Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 8 nr 8 aug 2021

Website: www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de Website……………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier op de website.


Nieuws/mededelingen (1):
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2021-7 (83)
# In de rubriek Erven: olde Morsink in Lattrop

Geen ekster vloog weg. Veel zin om in een grote denneboom klimmen had ik niet. Vooreerst is het moeilijk vanwege de vele scherpe uitsteeksels van de afgebroken zijtakken en bovendien kwamen je handen en armen, broek en voeten vol Hendriksen bakker en winkelier Molenstraat 3-3a (foto Heemkunde Ootmarsum)hars te zitten. Toch wist mijn broer me zover te krijgen, dat ik het deed. Hij ging met de rug tegen de boom staan, vouwde de handen voor de buik, zodat ik vandaar op zijn schouders kon stappen en dan moest ik me langs de stam naar boven hijsen. Boven in de top was er haast geen doorkomen aan, zo dicht zaten de takken op elkaar. Eindelijk kom ik het nest bereiken. Het leek een eigenaardig eksternest en ik wilde weer naar beneden. Maar mijn broer zei toen: "Trek het vanonder uit elkaar, dan kun je zien wat er in zit." Dat deed ik. Heel de rommel van het nest kwam over het hoofd naar beneden. Ik was bijna blind van al het stof. Ik wou er maar mee ophouden. Maar mijn broer hitste op om toch door te gaan, want hij had juist een eekhoorntje boven uit het nest zien komen. Maar dat vertelde hij niet, omdat ik dan zeker naar beneden zou komen, daar er geen eieren in het nest waren. Ik trok nog wat van het nest naar beneden en daar kreeg ik de schrik van mijn leven en ik was bijna naar beneden gevallen. In een reflexbeweging greep ik me weer vast en vroeg, wat er toch wel uit het nest in mijn gezicht en verder op de grond was gevallen. Hij maar lachen en zei, dat er 4 jonge eekhoorntjes, nog helemaal kaal naar beneden waren gekomen. Vlug klom ik nu naar beneden en met de jonge diertjes in de pet naar huis. Onderweg hadden we het erover, de diertjes met melk groot te brengen en dan in een kooi in de tuin zetten, zodat ieder van de capriolen van de eekhoorntjes zou kunnen genieten. We kwamen op dit idee, omdat we dat zo bij de familie Aarnink hadden gezien. Van onze fantasie kwam niets terecht.

Toen we met de diertjes thuis kwamen werden we door onze broers uitgelachen. Wat we met die kale diertjes wilden? Grootbrengen met melk! Ze zijn veel te jong en gaan van kou en honger voor de avond dood. En zo gebeurde het. 's Avonds namen we een schop, maakten een gat in de grond en begroeven de kleine diertjes. Ik had spijt dat het zo gelopen was. Meerdere keren heb ik geprobeerd jonge vogels groot te brengen. Wanneer ik met vader naar de Veldriet of naar de hei en het moeras achter het kanaal ging om plaggen voor de mestvaalt of dekplaggen voor aardappels en voederbieten te halen, zwierf ik onder het laden van vader in de buurt rond op zoek naar nesten. Zo herinner ik me, dat vader zei, dat er in een vliegden op enige afstand een nest van rateksters zat. Dat kon hij zien aan het doen en laten van de beide oude vogels. En waarachtig in het nest zaten zes vlugge jonge vogels. (Vlug noemden we de jongen, als ze op punt stonden uit te vliegen.) Blij nam hij ze mee naar huis. De oude vogels vergezelden ons met luid geschreeuw nog een heel eind. Ik heb er toen nooit aan gedacht, dat de vogels verdriet zouden hebben als ik hun jongen wegnam. Ik zou ze grootbrengen en goed voor ze zorgen. In het bakhuis, zo genoemd omdat er vroeger in de oven brood gebakken werd, stond nog een kist met gaas erover. Daarin werden de jonge vogels gedaan. Ze hokten bij elkaar en keken niet eens naar het voer dat ik voor hun snaveltjes neerlei. Een paar dagen heb ik mijn best gedaan om ze aan het eten te krijgen, maar het mocht niet baten; na een paar dagen waren ze dood. Had ik toen geweten, wat ik later te weten kwam, dan had ik ze misschien in leven kunnen houden. Ik denk dat het nest van een klauwier of klapekster was. Dit is een roofvogel en voedt de jongen met kleine diertjes, die hij soms aan een takje of doorn rijgt om ze naderhand aan de jongen te geven; vandaar dat hij ook wel zeven-doder genoemd wordt. Men ziet, dat ik niet erg gelukkig was met het in leven houden van jonge vogels.

