Website: www.Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl
Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2018-7
# In de rubriek Documenten: Koopcontract ‘Oortman’ Lattrop 1863 (inleiding +documenten)
# In de vorige nieuwsbrief is in het artikel Maatman de laatste alinea vervangen.
Koopcontract ‘Oortman’ Lattrop 9 januari 1863 (slot)…
No 671
Voor ons Josephus Antonius Hendrikus ten Pol, notaris in het arrondissement Almelo reside-rende te Ootmarsum en in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen zijn verschenen:
Gerrit Oortman, landbouwer en diens echtgenote Maria Blokhuis, zonder beroep, de vrouw onder bijstand en met magtiging van gezegden haren man, wonende tezamen te Lattrup in de gemeente Denekamp, die verklaarden verkocht te hebben, zulks als nog doende en dientengevolge in vollen en vrijen eigendom over te dragen onder vrijwaring als naar de wet, aan den mede comparant Gerhardus Scholtenlubberink, landbouwer mede te Lattrup, gemeente Denekamp woonachtig die verklaarde in koop aan te nemen
De nagenoemde aan de Comparante verkooper volgens hunne verklaring in vollen en vrijen eigendom en gemeenschap toebehorende onroerende goederen, uitmakende het plaatsje Oortman, gelegen te Lattrup in de gemeente Denekamp onder de Kadastrale Sectie E nummers:
514. huis en erf groot drie roeden veertig ellen (0.03.40 ha).
515. bouwland groot achtenzeventig roeden tachtig ellen (0.78.80 ha).
497. bouwland groot zesenveertig roeden veertig ellen (0.46.40 ha).
1119. heide groot eenennegentig roeden vijftig ellen (0.91.50 ha).
1433. weiland groot eenenvijftig roeden twintig ellen (0.51.20 ha).
1453. weiland groot drieendertig roeden tien ellen (0.33.10 ha).
Verkoopers verklaren den eigendom van de drie eerst genoemde perceelen te hebben verkreegen als hebbende de comparant Gerrit Oortman dezelve aangekocht van Berend Jan Broekhuis en Helena Beverborg, destijds echtelieden te Lattrup voormeld, blijkens acte gepasseerd voor Hendrikus Mensink, notaris destijds te Weerselo, den drieentwintigsten Augustus achttienhonderd zevenentwintig (23-8-1827), behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven ten kantore van hypotheken te Almelo den twaalfden October achttienhonderd zevenentwintig (12-10-1827) in deel negentien nummer honderddrieentwintig en de overige 3 perceelen of nummers te hebben gekregen bij scheiding en deeling der Markte gratulen van Lattrup voormeld, zonder daarvan echter titels van herkomst te kennen of te bezitten, noch te weten dat daarvan overschrijving heeft plaats gehad ten kantore van hypotheken.
De comparant aankooper die verklaart genoemde anderen wel te kennen en daarvan geene nadere beschrijving dan de in deze daarvan gegevene te verlangen, zal dezelve dadelijk kunnen aanvaarden met alle derzelver lusten en lasten regten en geregtigheden, zo en in dier voege als verkoopers daartoe zijn geregtigd die niets vooral nadeeligs daarop willen houden evenmin als zij willen instaan voor de te goeder trouw opgegeven grootte.
Deze Verkoop en Koop is tuschen de wederzijdsche Comparanten gesloten en aangegaan voor en om eene som van duizend en vijftig gulden (ƒ 1050.=) omtrent de voldoeninge waarvan tusschen verkooper en Kooper is overeengekomen dat de aankooper voor zijne rekening zal nemen een bedrag van achthonderd gulden (ƒ 800.=) welke op genoemde onroerende goederen krachtens de aangehaalde Koopacte, hypothekair zijn gevestigd ten behoeve der erfgenamen van wijlen den heer Theodorus Frederikus Antonius Kistemaker in leven grondeigenaar te Oldenzaal; verklarende verkoopers de resterende tweehonderd en vijftig gulden (ƒ 250.=) op heden van den aankoper in contanten te hebben ontvangen en dus voornoemde koopsom den aankooper finaal en zonder eenige namaning kwijting te geven.
Tenslotte verklaren de comparanten verkoopers den aankooper te magtigen om een afschrift dezer acte te doen overschrijven ten kantore van hypoyheken te Almelo, ten einde daardoor te verkrijgen de levering en opdracht als volgens artikel zes honderd een en zeventig van het Burgerlijk Wetboek.
Eindelijk verklaarden de wederzijdsche comparanten, die alle evenals de na te noemen getuigen ons Notaris bekend zijn, om deze acte tenuitvoer te kunnen leggen, woonplaats te kiezen ten kantore van den notaris te Ootmarsum gevestigd.
