Registrum Memoriale
Parochiae
SS Ap. Simonis et Judea
Loci
De
Latterop
Caput I
Oprigting, omschrijving der Parochie.
De parochie dagteekent van het jaar 1818; in welk jaar, op het hoogfeest der geboorte des heeren, de eerste H.H. Mis in de kerk is opgedragen. Zij is ontstaan door afscheiding van de parochie Ootmarsum, waarvan de twee Buurtschappen Latterop en Brekelenkamp tot dien tijd deel hebben uitgemaakt.
Bij de wederinvoering der kerkelijk Hiërarchie in Nederland, is Zij in hare uitgestrektheid onveranderd gebleven en zijn, door Zijn Doorl: Hoogw: de Aartsbisschop J Zwijsen, onder den titel van RK Parochie van de HH Ap. Simon en Judas te Latterop, hare grenzen omscheren.
“Noordwest-Noord en oostwaarts vindt deze parochie hare grenzen in de grenzen welke ons Koningrijk van Hanover scheiden; ten zuidoosten paalt zij aan de bekende Markenscheiding tusschen Latterop en Noord-Deurninge, vervolgens maakt de revier de Dinkel hare grenzen uit.
Bouw van de nieuwe kerk en pastorie te Latterop
in de jaren negentienhonderd en vijf en twintig en negen
tienhonderd en zes en twintig.
De nieuwe kerk en pastorie te Latterop Gemeente Denekamp, zijn gebouwd in den jaren 1925 en 1926. De eersten steen werd gelegd op den 19den Augustus van het jaar 1925 door den Hoogeerw. Heer Deken J.H. Scholten te Oldenzaal. Bij de plechtigheid waren ook tegenwoordig de Zeereerw. Heer J.W.J. Brandts, pastoor der Parochie Latterop en het kerkbestuur: J. Wassink, G. Scholten Lubberink, J. Horsthuis en J. Groeneveld; de Zeereerw. Heer Pastoor W. Knuif Denekamp, zijne kapelaans J. Lammert en A. Groen; H.O.S. Oostveen, Rector van ’t St. Nicolaasgesticht te Noord-Deurningen; Zeereerw. Heer Pastoor H. Weller, te Tilligte. De architect Joseph Cuijpers en de Aannemer: G. de Kinkelder te Arnhem.
Burgemeester Wijnia van Denekamp (foto rechts) en zijne beide Wethouders, Aarnink van Tilligte en Derkman van Denekamp en talrijke parochianen.
De kerk werd gewijd door den Hoogeerw. Heer Deken J.H. Scholten te Oldenzaal, op last van zijne Doorl. Hoogwaardigheid Mgr. H. Van de Wetering Aartsbisschop van Utrecht, op den 20 mei 1926. Na de wijzing werd de H. Mis opgedragen door den Zeereerw. Heer Pastoor J.W.J. Brandts te Lattrop. Onder die H. Mis werd eene predikatie gehouden door den Hoogeerw. Heer Deken J.H. Scholten te Oldenzaal.
In eene schoone redevoering bracht hij dank aan God en aan de parochianen voor hunne volhardende medewerking voor de totstandkoming van de schoone en prachtige kerk. Na de predikant werd door den Hoogeerw. Heer Deken J.H. Scholten te Oldenzaal de H. Mis opgedragen aan ’t hoofdaltaar.
Caput II
Namen der bijzondere weldoeners dezer Kerk,
benevens vermelding der geschenken.
1 De weduwe Rikkink heeft in het jaar 1855 geschonken aan de kerk een verzilverd wierooksvat en scheepje ter waarde van f 60.
2 De erven Kristen het vloerkleed om den Altaar benevens het Maria en Jozeph beeld ter waarde van f 200.
3 Henricus Schobbartel het Kruisbeeld benevens de beelden der patrionen Simon en Judas ter waarde van f 100.
4 Joanna Roelofs GD (Geestelijke Dame of kloppe) een zilveren gedeeltelijk vergulde ciborie ter waarde van f .
5 Gerrit Huisken een rood misgewaad met dalmatiek ter waarde van f 250.
6 Jan Hendrik Reerink een Missaal met Kapittelstok 6 kandelaren en twee lusters voor beelden van koper verguld.
7 De wed. Reerink 2 Kandelabers ieder met drie armen van koper verguld ter waarde van f 39,50.
8 Joannes Reerink een wit misgewaad ter waarde van f 155.
9 Gezina Oortman een wit misgewaad ter waarde van f 75.
Door Johannes Alink en zijn vrouw is geschonken na de bevrijding in 1946 de Angelusklok ter waarde van ongeveer 500 gulden.
Gerardus Johannes Alink, geb. Lattrop 87 (Vreehuijs/Vreeboer) 12 jan. 1885, ged. Lattrop (RK) 12 jan. 1885, Landbouwer op Vreehuis 1914-1943, † Lattrop 87 (Vreehuijs/Vreeboer) 26 aug. 1950, begr. Lattrop (RK kerkhof) 30 aug. 1950, zn. van Gerhardus en Maria Pikkemaat, tr. Denekamp 20 mei 1914 Johanna Maria Arens, geb. Lattrop 29 (Bergsmid) 21 juni 1889, ged. Lattrop (RK) 21 juni 1889, Dienstbode bij de familie Arends-Leliefeld op De Bergsmid in Lattrop 29 1909-, Landbouwster op Vreehuis 1914-1943, † Lattrop 87 (Vreehuijs/Vreeboer) 4 juni 1963, begr. Lattrop (RK kerkhof) 8 juni 1963.
Door de fam Schröder zijn geschonken de gordijnen in het priesterkoor.
Caput III
Naamlijst der Weleerw. HH Pastoor Kapelaans en assistenten
die in deze Parochie zijn werkzaam geweest.
Bij de oprichting dezer Parochie in 1818 is tot Pastoor benoemd de Weleerw. Heer B Vinke en heeft als zoodanig gefungeerd tot 1822.
Hij is opgevolgd door de Weleerw. GJ Blankenvoort die de pastorale bediening heeft waargenomen tot 25 November 1854 en daarin achtereenvolgend is bijgestaan door de Weleerw HH Kapelaan of assistenten Martens, J Reimer, F Bruns, H Hofland, H Kistemaker, JH Harink, J Scholtenhave, HW Bloemen, J Scholtenhave.
Tot opvolger van den Weleerw Heer GJ Blankenvoort is benoemd A Slutken die van 15 Augustus 1860 tot het einde van 1863 is geadsisteerd door den Weleerw. Heer GJ Wiegink en daarna vanaf 29 Junij 1864 tot 26 Sept 1864 door den Weleerw Heer GJ Beernink en vervolgens vanaf 26 September 1864 door den Weleerw Heer H Sanderink. Daarna. Januarij 1879, opgevolgd door den Weleerw Heer GH Willemsen.