Maar toch is het me een keer gelukt. Toen ik op een woensdag na de morgenschooltijd naar huis liep, kwam een boer uit Breklenkamp met paard en wagen achterop en ik vroeg hem of ik mocht meerijden. Hij stopte en zei bij hem op het kistje te gaan zitten. Ik wist dat hij uit Breklenkamp kwam en daarom vroeg ik naar de roekennesten. "Oh", zei hij, "die zitten vlak Harm Hendrik Molendijk op Brookman 1876-1955bij ons huis in de dikke eikebomen. Wanneer ja vanmiddag komt, zal ik ze wijzen en een ladder tegen de boom zetten. Als je de weg niet weet zeg dan maar tegen je vader dat je bij Brookman op de wagen hebt gezeten. Dan zal hij je wijzen hoe je moet fietsen om ons huis te vinden”. 's Middags, het was woensdag middag, dus hadden we vrij van school, ging ik op weg. Eerst moest ik de straatweg tot Enktman volgen. Dan linksaf langs het fietspad naar Lattrop. Vandaar af mocht ik het pad niet verder volgen, maar links afslaan. Dat deed ik, maar ik verdwaalde omdat ik kiezen moest tussen de vele paadjes, die naar de verschillende boerderijen liepen. Na veel vragen kwam ik bezweet en moe bij Brookman aan. Gelukkig was de boer thuis en lachend vroeg hij, of ik de weg gemakkelijk gevonden had. Hij zette een ladder tegen een dikke boom, waarboven de roeken steeds maar ka…ka… ka… roepend in kringen rondvlogen. Hoe ik bij een nest gekomen ben weet ik niet meer, maar naar beneden komend, had ik een ka onder de pet en een andere achter de bloese. De boer nam me mee naar huis en met hulp van de boerin maakte ik mijn kleren schoon, pakte de van onder de pet weg en stopte hem ook achter de bloese. Na nog een dikke boterham met melk verorberd te hebben, stapte ik weer op de fiets om na een uurtje rijden met mijn verworven schat in Klein-Agelo aan te komen. De eerste dagen zette ik ze in een kooi, maar al gauw haalde ik ze na schooltijd er uit en ze vrij rondlopen. Ze kregen lekkere hapjes en al gauw liepen ze achter mij aan om weer wat lekkers te krijgen. Na een dag of tien vlogen op het dak van het huis of schuur en wanneer ik dan ka…ka… riep, kwamen ze naar beneden en gingen op de uitgestoken hand of op de schouder zitten. Toch was er na een dag of veertien een verdwenen. Een kat had hem te pakken gekregen of misschien was hij met een troep andere vogels meegevlogen. In elk geval als ik 's-morgens ka…ka… riep, kwam er maar één aanvliegen.                                                                                                                                   Wordt vervolgd…

Jagersgroep Tilligte bij Bodde op Maseland jaar onbekend

Jagersgroep Tilligte

Foto is gemaakt bij Bodde op Maseland Hooimatenweg in Tilligte
1 Bertus Groeneveld 1928-1999 *Groeneveld Tilligte +ool Kienhoesboer
2 Jan Bodde, (zoon van Gerard Bodde nr. 4 3 Hendrik Beijerink. (Baink Hendrik) 1891-1976
4 Gerard Bodde (Maseland) *1921 5 Bets Beijerink. (broer van Hendrik) (Baink Bets) 1898-1979 6 Zoon van Willem Damhuis (nr. 11) 7 Jan Damhuis (Bokum) 1906-1984 8 Frans Arends (van Tilligter smid) ~1939-2019 9 Herman ten Dam (Joes) 1902-1996 nu Blokhuis-ten Dam aan de Hunenborgseweg 10 Jan ten Dam (Njoes) 11 Willem Damhuis (Oud Ootmarsum, wegwerker bij de provincie) 1912-1966, geboren op Brugwachterswoning aan de Damweg 12 Jan Borgerink zoon van Hendrik Borgerink (Loeks-Hendrik).

Tot slot…

Toelichting documenten Weghuis Klein Agelo.
We keren terug naar het begin; naar het Verpondingsregister van 1601 en 1602.
1601: Wechhus, ½ mudde, gehoret den cumptuer, moet daarvoor denen 0 – 7 – 8
1602: Wechuss, 1½ mudt von seylandt. (ca. 0.80 ha. Zaailand).

De bewoner moet tevens diensten verrichten voor Gisbert aúff dem Berge, de Commandeur van Ootmarsum.
Mud als oppervlaktemaat.
De mud of mud gezaaid is een oude Nederlandse oppervlaktemaat.
Oorspronkelijk stond het mud gelijk aan de hoeveelheid grond die men met een mud zaad kon inzaaien. Het Overijssels (heren)mud bedroeg 0,53 hectare. Een ½ mudde is dus ca. 0.26 ha..
In 1601 is het huisperceel met onder- en omliggende grond groot ½ mudde. Het jaar daarop wordt de oppervlakte verdrievoudigd. Dit is omgerekend ca. 1.60.00 hectare.

