Website: www.Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier.
Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2018-1
Vijf jaar grensbewaking (3)…
Bekeuringen…
In de eerste tijd na de bevrijding werden nog weleens jongelui bekeurd, die met zijn tweeën ergens in de hei lagen, in de strook langs de grens, die men slechts met vergunning (het zgn. strookbewijs) mocht betreden. De douane had toen tamelijk veel bevoegdheden. We konden bijv. ook iemand bekeuren, die na zonsondergang zonder verlichting fietste. Wij zelf hadden een vergunning om zonder licht op de fiets te rijden. Hoe meer overtredingen iemand rapporteerde hoe groter de kans op promotie was, maar dat hing natuurlijk ook af van je chef of dienstgeIeider. Sommige chefs wilden het zo, weer anderen hielden niet zo van bepaalde praktijken en legden meer de nadruk op een wat mensvriendelijker benadering. Als je duidelijk achterbleef met het aantal bekeuringen, kreeg je wel een seintje van de chef.
Moeilijkheden met Engelse militairen…
Toen ik in Denekamp aan de grens werkte lagen Engelse militairen in Nordhorn, die ook de grens bewaakten. De verhouding tussen de Engelsen en ons was erg slecht. Omdat we geen uniform droegen waren we alleen aan een oranjeband om de arm herkenbaar als douane. De Engelsen beweerden dat ze met burgers niets te maken hadden, ook al droegen ze armbanden. Alleen iemand met een uniform stelde in hun ogen wat voor.
Op een keer is een van onze dienstgeleiders, die bij grenssteen 32 per ongeluk of uit nieuwsgierigheid een eind over de grens was gegaan, door Engelse militairen opgepakt en in de gevangenis gezet. Hij heeft een halve dag vastgezeten. Zoiets is zeker wel drie man van onze groep overkomen. Iemand van ons heeft zelfs eens een hele nacht moeten ‘zitten’. De Engelse militair, die vervolgens moest beslissen wat er dan met zo iemand diende te gebeuren, zat in Holt und Haar, in een Duitse douanepost nabij de boerderij van Keizer. Bij dat douanekantoor stond toen een hoge uitkijktoren van waaruit men een groot gebied in de gaten kon houden. De Engelse militairen, die gewapend en in jeeps Iangs de grens reden, pakten ook weleens burgers op, die zich binnen de verboden strook aan de Duitse kant bevonden. Ze schoten geregeld op wild. Voor ons was het daar ook niet ongevaarlijk.
Nederlandse militairen ook geen lieverdjes…
Behalve douaneambtenaren zorgden aan onze kant van de grens na de oorlog ook militairen voor grensbewaking. Deze kwamen overwegend van elders. Ze waren gelegerd in café Bekhuis en deden o.a. dienst in een houten keet, die stond aan het kanaal bij Schulte aan de grens. In augustus 1945, toen het goed weer was, lagen verschillende militairen Iangs het kanaal. Aan de overkant ervan hadden ze een sigarettendoosje neergezet, waar ze op schoten. De kogels vlogen in het rond.
Wij moesten daar toen dienst doen en omdat het ons te gevaarlijk werd hebben we onze dienstgeleider op de hoogte gebracht. Die heeft toen contact opgenomen met hun commandant. Ook grensstenen en dakpannen van Duitse boerderijen in de ontruimde strook werden als schietschijf gebruikt. Er was een grote rivaliteit tussen douane en militaire grensbewakers. De soldaten maakten nogal eens ‘uitstapjes’ op Duits gebied, bekeken daar de spullen en de goederen, die achter waren gebleven. Wanneer ze terugkwamen van zulke uitstapjes konden we hen niets doen, we mochten ze niet visiteren. Hoewel we aangesteld waren om dergelijke overtredingen aan te pakken, moesten we van die militairen afblijven en konden we alleen maar toekijken.
Die toestand duurde tot eind 1945. In januari 1946 kregen we schriftelijke bevelen dat we ook militairen moesten aanhouden en controleren. Een paar maanden later zij ze weggegaan bij de grens en hebben ze plaatsgemaakt voor de marechaussee.
Geld zuiveren…
Bijna onmiddellijk nadat we hier gekomen waren, kwam in de zomer van 1945 de geldzuivering van minister Lieftinck. Dat hield voor ons in 24 uur in het veld, geen verlof, geen vrij weekend, niets. Dat hield verband met de deviezenbepalingen, die toen van kracht werden. We moesten zorgen dat niet ongemerkt geld ons land binnenkwam. Het was toen ontzettend belangrijk dat de totale in- en uitvoer van geld gecontroleerd en in de gaten gehouden werd.
Die periode van bijna onafgebroken dienst duurde van eind juli tot eind september. Gelukkig kregen we van het Amerikaanse leger schoenen en met schapenwol gevoerde jacks.
