Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 4 nr 9 sept 2017

Website: www.Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl


Nieuws/medelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2017-8
# In de rubriek In gesprek met…: H.B. Rikhof ‘Een Hollandse boer in Duitsland’


Huwelijksfoto 1903 Bernardus E.A. Verkuijl en Johanna Maria Brookhuis…

Huwelijksfoto 1903 Bernardus Egidius Antonius Verkuijl x Johanna Maria Brookhuis

Voorste rij:
1 Bernardus Egidius Antonius Verkuijl *1870 Borne (bruidegom)
2 Maria Johanna Brookhuis *1883 Ootmarsum (bruid)
3 Alexander Jacobus Verkuijl *1843 Wageningen (vader vd bruidegom)
4 Johanna Christina Wientjes *1838 Enschede (moeder vd bruidegom)
Kinderen 5 en 6: onbekend.
Middelste rij:
7 Nn x8, 8 Nn x7, 9 Nn x10, 10 Nn x9, 11 Nn x12, 12 Nn x11, 13 Nn x15
14 Aleida Geertruida Kuks *1875 Oud Ootmarsum x20, 15 Nn x13
Achterste rij:
16 Hendrika Maria Broekhuis *1860 Broekhuis Klein Agelo x17 (nicht vd bruid)
17 Gradus Pikkemaat *1854 Enkman Tilligte x16
18 Geertruida Gezina (Sien) Rerink-Broekhuis *1866 Broekhuis Klein Agelo (nicht vd bruid) x19
19 Joannes (Jan) Rerink *1864 Bossink Lattrop x18
20 Antonius Franciscus (Tonie) Brookhuis *1877 Ootmarsum (broer vd bruid) x14
21 Bernard(us) Brookhuis *1882 21 jaar (broer vd bruid)
22 Frans Brookhuis 16 jaar (broer vd bruid)
23 Johanna Rikmanspoel (tante) *1855 in Gammelke (zuster van de moeder vd bruid)

De ouders van Maria Johanna Brookhuis staan niet op de foto. Vader Johannes Brookhuis is overleden in 1887 oud 55 jaar en moeder Geziena Rikmanspoel in 1890 oud 37 jaar.
Zuster en broers vd bruidegom:
Anna Maria Wilhelmina Verkuijl *Borne 1865 x 1895 Joseph Hendrikus Hubertus van Groenendael *Nunhem 1868. Bernardus Egidius Aloisius Verkuijl *Borne 1867 x 1895 Geertruida Maria Dominica Kampers *Tiel 1872. Alexander Jacobus Engelbertus Verkuijl *Borne 1868 x 1896 Johanna Cornelia Janssen *Rotterdam 1874. De nrs 7 t/m 13 en 16 zijn de broers en zuster met echtgeno(o)t(en).
Dan is nog 1 echtpaar onbekend.
Het burgerlijk huwelijk is voltrokken in Ootmarsum. Het is aannemelijk dat hier ook het kerkelijk huwelijk heeft plaatsgevonden want dat was toen gebruikelijk. Het is niet bekend of de foto in Ootmarsum of in Borne is gemaakt.
Bent u in het bezit van meer informatie? Meld het ons.


