Notarieel Archief, toegang 0122, inventarisnummer 3204, aktenummer 26 4 mei 1844
Verkoop van heide en moerasgronden door de deelgenoten van de Marke Lattrop
Transcriptie, Jan Bossink-Hengelo
Marken vergadering gehouden op het erve Bonke in Lattrop den 9 September 1843, des namiddags ten 3 uren. Markenrigter J(onk)h(ee)r M(eeste)r W.G. Hovij,
Agent van het Domein Present: de eigenaren van de navolgende gewaarde erven als van het erve Bonke, Beernink, Wigger, Leferink, Reerink, Stokke, Bossink en de half gewaarden Oude Gosink, Nieuwe Gosink, Tijscholte, Hofstede, Dasselaar, Scholte Lubberink te zamen een getal van zeven volle en zes halve wharen, zijnde er geene meerdere of andere wharen in de markte aanwezig. De Markenrigter opent de vergadering en leest voor de brieven van oproeping houdende. De agent van het Domein de provincie Overijssel, fungerend Markenrigter van de marke Lattrop, roept mits deze op de goedsheeren en eigen geërfden dier marke, om op zaterdag den 9 September aanstaande des middags ten twee uren te vergaderen op het Erve Bonke aldaar, ten einde te handelen als volgt:
1. enz. (post alia1) 2. Aanwijzing van eenige parceelen Moeras en lage gronden, welke niet in de verdeeling kunnen worden begrepen om publiek en onder hoogere goedkeuring te verkoopen. 3. Voorts al het geen er verder zal worden voorgebragt.
Zwolle den 2 september 1843 De Markenrigter (geteekend) W.G. Hovij
Hierna gaat de vergadering over tot handeling van het eerste punt in den Convocatie brief vervat enz. (post alia1)
Wordt vervolgens in deliberatie gebragt het tweede punt in den Convocatie brief vervat, en geeft de markenrigter daarbij te kennen, dat gelijk genoegzaam bekend is, in de marke hier en daar lage waterpoelen en lage moerassige gronden gevonden worden, welke niet dan met aanmerkelijke kosten kunnen worden ontgonnen en verbeterd; dat deze perceelen niet wel in de verdeeling bij loting kunnen worden begrepen, aangezien, zoo dezelve aan deelgeregtigden van gering vermogen mogten toevallen, deze niet in staat zijn, om daarvan eenig nut te trekken, en daaruit de noodige mest en brandstof voor hun gebruik te kunnen halen, geheel en al bedorven (ongelukkig) zouden zijn, weshalve naar zijn oordeel en dat der Commissie ter verdeeling, deze perceelen ten beste der marke en ter verligting der onkosten, die op de verdeeling vallen, publiek aan de meestbiedende behoorden te worden verkocht. Is na deliberatie goedgevonden, de Commissie tot verdeeling: bestaande uit Geert Lübbers op Stokke, Jan Bosman en Gerrit Hofste, alle Landbouwers wonende in de buurschap Lattrop, gemeente Denekamp, bij dubbeld dezes op zegel geschreven te magtigen. I. Om publiek aan de meestbiedenden te verkoopen de navolgende gronden, aan de marke Lattrop toebehoorende, als: a Een perceel genaamd het Rietschot, groot 2 bunders 29 roeden 80 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No. 269 begrensd ten noorden en oosten door het overige van eerstgenoemd perceel Sectie E No. 269, ten zuiden door den weg naar Noordhoorn en ten westen door den weg naar Nienhuis of zoogenaamde Commiesendijk. b. Een perceel genaamd het Krakenveen, groot 8 bunders 74 roeden 70 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie E No. 266 en 267, en begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van de voren genoemde kadastrale perceelen. D. Een perceel genaamd het Bloemenveen, groot 2 bunders 5 roeden 60 ellen, begrensd ten noorden en oosten door de kadastrale perceelen Sectie E No. 265 en 266 en overigens door het perceel Sectie E No. 266; makende het vorengenoemde Bleoemenveek, een gedeelte uit, van de kadastrale perceelen Sectie E No. 265 en 266 hiervoren genoemd.