Poolse militairen als smokkelaars…
Een tijd lang hadden we hier hinder van Poolse militairen, die in jeeps de groene grens overkwamen. Dat waren Polen, die in 1945 hadden meegeholpen het zuiden van ons land te bevrijden. Daarna heeft de opmars van de geallieerde legers in ons land een tijdlang vrijwel stil gelegen met als gevolg dat velen van die militairen in het zuiden verkering kregen en trouwden. Toen later in het voorjaar van 1945 de opmars werd voortgezet moesten ook die militairen verder en dienden ze hun verloofdes of echtgenotes achter te laten. Velen van hen kwamen in Duitsland terecht. Na afloop van de oorlog wilden ze tijdens verlof natuurlijk wel naar hun meisje of vrouw. Ze reden dan vaak in Jeeps over de groene grens. Ze smokkelden later verschillende zaken mee voor hun kennissen. Vooral Iangs de Vrijdijk gebeurde dat veel.
Ik heb het meegemaakt dat die Polen 's nachts met onverlichte voertuigen de grens over kwamen rijden, waar we dan met onze karabijnen tegenover stonden. Als ze ons in de gaten kregen zetten ze ons in het volle Iicht en richtten ze hun wapens op ons. Ook hebben ze weleens op ons geschoten. Het is onbegrijpelijk dat het altijd goed is gegaan. We doken wel snel in sloot of greppel als ze ons in de gaten kregen. Wordt vervolgd…
2 Wilco Groeneveld 3 Kim Schröder 4 ??? 5 Anne Niehof 6 Menno Wolkotte 7 Tom Niehof 8 Koen ten Dam 9 Dennis Kleizen 10 Tim Rook 12 Jan Maatman 13 Yvonne Bruna.
Marianne Veldhuis Breklenkamp
G.J. Voorhuis Hengelo(O) (5)…
Van dat ijzerdraad moest een stuk worden afgeknipt maar nergens een tang of schaar. Opeens zagen ze de bijl staan en met het scherp naar boven wilden ze er met een hamer op slaan om het ijzerdraad door te krijgen. Ik wilde dat niet hebben, maar een van die jongens nam het geweer en schreeuwde: “Willen Sie dass nicht gemütlich, dann gebrauchen wir gewalt” en daarbij het geweer op mij richtend. Nou… dan hou je je wel koest.
Toen was er ook al een onderwijzeres naar binnen gevlucht, wie dat was weet ik zo gauw niet meer. Er vluchtten toen niet alleen soldaten maar ook wel officieren. Zij stopten juist bij ons, zij hadden nog auto’s. Toen ben ik naar hun toegegaan en heb hun verteld van het roven van fietsen en dergelijke. De officier schreeuwde een keer “Scheisshunde… nach Haus” en toen maakten de soldaten dat ze wegkwamen. Dit gebeurde op Paaszaterdag met mooi weer. We hadden alles een beetje schoon gemaakt en aangeveegd, maar de volgende morgen was alles een rotzooi. Ze hadden 's nachts een trein beschoten en bommen gegooid, ruiten kapot en een grote troep.
Pasen…
Ik was met de fiets naar de kerk, overal nog terugtrekkende Duitsers. Bij Borghuis in Deurningen kwamen een man of 4 de deur uit, gekleed in overalls en andere oude kleren. Dat waren Duitse soldaten die er stiekem tussenuit waren gegaan. Toen ik thuiskwam waren er nog steeds terugtrekkende soldaten. Maar 's middags komen Jan Caré en een van de jongens van Bergman -Frans- bij ons die vertelden dat de bevrijding dichtbij was. Maar wat was nu het geval? 's Nachts was er een draad van het bovengronds net van de elektriciteit stukgeschoten en het eind van die draad hing bij ons in de kersenboom. Bij Bergman hadden ze nog stiekem een radio, want die moesten allemaal ingeleverd worden en zodoende had bijna niemand een radio meer. Zij hoorden dan ook dat de bevrijding dichtbij was. Helaas was nu de draad kapot en daarom wilden ze weer contact maken om die stukgeschoten draden weer over elkaar heen te doen. Maar zover zijn we niet gekomen, want daar kwamen de tanks op de Vliegveldstraat bij Frans op de Bult al schietend aanrollen.
