1843-09-09 Marken vergadering op het erve Bonke in Lattrop.
Marken vergadering gehouden op het erve Bonke in Lattrop den 9 September 1843, des namiddags ten 3 uren.
Markenrigter Jhr. Mr W.G. Hovij, Agent van het Domein.
Present, de eigenaren van de navolgende gewaarde erven, als van het erve Bonke, Beernink, Wigger, Leferink, Reerink, Stokke, Bossink, en de half gewaarden oude Gosink, Nieuwe Gosink, Tijscholte, Hofstede, Dasselaar, Scholte Lubberink te zamen een getal van zeven volle en zes halve wharen, Zijnde er geen meerdere of andere wharen in de markte aanwezig.
De Markenrigter opent de vergadering en leest voor, de brieven van oproeping, houdende.
De agent van het Domein in de provincie Overijssel, fungerend Markenrigter van de marke Lattrop, roept mits deze op, de goedsheren en eigen geërfden dier marke, om op Zaterdag den 9 September aanstaande des middags ten twee uren te vergaderen op het Erve Bonke aldaar, ten einde te handelen als volgt:
1e enz (post alia)
2e Aanwijzing voor eenige perceelen moeras en lage gronden, welke niet in de verdeeling kunnen worden begrepen, om publiek en onder hoogere goedkeuring te verkoopen.
3e Voorts al het geen er verder zal worden voorgebragt.
Zwolle den 2 September 1843.
De Markenrigter
/:Geteekend./W.G. Hovij
Hierna gaat de vergadering over tot handeling van het eerste punt in den convocatie brief vervat enz…
/post alia/
Wordt vervolgens in de liberatie gebragt het tweede punt in den convocatie brief vervat, en geeft de markenrigter daarbij te kennen, dat gelijk genoegzaam bekend is, in de Marke hier en daar lage waterpoelen en lage moerassige gronden gevonden worden welke niet dan met aanmerkelijke kosten worden ontgonnen en verbeterd; dat deze perceelen niet wel in de verdeeling bij loting kunnen worden begrepen, aangezien, zoo dezelve aan deelgeregtigden van gering vermogen mogten toevallen, deze niet in staat zijn, om daarvan eenig nut te trekken, en daaruit de noodige mest en brandstof voor hun gebruik te kunnen halen, geheel en al bedorven /ongelukkig/ zouden zijn, weshalve naar zijn oordeel en dat der Commissie ter beoordeling, deze perceelen ten beste der marke en ter verligting der onkosten, die op de verdeeling vallen, publiek aan de meestbiedende behoorden te worden verkocht.
Is na deliberatie goedgevonden des commissie tot verdeeling:- bestaande uit Geert Lübbers op Stokke, Jan Bosman en Gerrit Hofste, alle landbouwers wonende in de buurschap Lattrop, gemeente Denekamp bij dübbele dezes op zegel geschreven te magtigen.
I: Om publiek aan de meestbiedende te verkoopen de navolgende gronden, aan de marke Lattrop, toebehorende, als:
a Een perceel genaamd het Rietschot groot 2 bünders 29 roeden 80 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No 269, begrensd ten noorden en oosten door het overige van eerstgenoemde perceel Sectie E No 269, ten zuiden door den weg naar Noordhoorn en ten westen door den weg naar Nienhuis of zoogenaamde Commiesendijk.
b Een perceel genaamd het Krakenveen, groot 8 bünders 79 roeden 10 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No 270, en begrensd ten noorden door een nieuwe weg en overigens door het overige van het kadastrale perceel Sectie E No 270 hiervoren genoemd.
c Een perceel genaamd den Blaasbalg, groot 3 bünders 74 roeden 70 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No 266 en 267, en begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van de voren genoemde kadastrale perceelen.-
d Een perceel genaamd het Bloemenveen, groot 2 bünders 5 roeden 60 ellen, begrensd ten noorden en oosten door de kadastrale perceelen Sectie E No 265 en 266, en overigens door het perceel Sectie E No 266; maken de het vorengenoemde Bloemenveen, een gedeelte uit, van de kadastrale perceelen Sectie E No 265 en 266, hiervoren genoemd.-
Voorts om publiek of onderhands te verkoopen ene Katerstede, de marke toebehoorende, genaamd het Pilhuis, bekend op het kadaster onder Sectie F No 341, huis en erf; No 342 bouwland, en onder Sectie F No 340 bouwland, welke laatste perceel ten name is staande van G.J. Wolkotte en medeeigenaars, doch waarvan een gedeelte groot 1 bünder en 14 roeden aan de marke Lattrop, en het overige ad 43 roeden en 30 ellen aan G.J. Wolkotte, is toebehoorende, benevens eenen bünder woeste grond, te leggen op een geschikt punt in de marke, en wel als volgt:
1e Een perceel heide groot 35 roeden 30 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No 351, begrensd ten noorden door het kadastrale perceel F Bo 340 ten zuidoosten en zuidwesten, door nieuwe wegen.
2e Een perceel heide groot 44 roeden en 70 ellen, uitmakende een gedeelte van de kadastrale perceelen Sectie F No 350 en 351, begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van evengenoemde kadastrale perceelen.
3e Een perceel groengrond, groot 20 roeden, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel F No 350 begrensd ten noorden door de Rammelbeek, ten oosten door een perceel provisioneel toebedeeld aan G.J. Westerhof; ten zuiden door een nieuwen weg en ten westen door het overige van het kadastrale perceel Sectie F nr 350.
II Om den koopprijs daarvoor te ontvangen, dezelve te doen strekken in mindering der kosten van verdeeling en de koopers voor het betaalde te quiteren en dechargeren.
Niets meer te verhandelen zijnde is de vergadering gesloten, en dit Holtings relaas, door den markenrigter en alle gewaarden, geteekend.
Dit dubbeld op 22 april 1844 opgemaakt en geteekend W.G. Hovij
Renvooij
Tusschen de vierde en vijfde regel van boven van tegenstaande schrift te plaatsen de woorden post alia. Goedgekeurd dit renvooij. W.G. Hovij
Deze volmagt door de lasthebbers in tegenwoordigheid van ons ondergeteekende Notaris en getuigen in de annex acte vermeld. Voor echt erkend en ten blijke daarvan deze hunne verklaring hen met ons Notaris en onze getuigen geteekend.
Lattrup den vierden Meij achttienhonderd vierenveertig.