Daarop is gevolgd G Kirch die in febr. 1887 naar het …..huis van St. Josef in Mill-Hill bij …… is vertrokken en opgevolgd door G Schoorlemmer.
De Weleerw Heer Pastoor Aloysius Slutken is den 27en Januari 1890 overleden, en opgevolgd door F. Th. Weitjens, kapelaan te Almelo, die de 22e Februari 1890 bezit van deze parochie heeft genomen.
De Weleerw Heer G. Schoorlemmer is den 24en April 1890 van hier als Kapelaan naar Bunnik vertrokken.
De Weleerw Heer pastoor F Th Weitjens is 26 mei 1899 benoemd tot pastoor te Oud Zevenaar en opgevolgd door J.G. Berbers Kapelaan tot 26 mei 1899 te Vasse en Mander.
De WelEerw Heer Pastoor J.G. Berbers is 10 Augustus 1906 benoemd tot Pastoor te Eibergen en opgevolgd door H.B.G. van Bijlevelt, kapelaan tot 10 Augustus 1906 te Hoogland.
De Weleerw. Heer J.W.J. Brandts kapelaan te Doornenburg is 23 Januari 1914 benoemd tot Pastoor te Latterop. 6 Augustus 1873 geboren te Duisen, stierf hij 17 Dec 1931 als pastoor te Lattrop. Onder zijn pastoraat werd de nieuwe kerk en de St. Gerardus school gebouwd.
De Zeereerw. Heer Brandts werd begin Jan. 1932 opgevolgd, door de Zeereerw Heer Henricus Johannes Kempers, Rector van het Leo Gesticht te Borculo. 14 Juni 1887 geboren te Oldenzaal, stierf hij 11 September 1941 als pastoor van Lattrop. Onder zijn pastoraat werd de mozaïek kruisweg opgericht en werd de pastorie verbouwd, die onder zijn voorganger was gebouwd. De Zeereerw heer HJ Kempers werd 3 October 1941 opgevolgd door den Zeereerw Heer Johannes Hendrikus Leferink, kapelaan te Deurningen, 21 maart 1896 geboren te Haaksbergen. De Zeereerwaarde heer Pastoor J.H. Leferink werd met ingang van 16 October 1959 benoemd tot pastoor te Luttenberg (Ov.).
Met ingang van 16 October 1959 werd tot pastoor te Lattrop benoemd de Zeereerwaarde Heer pastoor Bernardus Hendrikus Meijer, voorheen pastoor te Buren (Dld.), en geboren 17 Juli 1909 te Borne (Ov.)en gewijd juli 1936. Op de zondag morgen van 9 aug. 1970, vlak vóór de H. Mis van half acht werd pastoor B.H. Meijer dood op zijn slaapkamer gevonden. Hij was tevoren nog beneden geweest. Hij werd donderdag 13 aug. Daaraanvolgend begraven op het R.K. kerkhof te Lattrop.
19 Sept. 1970 werd hier als nieuwe pastoor geïnstalleerd Herman Antonius Demmers van geboorte uit Vaassen (gem. Epe) voordien pastoor van de H. Hart parochie te Arnhem. Hij was priester gewijd in 1935, en achtereenvolgens Kapelaan te Rijssen, Enschede en Zwolle. Bouwpastoor te Amersfoort (H. kruis), waarna pastoor te Arnhem (H. Hart). In 1974, op 23 november, de vooravond van het feest van Christus-Koning overleed, in het ziekenhuis te Oldenzaal, de ZeerEerw. Pastoor H.A. Demmers. Hij had een operatie ondergaan aan de milt. Zijn gezondheid liet al enige tijd te wensen over. Op donderdag 28 november werd hij begraven op het R.K. Kerkhof te Lattrop.
Na overleg door de Deken van Oldenzaal met het Kerkbestuur en de parochieraad, werd door Kardinaal Bern. Alfrink (afbeelding links) tot nieuwe pastoor van Lattrop benoemd, met ingang van 18 januari 1975, Pastoor Petrus Paulus Gerhardus Pierik. De installatie werd gedaan door de Deken van Oldenzaal, J. van Burgstede. Pastoor Pierik was geboren op 3 sept. 1910 te Terborg, priester gewijd op 19 juli 1936 te Utrecht. Achtereenvolgens kapelaan te Naarden, Enschede en Leeuwarden en pastoor te Utrecht (S. Salvator) en te Amersfoort (St. Acasfridus).
Fundationes Missarum
Maria Stokke geboren Deeperink had in haar wettig testament geplaatst het volgende legaat.
“Ik maak aan den tijdelijken pastoor der Roomsch Catholieke Kerk te Lattrop voornoemd, eene som van duizend gulden teneinde daarvoor heilige missen worden verrigt tot heil mijner ziel”.
Zijne Doorl Hoogw: de Aartsbisschop AJ Schaepman hiervan in kennis gesteld en daarover geraadpleegd, heeft bij rescript van den 2 November 1877 No 848 het volgende beslist:
“UEerw kan van bovengenoemd kapitaal f 300 afnemen tot eene fundatie in perpetuum. Deze f 300 moet UEerw trachten te beleggen terwijl voor de rente tegen 4% elk vierendeeljaars een H Mis voor de fundat: in perpetuum zal worden gelezen. De ordinarius behoudt zich echter het recht voor om bij vermindering of verlorengaan van kapitaal of intrest deze verplichting te wijzigen of te doen ophouden”.
De voornoemde f 300 heb ik belegd bij Jan Berend Stokke tegen afgifte van een schuldbekentenis aan het RK parochiaal kerkbestuur te Latterop met verbintens tot intrest betaling tegen de 4% ’s jaars verschijndag 1 November; in deze schuldbekentenis is tevens vermeld dat de interest f 12 aan den tijdelijken pastoor tot vermeld doel moet worden uitgekeerd.
Maria Deperink, geb. Noord Deurningen 28 aug. 1823, † Lattrop 90 (Stokke) 10 okt. 1877, dr. van Lambertus en Maria Ottinkhof, tr. 1e Denekamp 25 nov. 1848 Gerardus Stokke, geb. Lattrop (Stokke) 10 juli 1823, ged. Lattrop (RK) 10 juli 1823, Landbouwer, † Lattrop 90 (Stokke) 13 maart 1869, zn. van Joannes en Anna Margaretha Tegeder; tr. 2e Denekamp 14 febr. 1870 Jan Berend Stokke, geb. Lattrop 78 (Winkel Stokke) 12 maart 1839, ged. Lattrop (RK) 12 maart 1839, Landbouwer, † Lattrop 80 (Stokke) 29 aug. 1920, begr. Lattrop (RK kerkhof) 1 sept. 1920, zn. van Hendrikus Groeneveld (noemt zich Stokke) en Hermina Wolbers; hij hertr. Denekamp 28 mei 1878 Joanna Roelink.