Wij naar binnen en steeds maar weer kijken of ze bij ons voorbij zouden komen. Intussen kwam er wel groepje Duitse soldaten bij ons achter het huis. Ik naar hen toe, angstige gezichten van hun, niet wetende wat ze moesten doen. Ik vroeg hun wat er gaande was maar daar werd ik niet veel wijzer van. Ze hadden zoveel bagage bij zich, alles wat hun dierbaar was. Een fiets en de ransels vol. Ik vroeg hun wat er gaande was, maar ze trokken de schouders op. Ze vroegen me nog wel of er daar verderop nog een ‘Brücke’ over de beek was. Ik zei natuurlijk wel “daar verderop”. Toen kwamen de tanks aanrijden richting Hengelo. Wij in huis het kleine keldertje in, de kinderen boven op de aardappels en wij zo goed en kwaad als het kon op elkaar gepakt. Frans Caré en Frans moesten uit nood ook mee de kelder in. Ik zat op de bovenste tree en we hoorden niets als schieten en glas gerinkel, (ik heb reeds geschreven dat het mooi weer was, daarom stonden de ramen open). Omdat ik vooraan op het trapje zat, keek ik wel eens de keuken in of er ook ergens bij ons brand was, want het hele huis stond vol rook. Toen het schieten een beetje minder werd, ben ik op handen en voeten uit de kelder gekropen, om over het aan aanrecht richting Stege te kijken. Daar stond alles in brand. Toen keek ik richting Hengelo, daar brandde het ook overal. Bij ons in de buurt, zoals hierboven al vermeld, is Stege (toen nog ‘de Hut’) afgebrand, evenals de schuur van Boersma, de schuur van Bouwman, de dubbele woning van Pisano en de schuur van Kosters.
Toen het eerste geweld wat minder werd gingen we naar buiten. Eerst hebben we gekeken waar de Duitse soldaten waren, die bij ons achter het huis waren gevlucht. Er was niets meer te zien, ze hadden alleen alles moeten achterlaten wat ze niet mee konden krijgen. Er stond een fiets, ransels, een geweer waarin zelfs nog een kogel zat, maar die hadden ze eerst kapot gemaakt en het geweer was helemaal krom geslagen. In de ransels zat van alles. Zelfs nog paaseieren en alles wat hun lief was zoals foto's van hun gezinnen. Bij al datgene wat we op de foto's zagen, families gezellig zittend achter hun huis, kwam toch duidelijk de ellende van de oorlog naar voren. De gedachte dat die soldaten ook verplicht het leger in moesten en afscheid moesten nemen van hun gezin en familie
Oorlog nooit weer…
Ondertussen stonden bij Stege drie tanks, één midden op de straat, één in de boomgaard van Bouwman en één aan de andere kant van de straat bij Stege. Wij ernaartoe, maar toen wij de beek liepen, riepen zij ons een halt toe. De Canadezen wisten ook niet wat we wilden. Omdat het Pasen was hadden we voor de zondag altijd een witte zakdoek bij ons. Dus wij die in de hand, toen mochten we komen. Tussen haakjes, langs de straat waren allemaal van die eenmansgaten en voor auto’s van dien aard een beschermingsplaats. Bij de Hut (Stege) was ook zo'n vluchtplaats, daar waren de Canadezen al aan het eieren bakken en we kregen direct sigaretten en ‘Tjoklat’ chocolade. De vreugde is niet te beschrijven.
Maar… de vreugde was van korte duur, want de bezetters van Hengelo wilden zich niet overgeven. Dus al met al, als het op een gevecht zou uitdraaien, zaten wij midden in de vuurlinie. We zagen op de Borgmansweg bij Aarninkhof al vluchtende mensen die er vandoor gingen met bokkenwagens en op de fiets, met alleen het nood-zakelijkste bij zich. Wat nu? Dus wij ook weg. Met de koe en een kalf en verder de meest waardevolle dingen gingen we naar Steghuis. Het kalf hebben we bij Aarninkhof in de weide gedaan en de koe ging mee naar Steghuis omdat hij gemolken moest worden. Die nacht bij Steghuis geen oog dicht gedaan. Allen zaten vol spanning. De hele lucht was verlicht van al het schieten en de branden, maar er gebeurde niets. Maar we zaten wel helemaal vol spanning.
Paasmaandag ik op de fiets naar Hengelo. Overal op straat mensen vol spanning, maar toen ik dicht bij Hengelo kwam, hoorde ik dat Hengelo bevrijd was. Toen ben ik over de Oldenzaalsestraat naar ons huis gefietst. Het stond er nog wel maar was van alle kanten doorzeefd met kogelgaten en veel ramen en pannen waren kapot. De ramen van de keuken stonden wijd open en men kon bespeuren dat er mensen in geweest waren. Door het raam boven het aanrecht.
Het was bevuild door smerige laarzen, maar we misten bijna niets. Dus wij weer blij naar huis terug. Toen begon het ook nog te regenen, wat leidde tot veel werk aan het huis, nieuwe pannen opleggen, toevallig waren er nog wat aanwezig.
Tot zover heb ik geschreven over mijn herinneringen van vroeger. Hopende dat ik voor jullie, mijn kinderen, hierdoor een aardigheidje heb gedaan.