Registrum Memoriale (9)…

Fundatie Fr. Kleinschmitt Notaris te Ootmarsum

Den 11en nov. 1926 heeft zijne Z.D.H. Mgr: van de Weteringe machtiging verleend tot ‘t aanvaarden van eene som van (f 2000) twee duizend gld van den Weled. Gestr: heer Fr: Kleinschmitt Notaris te Ootmarsum tot stichting van een Fundatie met de volgende verplichtingen en onder de volgende voorwaarden:
1. Het kapitaal is het eigendom van de R.K. Kerk te Latterop.
2. Tijdens ’t leven van den schenker is ook de rente voor de R.K. Kerk.
3. Na diens dood moet geschieden in de kerk te Latterop eenen plechtige Requiem H. Mis, en gedurende drie jaren telkensjare een plechtig gezongen jaargetijde.
4. Gedurende het eerste jaar na diens dood wekelijks ééne H. Mis; gedurende het tweede jaar om de veertien dagen één H. Mis.
5. Gedurende vijf en twintig jaren moet de naam van deze schenker op ’t dag en doodenboek vermeld worden.
6. Het stipendium voor al deze verplichtingen wordt betaald door de R.K. Kerk te Latterop en bepaald door zijne Doorl. Hoogwaardigheid den aartsbisschop van Utrecht.
7. Zijn al deze verplichtingen en voorwaarden vervuld, dan is ook den overgebleven som incl. rente het volle eigendom van de R.K. Kerk te Latterop.
8. Mocht ’t Kapitaal buiten schuld van het R.K. Kerkbestuur verloren gaan, dan houden ook op alle verplichtingen.
Op verzoek van den schenker werd het kapitaal in den bouw van de nieuwe kerk opgenomen. Hiervoor werd dus geen effect gekocht. Dit geld is dus mede uitgegeven voor het bouwen van de kerk.
Zie schrijven van Z.D.H. den Aartsbisschop van 12 Nov. 1926 1110.
Bij schrijven van zijne Doorl. Hoogwaardigheid den Aartsbisschop van Utrecht van 30 Oct. 1929 werd het stipendium van de plechtig gezongen Requiem en van de drie plechtige jaargetijden bepaald op f 25,- elk; het stipendium der te lezen H.H. Missen op 3,50 elk en voor de afkondiging van het jaar en dagboek op f 2,50 ’s jaars.
Deze H. Missen zijn alle gelezen: en resten nu nog 2 plechtig gez. Jaargetijden in 1931 en in 1932.

Caput VI

Oorkonden betrekkelijk opgerichtte broederschappen.
Het altare privilegiatum den Kruisweg in deze Kerk.
Door zijne Doorl: Hoogw: Mons: Antonucci vice superior der Hollandsche Zending is bij herderlijken brief van den 11 februar 1841 uit Kracht eener Pauselijke vergunning in alle Kerken dier Sending ingesteld en opgericht een broederschap onder den naam van ‘Geestelijk Verbond’.
Door Zijne Doorl Hoogw Mons Carolus Belgrado vice Superior der Hollandsche Zending is bij missive van den 24 October 1849 uit Kracht eener Pausselijke vergunning verleend de gunst van één Altare Privilegiatum door den pastoor te kiezen en als zoodanig aan te duiden door het opschrift ‘Altari privilegiatum quote dianum perpetuum’ waaraan is voldaan door den Weleerw Heer GJ Blankenvoort.
Het bewijsstuk is in het archief.
Door den Zeer Eerw Heer G Binkhorst deken van Almelo is volgens, door den pastoor gevraagde en bij brief aan de deken door Zijne Doorl Hoogwaard: Mons J Zwijzen den 29 Augustus 1857 verleende volmacht den Kruisweg opgehangen op den 20 october 1857. De actus terdemonialis is in het archief.
Door Zijne Doorl Hoogw: Mons. J Zwijzen is bij missive van den 12 Mei 1861 in alle Kerken van het Aartsdiocees opgericht het broederschap van den Pieterspenning met de daaraan door Zijne Heiligheid Pius XI verleende aflaten zoo als blijkt uit de brieven aanwezig in het archief.
Op den 21 Juli 1868 is in deze kerk wettig opgericht het broederschap genoemd Apostolaat des Gebeds blijkens (verdere tekst ontbreekt).
Door zijne Doorl Hoogw Mons Andreas Ignatius Schaepman Aartsbisschop van Utrecht is op verzoek om verandering in den vroeger daarvoor bepaalden tijd, op nieuw in de parochie van de HH Ap Simon en Judas te Latterop ingesteld en opgericht de vrome oefening van 40 uren aanbidding met de daaraan door de Pausen verleende aflaten en privilegien en daarvoor aan gewezen Vrijdag en Zaterdag na Aschwoensdag en den eersten Zondag in de vasten. Dit stuk van den 22 januarij 1869 is aanwezig in het archief.
Door ZDH Mgr. P.M. Snickers, aartsbisschop van Utrecht is den 16en December 1891 wettig opgericht de broederschap van het Allerheiligste Sacrament, zooals blijkt uit het Aartsbisschoppelijk stuk no 63, aanwezig in het archief.
De Z E Heer Deken F Reigers schrijft in Mei 1892: “Z.D.H. heeft gaarne toegestaan, dat er in ordene ad Conpaternitatem H Sacrament eens in de maand een lof gehouden worde met expontie en Ortensorie. De dag kan door den pastoor bepaald worden”.