Voorts om publiek of onderhands te verkoopen eene katerstede, de marke toebehoorende, genaamd het Pilhuis, bekend op het kadaster onder Sectie F No. 341, huis en erf, No. 342, bouwland en onder Sectie F No. 340, bouwland, welke laatste perceel ten name is staande van G.J. Wolkotte en medeëigenaars, doch waarvan een gedeelte groot 1 bunder en 14 roeden aan de marke Lattrop, en het overige ad 43 roeden en 30 ellen aan G.J. Wolkotte is toebehoorende, benevens eenen bunder woeste grond, te leggen op een geschikt punt in de marke en wel als volgt:
1. Een perceel heide, groot 35 roeden 30 ellen, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No. 341, begrensd ten noorden door het kadastrale perceel Sectie F No. 340 ten zuidoosten en zuidwesten door nieuwe wegen. 2. Een perceel heide groot 44 roeden en 70 ellen, uitmakende een gedeelte van de kadastrale perceelen Sectie F No. 350 en 351, begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen, ten zuiden en westen door het overige van evengenoemde kadastrale perceelen. 3. Een perceel groengrond, groot 20 roeden, uitmakende een gedeelte van het kadastrale perceel Sectie F No. 350, begrensd ten noorden door de Rammelerbeek, ten oosten door een perceel provisioneel toebedeeld aan G.J. Westerhof, ten zuiden door een nieuwen weg en ten westen door het overige van het kadastrale perceel Sectie F No. 350 II om den koopprijs daarvoor te ontvangen, dezelve te doen strekken in mindering der kosten van verdeeling en de koopers voor het betaalde te quiteren en dechargeren. (post alia)
Niets meer te verhandelen zijnde, is de vergadering gesloten en dit Holtings relaas door den Markenrigter en alle gewaarden geteekend. Dit dubbeld op 22 April 1844 opgemaakt en geteekend.
In het Jaar achttienhonderd vierenveertig den vierden Mey des morgens ten tien uren compareerde ten woonhuize van den tapper Hendrikus Groeneveld of Oude Stokke in de buurtschap Lattrup, Gemeente Denekamp voor ons Meester George Bernard ten Pol, Notaris in het derde Arrondissement der provincie Overijssel, koningrijk der Nederlanden ter onzer standplaats Ootmarsum; in tegenwoordigheid onzer nagemelde ons bekende getuigen: 1. Geert Lubbers op Stokke; 2. Jan Bosman en 3. Gerrit Hofste; alle drie landbouwers te Lattrup voormeld woonachtig, in hunne hoedanigheid van speciaal gecommitteerden of gevolmagtigden van de Markegewaarden Goedsheeren en eigengeërfdens der Marke Lattrup voormeld, luid de hier annexe Markenresolutie van den negenden September laatstleden, dewelke als behoorlijke volmagt, nadat deze door de respective lasthebbers was voor echt erkend en ten blijke daarvan die verklaring op dezelve door hen met ons Notaris en getuigen, in wier tegenwoordigheid die echt erkentenis was geschied, was geteekend, aan deze minuut is gehecht geworden en tegelijk met deze ter registratie zal worden opgezonden.
Dewelke Comparanten ons Notaris te kennen gaven, dat zij ten gevolge dier gemelde hen opgedragen lastgeving op heden alhier ten onzen overstaan publiek begeerden te verkoopen, de hierna vermelde perceelen vaste goederen, aan gemelde Marke Lattrup, toebehorende en in de gemelde Marke of buurtschap Lattrup, Gemeente Denekamp gelegen; waarvan zij geen titel van aankomst verklaarden te kennen noch te bezitten. En dit wel op de volgende
Koopsvoorwaarden
1. De verkooping geschied bij inzate, hooging en slag aan de meest biedende, de inzate bij schrijven op plankjes, zullende zoo het perceel bij dezen verkocht wordt, voor inzate één en voor hooggeld vijf procent plok of premie voor de geboden som door den kooper boven de hierna gemelde onkosten betaald worden 2. Elk inzetter of hooger zal des geëischt dadelijk na zijn bod een of twee solidaire borgen ten genoegen der verkoopers moeten stellen, zoowel voor den koopschat als de kosten of bij gebreke van dien het perceel opnieuw geveild en die gebrekkige bieder tot geen bod verder worden toegelaten. 3. Grootte, aart en ligging der perceelen zullen ter goeder trouw en tevens naar het Kadaster worden opgegeven, zoodat verkoopers daarom niet willen achterhaald zijn, nog met eenige disputen hoegenaamd over limietscheidingen of iets anders, iets willen te doen hebben, zullende de over of ondermaat den Koopprijs niet veranderen.