G.J. Voorhuis
Hengelo 28 april 1985. Wordt vervolgd (naschrift redactie)…
Op zoek naar een foto van… (herhaalde oproep Nieuwsbrief 2017-4)
Van Gesina Ortman 1859-1937, is geen foto ontvangen. Van haar zoon Herman is wel een foto, zie genoemde nieuwsbrief. Van Hanna en haar man Johan Nijhuis is de redactie nog op zoek naar een foto.
In zijn jonge jaren is Hannes Damhuis knecht bij de familie Bodde-Stokke op Stokke in Lattrop en bij de familie Keukeler op Oude Beernink in Lattrop. Op 3 october 1921 vertrekt hij naar Ootmarsum. Wat hij daar gedaan heeft is niet bekend. Volgens overlevering heeft hij nog een korte tijd gewoond op Kerken-Rieks of Naai-Sien achter de kerk in Lattrop. Begin jaren '60 komt hij te wonen bij de ongehuwde Gerard Kokkeler op het erf Sombekke in de Buurtschap Denekamp, Voskampweg 1.
Hij wordt ook wel Zwat’n Hannes genoemd. Was in de oorlog lid van de N.S.B. (Nationaal-Socialistische Beweging) en is na afloop hiervan nog geïnterneerd geweest in Kampen. Hij kwam regelmatig in café ’t Blik van Johan en Toos Wintels-Mensink, later Schothuis. Kwam er meestal dronken vandaan. Hij rookte sigaren en liet de as gewoon op de grond vallen. De andere stamgasten zeiden dan: “Hannes is ok wear an't slak zeajn west”.
Hannes hield schapen en kocht hiervoor stro bij Bosink in Breklenkamp, dat na zijn dood nog moest worden afgerekend. Hij overlijdt ongehuwd in 1971 op de leeftijd van 75 jaar. Op verzoek van zijn broer Herman Damhuis in Lattrop, die met zijn vrouw Marie aan de pastoor Brandtsstraat woont, verzorgt hun buurman Hennie Groeneveld (BoomsJanszienHennie) de begrafenis en nalatenschap, één en ander in samenwerking met koster Benneker in Denekamp. Herman is namelijk niet zo ‘groot’ meer met zijn broer in Denekamp, waarschijnlijk als gevolg van zijn activiteiten in de oorlog.
Een foto van Hannes is bij de familie Kokkeler op Sombekke niet bekend, wel een bidprentje van Hannes en een foto van de voormalige boerderij.
Bewonersgeschiedenis Boershuijs in Breklenkamp (2)…
Uit dit huwelijk worden 4 kinderen geboren:
1. Geert Boers, zie hierna.
2. Zwenne Boers, geboren op 4 september 1812. Zij trouwt op 11 mei 1843 met de weduwnaar Jan Seise geboren op 23 november 1794 op het gelijknamige erf in Breklenkamp. Dit erf lag tot ca. 1840 vlak bij de Duitse grens en is verplaatst naar de huidige Seiseweg. Bewoners nu Rademaker. Jan is een zoon van Lucas Scholten (~1775-1838) van het Scholtenerf in Breklenkamp, noemt zich Seise en Fenne Grijpink geboren in Uelsen. Jan Seise was eerder, in 1832, getrouwd met Euphemia (Fenne) Bossink of Bosman, geboren in 1807 in Halle bij Uelsen.
3. Joanna Boers. geboren op 22 augustus 1815. Zij overlijdt bijna twee jaar later op 24 juli 1817.
4. Jan Boers, geboren 17 juni 1818. Hij overlijdt ongehuwd op 18 augustus 1829, oud 21 jaar.
De vader, Gerrit Boers, overlijdt op 16 october 1818, oud slechts 44 jaar.
Dan hertrouwt de moeder Christina Kotkamp op 1 maart 1820 met Jan Westerhof, geboren op 5 maart 1786 in Frensdorf bij Noordhorn. Hij is een zoon van Harmen Westerhof (1757-1838) uit Frensdorf en Stine Geisink (~1757-1828) uit eveneens Frensdorf.
Uit dit huwelijk worden 2 kinderen geboren:
5. Gerrit Westerhof geboren op 14 december 1821 en
6. Harmen Westerhof geboren op 21 november 1824. Van beiden is verder niets bekend.
De moeder Christine Kotkamp (ook Kortkamp) overlijdt op 2 maart 1857 oud 78 jaar en haar 2e man Jan Westerhof op 31 mei 1862 oud 76 jaar.
Register van naamsaanneming 1812: Gerrit Boers met zoon Geert nemen de naam Boers aan.