Waarvan acte
Aldus gedaan en verleden te Ootmarsum ten onzen kantore op heden den negenden Januarij achttienhonderd drieenzestig (9-1-1863) in tegenwoordigheid van Hendrikus van Benthem ……… zoon/landbouwer/ zegge afslager en Mozes Wittgensteiner, Koopman beide wonende te Ootmarsum als getuigen, die met ons Notaris benevens de comparanten, met uitzondering van de comparante Maria Blokhuis, die verklaarde de schrijfkunst niet te verstaan, deze minute onmiddellijk na de door ons gedane voorlezing en eigene lezing door de comparant Gerrit Oortman geteekend hebben.
G Oortman J.A.H. ten Pol
G: Scholten lubberink Notaris
H van Benthem M Wittgensteiner
Geregistreerd te Almelo den dertienden Januarij 1800 drie en zestig deel 45 folio 49 verso, van 4. Een blad geen …….. Ontvangen voor regt f 42.- Voor 38 opcenten ƒ 15.96 samen zevenenvijftiggulden zes en negentig cents ƒ 57.96.
Den ontvanger
Klassenfoto Lattrop schooljaar 1993-1994 groep 5 en 6…
De ontbrekende namen zijn toegezonden door Hannie Groeneveld (de Meijer) in Lattrop.
5=Ronnie Ruel. 6=Deborah Hek. 10= Katja Broekhuis 22=Sharon Groener en 24=Chantal Schröder.
Schoolfoto Lattrop jaar onbekend…
Bovenstaande foto komt uit het familiearchief van Oude Wolcherink in Lattrop. Veel gezichten komen bekend voor en van een aantal is de naam bekend. Wie helpt bij het vinden van alle namen? Dus graag met voornaam, achternaam en van welk erf hij/zij afkomstig is. In welk jaar is de foto gemaakt en welke klas(sen) is/zijn dit?
Keuters van Wietmarschen naar Lattrop (slot)…
Frans keuters vertelt…
Op het Wiggers-Greads overlijdt op 8 december 1953 hun jongste dochter Thea (Theresia Maria) 20 jaar jong. (foto links). Frans Keuters: “Thea had ‘n abces tussen hart en longen, het zal wa kanker hemn west. D’r hoar völ oet en de tand’n waren vot. Ze had gaatn in de rug daor koj ‘n arm in legn. Ze gilde het uut van de pien. An weerskaantn van het zeeknhoesber in Olnzel zaatn 2 nonnen te bidden: “Och lief heertje, laat Thea leven… Thea moet gauw beter worden…”. “Nee… laat Thea asjeblieft doodgoan!”.
‘Zo ver as ik weet hebt mien va en mo nooit bie mekaar sloapn. Hoe zee toch al dee kinder hebt maakt, is mie ’n roadsel. Mien breur Bertus sleup bie mien vaa en Gerda sleup bie mien moeder”.
Frans: “Mien moeder had lange rokn an. As zee dan ging zitn um te brei’n of um verstelwerk te doon, zak’n heur de rok tusche de knie’n. Doar gung dan de kat in lign. Dee lag altied bie hear in de rok. Mien vader was ok kloompnmaker. Hee kochn wal es nen boom bie de boern. Dee wodn deur hem umhouwn of ummezaagd. Um dee bie hoes te kriegn leen’n hij ’n peard, nen Bels, en nen mallejan bie Damhoes-Baks achter ’n Dinkel in Tilgt. Bie hoes wodn ’n boam an stukn zaagd en kleuft um kloompn van te maakn.
Mien vader was ok reetdekker en leidekker. Hij hef bie Oortman -de Möller- in Lattrop nog ’n kear het reetndak van de möl verneijd. Op de Plechelmuskerk in Olnzel hef hij ok ‘n neij lei’n dak maakt. Mien moeder gung dan met als ‘opperman’ en miene zusters Truus, Marie en Annie mosn in hoes de zaak op de riege holn. Doar fietsn zee dan hen, met ééne fiets. Gerrad har op ’n achteras ne iezer pin maakt. Doar kon Meike één’n voot op zetn, ’t aane been mos zee opholn. Toen hef Gerrad an de aane kaant ok ne pin op’n as maakt. Noe kon Meike met beere veut op de pin’n stoan. Ze pakn Gerrad dan stoand bie de scholder vast en zo gung ’t op Olnzel an. Mien vader werkn ok an de stroat. ’s Nachts tusche 2 en 3 uur stapn hij op de fiets noar Hardenbarg um tear te kokn. As dan smons de werkleu kwaamn, kon’n zee meteen an de slag. Hete tear op de stroat en dan split d’r ower”.