Fundatie G.J. Leeferink
Door zijne doorl. Hoogwaardigheid Mgr. P.M. Snickers, Aartsbisschop van Utrecht is bij missive van 13 febr. 1884 een fundatie van f 500 opgericht, waarvan de nadere bepalingen in de bisschoppelijke stukken No 83 en 84, aanwezig in de kerkelijke brandkas, te vinden zijn.
Deze f 500 heb ik besloten in een stuk obligatie Rusland in goud 1883 à 6% nr 098573, groot f 2000 nominaal. Van dit stuk komt dus ¼ of 5/20 ten goede van genoemde fundatie. Het desbetreffende stuk is aanwezig in de Kerkelijke brandkas. Voor de rente van genoemd stuk moeten HH Missen gelezen worden, met een Stipendium van 3 gld. voor elke H. Mis ad intentionem fundatoris Gerrit Jan Leeferink.
Bij den verkoop v/d Russ. Obl. In goud 1883 à 6% heeft het ¼ of 5/20 opgebracht f 517,-. Deze som is belegd in:
1 Obl. Russ. In goud 500 R. 5% 1884 no 1947B
1 “ “ “ “ 1000 “ “ no 34575
1 “ “ “ “ 125 “ “ no 01616
Welke te zamen gekost hebben f 3337.
De Russ. Goud leening 1884 door Rusland afgelost, zoodat voor de opbrengst nieuwe effecten werden aangekocht en wel de navolgende:
1 Russ. Staatsschuld 1902 4% N. 208850 f 295
1 Russ. Staatsschuld 1902 4% N. 149490 f 590
1 Russ. Staatsschuld 1902 4% N. 32099 f 1180
1 Russ. Staatsschuld 1902 4% N. 31322 f 1180
1 Russ. Staatsschuld 1902 4% N. 32294 f 1180
Deze stukken hebben tezamen gekost f 4118.13
Fundatie R.D. A. Slutken
Bij rescript van den 27en December 1892 no 976 heeft Z.D.H. Mgr. P.M. Snickers, Aartsbisschop van Utrecht, aan het R.K. Par. Kerkbestuur te Lattrop machtiging verleend tot aanvaarding “van een schuldbekentenis groot zevenhonderdvijftig, rentende 3½ percent jaarlijks, ten laste van de R.K. Kerk te Ootmarsum, onder de volgende verplichting: dat voor de jaarlijkse rente hh Missen zullen gelezen worden voor den Weleerw heer Aloysius Slutken, in leven pastoor te Lattrop, in de Kerk te Lattrop, tegen een stipendium door de Ordinarius te bepalen”.
Voorts heeft Z.D.H. bepaald, dat “voor iedere h. mis een stipendium van twee gulden 50 cts. aan den tijdelijken pastoor zal worden uitgekeerd, en het resterende van de rente aan de Kerk ten goede zal komen”.
In 1895 heeft het R.K. Par. Kerkbestuur te Ootmarsum dit kapitaal van f 750 afgelost, en is dit belegd in:
1 Hong. Hypotheekbank 100 fl. 4% no 001386 Ser. II
1 “ “ 100 fl. “ no 001385 “ II
1 “ “ 100 fl. “ no 001555 “ I
1 “ “ 500 fl. “ no 000411 “ I
In 1905 Hongaren verkocht en Kapitaal belegd in Southern Pacific ref hyp 4% zie fundatieboek:
in 1920 Southern Pacific verkocht en kapitaal belegd in 2 à f 500 Martelaren van Gorkum No 71 B en No 72 B en
in 1 à f 1000 Nederland “17 No 291862.
Kapitaal van deze fundatie belegd in twee effecten 4½% Elisabeth’s Gasthuis te Arnhem No 75 B en No 76 B.
Den 29en April 1895, no 372, heeft de Hoogeerw heer F.P. van de Burgt, Vicaris Kapel., het R.K. Par. Kerkbestuur te Lattrop machtiging verleend “tot aanvaarding van eene som groot vierhonderd gulden, aangeboden door den heer G.H.J. Bloemen te Ootmarsum onder de volgende verplichting: dat de naam van den Weleerw Heer Aloysius Slutken, in leven pastoor dezer parochie op de lijst voor het jaargebed jaarlijks zal worden geplaatst”.
Dit kapitaal van f 400,- is belegd in:
1 Chin Ruij leening gr 125 roubles 4% 1895 nr 350788
1 4½% Rotterdamsche Hypotheek voor Nederland groot f 100 No 216043, Serie A No 6565.
1 5½% Rotterdamsche Hypotheekbank voor Nederland No 256461 Serie K No 4959.
Fundatie Gesina Ter Duze enz…
Den 6en April 1897 no 407 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, het R.K. Par. Kerkbestuur te Lattrop machtiging verleend “tot aanvaarden van een Russische Obligatie der goudleening 1889, groot honderd vijfentwintig Roebels à vier procent, onder de volgende verplichting: dat de geheele jaarlijkse rente voor gemeld Kapitaal door den tijdelijken pastoor van Lattrop zal genoten worden als stipendium voor Eéne jaarlijksche gelezen H. Mis voor Gesina Ter Duze en hare overledene familie en dezer nakomelingen”.
Het stuk is gemerkt: A No 798386.
Fundatie R.D. A. Slutken
Den 6en April 1897 no 408 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Weteringe, Aartsbisschop van Utrecht, den Weleerw. Heer Pastoor te Lattrop machtiging verleend, “tot aanvaarding van vier stuks Oostenrijksche effecten, ter gezamenlijke waarde van dertien honderd florijnen, onder de volgende verplichting.
1e …………………………..
2e dat uit de jaarlijksche rente van bovengenoemd kapitaal, beginnende met de Coupon van 1 Januari 1898, aan de tijdelijke pastoor van Lattrop jaarlijks zal worden uitgekeerd de som van dertig gulden, als stipendium voor drie jaarlijks gelezene H.H. Missen voor en tot intentie van den Weleerw. Heer Aloysius Slutken, in leven pastoor te Lattrop, tegen een stipendium van tien gulden voor elke H. Mis”.
Bovengenoemde effecten zijn als volgt belegd:
1 Oostenr. Gr. 1000 fl. 5% 1868 no 228.424
1 “ “ 100 “ “ “ 250.693
1 “ “ 100 “ “ “ 250.690
1 “ “ 100 “ “ “ 250.694
N.B.: Deze dertig gulden wordt jaarlijks door het armenfonds buiten kerkbestuur uitgekeerd, zoodat niet meer de effecten maar het Armenfonds onderpand is voor deze fundatie, zoo was de bedoeling van wijlen Pastoor Slutken.