Geert Boers en Harmtjen Leugten…
Geert Boers als oudste zoon wordt erfopvolger op het Boershuis. Hij is hier landbouwer van 1843 tot 1875. Geert is geboren op 10 februari 1810 en trouwt op 2 november 1843 in Denekamp met Hermina (Harmtjen) Leugten of Lögten. Harmtjen is geboren op 24 december 1820 op het erf Oortman of Schulten Geerts, nu Smoes, in Hollands Breklenkamp. Geboorteaangifte: Jan Leúgten (de vader) oud 31 jaren landbouwer en de getuigen Gerrit Vreehuis oud 27 jaren schoolonderwijzer en Lambert Kuijers oud 22 jaren schoolonder-wijzer. Zij is een dochter van Jan Lögten geboren in 1789 op Schulten Geerts en Janna Langferink geboren in 1787 in Hesepe, Kerspel Noordhoorn. Na het overlijden van Jan Lögten in 1830 trouwt Janna in 1825 voor de 2e keer met Evert Smoes uit Frensdorf. Hij is de stamvader van de familie Smoes op Schulten Geerts.
Uit het huwelijk van Geert en Harmtjen worden 7 kinderen geboren:
1. Stine Boers, geboren 28 november 1844. Zij trouwt op 18 april 1870 in Veldhausen met Berend Brüna geboren 28 juli 1840 in Esche, zoon van Gerrit Hendrik Brüna en Jenne Lambers.
2. Jan Boers, zie hierna.
3. Gerrit Boers, geboren op 12 december 1849. Hij overlijdt ongehuwd op 11 juli 1925.
4. Johanna Boers, geboren op 13 januari 1853. Zij trouwt in 1881 in Denekamp met Jan Maatman geboren in 1851 op het erf Klein Dasseler. Hij is geen familie van de in het begin genoemde Maatman. Johanna overlijdt hier in 1900 en Jan en 1913.
5. Jan Evert Boers, geboren op 25 januari 1856. Hij trouwt in 1895 met Johanna Snieders geboren in 1867 in Haftenkamp(D). Uit dit huwelijk o.a. Geert Boers, die erfopvolger in Breklenkamp zal worden. Zie hierna.
6. Geze Boers, geboren op 18 april 1859. Zij trouwt met Berent Hofste aan de Neustadt in Lage, in de directe noaberschop van Maatman waar haar voorouders vandaan komen.
7. Jan Hendrik Boers, zie hierna. Foto rechts ca. 1880.
Jan Boers/Jan Hendrik Boers en Hendrika Maatman…
De oudste zoon Jan Boers wordt erfopvolger op het Boershuis. Hij is landbouwer op Boershuis van 1875 tot 1901. Op 14 juni 1889, hij is dan al 42 jaar, trouwt hij in Denekamp met Hendrika Maatman, geboren op 8 januari 1859 op het erf Klein of Olde Dasseler in Lattrop. Zij is een dochter van Lucas Maatman en Fenna Kotkamp. Het huwelijk blijft kinderloos en Jan overlijdt op 9 augustus 1901.
Hendrika hertrouwt op 3 juni 1903 met een broer van Jan, Jan Hendrik Boers oud 40 jaar. Hij is geboren op 14 october 1862. Maar ook dit huwelijk blijft kinderloos.
Een oom van Jan en Jan Hendrik, Jan Evert Boers, is in 1895 naar Haftenkamp getrouwd. Hun 2e zoon, Geert Boers, wordt erfopvolger op Boers in Breklenkamp. Wordt vervolgd…
Deze fotobriefkaart, verzonden door Bennie Ruël van Boomhuis in Lattrop, is op 22 november 1948 afgestempeld in Soerabaja-Indonesië, en verzonden aan G Arends, smederij in Lattrop.
Verkoop erve en goed Wigger Lattrop 1827 (5)…
Twaalfde perceel.
Een stuk zaailand op den Esch groot vijfenveertig roeden negenendertig ellen,
west aan ’t vorige perceel en oost aan den Erfhuisgaarden gelegen. Dadelijk te aanvaarden.
Dit perceel ingezet zijnde door Willem Abraham van Laer voormeld op driehonderd
en zesentachtig gulden. Zegge f 386.=
Is bij gebrek aan eenig verder bod hiervan koper geworden gemelde Heer Willem Abraham
van Laer voor de som van driehonderd zesentachtig gulden. Zegge f 386.=
Die hier na voorlezing heeft getekend. WA van Laer
Dertiende perceel.
De noordwestelijke helft van een stuk zaai land de Veldkamp genaamd gelegen
ten zuidoosten van en langs den groten weg naar Nordhoorn belendende ten
zuidoosten aan ’t volgende perceel zijnde deze helft groot tweeenzeventig
roeden tweeenzestig ellen. Dadelijk te aanvaarden.