Caput VII

Overzicht dopen etc… Dit is een register waarin over de periode 1868-1948 het volgende werd bijgehouden: Aantal parochianen, communi-canten, gedoopten, onwettig geborenen, aangenomen kinderen, gehuwden, dooden en het aantal communieën. Van deze bladen is een transcriptie gemaakt en wordt op een later tijdstip hier gepubliceerd.

Caput VIII

Inkomsten der Kerk en Jaarlijksche toelagen voor den pastoor.
Inkosten der Kerk vloejen voort uit de bankenhuur, collecten onder de godsdienstoefeningen, bater der Kerkelijke diensten en hoofdelijk omslag voor de toelage aan den pastoor; zijn dus wisselvallig en bedroegen in het jaar 1868 f 636,66.
De jaarlijksche toelage, die aan den pastoor uit de Kerken kas moet betaald worden is blijkens contract bij de oprichtichting der parochie gemaakt en in het archief bewaard de som van f 280 hollandsche munt.
Den 4 november 1889 is door Zijne Doorl. Hoogw. Den aartbisschop Utrecht goedgekeurd het besluit van het Kerkbestuur van Lattrop van 23 oct. 1889 om namelijk de gemeentenaren te ontheffen van de verplichting bij de oprichting der gemeente aangenomen om jaarlijks voor den Pastoor de benodigde voorraad turf te halen en als schadevergoeding de jaarlijksche toelage van den Pastoor met f 30 te verhoogen en al grotebrengen van f 280 op f 310.

Wordt vervolgd…


Foto nieuwsbrief 2017-8…Foto school Breklenkamp 1983
Van de foto van de school van Breklenkamp heb ik de volgende namen.
Bovenste rij: juffrouw Willy van Rooden, Mirande Bosink, Hermien Boers, Annelies Boers, Jan-Kees van Rooden, Peter Leusman.
Onderste rij: Daniélle Lohuis, Raymon Bosink, Gisa Leusman, Joris Kamp, Jan-Willem van Rooden. Groetjes Rosa Bosink Breklenkamp.
Redactie: Rosa bedankt.


Oude Kienhuis -ool Kienhoesboer- Tilligte ca. 1920…

Boerderij Oude Kienhuis Tilligte foto ca. 1920Op de foto vlnr:
San ten Brink-Meijer oud 60 jaar, Graads ten Brink oud 59 jaar en de toekomstige schoondochter Berendina Maria (Dina) Groeneveld oud 19 jaar. Gerard ten Brink, de man van Dina, staat niet op de foto maar de hofhond wel. San draagt een zwarte knipmuts (rouwmuts) en Graads heeft een bats onder de arm.
Gerhardus (Graads) ten Brink is geboren op 10 november 1861 op Bekker in Tilligte, zoon van Johannes (Jannes) ten Brink en Maria Kienhuis.
Ool Kienhoes Graads is overleden op 1 augustus 1928, 66 jaar oud.
Graads trouwde, 24 jaar oud, op 13 mei 1886 in Denekamp met Susanna Maria (San) Meijer, 26 jaar oud. San is geboren op 5 maart 1860 in Groot Agelo 26 (Meijer), dochter van Gerardus Meijer en Gezina Veldscholten. Ool Kienhoes San is overleden op 8 april 1945, 85 jaar oud.
Erfopvolger wordt:
Gerhardus Johannes (Gerard) ten Brink is geboren op 7 november 1888. Greads is overleden op 12 november 1981, 93 jaar oud. Greads trouwde, 37 jaar oud, op 21 mei 1926 in Denekamp met Berendina Maria (Dina) Groeneveld, 26 jaar oud. Berendina is geboren op 4 juni 1899 in Tilligte (Greuneveld) en is overleden op 16 december 1966, 67 jaar oud.


