er op, dat de heer Dröghoorn geen geliefd persoon was. De drost Sigismond van der Heyden Hompesch, leeft onder de boeren voort als een verwoede vervolger van de Katholieken. Jan Schomaker, onze knecht, wiens voorvader koetsier was geweest bij de Drost, wist te vertellen dat zijn voorvader had geholpen om twee gezusters uit Hertme te helpen ontvluchten, die door de Drost waren gevangengezet, omdat ze katholiek waren geworden en over de grens in het gebied van de graafschap Bentheim in het klooster Waren getreden. Later heb ik hierover meer gevonden in het boek: “Enige bijdragen tot de geschiedenis van het Archidiaconaat en Aartspriesterschap” van J. Geerdink, pastoor te De Lutte. Ook wist die knecht te vertellen, dat zijn voorvader er bij was geweest, en dat een Franciscaner pater, die ook op het kasteel had gevangen gezeten, bij zijn vrijlating, na eerst nog door de drost te zijn bespot, zich naar het prachtige kasteel had gekeerd en had voorspeld, dat van de prachtige behuizing en de mooie tuinen niets zou blijven bestaan. Na enige jaren is de voorspelling letterlijk uitgekomen. Het kasteel is tot in de fundamenten afgebroken en de tuinen zijn de moestuinen van de bewoners van Ootmarsum geworden.
Kadasterkaart 1832 Broekhuis en omgeving Klein Agelo Werkelijk angstwekkend was het verhaal, dat moeder van grootvader had gehoord. Aan de overzijde van ‘den kamp’, het roggeland bij de boerderij, lag een huisje, ‘het Weghuis’ genoemd, misschien wel, omdat het dicht aan de weg van Ootmarsum naar Denekamp lag. De bewoners hadden geen goede naam. Men fluisterde, dat het baanstropers waren en voor moord en doodslag niet terugdeinsden. Het gebeurde wel eens, dat een postbode of koopman, die van Hamburg of Bremen naar Amsterdam reisde, nooit aankwam en bij onderzoek gewoon onderweg verdwenen was. Zo is het voorgekomen, dat een knecht van het erf Broekhuis kennis had aan een dochter van het Weghuis. Afgesproken was, dat hij op een avond bij haar zou komen. Toen het donker was, ging hij over den kamp, sprong over het beekje, dat de scheiding van de erven aangaf en ging welgemoed naar het Weghuis. Overal was het donker, geen lichtstreepje was te bekennen. Toen ging hij naar het achterste deel van het huis, waar de stal was. Hij kreeg een staldeurtje op een kier en kon op de deel kijken. Daar waren ‘de Weghuiskerels’ bezig met een dode man. Hij heeft de omgang met de dochter verbroken. Toch had het meisje hem nog gevraagd, waarom hij op die avond niet gekomen was. "Och" had hij geantwoord, "jullie waren op de deel zo druk bezig met slachten, dat bezoek zeker niet welkom was!"

                                                                                                            Wordt vervolgd...


Onbekende foto…

Deze foto komt uit het fotoarchief van Annie Roelofs-Wassink in BreklenkampDeze foto komt uit het fotoarchief van Annie Roelofs-Wassink in Breklenkamp.
Het is niet bekend bij welke gelegenheid deze foto gemaakt is.
Evenmin in welk jaar. De redactie denkt de volgende personen te herkennen:
2 Hendrik Pikkemaat (Geurners-Hendrik) Breklenkamp, 8 Bernard Koehorst (Kukkert) Lattrop, 9 Marie Scholte Lubberink-Reerink (Lubberman) Lattrop, 10 Gerard Wassink (Wassink vaare) Breklenkamp, 12 Johan Reerink (Bossem) Lattrop en Sientje Ruël (Willems of Reulke) Lattrop. Rest onbekend.
Herkent u iemand? Meld het ons!