Van Wiggers Greads naar dorp Lattrop…
Midden jaren ’60 verlaten Gerard en Meike het Wiggers Greads en huren de woning Dorpsstraat 57 van de woningbouwvereniging in Denekamp en Gerda gaat mee om haar ouders te verzorgen. Hier overlijdt Gerard op 29 augustus 1970, oud 83 jaar en Meike op 3 september 1972, 84 jaar.
De 13 kinderen van Gerard en Meike (2)…
1. Berendina Johanna (Annie) 1913-1917.
2. Berendina Hermina (Dienie) 1914-1914.
3. Geertruida Maria (Truus) 1915-1976, trouwt Gerhardus Henricus Oude Egbrink (1917-2008) uit Denekamp.
4. Maria (Marie) 1916-2009, trouwt in 1947 in Groenlo met Wilhelmus Johannes Schutten.
5. Johanna Berendina (Annie) 1918-1992, trouwt in 1945 in Oldenzaal met Antonius Marinus Monninkhof.
6. Gerardus Hendrikus (Gerard) 1919-1919.
7. Gerardus Henricus (Gerard) *1920, trouwt in 1951 met Maria Engelina Josephina Meijer.
8. Johannes Bernardus (Jan) 1922-2009, trouwt ~1929 met Gerharda Dekkers.
9. Antonius Bernardus (Toon) 1923-2002, trouwt met Rikie Arends van de Smid in Lattrop.
10. Bernardus Franciscus (Bertus) 1924-2015, trouwt in 1955 met Geziena Susanna Theresia (Sientje) Wigger (1927-2016), geboren op Wiggerskuper in Lattrop.
11. Franciscus (Frans) *~1928, trouwt Maaike van der Heide.
12. Gerda 1930-1999, trouwt 1973 Henk Klokgieters.
13. Theresia Maria (Thea) 1932-1953, ongehuwd.
De inhuldiging van koningin Wilhelmina (1898)
1898-08-10 Viering kroningsfeest (Prov Ov en Zwolsche Courant).
Op 6 september 1898 kreeg Nederland een nieuwe vorstin: koningin Wilhelmina De inhuldiging vond plaats in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, onder toeziend oog van koningin Emma, die als regentes acht jaar lang het koninklijk gezag voor haar dochter had waargenomen.
Wilhelmina als koningin Wilhelmina werd in 1880 geboren, als dochter van koning Willem III en diens meer dan veertig jaar jongere echtgenote Emma. Toen ze vier jaar was overleed Wilhelmina’s enige nog levende broer, Alexander, en werd zij officieel troonopvolgster. Vanaf dat moment werd haar opvoeding nog strenger. Emma werd aangesteld als voogd en regentes van Wilhelmina in verband met de hoge leeftijd van Willem III. In 1890 overleed de koning na een kort ziekbed. Emma werd hierna koningin-regentes en daarmee het eerste vrouwelijke staatshoofd van Nederland.
Op 31 augustus 1898 werd Wilhelmina achttien jaar en daarmee kreeg ze ook de bevoegdheid om de regering op zich te nemen. De inhuldiging van Wilhelmina als Koningin der Nederlanden vond een week na haar achttiende verjaardag plaats. Op 5 september arriveerde ze met haar moeder al in Amsterdam en maakte ze een feestelijke rondgang door de stad. De feitelijke inhuldiging vond een dag later plaats. Aan het eind van de ochtend liep de nieuwe koningin vanuit het Koninklijk Paleis op de Dam, gehuld in de beroemde hermelijnen mantel die haar grootvader koning Willem II in 1840 had gedragen, naar de Nieuwe Kerk voor de ceremoniële plechtigheid. Onderwijl luidden de klokken en klonken kanonschoten. In de kerk legde Wilhelmina vervolgens de eed op de grondwet af en las ze haar inhuldigingsrede voor. Hierin klonk onder meer de overtuiging door dat het koningschap beschouwd moest worden als een door God gegeven opdracht.
(Bron: historiek.net/de-inhuldiging-van-koningin-wilhelmina-1898)
De VII generaties Warmes (slot)…
Van pacht naar eigendom…
Tot 1849 is de boerderij eigendom van de familie Boomhuis. Door vererving komt dit in het bezit van vervolgens BJ Koning in Lage (1873), Johan Bosman (1908), Francina Johanna Bosman (1921), Frederika Bernharda Marsmeijer-Bosman en Gesina Johanna Bosmann die ook de verkopende partij in 1949 zijn.
Na de 2e wereldoorlog wordt door de Nederlandse regering het bezit van onroerend goed in Nederland van de nazigezinde Duitse eigenaren onteigend. Dit volgens het Besluit Vijandelijk Vermogen. Dit geldt voor het hele erve en goed Boomhuis in Lattrop. Hieronder vallen het erf Boomhuis (Schröder), de boerenplaatsjes Pandoer (Horsthuis), BekJan (Ruël) en VeldJan (Pikkemaat) in Lattrop en de Kniep (Lansink) in Tilligte.