Smokkelen en smokkelaars (5)…

Nog diezelfde avond ben ik naar Beuningen gegaan om de zaak bij die boer te verkennen, want met zulke dingen wachtte ik nooit lang. Nu liep er op het erf een hond rond en ik had al gauw in de gaten, dat ik met dat beest in de buurt niet veel kon beginnen. Na enig denken kreeg ik een helder idee. Een bekende metselaar was in het bezit van een teef en als ik die nu eens een uurtje kon lenen. De metselaar bleek niet thuis te zijn, maar omdat ik er geregeld kwam, heb ik de ketting van de hond Ios gemaakt en het dier meegenomen naar die boer in Beuningen. Bij aankomst blafte de hond van de boer nog enkele keren, maar toen ik de teef losliet, werd het stil en had ik voorlopig geen last meer van de hond. (afb.: Textielfabriek Povel in Nordhorn?).Textielfabriek Povel in Nordhorn
Het was die avond erg slecht weer, het stormde en regende, maar dat kwam mij erg goed uit. Omdat ik er de weg wel zo ongeveer wist, had ik niet zoveel tijd nodig om de paarden te vinden. De ene stond in de stal en de andere vond ik in de schuur. Ik nam ze mee en trok er mee langs de Dinkel. Het werd een moeilijke tocht in het donker met het bar slechte weer en ik snap nog niet, dat het allemaal zo goed is afgelopen. Tenslotte kwam ik er toch mee in het Sterrebos, waar mijn maten klaarstonden om ze in ontvangst te nemen.
De volgende dag was het zondag en toen mijn moeder thuis kwam uit de vroegmis vertelde ze, dat ze onderweg gehoord had, dat er bij een boer in Beuningen paarden waren weggehaald. Ik hield me van de domme en zei: ”Dat is toch ook wat moois”. Diezelfde morgen heeft men het hele Sterrebos afgezocht en bij verschillende boeren in die omgeving gekeken of de paarden daar misschien ook waren ondergebracht. Maar alles was tevergeefs, de paarden waren en bleven weg.
Goede paarden, die we uit Duitsland haalden, brachten hier veel meer op dan daar. Eens heb ik van een Duitser een schimmel gekocht, die later in het circus is terechtgekomen. Meestal ging het om gewone trekpaarden, soms betrof het Hannoveranen, die we van over de grens haalden. Op het ogenblik zijn springpaarden in Duitsland duurder dan hier en die gaan nu wel illegaal de grens over.

Twee koeien voor vijftig eieren

In de periode kort na de oorlog bestond een groot deel van de handel uit ruilhandel.
Zo herinner ik me dat er eens een Engels militair met zijn legerwagen bij Bosman aan de Brandlichterweg stond. Er stond veel volk rond de auto. Ook ik ging er op af en vernam, dat de soldaat eieren wilde hebben in ruil voor thee. De Engelse militairen waren in die tijd gek op eieren. Snel ben ik naar huis gegaan. We hadden nog vijftig eieren, waarmee ik terug ben gegaan naar die Engelsman. Toen de soldaat de eieren zag, begon hij te stralen en gaf me een buil thee in ruil voor die eieren.
Pieter (Piet) Lieftinck (na de oorlog minister van financiën)Een paar dagen later ben ik samen met een kameraad naar de Duitse veehandelaar gegaan, die in de buurt van mijn ouderlijk huis woonde en heb hem gevraagd of hij nog wat in de handel had. Het bleek dat hij nog enkele beste koeien had, die hij wel kwijt wilde. Echter niet voor geld maar alleen voor thee of koffie. Toen ik hem de buil thee liet zien, vroeg hij wat ik daarvoor dacht te krijgen. En na enig loven en bieden kreeg hij de thee en ik twee koeien. Voor vijftig eieren kreeg ik dus twee koeien.
Nadat dit was afgehandeld ben ik nog naar mijn oma gegaan, die een eindje verderop woonde, waar ik een derde koe gekocht en betaald heb met Hollands zilvergeld. Zo moesten we die avond met drie koeien de grens over. Een ervan hebben we geslacht bij een boer in onze buurt. Het vlees hebben we verdeeld. Met de twee andere ben ik naar een veehandelaar in de Lutte gegaan. Het was in de tijd van de geldzuivering van Pieter (Piet) Lieftinck toen we nieuw geld kregen. Dat nieuwe geld wou ik ook graag voor mijn twee koeien hebben, maar iedereen had in die tijd nog maar weinig geld, zodat de handelaar me ook nog niet kon betalen. (foto : Pieter (Piet) Lieftinck (na de oorlog minister van financiën).
Toen er later wat meer geld in omloop kwam, is dat wel in orde gekomen. De meeste smokkelaars brachten het vee naar Duitsland, maar ik haalde het er vandaan. In die tijd droeg ik meestal een blauwe broek en kiel, had een Duits petje op en had altijd gereedschap bij me achter op de fiets, dat diende als camouflage en dat werkte, want de Duitse douane zag me altijd voor een Duitser aan. Ze hebben me wel eens gevraagd, waar een bepaalde Duitse boer woonde en dan wist ik precies hoe laat het was.