Autobiografie Past. C. Borggreve Tilligte (8)…Pater Mollink (Hösthoes) Tilligte als Neomist 1944
Pater Ammerlaan werd eens opgepikt met een auto en weggevoerd naar een afgelegen desa, daar vastgehouden, maar later weer vrijgelaten. Ook bommen ontploften, ook onder de trein van Surabaya naar Malang. Dus je kon nog niet overal in de desa komen of in elke kampong. Maar soms gingen we ook bekenden opzoeken, vooral Europeanen, om ze wat te troosten of met de fiets naar Lawang op Assistentie.
Ik herinner me nog goed mijn eerste kennismaking in Lawang. Ik kwam terug van de Kapel van de Zusters, had er de H. Mis gelezen, en zie, bij de pastorie stond een man, die mij aanhield en zei, dat hij een droom had gehad, om een nieuw geloof te verkondigen. Hij was er door God voor aangesteld zei hij. Hij had een droom gehad om een nieuw geloof te verkondigen. Even met hem gepraat en daar kwam een auto met polisi die zeiden dat hij ontvlucht was uit ‘Sumberporong’. Dat is het gekkenhuiswaar Lawang zo bekend voor is. Ze hebben hem meegenomen en daar weer gevangengezet. Zo was ik ook een keer op assistentie in Batu, op 5 Maart 1949, juist op mijn verjaardag. Na de H. His bij de Zusters wilde ik naar huis, maar het kon niet, want kort daarvoor waren de bomen langs de weg van Batu naar Malang omgekapt, en kon er geen auto meer langs. Zo bleef ik daar tot alles weer opgeruimd was. Na een jaar wachten kwam ook Pater Mollink als de tweede karmelmissionaris van Tilligte naar hier. En samen met pater Denteneer heb ik mijn klasgenoot Mollink (foto rechtsboven) en pater Stultiens afgehaald van de boot in de haven van Surabaya. Beiden kwamen van verlof weer naar hier. Ik werd gewoon pastoor en Mollink werd professor op het Groot Seminarie Malang, in het grote KSB-gebouw uit de hollandse tijd, achter de pastorie gelegen.
Pater Johan Borggreve TilligteLater verhuisde hij met alle priester studenten naar het nieuwe Grootseminarie in Batu. Het was een echt gezellige tijd, dat we elke dag elkander zagen, Mollink en Borggreve. Na twee jaren moest ik ook bijna elke zaterdag naar Jember reizen voor assistentie, want Pater Scheurink kon de zaak daar niet meer aan. Ik reed met de trein van Malang naar Banggil en daar was het overstappen naar Jember. En mijn eerste ervaring was: ik stapte uit de trein op het station, zocht de weg naar de pastorie, en liep in die richting toen het hard begon te regenen. Ik dook weg onder het dak van de school, en na een half uur wachten zocht ik de pastorie en zo kwam ik veilig aan, maar wel kletsnat.
Maar in 1951 kreeg ik van de bisschop Mgr. Albers een nieuwe opdracht; ik zou pastoor worden in de verste statie van Oost-Java in CurahJati op Blambangan, 30 km. ten zuiden van Banyuwangi. Maar Jember zou eerst als springplank moeten dienen en ook zou ik de Javaanse taal moeten praktiseren. Op zaterdag voor Pasen vertrok ik naar Jember om me daar in te werken. Godsdienstles geven in het Javaans op de lagere school en op de hogere school. Veel huisbezoek en de verspreide katholieken in de desa’s en ondernemingen opzoeken en alles met de fiets op en neer. Maar nu moest ik ook elke zaterdag en zondag naar Banyuwagi met de trein, om pastoor Singgih, O,Het geboortehuis van Johan Borggreve aan de Huttenweg in Tilligte Carm. daar te vervangen die dan naar de afgelegen statie Curahjati ging, waar het toen voor de Hollanders nog te onveilig was. Ook moest ik nog drie maanden lang de parochie Bondowoso bedienen, want pastoor Viester had een ongeluk gehad; was in een ravijn gevallen met een auto, was gewond en in het ziekenhuis opgenomen. Daarna hoorde ik ook fluisteren dat ik later pastoor in Bondowoso zou worden, maar dat is niet doorgegaan. Op de Pastorie van Banyuwangi kon ik nog niet slapen want het was een klein pastorietje met één bed, de ‘hut van oom Tom’ genoemd. En als Past. Sinngih dan weer terugkwam uit de statie, dan ging ik maar weer terug naar Jember met de trein. Heel wat reizen in deze tijd. Maar op een goeie dag kwam Past. Schalkwijk O. Carm. die de plaatsvervanger van de bisschop was bij me en spoorde mij aan om een huisje te huren in Bandangwiring niet zo ver van de Kerk, juist naast het huis van de familie Hilling. Die zou voor mijn eten zorgen. Dat was nu de eerste en enige kaplanie in het bisdom Malang. Dus van nu af aan hoefde ik niet meer op en neer naar Jember te reizen. Maar ook nu was mijn missiewerk nog niet stabiel.
Maar nu vanuit Banyuwangi moest ik elke week de statie Curahjati en bovendien vele andere desa's opzoeken en een 40-tal ondernemingen bezoeken, want in die buurt waren veel suiker-, rubber-, thee- en koffieondernemingen, waar ook verschillende katholieken woonden, en vooral veel Hollanders. Zoals in Glemnore, Kalibaru, Mrawan, Krikilan, Muncar, Sukmade, Rogojampi en Genteng. Het was een moeilijke tijd want ik moest hele afstanden met de fiets afleggen, of met de trein naar Glenmore of Kalibaru en dan lopend of met de dokkar naar de verschillende staties.
Pater Johan Borggreve in TilligteOok elke week de statie Curahjati bedienen. Elke zaterdagmorgen om 8 uur vertrok ik vanuit Banyuwangi met een oude taksi naar Rogojambi, daar overstappen met een taksi naar Srono en Benculuk, en verder met een dokkar naar Curahjati een 25 km, en om 12 uur middags kwam ik daar aan. Het was een moeizame reis elke week naar Curahjati. Over modderwegen, door kali's en langs sawah's. De kerk en de pastorie in CurahJati waren opgetrokken met een metershoge muur van steen, en dan verder de wanden van kedek, en besmeerd met koeienpoep, en dan wit gekalkt. En er waren nog geen banken in de kerk. Allen zaten gewoon op de grond, ‘duduk silo’ zoals men dat hier noemt. Ik gaf er godsdienstles in net Javaans op de lagere school en in de kerk, alles in het Javaans; bidden, preken, biecht horen en de H. Mis, want de mensen in de desa kenden geen Indonesisch. Ze kwamen ca. 50 jaar geleden van Midden-Java en waren verhuisd naar Blambagan. Dus het was een hele overgang voor mij.
Alles Javaans in CurahJati, dan weer Indonesisch in Banyuwangi in de kerk en op de lagere school. Maar op een goede dag kreeg ik een oude DKW-motor uit Holland die met een truck naar Banyuwangi werd gebracht, maar door de polisi werd aangehouden omdat de papieren niet volledig waren. Maar met blijdschap heb ik die DKW ontvangen, maar ik was teleurgesteld omdat deze motor kapot was. Deze moest een half jaar in de bingkil staan omdat de kapotte onderdelen er niet waren. Eindelijk na een half jaar wachten kon ik motorrijden leren, en kreeg ik een rijbewijs van de polisi van Banyuwangi. En zo kon ik veel gemakkelijker van de ene statie naar de andere rijden. Maar op een goede dag vertrok ik vanuit Curah-Jati met de DKW -door de rivier heen- want er was nog geen brug, en daar stopte de motor. Ik was genoodzaakt om te lopen en de motor voort te duwen, tot Benculuk 10 km verder. Daar was een polisi die mij hielp en de motor weer in orde liet maken, en zo kon ik weer verder.       