1655 Erfwinning of opvaert          f 139.10.=.

1711 Van de ordinaire Jaerlijxe vaste Revenúis des Huijses Ootmarssen bestaende in de pachten als rogge, boekweite, haever, gelt, gansen, hoonder, schincken, schaapen, vlas en stroo & vallende de frije harer betaelinge als op ’t register der aenteikeninge uijtgedruckt te sien.
Door Weghuis in Lutken Agel jaarlijks af te dragen:
Rogge 2 schepel 4 spint                Haver 1 mud      Gansen 6             Hoonder 12

Mud/schepel/spint (inhoudsmaat)
Een mud (ook mudde) is ook een oude inhoudsmaat.
graanmaat          1 mud      = 4 schepel     mud      115,7     liter       
graanmaat          1 schepel = 4 spint          schepel = 29       liter
Bij de invoering van het Nederlands metriek stelsel in 1820 werd een mud gelijkgesteld aan 100 liter. In de IJkwet van 1937 (nu: Metrologiewet) werd het mud officieel afgeschaft, maar het heeft zich in het spraakgebruik gehandhaafd.

1770 Inkomsten en uitgaven.
2de Register van Geld = Revenúes. Van de Erven en goederen onder den Huijze Ootmarssúm gehorende gelegen als volgt:
Weghuijs
Wegens               haxelsnijder                      f 4 - . –
Brieve                   dragen                                  f 6 - . -
Rente van 200. Guldens capitaal                f 10 - . -               f 20 - . –
Zie versterff Berend Weghuis 3 mei 1748: de somma tegens vijf ten hondert te mogen verrenten. Het betreft hier dus 1 jaar achterstallige rente.

Verklaringen:
Katherstee/Kötterstee
Huisje of boerderijtje gebouwd op de grond van een groter erf.
St Michael (aartsengel/naamdag)
Het Concilie van Mainz heeft in 813 besloten dat 29 september een feestdag is voor de aartsengel Michaël en alle andere engelen. Voor deze datum is gekozen omdat er op deze dag een basiliek in Rome gewijd werd aan de aartsengel Michaël.
Martini (naamdag):       
Maarten (Latijn: Martinus) van Tours (Szombathely Savaria), ca. 316 – Candes, 8 november 397), veelal Sint-Maarten genoemd, was bisschop van de stad Tours en een belangrijke grondlegger van het katholieke christendom in Gallië (Frankrijk). Hij was bovendien een van de populairste heiligen in de middeleeuwen. Zijn feestdag valt op 11 november.
A J Personius

Rentmeester van het Huis Ootmarsum.                                                                                   Wordt vervolgd…

Gerard of Geert de Witte is een zoon van Fredrik de Witte 1857-1951 geboren in Vriezenveen en overleden in Manderveen. Geert trouwt op 17 maart 1890 in Vriezenveen met Janna Huisman (1863-1931) geboren in Sibculo. Uit dit huwelijk worden 4 kinderen geboren:
1 Gerrit de Witte *11-06-1890 in Sibculo, trouwt op 18-02-1926 met Fenna Alerink *~1899 In Uelsen(D). Fenna overlijdt op 20-08-1955 in Manderveen oud ~56 jaar en Gerrit op 07-10-1957 oud 67 jaar. Nakomelingen onbekend.
2 Gerard de Witte, zie hierna.
3 Fenna de Witte *juli 1902 in Manderveen overleden op 12-02-1903 in Manderveen oud 7 maanden.
4 Fredrik Jan de Witte *augustus 1904 in Manderveen en overleden op 08-01-1905 oud 5 maanden.

Gerard of Geert de Witte is geboren op 20-10-1895 in Sibculo. Tussen 1895 en 1902 vertrekt de familie van Sibculo naarKevelaer jaar nn Vlnr Gerard de Witte, zoon Frits, zijn vrouw hanna de Wittre-Reuriks en Trui Bodde (Stokke) Lattrop Manderveen. Hij trouwt in ca. 1925 met Johanna Reuriks *19-12-1895 in onbekend.
Uit dit huwelijk wordt in ieder geval een zoon geboren, Frederik Jan, roepnaam Frits, *18-03-1926. Waar is nog niet bekend. Hij overlijdt ongehuwd in Denekamp op 15-07-1999 in Denekamp.
Wat is verder nog bekend van de familie de Witte-Reuriks:
Boer Gerard Bodde op Stokke bouwt begin jaren '30 een woonhuis in het Lattropperveld. 1e bewoner is de protestantse familie de Witte. Later, jaar onbekend, vertrekt de familie naar Denekamp.
Waar zij in Denekamp gewoond hebben is ook nog onbekend.
Alvorens Bernard Bodde in het Lattropperveld hier in 1951 gaat wonen wordt het huis aan de westzijde verlengd. Dwars hierop wordt een stal gebouwd.
Geert was werkzaam voor de Gemeente Denekamp in de stratenreiniging. Hij was, zoals het toen genoemd werd, stratenveger en putjesschepper. Hij ging met een bak op twee wielen door de straten.
Hij ledigde dan de rioolputten; rooster omhoog, schep er in, rommel in de bak en rooster weer neer.
Ook veegde hij de stoep en de straat met een riesbezzem. Daarbij kwam hij veel peareköttel tegen.
Hiervoor gebruikt hij een schep met steel en een bezem.