Wordt vervolgd (slot)…


Lubberman in Lattrop…

Lubberman Lattrop Jan Scholte Lúbberinck en Marijke ten Hofste

Al 319 jaar staat deze tekst gebeiteld in het eikenhout boven de niendeuren in het onderschoer. ‘J S Lub’ is een afkorting van de bewoner van dit eeuwenoude erf, Jan Scholte Lúbberinck. In het trouwboek in Ootmarssum van 7 juni 1692 staat hij vermeld als Jan Lúbberinck.
‘M ten H L’ is een afkorting van de naam van zijn vrouw Marijke ter Hofste. Waar de letter L onder de H voor staat is waarschijnlijk als toevoeging Lúbberinck.


Beijerink in Tilligte…

Tekst boven niendeur Beijerink TilligteOp de houten poortboog van de deel staat het opschrift:
DE HERE BEWARE MIN UTHGANCK UNDE INGANCK PSALM 121 ANNO 1653 DEN 26 APRIL JAN TER LINDE ENDE YENNE BEIJERINCK


Over de schoolkwestie te Lattrop (3)...

DROSTAMBT TWENTE INV. 51

                                     RIJKSARCHIEF ZWOLLE.

 51:  1796 - 1800. Stukken betreffende Evert Hofstee, Jan Wiggerink, Jan Leferink en Egbert in Olde Leferink uit Lattrop, die voor het landge­richt Ootmarsum worden vervolgd wegens diefstal van een kachel uit de school te Lattrop.

                                                       Eisch en Aanspraak voor:

Dr. F.H. Racer als advocaat friscaal van Twente vatione oftiën aanlegger ter eener,

                                                                      Tegen:

Evert Hofstee, Jan Wigger, Jan Leferink en Egbert in Olde Leferink in de boerschap Lattrop, gedaagden ter andere zijde.

                                                   Burger rigter van Ootmarsum.

