Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Klederdracht in Breklenkamp

Door Wielent Harms

Een bijzondere klederdracht is die van Breklenkamp, gelegen in het centrum van de driehoek Ootmarsum-Nordhorn-Neuenhaus. Op Nederlands grondgebied beperkt gebleven tot één buurschap, is deze dracht sterk in de vergetelheid geraakt. In Duitsland heeft ze veel langer standgehouden. De nationale grens vormde de bewoners van die streek geen belemmering bij het zoeken naar een geschikte huwelijkskandidaat. De grens liep in Breklenkamp in één geval zelfs dwars door een boerderij van een Nederlandse familie!

Over de kleding in het Duitse verspreidingsgebied zijn we goed geïnformeerd door Franz Jostes. Van zijn hand verscheen in 1904 een boek waarin hij onder meer de Nordhorner Tracht, de dracht van de Obergrafschaft en Bentheim beschrijft. Opmerkelijk is dat de kleding van Breklenkamp in diverse elementen sterke overeenkomsten vertoont met die van het Kampereiland en Kampen.

Breklenkamper vrouwen droegen in de 19deeeuw een romp/borstrok met nestelgaten, die met een veter werd gesloten. De uiteinden van de mouwen, die net over de elleboog reikten, waren afgebiesd met gedessineerd band. De gelijkenis van dit kledingstuk met de borstrok met nestelgaten uit Kampen is groot. Het is meer dan waarschijnlijk dat de Twentse rompen, zoals we die kennen uit de 19de en 20e eeuw, uit dit kledingstuk zijn voortgekomen. Zowel in Breklenkamp als op het Kampereiland werden armmoffen gedragen.

Één van de zondagse onderrokken was gemaakt van rode- of blauwe baai, boaienrok. Hulpzelen hielpen deze zware rok op zijn plaats. Hier overeen werd een zwarte wollen bovenrok gedragen. De rok, waarin men gewend was de dagelijkse werkzaamheden te verrichten, had donkerblauwe, lila of bruine verticale strepen.

De vrouwen droegen het haar strak naar achteren gekamd en tot een wrong gedraaid. Om te voorkomen dat het haar onder de muts vandaan piekte, maakte men gebruik van een strijklint, striekband. Over de wrong Foto uit omstreeks 1880 van de gezusters Boers uit Breklenkamp in pronkdracht. Links Geeze (geb 1859), getrouwd met Berend Hofstee uit Lage (D); midden Johanna Boers (1853-1900), getrouwd met Jan Maatman uit Breklenkamp en rechts Stiene (1844-1911), getrouwd met Berend Brüna uit Esche (D). Stiene draagt het ouderwetse type dubbele muts, waarbij de kinstroken van de bovenste muts over elkaar vallen. Haar jongere zusters daarentegen dragen luifelmutsen waarvan de voorstrook onder de kin wijkt. werd een driehoekig gevouwen stevig stuk papier gelegd, waardoor de zondagse hoofdtooi een strak en glad uiterlijk kreeg.

Als hoofdbedekking bij de daagse- en uitgaansdracht droeg men een kleine zwarte of donkerrode muts, soms met borduursel. Het model ervan was gelijk aan dat van de zondagse witte ondermuts. De laatste was gemaakt van stevige witte katoen met geborduurde of getamboereerde randmotieven en hoogstwaarschijnlijk met bloemen en ranken op de bodem van de muts. Op een ondermutsje in de collectie Vereniging Oudheidkamer Twente is in zwarte cijfers jet jaartal 1860 geborduurd. De herkomst van dit mutsje zou heel goed Breklenkamp kunnen zijn. Ook werd daar een witte ondermuts met zwart borduurwerk aangetroffen. Schouderdoek met initialen CTRM, Breklenkamp

Over de romp of over een jak droeg men een grote vierkante doek (93x93 cm). De doek werd diagonaal gevouwen en van enkele plooien in de nek voorzien. De punten werden kruiselings weggespeld op de schort. De zogenaamde rozendook werd vanwege het dessin als mooiste ervaren. Men was daar extra zuinig op en dat kan verklaren waarom enkele exemplaren bewaard zijn gebleven en opgenomen in de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Dit type doek is ook te zien op de weinige oude foto's van de dracht.

Bij de zondagse hoofdtooi droegen de meisjes vóór het huwelijk een luifelmuts met een kantstrook. Wat de vorm betreft is de muts identiek aan de luifelmuts van het Kampereiland. Gehuwde Breklenkamper vrouwen droegen op zondag veel eenvoudiger batisten mutsen. Daarvan werden er twee over elkaar gedragen. De eerste muts was qua vorm gelijk aan die van ongetrouwde vrouwen. De voorstroken van de tweede muts, waarbij de slippen van de bovenste muts onder de kin over elkaar vielen, werden sterk gesteven en gerimpeld. Ze omhuifden het hele gezicht. De voorstrook had een breedte van ongeveer 10 cm. en was zo'n 2 meter lang.

Over de luifelmuts werd een zonhoed gedragen met een oplopende voorrand. De hoed had een diameter van 37 tot 40Echtpaar in Breklenkamper dracht. Deze foto is omstreeks 1870-1880 gemaakt door fotograaf Franz Niederniehaus uit Nordhorn. Op de achterkant staat in potlood aangetekend: Costuum Brekelenkamp Overijssel. Het afgebeelde echtpaar vestigde zich op de Frensdorfer Haar. Waarschijnlijk gaat het om een trouwfoto, gelet op het feit dat de vrouw een pronkmuts draagt voor uit de rouw, in combinatie met een zonhoed en een effen batisten muts over een stevige katoenen ondermuts. centimeter (oudere exemplaren 55 cm). De hoeden werden gevoerd met blauwe damast met florale motieven voor uit de rouw, en met zwarte stof voor in de rouw. Net als bij de 18de-eeuw'se zonhoeden hebben al deze hoeden een ononderbroken draaglint, in Breklenkamp met zwart fluwelen uitvoering. Het lint diende om de windgevoelige hoed op het hoofd te houden. Dat deed men door na sluiting van de zilveren haak de duim op het lint te leggen: een elegante oplossing, die geen afbreuk deed aan de statigheid van de draagster als de wind dreigde vat te krijgen op haar hoed. Naast een functionele had het draaglint door de opgenaaide gegraveerde sluitgesp ook een sierfunctie.

De bijbehorende kerkschoenen waren voorzien van grote zilveren gespen. Sieraden kende deze dracht niet, maar de kerkboeken met zilveren sluiting werden graag getoond als men officieel op de foto kwam<

Foto links: Reconstructie van de dracht van Breklenkamp uit het begin van de 19de eeuw. Op het moment dat de foto werd genomen, was helaas geen luifelmuts voorhanden: Breklenkamper kleding en de daarbij behoren accessoires zijn uiterst schaars.

Het boek 'Overijsselse streekdrachten, weerspiegeling van voorbije mode' geschreven door Wielent Harms, is nog te koop. Klik op deze link voor meer informatie op de site van de IJsselacademie: http://tiny.cc/607yiw