 

Oproep: Hebt u de familie nog gekend? Hebt u aanvullende informatie en/of foto(‘s)? Meld het ons!

 

 

 

VERKLARING.      

Naardien het wenschelijk voorgekomen is, in het belang der grensbewoners, dat nog eenige nadere wijzigingen gebragt worden in de bepalingen van art. 5 van het grenstractaat, den 2den Julij 1824, tusschen de Koningrijken van Nederland en Hanover gesloten, als ook in de nadere schikking deswege in 1836 getroffen, zoo zijn de wederzijdsche Regeringen overeengekomen het volgende te verklaren:
1°. Het in art. 5 van het voorschreven grenstractaat vervat verbod, om in de toekomst nader bij de grenslijn, dan op een afstand van 376 Nederlandsche ellen en 7 palmen of 100 Rijnlandsche roeden, particuliere gebouwen op te rigten, wordt in het algemeen in stand gehouden, en vindt meer bepaald dààr deszelfs geheele strenge toepassing, waar zich op een afstand van 100 Rijnlandsche roeden van de grenzen nog geene neêrzettingen bevonden;
2°. Hetzelfde geldt ten aanzien van de oprigting tegen het verbod, van nieuwe woonhuizen (huizen met eenen haard), ook dààr, waar bereids neêrzettingen aangetroffen worden;
3°. De gebouwen door brand of op eenige andere wijze vernield, mogen op de oude plaats weder hersteld worden;
4°. Den eigenaren blijft het daarbij vergund de bouwplaats te verleggen, mits dat het nieuwe gebouw opgerigt worde op een afstand verder van de grenzen verwijderd dan het oude gebouw was;
5°. Het wederoprigten of verplaatsen van het gebouw geschiedt eerst na voorafgaande aangifte bij de bevoegde autoriteiten, en nadat derzelver toestemming is verkregen, welke toestemming overal niet zal geweigerd worden, waar het herstellen van gebouwen op de oude plaats geldt, en voor het verplaatsen van het gebouw, niet zonder bijzondere gronden zal ontzegd worden;
6°. Indien, bij uitzondering van het boven bepaalde onder n°. 1 — 2, nieuwe woonhuizen in nog andere gevallen, dan die vermeld onder no. 3, op Koninklijk Hanoversch of Koninklijk Nederlandsch grondgebied nader bij de grenslijn, dan op eenen afstand van 100 roeden zullen opgerigt worden, zoo is eene uitdrukkelijke vergunning beider Regeringen noodig, over het verleenen van dewelke de wederzijdsche provinciale autoriteiten met elkander in overleg zullen treden, en welke, indien het toestaan van eene uitzondering wederzijds aannemelijk bevonden wordt, aan den persoon die het gebouw wenscht op te rigten wordt medegedeeld door de provinciale autoriteiten van den Staat, waarin de bouwplaats gelegen is;
7°. Het blijft den eigenaren vergund hunne woonhuizen of gebouwen voor derzelver bedrijf en nevengebouwen te vergrooten aan de van de grenzen afgelegene zijde, edoch zonder het aanleggen van eenen nieuwen haard;
8°. Aan de zoodanige kolonisten die binnen de 100 roeden van de grenzen geene landerijen bezitten, wordt de oprigting vergund van nieuwe gebouwen zonder haard. De wederzijdsche gouvernementen leggen hunnen onderdanen de verpligting op, sub poenâ van correctionele straf (ordenungstrafe), om te voren hunne hierover gestelde autoriteiten kennis te doen dragen van alle uitbreiding of oprigting van nieuwe gebouwen, als vermeld zijn onder no. 7 en 8: de autoriteiten zullen moeten zorg dragen dat de vermelde gebouwen niet in strijd zijn met de bepalingen des tractaats;
9°. Om de bij uitzondering te verleenen toestemming te verkrijgen tot het aanleggen van een' nieuwen haard, in de gevallen vermeld sub n°. 7 en 8 , zal moeten gehandeld worden als is bepaald bij n°. 6;
10°. De tegenwoordig reeds bestaande gebouwen op het wederzijdsch staatsgebied, binnen eenen afstand van 100 roeden van de grenzen, met inbegrip der zulke die tegen de letter van art. 5 van het grenstractaat opgerigt zijn, als ook die gebouwen, waarvan de eindelijke opbouw op Hanoversch grondgebied, op grond van het verbod in het grenstractaat vervat, tot nu toe gestuit of in twijfel getrokken is, mogen behouden of ten einde gebragt worden.
Van de hierna op het grondgebied beider Staten nog op te rigten gebouwen, zal wederzijds eene naauwkeurige opgave medegedeeld worden.
Deze verklaring zal in het oorspronkelijke uitgewisseld en bij het grenstractaat worden opgelegd.
's Gravenhage, den 9den October 1846.
De Minister van Buitenlandsche Zaken van Z. M. den Koning der Nederlanden,
(L. S.) DE LA SARRAZ.
Het volledige artikel kunt u nalezen op www. https://wetten.overheid.nl/BWBV0006072/1981-09-16