Op 11 augustus 1949 wordt het eigendomsbewijs door de partijen ondertekend. Verkocht wordt aan Gerhardus Johannes Warmes, landbouwer wonende te Breklenkamp Br 1: “De tot op heden door hem gepachte boerderij staande en gelegen te Brekkelenkamp en Lattrop bestaande uit huis, plaatselijk gemerkt Br.1 met schuur, erf, bouw-, wei- en hooiland, en woeste grond, samen groot twaalf hectaren zeven en zeventig aren en zestig centiaren. …de kooper verleent bij deze aan de Staat het recht om het jachtrecht tot gemelden datum te verhuren of te verpachten, komende de te dier zake te ontvangen pachtpenningen ten behoeve van den Staat…”.
Boerderij ter Brake Breklenkamp 2012
Historie 'Smids-Gradus' of 'Kosthuis' in Lattrop (4)...
Ca. 1868-1885 Gradus Hulsbeek en Meike Leeferink
Het boerderijtje staat leeg en er melden zich nieuwe huurders. Het is niet duidelijk hoe lang het boerderijtje leeg heeft gestaan. Het lijkt niet waarschijnlijk dat er 9 jaar lang leegstand was. Hofste verhuurt het boerderijtje vervolgens aan Gerardus Hulsbeek. Gradus, zo wordt hij in de volksmond genoemd, is een zoon van Hermen Hulsbeek en Johanna Lutke Veldman en is geboren op 11 juli 1838 op het Klein-Bonke, het latere Wolkotten-snieder in Lattrop (lag tegenover Bonke). Zijn vader is Hermannus Hulsbeeke daar geboren ca. 1792 en zijn moeder is Joanna Lutke Veldman geboren 1805 in Breklenkamp. Gradus trouwt op 11 oktober 1877 met de 38-jarige Maria oude Leeferink uit de gemeente Weerselo maar hun huwelijk blijft kinderloos. Inwonend zijn Euphemia Huisken en Hendrika Geisink, beiden dienstmeisjes. Tevens is inwonend neefje Joannes Lübke, (*1883) geboren op het Oude Goosink (verdwenen) in Lattrop. Maria overlijdt hier op 18 april 1898 en Gerardus Hulsbeek, inmiddels verhuisd, overlijdt in 1916 op huisnummer L44. Het is niet met zekerheid zeggen waar nr 44 heeft gestaan. Waarschijnlijk is dit het plaatsje Ketelboer dat gelegen heeft tegenover het Oude Scholte Lubberink; in ieder geval op de Horst. Ook is onbekend wanneer Gradus daarnaartoe verhuisd is. In de Burgerlijke Stand van 1901-1923 staat hij vermeld op dit huisnummer maar de datum van inschrijving ontbreekt, dus in ieder geval na 1901.
Het Smids-Gradus is gebouwd op korte afstand van het Laerhuijs. Begin jaren 1900 ontsnappen de bewoners aan een ramp die op het nabijgelegen Laerhuijs plaats vindt. Deze oude boerderij met schuren staat pal ten noorden op nog geen 30 meter afstand. Daar breekt brand uit waardoor het Laerhuijs tot de grond toe afbrandt en niet herbouwd wordt. Zij, en ook huurbaas Hofstee, hebben geluk want hun boerderijtje blijft gespaard.
Ca. 1885-1915 Jens Küpers en Mina Kamp
Nieuwe bewoners zijn het echtpaar Gerhardus Johannes (Jens) Küpers en Wilhelmina (Mina) Kamp. Jens is geboren in 1839 in Enter (het klompendorp) bij Wierden en van beroep rondreizend klompenmaker. Hij is de zoon van Bernardus Kupers geboren in 1803 in Enter en van Henrica Visscher geboren 1806 in Ambt Delden. Mina Kamp is geboren op 20 juni 1847 in Lage-Pruissen. In Lage worden 3 van de 4 kinderen geboren. In 1873 hun 1e zoon Johann Bernhard. Hij trouwt in 1903 met Maria Horsthuis van het Pandoer en ze gaan wonen op het erf ‘Enter Jan’ in Lattrop, het latere oude Wolcherink. Hun dochter Maria Euphemia (Marie) trouwt in 1933 met Johannes Antonius (Hannes) Wolkotte uit Noord Deurningen en gaan wonen op het ‘Meestershuis’ in Lattrop. Angelina Hendrika ziet het levenslicht in 1876. Zij trouwt in 1900 met de weduwnaar Gerardus Meijners van het Oude Aarnink of Schuurhuis in Tilligte en trekt bij hem in op het Rammelhuis in Lattrop. Johann Gerhard Kuipers wordt geboren in 1879. Hij trouwt in 1912 met Maria Johanna Meijners van het Rammelhuis in Lattrop en zij vertrekken naar Oldenzaal.