Dit perceel ingezet zijnde door Hermen Schomaker landbouwer te Lattrup op zes
honderd guldens. Zegge f 600.=
Is bij gebrek aan verder bod hiervan koper geworden de gemelde Hermen Schomaker
voor de som van zeshonderd gulden Z(egge) f 600.=
En heeft deze koper tot zijne borgen ingevolge de memorie van lasten gesteld
Evert Rerink en Albert Zegelvoort voornoemd en met dezelven hier na voorlezing getekend.
H: Schomaker E Rerink A Zegelvoort
Veertiende perceel.
De zuidoostelijke helft van een stuk zaai land den Veltkamp groot deze helft twee-
enzeventig roeden tweeenzestig ellen noord west aan ’t vorige perceel, zuidoost
aan den weg. Te aanvaarden dadelijk.
Dit perceel ingezet zijnde door Evert Rerink voornoemd op zeshonderd en dertig
gulden. Zegge f 630.=
Is bij gebrek aan hoger bod hiervan koper geworden de genoemde Evert Rerink voor
de gemelde som van zeshonderd en dertig gulden. Zegge f 630,=
En heeft deze koper met zijne bovengemelde borgen alhier na voorlezing getekend.
E Rerink A Zegelvoort H Schomaker
Vijftiende perceel.
Een bakhuis en verkenhok op den hof staande Dit perceel ingezet zijnde door
Lucas Lambers Voornoemd op zeventig gulden. Zegge f 70.=
Is daarvan na eenige hogingen koper geworden De Heer Hieronimus Pennink HZ
(HendrikZoon) burgemeester Voor de som van honderd en veertig gulden
Zegge f 140.=
Die alhier na voorlezing met de Heeren Andreas Gooszen en Willem Abraham
van Laer voormeld Als de door hem koper gestelde solidaire borgen
Heeft getekend.
H. Pennink HZ Gooszen WA van Laer
Zestiende perceel.
Een schuur zijnde de brandschuur van vier gebinten. Te aanvaarden Martini
eerstkomende. Dit perceel ingezet zijnde door Hermen Leferink voornoemd
op vijfendertig gulden. Zegge f 35.=
Is daarvan na eenige hogingen koper geworden Arend Scholten landbouwer
te Noorddeuringen voor vijfenzestig gulden. Zegge f 65.=
En heeft deze koper tot solidaire borgen volgens de koopconditien gesteld
Jannes Bonke en Hermen Hulsbeke beide landbouwers te Lattrup en met
dezelven alhier na voorlezing Getekend.
J Bonke H Hulsbek A Schulten
Zeventiende perceel
Een stuk land het Rot geheten bestaande in een bunder eenentachtig roeden
tweeentwintig ellen hooiland gelegen achter het Zegelvoort aan de geele beek.
Te aanvaarden Martini eerstkomende met uitzondering van zesendertig roeden
eenendertig ellen zaailand bij Gerrit Westerhof voor twaalf gulden s’jaars
in huur, welke de koper niet voor Jacobi achttien honderd achtentwintig zal
kunnen aantasten mits komt de huur daarvan verschijnende als dan à twaalf
gulden voor den aankoper.
Dit perceel ingezet zijnde door Lucas Lambers voormeld op zeventienhonderd
en vijf gulden. Zegge f 1705.=
Is bij gebrek aan verder bod daarvan koper geworden gemelde Lucas Lambers
Voordien gemeld inzate som van zeventienhonderd en vijf gulden. Zegge f 1705.=
En heeft deze koper alhier na voorlezing getekend.
L Lambers Wordt vervolgd…
Albertus Teutemeijer naar het erf Groeneveld in Tilligte…
Vervolg Teutemeijer (slot) (Zie Nieuwsbrieven 2017-10 en 2017-11.)
Albertus Teutemeijer *1744 - ~1786 x ~1770 Johanna Tijkotte
1 Johannes *1772
2 Gerrit Jan *1773 ?1829
3 Henrica *1776 ?1848
4 Albertus
Het 4e kind van Albertus en Johanna trouwt naar het erf Groeneveld bij de Ottershagen in Tilligte.
4 Albertus Teutemeijer (noemt zich Groeneveld) is geboren in Beuningen (Teutemeijer). Albertus is overleden op 21 april 1821 in Tilligte 19, 41 jaar oud. Albertus:
(1) trouwde, 30 jaar oud, op 5 augustus 1809 in Ootmarsum (RC) met Dina Groeneveld, nadat zij op 8 juli 1809 in Denekamp (CIV) in ondertrouw zijn gegaan. Dina is geboren in Tilligte en overleden in 1810.
Kinderloos.
(2) trouwde in Ootmarsum? met Euphemia Groeneveld (zuster van Dina). Het kerkelijk huwelijk vond plaats op 23 februari 1811 in Ootmarssum (RC). Euphemia is geboren in Tilligte en overleden op 24 juli 1812, 23 jaar oud.