4. De hogingen zullen ten minsten van twee gulden moeten zijn. 5. De perceelen worden verkocht met alle dezelfde lusten en lasten, regten en geregtigheden, heerschende en lijdende dienstbaarheden, wegen en waterleidingen, zoo en in voegen als de Marke Lattrup dezelve tot hiertoe heeft bezeten en als nog bezit; echter onder expresse bepaling en beding dat Comparanten verkoopers aan de koopers geene meerdere regten overdragen, dan hunne lastgevers op die te verkoopen gronden zijn hebbende, en in cas van evictie, opspraak of storenis niet verder aansprakelijk willen zijn; zullende ieder kooper zijn perceel moeten omwallen.
6. De perceelen kunnen dadelijk aanvaard worden, en zal de daarop liggende grondlast of verponding door de koopers gedragen en betaald worden, vanaf primo January eerstkomende. 7. De koopschat betaald ieder kooper in Nederlandsch Courant geld en in stukken van ten minsten vijfentwintig centen, bij straffe van vijf procent verhoging en zonder alle korting ten kantore van ons Notaris voormeld, voor den eersten November eerstkomende. 8. Binnen acht dagen na heden betaald de kooper ten zelfden kantore in dezelfde muntspecien acht procent en tegelijk met den koopschat vier procent van zijnen koopschat, tot dekking van alle kosten op deze verkooping lopende, echter buiten koopbrief of quitantie die hij verkiezende extra moet voldoen. 9. Voor de betaling in de twee vorige artikels vermeld, stelt ieder kooper een of twee solidaire borgen ten genoege van verkoopers, die door mede onderteekening zich als zoodanig zullen moeten verbinden, terwijl verkoopers zich tevens tot waarborg voor den onbetaalden koopprijs hypotheek op verkochte reserveeren; zullende bij foute valide gevraagde borgstelling het perceel opnieuw worden geveild, wel tot schade, maar niet tot bate des gebrekkigen koopers tot den inzetter incluis, die alle schoon afgehoogd, hun bod zullen moeten staan. 10. De kosten der uitmeting in perceelen worden door de koopers gedragen, die daarvoor heden over acht dagen bij den Notaris zullen moeten voldoen eenen gulden van ieder enkel perceel. 11. Verkoopers reserveeren zich des goedvindende twee of meer perceelen tezamen getrokken op te handen en daarna twee uren beraad om de hoogste bieders, hetzij der enkele of vereenigde perceelen toe te slaan of te bedanken naar goedvinden.
Na voorlezing van welk voorgaande wij Notaris in tegenwoordigheid van Hendrikus van Benthem, wever, wonende te Ootmarsum en Bernardus Horsthuis, schoolonderwijzer, wonende te Lattrup, zijn overgegaan in presentie van deze onze gemelde getuigen tot deze veiling in maniere navolgende.