Fundatie Gerardus Joannes Mensink
Den 30 Juli 1906 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht bij schrijven genummerd No 1035 gericht aan het R.K. Par. Kerkbestuur te Latterop genoemd bestuur gemachtigd te aanvaarden de som van vijfhonderd gulden (zegge f 500) aangeboden door wijlen Gerardus Joannes Mensink onder de volgende verplichting:
a) Gedurende veertig jaren de rente van het solied te beleggen kapitaal toe te kennen aan den tijdelijken Pastoor onder de verplichting daarvoor jaarlijks vijf H.H. Missen, na voorafgaande afkondiging te lezen.
b) Na veertig jaren zonder eenige verplichting meergenoemd kapitaal in eigendom der Kerk te houden.
Dit kapitaal van f 500 is belegd in:
1) 4% Pandbrief met uitkeering der Onderlinge Hypotheekbank voor Nederland gevestigd te Arnhem groot f 250 gemerkt Serie E.E. No 987III.
1) 4% Pandbrief met uitkeering der Onderlinge Hypotheekbank voor Nederland gevestigd te Arnhem groot f 250 gemerkt Serie B.B. No 988I.
Deze fundatie was in 1946 afgelopen en is dus het kapitaal aan de kerk vervallen zonder enige verdere verplichting.
Gradus Johannes Mensink, geb. Tubbergen 6 juli 1830, Landbouwersknecht op Pikkemaat L103 -1872, Landbouwer op Pikkemaats Bakhuijs 1872-1905, † Lattrop 95 (Pikkemaats Bakhuijs/Baksboer) 8 juli 1906, zn. van Hendrik en Euphemia Gezina Haarhuis, tr. Denekamp 29 april 1872 Geertruij Pikkemaat, geb. Lattrop 93 (Pikkemaats Bakhuijs) 29 jan. 1829, ged. Lattrop (RK) 29 jan. 1829, Landbouwster op Pikkemaats Bakhuijs 1853-1892, † Lattrop 100 (Pikkemaats Bakhuijs/Baksboer) 17 sept. 1892, dr. van Joannes Bernardus Piggemaat en Euphemia Bossink.
Fundatie Joanna Horsthuis
Bij schrijven van 7 December 1909 No 1669 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, aan het R.K. Par. Kerkbestuur van Lattrop machtiging verleend te aanvaarden de somma van driehonderd gulden (Zegge f 300), onder de volgende verplichting:
“De rente van genoemd kapitaal gedurende twintig jaren jaarlijks toe te kennen aan den te Lattrop dienstdoenden Pastoor met de verplichting daarvoor na voorafgaande afkondiging gedurende twintig jaren telkenjare drie H.H. Missen te lezen voor de zielerust van Joanna Horsthuis overleden te Lattrop, zoodat na twintig jaren niet alleen het kapitaal maar ook de alsdan verschijnende rente het volledig eigendom blijft der R.K. Kerk van Lattrop, zonder verdere verplichtingen, onder bepaling, dat het kapitaal op soliede wijze rentegevend zal moeten worden belegd als fonds der fundatie, welke tevens bij genoemd schrijven wordt bekrachtigd”.
Dit kapitaal van f 300 is belegd in:Eén effect: 4½% Moskou-Kiew Woranech Spoorweg-Maatschappij No 65624.
Fundatie Joanna Roelofs
Bij schrijven van 30 Juni 1910 N: 866 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht aan het R.K. Par. Kerkbestuur van Lattrop machtiging verleend te aanvaarden de somma van driehonderd gulden (Zegge f 300) onder de navolgende verplichting, dat de rente van het solied te beleggen kapitaal gedurende veertig jaren telkenjare aan den tijdelijken Pastoor van Lattrop zal worden gegeven om daarvoor jaarlijks gedurende veertig jaren na voorafgaande afkondiging in de kerk van Lattrop drie H.H. Missen te lezen voor de zielerust van Joanna Roelofs, zullende na veertig jaren bovengenoemd kapitaal zonder verdere verplichtingen het volledig eigendom der R.K. Kerk (Kerk) van Lattrop worden, onder bepaling, dat het kapitaal op soliede wijze rentegevend zal moeten belegd worden als fonds der fundatie, welke tevens bij genoemd schrijven wordt bekrachtigd.
Dit kapitaal van f 300 is belegd in:
Eén effect 4% Moscau Windau Rijbink No 59078.
Joanna Roelofs, geb. Lattrop 30 (Roelofshuis) 16 maart 1844, ged. Lattrop (RC) 16 maart 1844, Spinster, † Lattrop 26 (opkamer in Roelofshuis) 9 dec. 1909, dr. van Johannes Roelfs en Euphemia of Fenne Velthuis (ook Morssink).
Fundatie van Gerardus Joannes Haamberg
Bij schrijven van 18 Maart 1912 No 318 heeft zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, aan het R.K. Par. Kerkbestuur van Latterop machtiging verleend, te aanvaarden de som van duizend gulden (f 1000), onder de volgende verplichting:
Dat gedurende veertig jaren voor de jaarlijks opgekomen rente jaarlijks in de Kerk te Latterop na voorafgaande afkondiging zullen worden gelezen acht H.H. Missen voor de zielerust van Gerardus Joannes Haamberg, onder bepaling, dat het kapitaal op soliede wijze rentegevend zal moeten worden belegd als fonds der fundatie, welke tevens bij genoemd schrijven wordt bekrachtigd.
Dit kapitaal van f 1000 is belegd in:
No 6345 zevende Serie. Aangekocht met vervallen rente en onkosten voor f 1018,03.
Fundatie de Wed. Euphemia Haamberg-Oortman geb. Oortman
Bij schrijven van 25 Juli 1912 No 891 heeft Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, aan het R.K. Par. Kerkbestuur van Latterop machtiging verleend te aanvaarden de som van driehonderd gulden (f 300) onder de navolgende verplichting dat gedurende veertig jaren in de Kerk te Latterop gelezen worden jaarlijks drie H.H. Missen voor de zielerust van de Wed. Euphemia Haamberg geb. Oortman, onder bepaling, het kapitaal op soliede wijze rentegevend zal moeten worden belegd als fonds der fundatie, welke tevens bij genoemd schrijven wordt bekrachtigd. Als stipendium voor de jaarlijkse verplichtingen wordt door de Aartsbisschop vastgesteld de jaarlijks opkomende rente.
Dit kapitaal van f 300 is belegd in:
Eén effect: 4½% Obligatie Podolische ….. No 39271.
Aangekocht met vervallen rente en onkosten voor f 289,51.