Voor een volledig overzicht gaan we eerst naar de ouders van Bernard Brookhuis.

Gezina Nije Schalle is geboren op 22 april 1853 om 08:00 in Beuningen (Achtermaat), dochter van Gerrit Jan Nije Schalle en Helena Silderjans. Gezina is overleden op 27 november 1893 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat), 40 jaar oud.
Toni Ankone in Oldenzaal: Dit moet je zoeken in de buurt van ten zuiden van Sterrebos. Evenwijdig aan de Beuningerstraat ligt de Achtermaatsweg. Met het erf Achtermaat. Dat heeft alles te maken met het vroegere erf Schalhoes/Schalling.
In deze buurt liggen meerdere erfjes met Schalmans/ Schalolbert/ Nye Schalle e.d.. Schalling heeft dus een nieuw erfje ontwikkeld op de plaats waar nu erf Achtermaat is. Een nieuw erfje achter de maat! Eerst was het nr. 105 en later D.106.

Gezina:
(1) trouwde, 24 jaar oud, op 15 februari 1878 in Denekamp met Bernardus Sleiderink, 32 jaar oud. Bernardus is geboren op 10 oktober 1845 in Noorddeuringen, zoon van Hendrikus Sleiderink en Johanna Nijmeijer. Bernardus is overleden op 1 september 1881 om 23:00 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat), 35 jaar oud.
Notitie bij Albert: Later wordt het erf ook wel ’Brook Pietje’ genoemd.(2) trouwde, 29 jaar oud, op 5 oktober 1882 in Denekamp met Albert Jan Brookhuis, 42 jaar oud. Albert is geboren op 7 maart 1840 om 22:00 in Lattrop 45 (Brookhuis of Brook Piet), zoon van Berend Jan Brookhuis en Maria Corbolet of oude Hofstede. Hij is gedoopt op 6 maart 1840 in Lattrop (RK). Albert is overleden op 15 maart 1908 om 18:00 in Lattrop 45 (Brookhuis of Brook Piet), 68 jaar oud. Notitie bij overlijden van Albert: Aangifte: Herman Hendrik Albertus Laarhuis (Loarhoes) oud 56 jaren landbouwer en Jan Hendrik Smellink (Schoolboer) oud 40 jaren landbouwer.
BS 1901-1923: wonend Lattrop 45.
Na het overlijden van zijn vrouw Gezina Nije Schalle op Achtermaat in 1893 in Beuningen, vertrekt hij op 30-05-1894 naar zijn ouderlijk huis in Lattrop.
Zijn stiefzoon Gerhardus Johannes geb. 1880 ?????
Zijn dochter Johanna *1884, oud 10 jaar, wordt ondergebracht in een gezin (waar?) in Noord Deurningen.
Zoon Gerardus Johannes ???
Zoon Bernardus *1891, nog geen 3 jaar, gaat mee naar Lattrop?

Kinderen van Gezina en Bernardus:
1 Hendrikus Sleiderink, geboren op 17 april 1879 om 15:00 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat). Hendrikus is overleden op 1 juni 1879 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat), 1 maand oud.
Notitie bij overlijden van Hendrikus: 1 maand oud

2 Gerhardus Johannes Sleiderink, geboren op 22 november 1880 om 11:00 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat). Gerhardus is overleden op 11 april 1960 in Reutum (Tubbergen), 79 jaar oud. Beroep:

       

Gerhardus trouwde, 29 jaar oud, op 9 april 1910 in Tubbergen met Anna Geziena Lansink, ongeveer 29 jaar oud. Anna is geboren omstreeks 1881 in Denekamp, dochter van Johannes Lansink en Anna Stam.
Kinderen van Gezina en Albert:
3 [half] Johanna (Hanna) Brookhuis, geboren op 2 februari 1884 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat). Notitie bij de geboorte van Hanna: Geboren op Maria Lichtmis.
Hanna is ongehuwd overleden op 25 maart 1953 in Noord Deurningen (Slakhöst), 69 jaar oud. Zij is begraven op 30 maart 1953 in Denekamp (RK Kerkhof).
Zie www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl Nieuwsbrief Jaargang 3 nr 12 december 2016 en Nieuwsbrief Jaargang 4 nr 1 januari 2017.
4 [half] Gerhardus Johannes Brookhuis, geboren op 1 april 1887 om 17:00 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat). Gerhardus is ongehuwd overleden op 12 november 1915 in Tilligte, 28 jaar oud.
Overlijdensdatum volgens bevolkingsregister 1901-1923 Damhuis-Nijmeijer in Tilligte.
Notitie bij Gerhardus: Op 30-05-1894 van Beuningen naar Tijscholte L40.
Van Tijscholte L40 naar Damhuis (Baks) Tilligte 38a.