Kinderen van Albertus en Euphemia: (geb Groeneveld T19)
1 Nn Groeneveld, levenloos geboren zoon, geboren op 22 juli 1812.
2 Berendina Groeneveld, geboren op 22 juli 1812. Berendina is overleden op 26 januari 1814, 1 jaar oud.
(3) trouwde, 33 jaar oud, op 21 januari 1813 in Ootmarsum met Bernadina Jochems, 26 jaar oud. Bernadina is geboren in Noord Deurningen (Jochems), dochter van Gerardus Johannes Jochems en Joanna Grashof. Bernadina is overleden op 27 december 1859, 73 jaar oud.
Kind van Albertus en Bernadina: (geb Groeneveld T19)
3 Frederikus Groeneveld (erfopvolger op Groeneveld), is geboren op 6 december 1813. Hij is overleden op 19 januari 1875 in Tilligte 19, 61 jaar oud. Frederikus trouwde, 34 jaar oud, op 6 september 1848 in Denekamp met Euphemia Rippert, 24 jaar oud. Euphemia is geboren op 6 maart 1824 in Tilligte (Rippert), dochter van Joannes Hermannus/Jan Hermen Rippert en Joanna Heuver. Euphemia is overleden op 14 januari 1893, 68 jaar oud.
Kind van Frederikus en Euphemia:
1 Albertus Groeneveld (erfopvolger op Groeneveld), is geboren op 23 juni 1851. Hij is overleden op 7 maart 1916, 64 jaar oud. Albertus trouwde, 37 jaar oud, op 20 februari 1889 in Denekamp met Johanna Zegger, 24 jaar oud. Johanna is geboren op 8 juni 1864 in Tilligte 39 (de Keijser), dochter van Jan Willem Zegger en Berendina Wassink. Johanna is overleden op 13 mei 1942 (ovl te Oldenzaal), 77 jaar oud.
Kind van Albertus en Johanna:
4 Gerardus Albertus Groeneveld (erfopvolger op Groeneveld), is geboren op 18 mei 1895. Hij is overleden op 21 januari 1971, 75 jaar oud. Gerardus trouwde, 31 jaar oud, op 16 september 1926 in Tilligte (RK Kerk HH Simon & Judas) met Susanna Aleida ten Brink, 29 jaar oud. Susanna is geboren op 24 februari 1897 in Tilligte (Oude Kienhuis), dochter van Gerhardus (Graads) ten Brink en Susanna Maria (San) Meijer. Susanna is overleden op 17 mei 1977(ovl te Oldenzaal), 80 jaar oud.
Kind van Gerardus en Susanna:
1 Gerardus Albertus (Gerard) Groeneveld (erfopvolger op Groeneveld), is geboren op 11 juli 1927. Hij is overleden op 28 januari 2012, 84 jaar oud. Gerard trouwde, 30 jaar oud, op 22 augustus 1957 in Denekamp met Gezina Berendina (Sientje) Ribberink, 30 jaar oud. Sientje is geboren op 24 oktober 1926 in Tilligte 65 (Möschoes).
Deze foto komt, via de familie Damhuis in Lattrop, uit het archief van de familie Damhuis-Hofste in Denekamp. Herman Damhuis, Kost-Herman in Lattrop, heeft één broer, Gerardus (Gerard). Beiden zijn geboren op het kottersplaatsje Oude Zegelvoort of Zegelvoortbakhuis (nu Heinik) in Lattrop. Gerard trouwt in 1920 met Wilhelmina Catharina Hofste geboren in 1897 in Epe (Pruissen). In Denekamp staat hij bekend als ‘politie-Damhuis’. Wie herkent de ruiter en de amazone?
Over de schoolkwestie te Lattrop (8)…
Dat zegt hij compt.p.q. zijne voormelde P.paalen met die van hunnen raade, hebben bevonden, dat daarbij als mede bij de kondschappen daarbij geappliceerd, gezegdens en uitdrukkingen voorkomen, die niet zeer geschikt schijnen, om den verderfelijken en geheit onchristelijken tweedragt, nijd en verschillen tussen de ingezetenen van verschillende godsdienstige begrippen of gezindheden, overeenkomstig de gemanifesteerde intentie van alle verligte in weldenkende vaderlanders en representanten voor te komen en die te doen cessieeren en die ook niet volkomen schijnen te stroken met de denkbeelden van vrijheide en gelijkheid, vooral niet met opzigt tot de kerkelijke zaaken waartoe ook het schoolwezen behoord, altans tot hier toe, daar onder gecomprehendeert en als zodanig beschouwd is geworden.Dat zij zig egter over den inhoud van dien eisch en aanspraak, voor als nog niet verder zullen in of uitlaten, maar daaromtrend in allen opzigten willen blijven salvis rechtens dan alleen dat het hun ten uitersten vreemd voorkomt, hoe zij door het wegnemen van hun eigendommelijken kagchel, eigenrichting en spolie zouden hebben kunnen begaan?