Via Lage-Pruissen komen Jens en Mina ca. 1885 in Lattrop op het erf genaamd ‘Snieders Willem’, gelegen tussen Smoes (voorheen Scholten-Geerts) en Veld-Jan, dat zij overigens weer verlaten in 1898. Daar wordt hun 4e kind en 2e zoon Gerhard geboren in 1890. Hij overlijdt in 1963 ongehuwd op 72-jarige leeftijd in Hellendoorn.
In 1898 komen Jens en Mina dus op het Smids-Gradus te wonen. Jens is dan 59 en Mina 51 jaar oud. De 3 oudste kinderen zijn dan al in dienstbetrekking. De jongste zoon Gerhard is dan 8 jaar maar wordt niet ingeschreven in de Burgerlijke Stand van het Smids-Gradus. Het is niet bekend waar het zoontje wordt ondergebracht.
Jens zet zijn beroep als klompenmaker voort en Mina zorgt voor het huishouden en het kleinvee. Zo gaan er 17 jaren voorbij waarna Wilhelmina in 1915, op 68-jarige leeftijd, komt te overlijden. Jens verhuist nog datzelfde jaar naar het erf 'Enter Jan' L96, het latere Oude Wolcherink, en trekt in bij zijn oudste zoon Johann Bernhard Küpers en schoondochter Maria Horsthuis van het ‘Pandoer’. Daar overlijdt hij in 1924, 2 dagen voor kerstmis.
1915-1926 Hofste-Wolbers
Met ingang van 22 november 1915 wordt de familie Hofste-Wolbers van het ‘Kosthuis’ uit Lemselo de nieuwe huurder. Deze erfnaam blijft hier ‘hangen’. Zij zijn geen familie van de huurbaas Hofste in Lattrop. Vader Gerardus Marinus Hofste, oud 39 jaar, zijn vrouw Johanna Gezina Wolbers oud 35 jaar en hun 7 kinderen Maria Gezina *1906 9 jaar; Geziena Maria *1907, 7 jaar; Johanna Susanna *1908, 7 jaar; de tweelingen Gerardus Marinus en Bernardus Albertus *1910, 5 jaar; Johannes Fransiscus *1912, 3 jaar en Susanna Johanna *1913, 2 jaar. Wanneer het gezin in Lattrop komt is de moeder hoogzwanger van hun 8e kind dat kort daarop, 18 december 1915, wordt geboren. Dan nog Geertruida Maria *7 mei 1918 en Wilhelmina Maria op 3 juni 1920. Ze wonen nu met zijn twaalven in het oude boerderijtje.
De vader, Gerardus Marinus, is geboren in 1876 in Lemselo, zoon van Albertus Hofste en Maria Haafkes. Hij trouwt op 26 mei 1905 in Weerselo met Johanna Gezina Wolbers, geboren in 1880 in Weerselo, dochter van Lambertus Bernardus Wolbers en Maria Reest op Broekhuis. Zij overlijdt op 22 mei 1935 in Oldenzaal. Zij bewonen het Kosthuis ruim 10 jaar en in het voorjaar van 1925 verlaten zij het inmiddels bijna 100 jaar oude en bouwvallige boerderijtje en keren terug naar hun geboortegrond in Weerselo.
1926-1962 Familie Damhuis-Keujer
Het Kosthuis, (foto links) want zo heet het boerderijtje vanaf 1915, is inmiddels 94 jaar oud en bouwvallig. De eigenaar Fransiscus Johannes (Hannes) Hofste en zijn vrouw Susanna Gezina (Sina) Arens beseffen dat zij het boerderijtje in deze desolate toestand niet meer kunnen verpachten. Besloten wordt tot afbraak en op de oude Bentheimerzandstenen fundering wordt een nieuw boerderijtje gebouwd. Anno 1912 is het uiterlijk en ook de indeling wel wat aangepast. Het huis wordt helemaal opgetrokken met de bekende ‘Schoeltn’ stenen uit Ootmarsum en het dak wordt voorzien van vlakke mulden pannen. Het is ook geen ‘los hoes’ meer maar er is een deel met aan de rechterkant een kleine koeienstal. Links van de deel een varkenshok. Rechts achter de koeienstal het ‘huusken’ en een washok met keuken. Een paardenstal is er nooit geweest. Voorin aan weerszijden enkele slaapkamers met in het midden de woonkamer ofwel de ‘mooie kamer’. Wordt vervolgd…
1936-12-29 Landbouwer verongelukt (De Tijd)…
1000 Jaar parochie Lattrop (3)... (Coen hamers)
1818
De actie had succes, want, gelijktijdig met de afscheiding van de gemeente Denekamp van de gemeente Ootmarsum in 1818, werd Lattrop als zelfstandige parochie van Ootmarsum afgescheiden. Als eerste pastoor werd Johannes B. Vinke benoemd, tot dan kapelaan in Ootmarsum en vandaar ook geboortig. Deze kon meteen als bouwpastoor aan het werk en in 1819 werd een zogenaamde Waterstaatskerk ingezegend onder de patroonheiligen Simon en Judas, dezelfden die ook de parochie Ootmarsum al bijna 1000 jaar had gehad. Van deze feestelijke gebeurtenis is in De Godsdienstvriend, een tijdschrift voor katholieken in 1819 uitgebreid verslag gedaan.