Beroepen:

   

Knecht bij de familie Tijscholte-Rerink op Tijscholte Lattrop 40

   

tot 1915

   

Knecht bij de familie Damhuis-Nijmeijer op Baks in Tilligte 38a

   

5 [half] Bernardus Brookhuis, geboren op 1 mei 1891 om 09:00 in Beuningen wijk D106 (Achtermaat). Bernardus is ongehuwd overleden op 21 november 1965 in Avereest (Drente), 74 jaar oud.
Notitie bij Bernardus: Op 30-05-1894 met zijn vader en zuster Joanna van Achtermaat in Beuningen naar geboortehuis Broekhuis van zijn vader, op de Horst in Lattrop.
Bevolkingsregister 1901-1923: wonend Lattrop 45, Broekhuis of Broek Piet.

Deze Bernardus Brookhuis, die nog gewoond heeft op het plaatsje Broek-Piet op de Horst in Lattrop begeeft zich op het slechte pad. Op 6 januari 1928 wordt in het Leeuwarder Nieuwsblad over hem het volgende gepubliceerd:                                                                                                                           wordt vervolgd…

De brief die Agnes Meijer geboren Koopman op 14 maart 1921 aan haar tante San Koopman-Borggreve en oom Jans Borggreve op het Beernink bakhuis stuurt luidt als volgt:

                                 Veldhauzen den 14 März 1921

Lieber Onkel und Tante

Da ich jetzt von meinem Bruder eure adrese gehört habe so

kann ich ……………………………….. euch

………………… ein kleines briefchen an euch schreiben wie lange es schon her ist das wir uns ein ander nicht gesehn

und gehört haben das es euch nicht aber das ….. …….

…….  das es jetzt viele jahre sind seid du ……..  ………

meinen Lieben Vater und uns kleine kinder aus der not

geholfen hast und ich weiss auch noch wie du des abens

vor meinem Bette knietesst um zu Beten wen ich schon

darin lag und schlief und nicht ahnend was uns bevorstand

ich kan dir schreiben das wir in unsere kindheit viel

ausgestanden haben nun bin ich 18 Jahr verharatet

seid dem habe ich es wohl gutt mein Mann ist Schreiner ist

aber nicht mehr jung er ist 75 jahr ist aber noch gut tüchtig

ich bin 48 Liebe Tante wie alt bist du schon seid ihr noch

gesund wir haben 6 kinder gehabt eins ist tod 5 sind alle

recht gesund der Älteste Jungn Johann ist 17 Jahr gewesen

im Januar und dan sind 2 Mädchen das eine Anna Dint

schon im Hernhaus und das andere Johanna komt Ostern

aus der Schule komt dan auch nach andere leute und dan

sind noch 2 kleine jungs Heinrich und Carl der kleinste mus

Ostern in die Schule Johann verdint schon gutt Geld er geht

hier in die dachziegellei in der woche 100 30 Mark er

hat auch schon ein jahr nach Nordhorn gegangen in die

Fabrik da musste er authürm (?) wegen mangel an Arbeit

etwas land haben wir auch aber dah nicht so viel das

wir genug haben wir haben alle brod kanten (?)und da kan man

garnicht mit aus und dan ist es auch immer noch so schlecht aber

es lässt sich ja nicht ändern mane uns nur zufrieden sein wen man

nur gesund ist das ist ja das beste und dan haben wir 2 ziegen 

Meine Lieben wen man nur reisen konte wie man wollte dan

würden wir euch wohl noch besugen ich möchte euch noch mahl

gern wider sehn und mündlich mit euch sprechen aber in dieser

zeit kan man ja nicht wie man will hoffentlich wird es doch noch

wieder besser wir sind ja gar nicht weit von einander in Lohne

sind Sie auch noch alle gutt zufrieden Lieber Onkel und Liebe

Tante Sanne nun will ich schliessen und euch Herzlich grüssen

und dan bitte ich euch um einen kleine antwort schreibt nur ruhig

Holans wir können es wohl lessen wie es euch geht

                  Eure Lieben Verwanten

                  Carl und Agnes Meijer

                  Schreibt wider

 

