Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Koopcontract 'Oortman' 1863

 

Het plaatsje ‘Broekhuis’ wordt vanaf 1718 bewoond door Berent Lúbberinck van het erf Lübberman in Lattrop en zijn huisvrouw Aéle Haemberg van het plaatsje Hoamberg, eveneens in Lattrop. Berent, doopnaam Bernardus Schultens, is in de Roomsch Catholijcke kerk van Ootmarsum gedoopt op 9 maart 1694. Zijn vrouw Aéle is gedoopt ca. 1696; haar doopinschrijving is niet gevonden. Op 24 juli 1718 gaat het paar in ondertrouw en het huwelijk, Nederduits Gereformeerd, wordt voltrokken op 7 augustus 1718, eveneens in Ootmarsum.
Het is aannemelijk dat Berent hier een stuk grond erft of koopt en er in 1718 een boerderijtje bouwt. De grond ligt in het ‘Binnenbrook’, vandaar dat Berent zich Brookhuijs of Broeckhuijs noemt. Deze familie blijft eigenaar van het plaatsje tot 1827 als kleinzoon Berend Jan Brookhuis, die in 1794 getrouwd is met Lena Beverborg uit Rossum, het verkoopt aan Gerrit Oortman geboren in 1797 op ‘de Wever’ in Breklenkamp. Nu heet het plaatsje ‘Oortman’. Berend Jan en Lena verlaten het Brookhuis en vestigen zich een eindje verder op ‘de Horst’.Herman Bruns en Johanna Lansink of  Brook-Herm en Kniep-Jannoa in Lattrop
Deze Gerrit Oortman is de verkoper in 1863. Gerrit Oortman trouwt in 1822 met Maria Blokhuis *1799 op het erf Zegelvoort in Lattrop. Hun zoon Hermen Hendrik wordt erfopvolger en trouwt in 1858 met Hermina Bruns *1826 in Noord Deurningen. Hun huwelijk blijft kinderloos. Daarop komt een neefje van Hermina, Herman Bruns uit Dorp Denekamp, hier als erfopvolger. Nu wordt de erfnaam Brook-Herm. Hij trouwt in 1905 met Johanna Lansink, Kniep-Jannoa, van het plaatsje Oude Boomhuis in Tilligte. Hun zoon Bernardus Bruns, beter bekend als Brook-Beand, wordt erfopvolger en trouwt in 1952 met Annie Goossink van de Konijnenboer in Noord Deurningen. Midden jaren ’50 koopt Beand het inmiddels vervallen plaatsje van de familie Scholte Lubberink.

1863-01-09 Koopcontract ‘Oortman’ Lattrop (1)

1863-01-09 Koopcontract ‘Oortman’ Lattrop (2)

Transcriptie koopcontract plaatsje ‘het Oortman’ Lattrop 9 januari 1863

No 671

Voor ons Josephus Antonius Hendrikus ten Pol, notaris in het arrondissement Almelo residerende te Ootmarsum en in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen zijn verschenen:

Gerrit Oortman, landbouwer en diens echtgenote Maria Blokhuis, zonder beroep, de vrouw onder bijstand en met magtiging van gezegden haren man, wonende tezamen te Lattrup in de gemeente Denekamp, die verklaarden verkocht te hebben, zulks als nog doende en dientengevolge in vollen en vrijen eigendom over te dragen onder vrijwaring als naar de wet, aan den mede comparant Gerhardus Scholtenlubberink, landbouwer mede te Lattrup, gemeente Denekamp woonachtig die verklaarde in koop aan te nemen

   De nagenoemde aan de Comparante verkooper volgens hunne verklaring in vollen en vrijen eigendom en gemeenschap toebehorende onroerende goederen, uitmakende het plaatsje ‘Oortman’, gelegen te Lattrup in de gemeente Denekamp onder de Kadastrale Sectie E nummers:

514. huis en erf groot drie roeden veertig ellen (0.03.40ha).Hottingerkaart 1773-1794
515. bouwland groot achtenzeventig roeden tachtig ellen (0.78.80ha).
497. bouwland groot zesenveertig roeden veertig ellen (0.46.40ha).
1119. heide groot eenennegentig roeden vijftig ellen (0.91.50ha).
1433. weiland groot eenenvijftig roeden  twintig ellen (0.51.20 ha).
1453. weiland groot drieendertig roeden tien ellen (0.33.10ha).