                                                                                                              Wordt vervolgd…


Bewoners Klinge in Noord Deurningen (1)…
De boerderij van de familie Klinge ligt aan de Penninksbrugweg nr. 23, nu bekend als boomkwekerij Hassink. Als in 1838 de laatste erfdochter Helena Klinge trouwt met Jan Hendrik Hassink uit Beuningen, verandert de naam. Nog steeds staat dit erf bekend onder de oude erfnaam Klinge.
Oudste vermeldingen:
Paardengeld 1602: Lambert Klinge, 1 paard, 2 varkens, 2 bijenkorven
Hoofdgeld en 500e penning 1675: Klinge betaalt de 500e penning over F1500
Vuurstedengeld 1675: Clinge, 1 vuurstede
Vuurstedengeld 1682: Lammert Clingen, 1 vuurstede
Zoutgeld 1694: Klinge betaalt F1-0-0
Verponding 1720: Klinge betaalt F20-0-3
Hoofdgeld 1723: Klinge, 4 personen, betaalt F4

Oudste bewoners…Kadasterkaart 1832 Klinge en omgeving in Noord Deurningen

De oudst bekende vermelding wordt gevonden in het Paardengeldregister van 1602; Lambert Klinge. Het is niet bekend wanneer en met wie hij trouwt. Zijn kleinzoon Lammert Clingen wordt erfopvolger en trouwt in 16?? met Nn. Uit dit huwelijk in ieder geval Geert Klinge geboren ca. 1665; hij trouwt ca. 1695 met Nn.. In het kerkelijk trouwboek van Denekamp is hun huwelijk niet gevonden.
Uit dit huwelijk worden drie overleden kinderen vermeld in het ‘Nederduits-Gereformeerde doodenboek 1703-1725’.
1 22 juli 1707 De Klinge sijn kind
2 25 december 1724 Geert Klinge zijn zoone
3 28 mei 1725 De Klinge zijn zoone
4 In ca. 1698 wordt een zoon Lambert geboren. Hij trouwt op 4 april 1728 in Denekamp met Ale Beernink geboren ca. 1700 op het gelijknamige erf aan de huidige Esweg in Lattrop (verdwenen).
5 Ca. 1703 wordt een dochter Geese geboren. Zij trouwt op 11 januari 1728 met Jan Ottinkhof geb. ca. 1686 op Ottinkhof in Noord Deurningen. Uit het huwelijk van Lambert en Ale worden geen kinderen geboren, zo blijkt ook uit de Volkstelling van 1748. Hier wordt Lambert en zijn vrouw Ale aangemerkt als hoofdbewoners. Kinderen worden niet vermeld, wel de knechten Berent en Evert en de meiden Swenne en Fenne.
Lambert overlijdt na 1748 en voor 1767 en Ale na 1770 want zij wordt nog vermeld in het Hoofdgeldregister van 1767: ‘de weduwe Aleida Klinge is niet in staat te betalen’. Armoe troef dus.             

                                                                                                            Wordt vervolgd...