“Stichting van een kerk en pastoorswoning voor de boerschappen Latterop en Brekkelenkamp, eerst behorende tot de Rooms-Katholieke gemeente van Ootmarsum, waardoor de bewoners zijn ontslagen van de akelige noodzakelijkheid om hun godsdienst nog langer in boerenhuizen, onder het geraas van paarden, koeien en ander vee te verrichten en in de mogelijkheid zijn gesteld om dezelven op een met zijn waardigheid meer overeenstemmende wijze waar te nemen. De kerk werd ingewijd door Herman Peese, aartspriester van Twente, bij welke gelegenheid deze brave en eenvoudige landlieden hunne hartelijke blijdschap en dankbaarheid toonden, wier uitboezemingen, door een opzettelijk daartoe vervaardigd lied, zich deden horen, waarin de roerendste trekken hunner godsdienstige en erkentelijke gevoelens voorkwamen. De eerste mis werd opgedragen door B. Jochems, pastoor te Ootmarsum, de eerste eigen pastoor werd Joannes Vinke, Op 1 februari 1819 werd de nieuwe pastorie in gebruik genomen: die dag is waarlijk gedenkwaardig. Niet alleen de Rooms-Katholieke, maar ook de Gereformeerde bewoners dier streken, wedijverden met elkaar om de nieuwe pastoor op luisterrijkste wijze af- en in te halen. Op het onverwachtste vertoonde zich te Ootmarsum een trein van 40 man te paard en reed in de schoonste orde door de stad, gevolgd wordende door de nodige wagens tot vervoering van de goederen en meubelen, alsmede door een koets, bespannen met vier paarden bestemd voor de pastoor. De zwepen der voerlieden, de hoofdstellen en staarten der paarden waren met linten versierd en leverden een niet onaardige vertoning op. De burgers van Ootmarsum, ook van de aanzienlijkste, werden door die statige trein uitgelokt om dezelve tot buiten de stad naar het ouderlijk huis van de nieuwe pastoor te volgen. Zijn eerwaarde echter, aan het stille en zedige de voorkeur gevend, verzocht en verkreeg van zijn statelijke geleide, dat het hem langs ene buitenweg voorbij de stad wilde voeren. Even achter de Dinkelbrug op de eerste aflopende weg naar Lattrop en Breklenkamp was een ereboog opgericht. Niet ver van de pastorie kwam een aantal geestelijke maagden hare nieuwe herder een versierde kroon tegemoet dragen; terwijl de weg naar de kerk aan beide zijden met takken bestoken en de ingangen van de kerk en de woning met erebogen bezet waren. Nu hief de juichende menigte een welgepast zanglied aan, waarmee zij haar pastoor verwelkomde en hem zingend in kerk en huis geleidde......”.
Met Kerstmis 1818 celebreerde de nieuwe pastoor zijn eerste mis in de nieuwe parochiekerk.
(afb rechts: interieur 1e kerk)
1860
Onder pastoor A. Slutken, eveneens in Ootmarsum geboortig, werd de kerk alweer vernieuwd, een nieuwe pastorie gebouwd en een betere begraafplaats aangelegd, dan de tot dan rond de kerk gebruikelijke plaats. Slutken bleef bijna veertig jaar werkzaam in Lattrop en is daarmee de langst diende pastoor in Lattrop.