Gerardus Joannes Haamberg, geb. Lattrop 100 (Nijlandshuis) 4 sept. 1838, ged. Lattrop (RK) 4 sept. 1838, † Lattrop 17 (Rothuis) 1 jan. 1907, begr. Lattrop (RK kerkhof) 5 jan. 1907, zn. van Joannes Henricus en Anna Maria Rothuis, tr. Denekamp 14 mei 1866 Euphemia Oortman, geb. Breklenkamp (De Wever) 24 febr. 1842, ged. Lattrop (RK) 24 febr. 1842, † Lattrop 17 (Rothuis) 8 juni 1912, begr. Lattrop (RK kerkhof) 11 juni 1912, dr. van Johannes Hendrikus en Gezina Olde Scholten.
Fundatie Hermannus Joannes Keukeler en Joannes Keukeler
Op dato 23 Juli 1912 was aan Z.D.H. Mgr. Henricus van de Wetering Aartsbisschop van Utrecht, door het R.K. Par. Kerkbestuur machtiging gevraagd te aanvaarden een som van twaalfhonderd-en-vijf gulden en 25 cents (f 1205,25) onder verplichting de ene helft der opkomende rente van het solied te beleggen kapitaal ter hand te stellen aan den tijdelijken Pastoor van Latterop, om daarvoor telken jare gedurende zestig jaren na voorafgaande afkondiging in de Kerk van Latterop te lezen vijf H.H. Missen voor de zielerust van Hermanus Joannes Keukeler en de andere helft telken jare uit te keeren aan Joannes Keukeler, landbouwer, woonachtig te Latterop, zoodat na den dood van genoemden Joannes Keukeler de andere helft der rente van genoemd kapitaal insgelijks moet gegeven worden aan den tijdelijken Pastoor van Latterop om daarvoor telken jare gedurende zestig jaren te rekenen met den dag van overlijden voor de zielerust van Joannes Keukeler, na voorafgaande afkondiging vijf H.H. Missen in de Kerk te Latterop te lezen.
Zal echter het kapitaal f 1205,25 met of buiten schuld van het R.K. Par. Kerkbestuur van Latterop of op welke wijze ook verloren gaan, dan houden tevens alle boven omschreven verplichtingen op.
Weshalve het R.K. Par. Kerkbestuur van Latterop bij dezen Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid eerbiedig verzoekt bovengemeld kapitaal groot twaalfhonderd en vijf gulden en 25 cents ( f 1205,25) onder omschrevene verplichtingen te aanvaarden.
Op dit schrijven ontving het R.K. Par. Kerkbestuur van Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, op 30 Juli 1912 No 920 de gevraagde machtiging luidende:
Boven aangevraagde machtiging wordt bij deze door ons verleend onder de bepaling, dat hiervan onder aangeven van nummer en dagteekening melding worde gemaakt op de eerstvolgende Begrooting alsmede op de Rekening en Verantwoording in margine.
Het kapitaal zal op soliede wijze rentegevend worden belegd als fonds der fundatie, welke Wij tevens bekrachtigen. (rechts foto Hermannus Johannes Keukeler)
Van deze fundatie zal nauwkeurig aanteekening in het daarvoor bestemde Register worden gehouden en bij de jaarlijksche Rekening verantwoording gedaan.
Dit kapitaal van f 1205,25 is belegd in twee effecten Poolische spoor 4½%; welke met vervallen rente en onkosten gekost hebben te zamen: f 1157,50 en zijn gemerkt met de nummers 11226 en 11227.
N.B.: Joannes Keukeler is den 27 September 1912 te Latterop overleden.
Hermannus Johannes Keukeler, geb. Lattrop 13 (Oude Beernink nu Schiphorst) 1 april 1841, ged. Lattrop (RK) 1 april 1841, † Latrop 9 (oude Beernink) 28 april 1912, begr. Lattrop (RK kerkhof) 2 mei 1912, zn. van Hermanus en Gezina Groeneveld.
Joannes Keukeler, geb. Lattrop 13 (Oude Beernink) 3 maart 1843, ged. Lattrop (RK) 3 maart 1843, † Lattrop 9 (oude Beernink) 27 sept. 1912, begr. Lattrop (RK kerkhof) 1 okt. 1912, zn. van Hermanus en Gezina Groeneveld.
Fundatie Joannes Henricus Haamberg
Den 23sten Maart 1915 No 273 heeft Z.D.H. Mgr. H. van de Wetering machtiging verleend aan het R.K. Kerkbestuur van de parochie Simon en Judas te Latterop tot aanvaarding van een som van duizend gulden belegd in de 5% Nederlandsche Leening 1914, ten einde van de rente van dit kapitaal jaarlijks te lezen, na voorafgaande afkondiging, in de kerk te Latterop acht H. Missen voor de zielerust van Joannes Henricus Haamberg, echtgenoot van Maria Frons (Rotboer).
Deze duizend gld zijn belegd in de volgende stukken 5% Ned. Leening.
N.K. 100 gld. 5% nrs. 146388 t/m 146397.
Bij uitloting is een effect van duizend gld. 5% Gemeente Utrecht No 0084,
thans belegd in een effect Hollandsche Elektrische Spoorweg-Maatschappij No 1435 groot f 1000,-.
Deze fundatie Joannes Henricus Haamberg begint 1 April 1915 en eindigt 1 April 1955.
Johannes Hendrikus Haamberg, geb. Lattrop 100 (Nijlandhuis) 12 aug. 1865, ged. Lattrop (RK Kerk HH Simon & Judas) 14 aug. 1865, Landbouwer, † Lattrop 17 (Rothuis) 24 aug. 1914, begr. Lattrop (RK kerkhof) 27 aug. 1914, zn. van Gerardus en Gesina Wolkotte, tr. Denekamp 1 mei 1901 Maria Frons, geb. Nutter (Frons Wittebergweg) 19 aug. 1869, Dienstmeid op GetJans Jannes (Frenske), † Lattrop (Rottel-Bennad) 28 juni 1959, begr. Lattrop (RK kerkhof) 2 juli 1959, dr. van Johannes en Aleida Harmelink; zij hertr. Denekamp 22 juni 1915 Albertus Bernardus Roelink.
Fundatie Erven Velers
Den 30sten Oct 1920 heeft de Hoogeerw. Heer B.A. de Wit, Vicaris generaal van ’t Aartsbisdom Utrecht aan R.K.K. Kerkbestuur van de parochie Simon en Judas te Latterop machtiging verleend tot de aanvaarding van een som van achthonderd gld. van de erven Velers, tot stichting van eene fundatie onder de volgende voorwaarden:
1 Dat de namen van Johes Velers; Gesina Velers geb. Nijhof; Jan Hendrik Velers; Gesina Velers; Helena Velers en na den dood ook van Euphemia Velers; Johanna Velers en Maria Velers gedurende vijftig jaren jaarlijks op de lijsten van het Zondag en Dagboek geplaatst worden.