Verkoopers verklaren  den eigendom van de  drie eerst genoemde perceelen te hebben verkreegen als hebbende de comparant Gerrit Oortman dezelve aangekocht van Berend Jan Broekhuis en Helena Beverborg, destijds echtelieden te Lattrup voormeld, blijkens acte gepasseerd voor Hendrikus Mensink, notaris destijds te Weerselo, den drieentwintigsten Augustus achttienhonderd zevenentwintig, (23-8-1827) behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven ten kantore van hypotheken te Almelo den twaalfden October achttienhonderd zevenentwintig (12-10-1827) in deel negentien nummer honderddrieentwintig en de overige 3 perceelen of nummers te hebben gekregen bij scheiding en  deeling der Markte van Lattrup voormeld, zonder daarvan echter titels van herkomst te kennen of te bezitten, noch te weten dat daarvan overschrijving heeft plaats gehad ten kantore van hypotheken.

   De comparant aankooper die verklaart genoemde anderen wel te kennen en daarvan geene nadere beschrijving dan de in deze daarvan gegevene te verlangen, zal dezelve dadelijk kunnen aanvaarden met alle derzelver lusten en lasten regten en geregtigheden, zo en in dier voege als verkoopers daartoe zijn geregtigd die niets vooral nadeeligs daarop willen houden evenmin als zij willen instaan voor de ter goeder trouw opgegeven grootte.

   Deze Verkoop en Koop is tuschen de wederzijdsche Comparanten gesloten en aangegaan voor en om eene som van  duizend en vijftig gulden (ƒ 1050,=) omtrent de voldoeninge waarvan tusschen verkooper en Kooper is overeengekomen dat de aankooper voor zijne rekening zal nemen een bedrag van achthonderd gulden (ƒ 800,=) welke op genoemde onroerende goederen krachtens de aangehaalde Koopacte, hypothekair zijn gevestigd ten behoeve der erfgenamen van wijlen den heer Theodorus Frederikus Antonius Kistemaker in leven  grondeigenaar te Oldenzaal; verklarende verkoopers de resterende tweehonderd en vijftig gulden (ƒ 250,=) op heden van den aankoper in contanten te hebben ontvangen en dus voornoemde koopsom  den aankooper finaal en zonder eenige namaning kwijting te geven.

   Tenslotte verklaren de comparanten verkoopers den aankooper te magtigen om een afschrift dezer acte te doen overschrijven ten kantore van hypoyheken te Almelo, ten einde daardoor te verkrijgen de levering en opdracht als volgens artikel zes honderd een en zeventig van het Burgerlijk Wetboek.

   Eindelijk verklaarden de wederzijdsche comparanten, die alle evenals de na te noemen getuigen ons Notaris bekend zijn, om deze acte tenuitvoer te kunnen leggen, woonplaats te kiezen ten kantore van den notaris te Ootmarsum gevestigd.

Waarvan acte

Aldus gedaan en verleden te Ootmarsum ten onzen kantore op heden den negenden Januarij achttienhonderd drieenzestig (9-1-1863) in tegenwoordigheid van Hendrikus van Benthem ……… zoon/landbouwer/ zegge afslager en Mozes Wittgensteiner, Koopman beide wonende te Ootmarsum als getuigen, die met ons Notaris benevens de comparanten, met uitzondering van de comparante Maria Blokhuis, die verklaarde de schrijfkunst niet te verstaan, deze minute onmiddellijk na de door ons gedane voorlezing en eigene lezing door de comparant Gerrit Oortman geteekend hebben.

G Oortman                                                                  J.A.H. ten Pol

G: Scholten Lubberink                                                          Notaris

H van Benthem

M Wittgensteiner

Geregistreerd te Almelo den dertienden Januarij 1800 drie en zestig deel 45 folio 49 verso, van 4. Een blad geen …….. Ontvangen voor regt f 42.- Voor 38 opcenten f 15.96 samen zevenenvijftiggulden zes en negentig cents f 57.96

Den ontvanger