No. 1. Een stuk heide of moeras gelegen in het zoogenaamde Rietschot, zuid aan den weg naar Nordhoorn, west aan den Commiesendijk, Kadaster Sectie E, gedeelte van Nummer 269, groot een bunder eenentwintig roeden tachtig ellen. Dit perceel is het hoogste ingezet door Hendrikus Kokkeler, landbouwer te Lattrup op honderd vijfendertig gulden, zegge f 135,- En daarop gehoogd door Jan Hendrik Haamberg, landbouwer te Lattrup tien gulden zegge f 10,- . Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor de som van honderd en vijfenveertig gulden, zegge f 145,- Die dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. J.H. Haamberg
2. Een stuk dito heide en moeras ook in het Rietschot onmiddellijk ten noorden van en ten zuiden aan het vorige eerste perceel gelegen, Kadastraal Sectie E gedeelte van nummer 269, groot een bunder acht roeden. Dit perceel ingezet zijnde door Jan Hendrik Haamberg voormeld op twee en negentig gulden zegge 92,- Is gehoogd door Jan Hendrik Rerink, landbouwer te Lattrup acht gulden, f 8,- Idem door Lucas Lambers, grutter te Nordhoorn vijf gulden f 5,- Idem door Jan Hendrik Haamberg voormeld twaalf gulden f 12,- Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor honderd zeven en dertig guldens zegge f 137,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. J.H. Haamberg
3. Een stuk dito heide en moeras in het zogenaamde Krakenveen, noordelijk gedeelte, Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders zesenveertig roeden vijftig ellen. Dit perceel is ingezet door en bij geen verder bod toegewezen aan Evert Wolbers, landbouwer te Lattrop op en voor de som van tachtig guldens, zegge f 80,- Welke kooper tot mede kooper voor de helft heeft benoemd Hermen Jan Rerink, landbouwer te Lattrup en met dezen dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
4. Een stuk dito heide en moeras in het Krakenveen, zuidwest het vorige perceel gelegen. Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders drie en zestig roeden twintig ellen. Dit perceel ingezet door en bij geen verder bod toegewezen aan Evert Wolbers voormeld op en voor de som van veertig guldens, zegge f 40,- Welke kooper tot mede kooper voor de helft van dit perceel heeft genoemd en benoemd Hermen Jan Rerink voormeld en met denzelven dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend. W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
5. Een stuk dito heide en moeras in hetzelfde Krakenveen, zuid van en naast het vorige perceel gelegen, Kadaster Sectie E gedeelte van nummer 270, groot een bunder vier en zestig roeden tachtig ellen. Dit perceel ingezet zijnde door Jannes Rerink, landbouwer te Lattrup op vijfenzeventig guldens f 75,- Is gehoogd door Evert Wolbers voormeld de som van vijf guldens, zegge f 5,- Welke laatste bij geen verder bod hiervan is kooper geworden voor de som van tachtig guldens f 80,- Dadelijk tot zijnen medekooper voor de helft heeft benoemd Hermen Jan Rerink voormeld en met dezen dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend. W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
6. Een stuk dito heide en moeras in hetzelfde Krakenveen, zuid van en naast het vorige perceel gelegen. Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders vier roeden zestig ellen. Dit perceel ingezet zijnde door Jan Hendrik Damhuis, landbouwer te Lattrup op vijfentachtig guldens f 85,- Is gehoogd door Gerrit Jan Veldhuis, landbouwer te Lattrup vijf gulden, zegge f 5,- Welke laatste bij geen verder bod hiervan is kooper geworden voor de som van negentig gulden f 90,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. G.J. Veldhuis
7. Een stuk dito heide en moeras genaamd den Blaasbalg, noord en oost aan nieuwe wegen belend, Kadaster Sectie E gedeelte van de Kadastrale perceelen Nummers 266 en 267 groot drie bunders vierenzeventig roeden zeventig ellen. Dit perceel is ingezet door Geert Lubbers op Stokke en Hendrik Groeneveld, beide landbouwers wonende te Lattrup op honderd zevenentwintig guldens zegge f 127,- En daarop gehoogd door Lucas Lambers reeds voormeld twintig guldens, zegge f 20,- Idem door Hendrik Groeneveld voormeld f 5,- Idem door Geert Lubbers op Stokke voormeld achtentwintig guldens zegge f 28,- Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor de som van honderd en tachtig guldens f 180,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. G. Lubbers op Stokke