2 Dat de jaarlijksche rente van dit kapitaal zal worden genoten door den tijdelijken Pastoor van de parochie te Latterop.
3 Dat vijftig jaren na den dood van de laatst overledene het kapitaal in zijn geheel eigendom zal worden van de R.K. kerk te Latterop.
4 Dat mocht het solied te beleggen kapitaal zonder schuld van ’t R.K. Kerkbestuur te Latterop verloren gaan of geen rente meer gevend beslissing omtrent de aan deze fundatie verbonden verplichtingen, volkomen zij aan zijne Doorl. Hoogwaardigheid den Aartsbisschop van Utrecht.
Bisschoppelijk schrijven No 1021 23 Oct. 1920. Vicaris Generaal B.A. de Wit.
Deze som van achthonderd werd belegd in een effect à f 1000 Holl. Electr. Spoor No 1435. De rente voor den Zeereerw. Heer Pastoor vangt aan met 1 October 1921. Twee honderd gld. van deze obligatie zijn ‘t ………. Van de Fundatie J Krake en zijne Echtgenoote Ges. Laarhuis en van de Fundatie J.A. Oortman en Maria Oortman en hunne familie: Iedere Fundatie voor honderd gld. (Z. Ommezijde).
6% Obligatie van den H. Bonifacius en Antonius: uitgeloot:
Voor deze geheele obligatie aanwezig in de kerkekas f 1000.- waarvan behooren aan Fundatie Velers f 800: van Fundatie Oortman: f. 1000: aan Fundatie Krake f. 100.-.
Voor deze f 1000 aangekocht: 4% Hollandsche Electrisch Spoorw. Maatschappij No 1435, waarvan behooren f 800 aan Fundatie Velers: f 100: aan Fundatie J Krake: Laarhuis: f 100: aan Fundatie Joh.es en Maria Oortman en fam.
Joannes Velers, geb. Oud Ootmarssum (olde Agterpossel) 24 sept. 1811, timmerman, † Breklenkamp 44 (Nijhof) 15 maart 1881, zn. van Joannes Velers en Helena Bodde, tr. Denekamp 26 nov. 1841 Gesiena Nijhof, geb. Breklenkamp (Nijhof nu Peters) 12 febr. 1818, † Breklenkamp 44 (Nijhof) 3 jan. 1886, dr. van Hermannus of Harmen Nijhof en Gezina of Geeze Groeneveld (geb Grönenfeld).
Uit dit huwelijk: (allen geboren en overleden Breklenkamp 44 Nijhof nu Peters)
1. Johannes Hendrikus of Jan Hendrik Velers, geb. 16 jan. 1845, † 22 aug. 1918.
2. Gesiena Velers, geb. 4 febr. 1848, lerares nuttig handwerken aan de openbare school in Breklenkamp, † 10 juli 1911.
3. Euphemia Velers, geb. 19 dec. 1850, † 8 maart 1929.
4. Johanna Velers, geb. 25 juli 1853, landbouwster op Nijhof -1921, † 19 okt. 1939.
5. Helena Velers, geb. 8 mei 1856, landbouwster op Nijhof -1914, 13 dec. 1914.
6. Maria Velers, geb. 3 aug. 1859, landbouwster op Nijhof -1921, † 24 jan. 1922.
VII
Fundatie Johes Krake en Gesina Laarhuis
Den 2en Mei 1923 heeft Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid Mgr. H. Van de Weteringe, aartsbisschop van Utrecht aan ’t R.K. parochiaal Kerkbestuur te Lattrop, machtiging verleend tot de aanvaarding van een som van honderd gld. uit de nalatenschap van Johes Krake en zijne echtgenoote Gesina Laarhuis tot stichting van een fundatie met de verplichting dat:
1e de namen van Johes Krake en Gesina Laarhuis, jaarlijks, gedurende vijf en twintig achtereenvolgende jaren, van 1923 tot 1948 overeenkomstig het verlangen der erflaters, geplaatst worden op ’t jaarboek en dagboek.
2e de rente van deze honderd gld., belegd in de 6% obligatie van den H. Bonifacius en van den H. Antonius van Padua te Dortrecht No 178A, No 179A, te samen groot duizend gld-, worde toegekend aan den tijdelijken Pastoor (voor ’t in de kerk om de maand aflezen hunner namen en ’t dagelijksch gebed). De tijdelijke Pastoor ontvangt dus jaarlijks hiervoor zes gld. zoo deze honderd gld. der Fundatie 6% blijven opbrengen.
3e Na afloop van de verplichting in 1948, het kapitaal groot honderd gld., het onbezwaarde eigendom worde van de R.K. Kerk te Lattrop.
Zie schrijven van Z.D.H. den Aartsbisschop op den 2 Mei 1923. No 433.
De 6% obligatie: o/g Bonif. En van den H. Antonius van Padua: te Dortrecht: uitgeloot: aanwezig in de kerkekas: f 100 voor bovenstaande Fundatie.
Bij uitloting worden deze 100 belegd in een effect groot f 1000 Hollands Electrische Spoorwegmaatschappij No 1435. Zie Fundatie Velers: Krake-Laarhuis en Oortman.
Johannes Krake, geb. Lattrop 68 (Krake) 10 febr. 1861, ged. Lattrop (RK) 10 febr. 1861, Landbouwer op Kraken Jan/wagenmaker 1889-, † Lattrop 49 (Laarhuis?) 29 april 1921, begr. Lattrop (RK Bergraafplaats) 2 mei 1921, zn. van Gerrit Jan en Anna Elisabeth Elfert, tr. Denekamp 27 sept. 1889 Gezina (Gesina) Laarhuis, geb. Lattrop 61 (Eks Laarhuis/-Hulsmeijers-Brookdekker) 16 juli 1856, ged. Lattrop (RK) 15 juli 1856, † Lattrop 49 (Laarhuis Horstweg?) 22 okt. 1916, begr. Lattrop (RK kerkhof) 25 okt. 1916, dr. van Johannes (Jannes) en Johanna Nijhuis. Kinderloos.
Fundatie Johes Hendrikus Oortman en Maria Oortman en hunne familie.
Den 2en Mei 1923 heeft zijne Doorl. Hoogw. Mgr: H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht aan ’t R.K. Kerkbestuur te Lattrop machtiging verleend tot de aanvaarding van een som van honderd gld. uit de nalatenschap van van Johes Hendrikus Oortman en Maria Oortman en hunne familie tot stichting van eene fundatie met de verplichting dat:
1e dat Johes en Maria Oortman en hunne familie, jaarlijks, gedurende twintig achtereenvolgende jaren 1923-1943, overeenkomstig het verlangen der erflaters, geplaatst worden op ’t jaarboek en dagboek.