1923-1926
Het getal van de parochianen groeide en Waterstaatskerken waren niet altijd van de beste kwaliteit. Nadat hij in 1920 onder zijn bestuur een school had laten bouwen op een van B. Bodde aangekocht terrein, oordeelde pastoor Brandts (1914-1932) de tijd rijp voor een nieuwe kerk en een nieuwe pastorie. Grond voor de kerk werd gevraagd aan de gebroeders Groeneveld, die het stuk grond op 25 december (kerstmis) toezegden. De nieuwe kerk verscheen op dezelfde plaats waar de eerste, nu afgebroken, kerk had gestaan. De eerstesteenlegging had plaats op 19 augustus 1925. De kerk was gereed en werd ingewijd op 20 mei 1926. De architect was Joseph Cuypers uit Arnhem, die ook tekende voor de R.K. parochiekerk van Rijssen, welke kerk enigszins op die van Lattrop lijkt. Allereerst was een nieuwe pastorie gebouwd, waarna de oude kerk en aangebouwde pastorie verwijderd werden. De huidige garage en schuur achter de kerk is het enige bouwsel uit die eerste tijd van 1818 dat bewaard is gebleven. De afbraak en herbouw op dezelfde plaats was mogelijk doordat de nieuwe school tijdens de bouwperiode als tijdelijk kerkgebouw fungeerde.
De bouw had voor de parochianen nogal wat in petto. Alle materialen moesten met paard en wagen worden aangebracht, onder andere de stenen van de inmiddels verdwenen steenfabriek van Scholten uit Ootmarsum. Verder werden hand- en spandiensten verleend bij het graven en andere werkzaamheden. Door de vergroting van de kerk moest ook een deel van het oude kerkhof van 1828 geruimd en verplaatst worden. Alle in de funderingssleuven gevonden graven werden met de kruiwagen naar een massagraf op nieuwe kerkhof over gebracht (de huidige knekelput rechts achter de ingang op het kerkhof). Ook een ernstig ongeval kon niet voorkomen worden. Tijdens de bouw van de voorgevel en toren van de kerk viel een metselaar uit Ootmarsum naar beneden en verongelukte dodelijk.
Het hoogste punt van de nieuwe kerk werd de torenspits met haan. Kranen waren in die tijd niet beschikbaar, maar de 20-jarige Johan Rerink beschouwde de klus als een uitdaging en klaarde het karwei. De oude klok van 1818 werd in de toren teruggehangen en het oude orgel werd zo goed en zo kwaad als het kon weer in ere hersteld en in gebruik genomen. Het interieur van de kerk is kleurig door de vele steenkleuren en de gebrandschilderde ramen. Over de stenen bogen valt nog te vertellen, dat aannemer G. de Kenkelder uit Arnhem over Italiaanse vaklui beschikte, die de gewelven in een bekisting met specie en stenen in de gewenste kleur aanbrachten, waarna de bekisting werd weggetrokken en de stenen door hun gewicht en de nog natte specie onwrikbaar en rotsvast in hun verband zakten.
(foto R: steenfabriek Scholten in Ootmarsum). Wordt vervolgd…
Dösche…
Familiegeschiedenis Maatman in Lattrop (2)...
Zij pachten het erf Maethus of Maatman, gelegen aan de weg van Lage naar Denekamp, thans bekend Westerhoekweg 7 in Noord Deurningen. Dingeldein: “Margaretha Johanna van Kuyk van Mierop, douairiére Frédéric Charles Caspar Ie Vasseur de Congny, markies de Thouars, schonk het erf op 4 maart 1740 aan haar dochter Johanna Margaretha, gehuwd met Anton Barthold Sloet tot Singraven”. Deze boerenplaats wordt voordien bewoond door de familie Maatman. Jan Dobben neemt vanaf zijn huwelijk de naam van het erf Maatman aan en alle nakomelingen worden naar hem vernoemd. Hendrikjen Albers is waarschijnlijk afkomstig uit Denekamp want zij wordt nog vermeld in het NH ledematenboek van Denekamp.
Uit het huwelijk worden de volgende kinderen geboren: (allen gedoopt in de H Nicolaas kerk in Denekamp).
1. Johannes Antonius (Antonie) Maatman, zie hierna.
2. Gerrit Jan Maatman ged. 7 februari 1745, overlijdt voor 10 maart 1747.
“1745 7 Febr. is gedoopt Gerrit Jan Zoon van N. Maatman in Deúringen, de moeder niet gemeld”.
3. Gerrit Jan Maatman, vernoemd naar zijn overleden broer, ged. 10 maart 1747. Hij trouwt op 28 juli 1782 in Uelsen met de in Halle op 10 october 1762 geboren Janna Hölling, dochter van Derk Hölling en Gerridina Hankamp. “1747 Den 10 Maart is gedoopt, Zoon van Gerrit Jan Maatman in Noord Deuringen, de moeder niet gemeld”. Gerrit Jan overlijdt in 1818 in Halle oud 71 jaar en Janna in 1847 oud 84 jaar.