De brief is geschreven in het oud-Duits handschrift Sütterlin.
Hieronder een deel van de brief in origineel handschrift.
Vertaling:

haben     nun    bin  ich 18   Jahr  verharatet

seid     dem   habe   ich es    wohl    gutt  mein

Mann      ist    Schreiner   ist   aber nicht mehr

jung     er    ist    75       jahr     ist    aber  noch

Hoofdstuk II

Heinrich Gerhard Koopmann *25-6-1882 trouwt op 21-11-1910 in Lohne met Anna Christina Berndsen *12-10-1883 in Lohne. Uit dit huwelijk worden 7 kinderen geboren en gedoopt in Lohne:
1 Maria Elisabeth Koopmann *24-8-1911. Zij trouwt in 1936 met Nn Andrée en in 1946 met een tot op heden nog onbekende man. Over nakomelingen is ook nog niets bekend.
2 Johann Hermann (Hermann) Koopmann *1-3-1914, ongehuwd overleden op 14 september 1942 in Rohrinjerov im Osten.. Zo staat de plaatsnaam vermeld maar kon op de landkaart niet worden gevonden. ‘Gefallen in Zweiten Weltkrieg’ oud 28 jaar.
3 Karolina Rosa (Rosa) Koopmann *1-9-1916 trouwt in 1947in Uelsen met Nn Andrée. Rosa overlijdt op 26-7-2007 in Höcklenkamp bij Uelsen.
4 Helena Anna (Anna) Koopmann *16-2-1920, ongehuwd overleden op 27-5-2013 oud 93 jaar in Thuine (osten van Lingen).
5 August Heinrich (August) Koopmann *20-7-1921, trouwt in 1952 met Paula Peters *3-7-1926 in Lohne. Uit dit huwelijk in ieder geval 2 kinderen: Anneliese en Georg.
6 Heinrich Koopmann *4-8-1923 verder nog onbekend.
7 Agnes Hermina Koopmann *17-5-1925 en ongehuwd overleden in Lingen op 5-2-2011 oud 85 jaar.
De moeder Anna Christina overlijdt op 14-3-1940 in Lohne oud 56 jaar en haar man Heinrich Gerhard op 26-10-1962 in Lohne oud 80 jaar.                                                                           Wordt vervolgd…

Slicher van Bath geeft in zijn hoek "Mens en land in de middeleeuwen deel II", aan dat het kote Zegelfort of Segelvort te Lattrop voor het eerst genoemd wordt in een akte uit 1386. Een kote of kate is een boerderijtje (onderkomen) dat op het grondgebied van een erf (Beernink) gebouwd is.
De naam Zegelfort/Segelfort/Zegelvorde is wellicht als volgt te herleiden. Het eerste gedeelte van de naam is afgeleid van de voornaam Zeger, zoals we dat ook zien hij namen als Zegerdinch, Zegherink, Zegebertinc, Zeghelinch. Het tweede gedeelte wijst op het begrip voorde, een doorwaadbare plaats in beek of riviertje. Eerder komen we deze naam tegen in Dulder (gem. Weerselo) in 1332 (Seghevordinc). Terug naar Zegelfort te Lattrop.
Als in 1394 het klooster St. Mariënwolde te Frenswegen (even ten noorden van Nordhorn) gesticht wordt, krijgt zij vele erven en rechten op erven in het bezit, vaak geschonken. In de eerste bloeiperiode van het klooster van 1401 tot 1544 nam het bezit van het klooster enorm toe. Zo komt het klooster in 1404 in het bezit van het erve Bernink te Lattrop en daarmede ook van de daarbij horende kates Boemhues en Zegelfort. Gerd von Quendorpe en zijn vrouw Trude "verkopen" o.a. dus dat erve Bern(d)ink op 29 september 1404 aan de prior van het klooster.
Op 23 november van datzelfde jaar geven ze in een oorkonde aan dat de overdracht "puerlike umme God unde umme unser zielen zelicheit" gedaan was. Daarmee wensten ze "unser unde unser vrende zielen te gedenkene". Er is dus in feite sprake van een gift opdat de kloosterlingen bidden voor het zieleheil van hen. Dat er toch een verkoopakte gemaakt was is niet vreemd. Dat werd vaak zo gedaan om alle aan het erf verbonden rechten zonder problemen over te kunnen laten gaan op de nieuwe eigenaar. Een schenkingsakte bood niet dezelfde rechtszekerheid. Het Segelfort was dus een kate of katerstede behorende bij het erf Bernink (ook wel Berndink/Beernink), verdwenen.
Het vervolg van dit artikel vindt u op de website www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl,

Rubriek erven, Zegelvort (Haamberg) Lattrop.