Daar zij gemeinten vertrouwd hebben, gelijk zij ook nog vermeinen en vertrouwen dat het aan eigenaaren vrij staat hun goed te gebruiken, daar waar zij het goed vinden en dat zij dus gevolgelijk ook het regt hadden omdien gemelden kagchel met het goedvinden van ten minsten meer als tien tegen een, zo als ten klaarsten kan bewezen worden, uit die school, waarin zij alleen op eigen goedvinden en motijf ten dienste van hunne kinderen geplaatst hadden en waar zij nu niet meer voornemens waren dezelve in het vervolg te zenden ook op eigen goedvinden en motijf, weer vandaar te kunnen en mogen wegnemen, en elders te plaatsen in een school of kamer, daar zij nu hunne kinderen dagten te laten onderwijzen, zonder daardoor aan den schoolmeester, die daarop als zodanig nog regt, nog prossessie heeft gehad, spolie en trabe toe te brengen, dat zij ook vertrouwen dat men hun de vrijheid om hunne kinders in een andere als de tot hiertoe alleen gepermitteerde en bevoorregte school, waarin zij ten opzigte van hunnen godsdienst, geen het mindste onderwijs konden ontvangen, te laten onderwijzen, niet langer zal willen benemen of betwisten. Door zulks,na hun inzien volmaakt zoude contrasteren, met de polijtieque grondbeginzelen op welke de representanten van het gehele Bataafsche Volk verklaard hebben, de kerk van den Staat afgescheiden te zijn.
Dat zij compt. niet verword of gedagt hebben, dat zij om het gebruik van hun eigen en door hun zelfs bezeeten goed op eene andere plaats te mogen hebben, eerst middelen regte zouden moeten bij de hand nemen.
En dus in alle gevallen geen opzettelijke eigenrichting of spolie zouden hebben begaan en daarom van de weldunkenheid van de advocaat fiscaal ofwel den burger verwalter van het drostambt van Twente, die aangaande de gesteldheid van het geval met dezen kagchel geheel kwalijk schijnen geinformeert te zijn, menen te mogen verwagten dat zij bij overweging van dit een en ander, deze hatelijke procedure wel buiten verder pourtuite zullen gelieven te laten. Dog ingeval zulks onvermoedelijk het geval niet mogte zijn stellen comp. bij dezen voor of zij eensdeels om een spoedig einde van deeze tedienste zaak te bekomen en ook anderdeels om dat deze zaak de policie van nabij schijnt te raken, met ons niet kunnen goedvinden, van deszelfs ter cognitie en beslissing, of aan de representanten van het volk van Overijssel of deszelver ordinaris gedeputeerden, over te geven. En dus den eisch en aanspraak met de datum en het daarop door ons te doen andwoord of bericht ten dien fine aan deszelve toe te zenden.
Comparanten vertrouwen zeker dat den burger verwalter van het drostambt voornoemd hier in met hun wel zal gelieven toe te stemmen, te meer daar zij geinformeert zijn, dat hij nog onlangs in een ander geval betreffende het schoolwezen verklaard heeft van oordeel te zijn, dat zulks uit zijnen aart, ter cognitie en beslissing van de representanten behoorde, dog ingeval van verweigering reterveren zij comp. zig agter ten dien opzigte te kunnen en mogen doen en addresseren als zij zullen vermenen te behoren, verzoekende daaromtrent een spoedig en cathegorisch antwoord, om zig daarna te kunnen reguleren, onder protest van kosten, afwachtende
Hierop erschenen G.Pennink qq. en verzoekt van vorenstaande recissaire handeling ten spoedigsten copij met een termijn van 14 dagen.
Actum bij noodgericht den 2 november 1796.
richter Fr.van Raet
assess.{ G.van Assen en pr.A.Gooszen. Wordt vervolgd…
Uw reactie…
Mail 01-01-2018: Yes some interesting reading of the old days and special here in Alberta Canada.
Yes 38 graden c onder nul op de last day of 2017 and lots of snow.
Happy New Year to you, from oldtimer Jerry (red. Keujer) oet Losser in CANADA.
Beyerink in Carroll County, Iowa, USA…
Zie ook de berichten in de Nieuwsbrieven mei, oktober en november 2017.
Op één brief is gereageerd maar zij weet niet zo veel van deze familie. En de jongeren, die zij hierover sprak, hebben hiervoor geen belangstelling. Vervolgens weer 5 brieven verstuurd naar andere Beyerink’s in Iowa. Hierop zijn nog geen reacties binnengekomen.
Binnenkort in de nieuwsbrieven…
# Keuters van Wietmarschen naar Lattrop (1)…
# Historie 'Smids-Gradus' of het 'Kosthuis' in Lattrop (1)…