2e de rente van deze honderd gld dienst als honorarium voor den tijdelijken Pastoor voor ’t aflezen hunner namen in de kerk en voor ’t dagelijksch gebed, -volgens dagen doopenboek-. Deze honderd gld zijn belegd in een effect groot f 1900 Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij No 1435.
Van de H Antonius van Padua te Dordrecht de tijdelijke pastoor ontvangt des jaarlijk 6 gld, soo deze honderd gld 6% blijven opbrengen.
3e Na afloop van de verplichting in 1943, worden deze honderd gld het onbezwaard eigendom van de kerk. Zie schrijven van Z.D.H. den Aartsbisschop van 2 mei 1923 No 434.
6% Obligatie Bonifatius, Antonius van Padua uitgeloot:
f 100 voor deze Fundatie aanwezig in de kerkekas.
Van ’t effect groot f 1000 Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij No 14 behooren f 800 aan Fundatie Erven Velers f 100 aan Fundatie Johes Krake en Gesina Laarhuis f 100 aan Fundatie Johes Hendrikus Oortman en Maria Oortman en familie.
IX
Fundatie Fr. Kleinschmitt Notaris te Ootmarsum
Den 11en nov. 1926 heeft zijne Z.D.H. Mgr: van de Weteringe machtiging verleend tot ‘t aanvaarden van eene som van (f 2000) twee duizend gld van den Weled. Gestr: heer Fr: Kleinschmit Notaris te Ootmarsum tot stichting van een Fundatie met de volgende verplichtingen en onder de volgende voorwaarden:
1. Het kapitaal is het eigendom van de R.K. Kerk te Latterop.
2. Tijdens ’t leven van den schenker is ook de rente voor de R.K. Kerk.
3. Na diens dood moet geschieden in de kerk te Latterop eenen plechtige Requiem H. Mis, en gedurende drie jaren telkensjare een plechtig gezongen jaargetijde.
4. Gedurende het eerste jaar na diens dood wekelijks ééne H. Mis; gedurende het tweede jaar om de veertien dagen één H. Mis.
5. Gedurende vijf en twintig jaren moet de naam van deze schenker op ’t dag en doodenboek vermeld worden.
6. Het stipendium voor al deze verplichtingen wordt betaald door de R.K. Kerk te Latterop en bepaald door zijne Doorl. Hoogwaardigheid den aartsbisschop van Utrecht.
7. Zijn al deze verplichtingen en voorwaarden vervuld, dan is ook den overgebleven som incl. rente het volle eigendom van de R.K. Kerk te Latterop.
8. Mocht ’t Kapitaal buiten schuld van het R.K. Kerkbestuur verloren gaan, dan houden ook op alle verplichtingen.
Op verzoek van den schenker werd het kapitaal in den bouw van de nieuwe kerk opgenomen. Hiervoor werd dus geen effect gekocht. Dit geld is dus mede uitgegeven voor het bouwen van de kerk.
Zie schrijven van Z.D.H. den Aartsbisschop van 12 Nov. 1926 1110.
Bij schrijven van zijne Doorl. Hoogwaardigheid den Aartsbisschop van Utrecht van 30 Oct. 1929 werd het stipendium van de plechtig gezongen Requiem en van de drie plechtige jaargetijden bepaald op f 25,- elk; het stipendium der te lezen H.H. Missen op 3,50 elk en voor de afkondiging van het jaar en dagboek op f 2,50 ’s jaars.
Deze H. Missen zijn alle gelezen: en resten nu nog 2 plechtig gez. Jaargetijden in 1931 en in 1932.
Caput VI
Oorkonden betrekkelijk opgerichtte broederschappen
Het altare privilegiatum den Kruisweg in deze Kerk
Door zijne Doorl: Hoogw: Mons: Antonucci vice superior der Hollandsche Zending is bij herderlijken brief van den 11 februar 1841 uit Kracht eener Pauselijke vergunning in alle Kerken dier Sending ingesteld en opgericht een broederschap onder den naam van ‘Geestelijk Verbond’.
Door Zijne Doorl Hoogw Mons Carolus Belgrado vice Superior der Hollandsche Zending is bij missive van den 24 October 1849 uit Kracht eener Pausselijke vergunning verleend de gunst van één Altare Privilegiatum door den pastoor te kiezen en als zoodanig aan te duiden door het opschrift ‘Altari privilegiatum quote dianum perpetuum’ waaraan is voldaan door den Weleerw Heer GJ Blankenvoort.
Het bewijsstuk is in het archief.
Door den Zeer Eerw Heer G Binkhorst deken van Almelo is volgens, door den pastoor gevraagde en bij brief aan de deken door Zijne Doorl Hoogwaard: Mons J Zwijzen den 29 Augustus 1857 verleende volmacht den Kruisweg opgehangen op den 20 october 1857. De actus terdemonialis is in het archief.
Door Zijne Doorl Hoogw: Mons. J Zwijzen is bij missive van den 12 Mei 1861 in alle Kerken van het Aartsdiocees opgericht het broederschap van den Pieterspenning met de daaraan door Zijne Heiligheid Pius XI verleende aflaten zoo als blijkt uit de brieven aanwezig in het archief.
Op den 21 Juli 1868 is in deze kerk wettig opgericht het broederschap genoemd Apostolaat des Gebeds blijkens (verdere tekst ontbreekt).
Door zijne Doorl Hoogw Mons Andreas Ignatius Schaepman Aartsbisschop van Utrecht is op verzoek om verandering in den vroeger daarvoor bepaalden tijd, op nieuw in de parochie van de HH Ap Simon en Judas te Latterop ingesteld en opgericht de vrome oefening van 40 uren aanbidding met de daaraan door de Pausen verleende aflaten en privilegien en daarvoor aan gewezen Vrijdag en Zaterdag na Aschwoensdag en den eersten Zondag in de vasten. Dit stuk van den 22 januarij 1869 is aanwezig in het archief.
Door ZDH Mgr. P.M. Snickers, aartsbisschop van Utrecht is den 16en December 1891 wettig opgericht de broederschap van het Allerheiligste Sacrament, zooals blijkt uit het Aartsbisschoppelijk stuk no 63, aanwezig in het archief.
De Z E Heer Deken F Reigers schrijft in Mei 1892: “Z.D.H. heeft gaarne toegestaan, dat er in ordene ad Conpaternitatem H Sacrament eens in de maand een lof gehouden worde met expontie en Ortensorie. De dag kan door den pastoor bepaald worden”.
Overzicht dopen etc… zie Excel bestand. Wordt later geplaatst.
Caput VIII
Inkomsten der Kerk en Jaarlijksche toelagen voor den pastoor.
Inkosten der Kerk vloejen voort uit de bankenhuur, collecten onder de godsdienstoefeningen, bater der Kerkelijke diensten en hoofdelijk omslag voor de toelage aan den pastoor; zijn dus wisselvallig en bedroegen in het jaar 1868 f 636,66.