Boerderij Haamberg op Zeggelvoort in Lattrop

Bewonersgeschiedenis…

Hoofdstuk 1

De oudst bekende bewoner is Arend Zegelvoort geboren ca. 1610. Hij trouwt ongeveer 1640 met Geese Nn.. Deze boerenplaats wordt omschreven als een kotter (of Katerstede, is een benaming voor een kleine hutachtige boerderij met land) of brinksitter (de eigenaar van zijn eigen huis op pachtgrond).
Oudste vermeldingen:
Leenregisters Bentheim 1386
Leenregisters Klooster Frenswegen 1404
Verponding 1601: Zegelwort verwoest. Segelvert 4 mudde gifft die 3e garve, gehoret den van Vrenswegen.
Verponding 1602: Segelvort, 4 mud geseides (zaailand)
Paardengeld 1602: Segelfoort, 3 paarden, 1 varken
Markenboek Lattrop en Tilligte, 18 jun. 1655: Segelfoort heeft 2 dagwerk hooiland en ruim 1½ dagwerk zaailand aangegraven en een lijftuchthuis met tuin gebouwd. Dit is waarschijnlijk het

Paardenregister 1602 Segelfoort LattrupRegister paardengeld 1602 Segelfoort, 3 paarden, 1 varken.

oude Segelfoort of Segelfoort Bakhuis dat als laatste bewoond zal worden door de familie Koehorst. Latere erfnaam ook Heinik of ool Heinik.
Vuurstedengeld 1675: Segelvaert, 1 vuurstede
Vuurstedengeld 1682: Segelvoort, 1 vuurstede, 1 oven
Rechterlijk archief Landgericht Ootmarsum, nr. 3, 9 dec. 1715: Arend Zegelvoort heeft in 1679 F150,00 geleend van Jan en Jenneken Mast in Vasse.

Uit het huwelijk van Arend en Geese worden 6 kinderen geboren:
1 Geertjen Segelvaert geboren ca. 1642, trouwt op 7 juli 1667 Nederduitsch gereformeerd in de Grote kerk van Ootmarssum met Jan Piggemaet van het erf Pikkemaat nu Niehof in Lattrop. Als moeder Geertjen in 1679 overlijdt oud 37 jaar hertrouwt Jan oud 43 jaar op 29 februari 1680 met Fenne Kottink uit Beuningen.
2 Harmen Segelvaert geboren ca. 1644 trouwt voor 1678 met Euphemia of Fenne Roelofs geboren ca. 1649 op hetNG trouwboek Ootmarssum 7 juli 1667 Jan Piggemaet en Geertjen Segelvaert Roelofshuis in Lattrop. Zij vestigen zich op Segelvaert. Uit dit huwelijk worden 2 kinderen geboren:
1 Derck Segelvaert gedoopt op 21 juli 1678 verder onbekend.
2 Geesken Segelvaert gedoopt 23 juli 1682. Zij trouwt op 1 februari 1705 met Jan ter Vechte in Tubbergen.
3 Stientjen Segelvaert geb. ca. 1645 trouwt op 17 september 1671 met Jan Rekers in Tilligte.
4 Swenneken Segelvaert geb. ca. 1653, trouwt op 8 sept. 1678 met Harmen Vedder. Hij is geboren ca. 1648 in het Vedderinhuis aan de huidige Rodenmorsweg in Noord Deurningen.
Swenne overlijdt hier in 1685 waarop Harmen op 2 januari 1686 hertrouwt met Jenneken Leferink van het gelijknamige erf aan de Braakweg in Lattrop.
5 Berent Segelvaert zie hierna.
6 Johan Gerhard (Jan) Segelvaert is geboren ca. 1660 en trouwt op 23 juli 1690 in Frendeswegen (Frenswegen) met Gesina ten Trans, ook wel ten Vrehe genaamd.
Over deze familie in Frenswegen die dan Segelfort zal gaan heten meer in Hoofdstuk 2.
Naast Berend, zie hieronder woont hier ook zijn broer Harmen met 2 kinderen. Er is blijkbaar sprake van tijdelijke dubbele bewoning.

Berent Segelvoort x 1886 Geesken Boddinck…

NG trouwboek Ootmarssum 24 mei 168Berent Segelvaert en Geesken Boddinck Berent Segelvoort is erfopvolger en is geboren ca. 1656. Hij trouwt op 24 mei 1686 oud 30 jaar met Geesken of Gese Boddinck geb. ~1661 op Epman in Noordt-Deúrninge.
Zoutgeld 1694: Segelvoort betaalt F1-0-0
Uit dit huwelijk worden 3 kinderen geboren:
1 Harmen Segelvoort zie hierna.
2 Gerrit Segelvoort gedoopt 21-2-1692 verder onbekend.
3 Adelheid Segelvaert gedoopt 21-2-1694, trouwt op 10-4-1719 met Lambertus (Lambert) Haemberg geboren op het gelijknamige erf nu Leliefeld.
Berent overlijdt in 1704 oud 48 jaar en van Geesken is het jaar van overlijden niet bekend.

                                                                                                                Wordt vervolgd...