4. Jan (Jannes) Maatman, ged. 4 november 1759. “1759 4 November is gedoopt Jan Zoon van Jan Maatman uijt Nordeuringen”. Hij trouwt op 16 augustus 1784 met 25-jarige Enne (Janna) Slaat, geboren op het Slaathuijs op de Haar in Noord Deurningen. Zij is een dochter van Berend Gravenmater, noemt zich Slaat en Geertruij Slaat. Jan neemt de naam Slaat aan en hun nakomelingen dragen ook deze naam. Uit dit huwelijk 1. Casperinna *1785, Geertruij *1787, Janna *1789, Berend jan *1792, Berend Jan *1794 en Jan Hendrikjen *1801.
Volkstelling 1748: “Maetman, vrouw Henricjen, kinderen Antoni en Gerrit Jan onder 10 jaar, zijn vader en moeder, knecht Henrie, meid Gese”.
Hoofdgeldregister 1767: “de weduwe Hendrika Maatman met 2 zoons en meid; N.B. deze zijn wegens versterf en andere ongelukken met paarden, beesten en een dolle hond niet in staat het hoofdgeld voor dit jaar te betalen”.
Jan Maatman (voorheen Dobben) overlijdt voor 1767 en Hendrikjen Albers na 1767.
Johannes Antonius Maatman x 1768 Aale Boosink…
Johannes Antonius (Antonie) Maatman, de oudste zoon, wordt erfopvolger. Hij is gedoopt op 3 februari 1743 (1743 3 Februarij is gedoopt Johannes Antonius Zoon van N. Maatman uijt Noordeuringen, de moeder niet gemeld.) en trouwt NH in Denekamp in 1768 oud 25 jaar met Aale (Aaltje) Bo(o)sink, *~1743 in Bakelde bij Nordhorn. De ondertrouw vindt plaats in Nordhorn. Tekst trouwboek Nordhorn: “Aufgebot: um 1768 in Nordhorn. Angabe für geheiratet: 'vertrokken' weitere Angabe für geheiratet: Denekamp Kirchenbuchtext: Antoni Maatman, Soon van wilen (wijlen) Jan Maatman van Noordeuringe Kerspels Denekamp, ende Äle Bosink Dogter van Geert Bosink van Bakelt, met attestatie vertrokken (naar Maatman in Noord Deurningen)”.
Uit dit huwelijk worden de volgende kinderen op Maatman geboren en gedoopt in de kerk in Denekamp:
1. Jan Hendrik *10 februari 1770, ~11 februari 1770; hij overlijdt voor 1781 (zie 5 hierna).
“1770 Den 11 Febr. is gedoopt Jan Hendrik Zoon van Antonij Johannes Maatman en Aale Boosink is gebooren den 10 dito”.
2. Geesjen *30 mei 1772 en ~31 mei 1772, verder onbekend.
“1772 Den 31 Maij is gedoopt Geesjen Dogter van Johannes Antonij Maatman en Aale Boosink is gebooren den 30 dito”.
3. Gerrit *20 april 1775, zie hierna.
4. Albert *24 october 1777 en ~26 october. “1777 Den 26 October is gedoopt Albert, Zoon van Antonij Maatman en Aale Boosink, is gebooren den 24 dito”.
5. Jan Hendrik * en ~1 januari 1781, vernoemd naar zijn overleden broer *1770. Hij overlijdt voor 19 augustus 1787 (zie 7 hierna). “1781 Den 1 Januarij is gedoopt Jan Hendrik Zoon van Johannes Antonij Maatman en Aale Boosink, is gebooren den zelvden dito”.
6. Berend * en ~ 2 april 1783. “1783 Den 2 den April is gedoopt Berend Zoon van Johannes Antonij Maatman en Aale Boosink, is gebooren denzelvden dito”.
7. Jan Hendrik, vernoemd naar zijn overleden broer *1781, * en ~ 19 augustus 1787, hij overlijdt ongehuwd op 3 februari 1848 op Maatman huisnummer 117. “1787 Den 19 Augs. is gedoopt Jan Hendrik Zoon van Johannes Antonij Maatman en Aale Bosink, is gebooren denzelvden dito”.
De vader en de moeder overlijden respectievelijk na 1787 en voor 1811.
Volkstelling 1795: “Maatman, bouwman, 6 personen; Janna Maatmans, huurman, boerwerker, 5 personen”. Register van naamsaaneming 1812: “Gerrit Maatman en (zoon) Jan Hendrik Maatman 26”. Wordt vervolgd…
Boerderij Görtemaker (Göttert) in Tilligte?...
De bewonersgeschiedenis van de kottersplaats Görtemaker bij de Moekenhorst in Tilligte is gereed. Binnenkort wordt overgegaan tot publicatie hiervan. Echter… er is nog geen 100% zekerheid dat dit de 3-kaps boerderij is die hier in 1960 afbrandde. Herkent u de foto?