De jaarlijksche toelage, die aan den pastoor uit de Kerken kas moet betaald worden is blijkens contract bij de oprichtichting der parochie gemaakt en in het archief bewaard de som van f 280 hollandsche munt.
Den 4 november 1889 is door Zijne Doorl. Hoogw. Den aartbisschop Utrecht goedgekeurd het besluit van het Kerkbestuur van Lattrop van 23 oct. 1889 om namelijk de gemeentenaren te ontheffen van de verplichting bij de oprichting der gemeente aangenomen om jaarlijks voor den Pastoor de benodigde voorraad turf te halen en als schadevergoeding de jaarlijksche toelage van den Pastoor met f 30 te verhoogen en al grotebrengen van f 280 op f 310.
Caput IX
Gedenkwaardige zaken en gebeurtenissen dezer parochie.
Door pastoor GJ Blankenvoort.
In het jaar 1833 den 28 augustus is door den Zeereerw. Heer Engbers aartspriester van Twenthe geassisteerd door de W.Eerw Heeren J Wachters pastoor in Ootmarsum en G Binkhorst pastoor in Denekamp, het kerkhof gewijd.
Door pastoor A. Slutken.
In het jaar 1870 van den 4 tot den 12 januarij is ter waardige viering van het ……., tijdens het Vaticaans ………………eene Missie gegeven, door de Zeer Eerw Paters Redemptoristen van Dijk en Rijker…
In het jaar 1871 is het zilveren jubelfeest van Z.H. Pius IX, van den 16 tot den 21 Junij, ook in deze parochie op het plechtigst, met algemeene deelneming en belangstelling gevierd.
De inwendig met groen en bloemen versierde kerk werd met buitengewonen ijver door de geloovigen bezocht: bij uitnemendheid op den 16 tijdens de zoo plechtig mogelijke Hoogmis met preek benevens op den 21en bij de plechtige Hoogmis als ook het avondlof op elk der dagen van den 16-21. Met de meeste geestdrift werden gedurende die dagen de Pius hymne en andere Pius liederen gezongen, Vele zeer vele vurige gebeden voor Zijne heiligheid te hemel gezonden en zijn ook alle geloovigen dezer parochie tot de H.H. Sacramenten genaderd en hebben de H. Communie voor Zijne heiligheid aan God opgedragen.
In het jaar 1871 is door het kerkbestuur met vereischte machtiging gekocht het perceel bouwland op den kadastralen legger der gemeente Denekamp bekend onder Sectie E No 762 waarop eene nieuwe begraafplaats aangelegd, die volgens daartoe door Z.D. Hoogw den Aartsbischop verleende faculteit op den 31 Mei dezes jaars 1871 is gebeneficeerd.
Achter het kruis is over de geheele breedte van het kerkhof langs de weg een strook van 2 Nederl ellen ongewijd gebleven voor ongedoopten enz., door paaltjes afgescheiden.
In het jaar 1875 van den 7 November tot den 13en is ter waardige viering van het jubilee een Missie gegeven door den WelEerw Heer GJ Wiegink Pastoor te Saasveld en den WEerw Heer J Scholten-Reemer kap. te Weerselo.
In het jaar 1886 is een zesdaagsche Oefening gehouden, gesloten op den feestdag van de H Jozeph, door de Weleerw Paters Dominicanen van Gent en Thijsseling.
In het jaar 1889 van 16 – 26 Februari is een Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen Beehrs en te Winkel.
Door pastoor F.Th. Weitjens.
In het jaar 1891 van 1 – 10 Januari id de vernieuwing van de Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen Beehrs en Haagh.
In het jaar 1897 is 13 – 23 Februari een Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen Bless en Doens.
In het jaar 1898 is 5 – 13 Februari een vernieuwing van de Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen Wouters en Doens.
Door pastoor J.G. Berbers.
In het jaar 1906 den 22en Juni is door zijn Doorl Hoogwaardigheid Mons. H. van de Wetering het altaar plechtig geconsacreerd.
Door pastoor H.B.G. van Bijleveld.
In het jaar 1907 is 7 – 17 Februari eene H. Missie gegeven door de WelEerw. Paters Redemtoristen Klessens en Lijns van Amsterdam.
Door pastoor J.W.J. Brandts.
Den 19 mei 1914 werd doorZ. D. Hoogwaardigheid Mons: H. van Wetering machtiging verleend tot het jaarlijks houden eener processie met het H. Sacrament op zondag onder het octaaf van het H. Sacrament.
In het jaar 1916 van 11 – 21 Maart is eene H. Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen J. van Aseten en Hesseling.
In het jaar 1920 vanaf 1 Mrt tot 10 Maart werd eenen Missie gegeven door de Weleerw Paters Capucijnen Bonifacius.
In het jaar 1930 vanaf 1 Maart tot den 10 Maart is eene H. Missie gegeven door de Weleerw Paters Redemptoristen van Keulen en Rottier.
In het jaar 1942 van ’s Heren hemelvaart tot de eerste Pinksterdag van 14 – 24 Mei werd een H. Missie gepreekt door de Weleerw. Paters Redemptoristen A. Machielse en W. Jonckbloedt.
In het jaar 1943 van 18 mei tot en met 23 mei werd er in de parochie een Misweek gegeven door de Heren Norbertijnen van de Abdij Berne Heeswijk (N Br) den ZE Heren F.W. Looijmans en J.H. Oderkerk. Tevens werd daarbij de volkszang ingevoerd onder de H Mis en ’t Lof. Een jongenskoortje opgericht, een nieuwe dirigent benoemd den heer J. Groothuis hoofd vd school en een tweede organist voor de volkszang den Heer W. Ruijgrok onderwijzer aan de Kath. School.
Gedurende de 2e wereldoorlog bood de pastorie vanaf 11 Oct 1944 – 2 Juli 1945 het jaar der bevrijding onderdak aan 60 personen nl behalve de pastoor en zijn zuster Nina als huishoudster en Truus Hagedoorn als tweede meisje: Den Heer J. Jansen onderwijzer aan de school aan 55 Eerw. Zusters van O.L. Vrouw v Amersfoort nl om de postulanten en novicen met Moeder Theresia en enige geprofeste Zusters met Moeder Loyola en de rector der Zusters pater Hackmann S.V.D.
15 Sept 1946 werd na een voorafgaand Triduum op plechtige wijze het 1ste landkruis geplaatst aan de weg naar Nordhorn op het erve van Joh’ Pikkemaat, die daartoe welwillend toestemming gaf.
Daags voor Kerstmis 1947 werd in de kerk de centrale verwarming in werking gesteld geleverd door de Firma Bürhmann in Enschede voor de prijs van 8775 gulden.