8. Een stuk dito heide en moeras in het zoogenaamde Bloemenveen met een afweg naar den Commiesendijk, Kadaster Sectie E gedeelte van kadastrale Nummers 265 en 266, groot twee bunders vijf roeden zestig elen. Dit perceel ingezet zijnde door Albertus Rolink, landbouwer te Lattrup op negentig guldens zegge f 90,- Is daarop gehoogd door Jan Hendrik Rerink voormeld twaalf guldens zegge f 12,- Idem door Jan Hendrik Damhuis voormeld f 5,- Idem door Albertus Rolink voormeld f 7,- Welke laatste bij geen verder bod hiervan is kooper geworden voor de som van honderd veertien gulden f 114,- En dit gedeelte na derzelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. A. Roelink
9. Een katerstede het Pilhuis genaamd, bekend op het Kadaster onder Sectie F Nummer 341 huis en erf en bouwland, groot twee roeden tachtig ellen, met nog de volgende perceelen als: 1. Nummer 342 bouwland, groot vier roeden zestig ellen; 2. Een gedeelte van Nummer 340 bouwland ter grootte van om de tachtig roeden, zijnde gemeten op naam van Gerrit Jan Wolkotte die het ovrige ervan toebehoord; 3. Een hoek heide groot vijfendertig roeden dertig ellen, uitmakende een gedeelte van Nummer 351, Noord begrensd door het kadastrale perceel Sectie F nummer 340 en ten zuidoosten en zuidwesten door nieuwe wegen; 4. Een hoek heide groot vierenveertig roeden en zeventig ellen, uitmakende een gedeelte van de Nummers 350 en 351, begrensd ten noorden en oosten door nieuwe wegen en ten zuiden en westen door het ovrige van evengenoemd kadastrale perceel, 5. Een hoek groengrond, groot twintig roeden, uitmakende een gedeelte van Nummer 350, begrensd ten noorden door de Rammelbeek, ten oosten door een perceel provisioneel toebedeeld aan Gerrit Jan Westerhof, ten zuiden door een nieuwen weg en ten westen door het overige van het kadastrale perceel Sectie F Nummer 350, behorende dus alle gemelde onderdeelen, dit negende perceel uitmakende onder de kadastrale Sectie F. Dit perceel is ingezet door en bij geen verder bod toegewezen aan Evert Brink, landbouwer te Lattrup voor honderd en vijfentwintig guldens, zegge f 125,- Dewelke dadelijk tot zijnen mede kooper voor de onverdeelde helft benoemd heeft Berendina Kamphuis, zijnde meerderjarig en ongehuwd en mede te Lattrup woonachtig. En hebben deze beide koopers na voorlezing van dit gedeelte verklaard des schrijvens onervaren te zijn en hunne namen niet te kunnen teekenen.
En hiermede deze veiling afgelopen en een paar combinaties van perceelen vergeefsch en zonder bod beproefd zijnde, hebben de comparanten verkoopers na eenigen tijd beraad, alle de voormelde perceelen in voegen als die boven staan vermeld aan de respective hoogste bieders toegeslagen en hen dezelve voor de respective door hen geboden koopprijzen in koop gegund.
Waarop wij Notaris bij wien zoowel de verkoopers als de opbieders en koopers bekend zijn, dit proces verbaal van publieke verkooping, opbrengende eenen koopschat van negen honderd een en negentig guldens zegge f 991,- buiten de lasten in de conditien vermeld, hebben gesloten ten dage, maand en Jaar als boven, en hetzelve met de comparanten verkoopers en onze hiervoren gemelde getuigen, na deszelfs door ons geschiede voorlezing geteekend.
w.g.
G. Lubbers op Stokke, G. Hofstee, J. Bossink, B. Horsthuis, H. van Benthem. G.B. ten Pol, Notaris
Sectie F nummer 341
Post alia: Latijn: na andere dingen. Deze formulering staat meestal tussen haakjes op de plaats waar minder relevante tekst is weggelaten
Plok: plokgeld of plokpenning; ook wel strijkgeld genoemd, de naam van de premie, die, bij openbare verkopingen met het doel, de lust tot opbieden daardoor te verlevendigen, gegeven wordt aan hem, die het hoogste bod doet.
Evictie: uitwinning, het onttrekken van een bezit omdat een ander daarop meer recht heeft