1. Dat de gedaagden in de conclusie op het einde dezes te nemen behoren te worden gecondemneerd, ten dien einde doet aanlegger qqa. onderemploy van alle gedienstige middelen en expres protest tegen den last van overtollig bewijs, poteren waar te zijn.
2. Dat om den tijd van maandag den 21 december laatsleden de boeren van Lattrup in de schoole aldaar zijn geweest om over markezaken te spreken.
3. Dat toen aldaar ook is gekomen de vrouw van den burger Bentink tot Breklenkamp, zeggende:`Ik kome in de naame des Heeren, de schoole moet hier vandaan, die staat op mijn grond!'Hottingerkaart 1773-1794 Lubbrink Lattrop
4. Dat hierop de schoolmeester Jurrien Bonke, mede aldaar tegen­woordig, zeide dat hij daar tegen protesteerde en dat de schoole daar vijfenvijftig jaar gestaan had.
5. En waarop de voorzeide vrouw van den burger Bentink andwoordde: `Gij zijt geen  schoolmeester meer, daarom hebt gij de schoole niet meer van noden!'
6. Dat in de voorzeide schoole een kaggel stond, door den voorz. schoolmeester als boerrigter op order van de boermannen voor eenige jaren gekogt en betaald van het geld der boermannen en aldaar geplaatst.
7. Dat veele van de voorzeide boermannen toen zeiden, dat deze kaggel moest staan in haare voor eenigen tijd toebereide Roomsche schoole.
8. En dat de vergaderde boerman-nen toen daarover begonnen te stemmen, tegen wil en dank van de voorzeide boerrigter Jurrien Bonke en anderen, die zig daar tegen stelden.
9. Dat daarop de gedaagden, volgens de met hun stemmende meerder­heid, de voorzeide kaggel met pijpen hebben aangevat en uiteen genomen. Uit de schoole gedraagen en daarmede weggegaan zijn en derzelven in hun Roomsche schoole ge­bragt.
10. Staande deze Roomsche Catholijke schoole in de voorzeide boer­schap Lat­trop bij het erve Scholte Lubberink en in de laatstvoor­leden herst  aldaar door de Roomschgezinden tegen de wet deezer provincie aldaar gemaakt van een kloppenhuisje.
11. Terwijl geen ingezetenen van boerschappen recht hebben om schoolen in dezelve te maaken, noch een schoolmeester aan te stellen zonder de toestem­ming van de gezamelijke Erfgenamen der boerschap.
12. Veel weiniger eene gesepareerde school van Roomsch Catholijke gezinden medestrijdig  tegen het behoud van rust en eensgezindheid tusschen die van wederzijds religien.
13. Zijnde de schoole waar uit de voorzeide kaggel door beklaagden is gehaald geworden, zo langmenschen hengt de publijke school van Lattrop en lange jaaren door gemelden schoolmeester Jurrien Bonke, wettig tot publijken schoolmeester van Lattrop aangesteld, bediend geworden.
14. Alles met meerderen te zien in de kondschap van veele getuigen hier bij sub. A.
15. Daaden en vernigtingen van geweld tegen alle goede order en polij­cij  strijdig en eigenrigtingen die in een land van justite niet ongestraft kunnen blijven.
16. Aangemerkt dat de gedaagden volgens eigendunkelijk voorneemen van hun en anderen hier door meterdaad het rechtorder en polijcij in voorzeide mar­ke, omtrent den schooldienst in deeze marke tot nog toe hebbende stand gehouden, hebben ondernomen te veranderen. Met alleen maar ook de voorzeide publijke gewettigde school beroofd van den kaggel, tot dezelver gebruik aldaar geplaatst en dien in hunne private school, die zij om zich van de gereformeerden te separeeren, gemaakt hadden, ge­plaatst.
17. Maar ook zich daardoor aan eigenrichting omtrent dezen kaggel hebben schuldig gemaakt, in plaats dat wanneer zij zich wilden verbeelden dien kaggel wederom aan de publijke school, tot welke dienst dezelve gekogt en aldaar gebragt was, te kunnen ontrekken, daar toe als dan de middelen van rechte hadden moeten gebruiken. Laatende inmiddels denzelven in den publijke school berusten.
18. Terwijl voords ook, buiten de door dit geweld en eigenrichting geschonden goede order en policij ook nog daar benevens geweld en eigen­richting door gedaagden is gepleegd met deezen aan alle boermannen gemeenen kaggel in weerwil van anderen daarvan daan te haalen. Daar nochtans in rechte kennelijk is, dat in re communi melior est conditio probiben-tis £.28# commune dividundo.
19. Vooral wanneer de rust, goede order en policij daarmede gemengd is.
20. Zo dat Jurrien Bonke nevens eenigen andere boermannen daartegen zijnde,  dat de kaggel van daar zou weggenomen wor­den. Alle andere boerman­nen zich van geweld en eigenrichting hadden moeten onthouden.
21. De gedaagden wel vooziende, dat zij, wanneer zij tot de middelen van regte hun toevlugt namen, de zig oppoterende boermannen in regte ageerden. Zulks in dezelver verkeerd oogmerk van geen dienst zou hebben kunnen zijn, hebben daarom deze eigenrich­ting nog dies te weder­regtelijk onderno­men.
22. Trouwens ook deze kaggel, het den dienst van deze publijke wettige school door de boermannen te samen gedestineerd en aldaar geplaatst zijn­de, mogt even zo min van daar gehaald worden door de roomsch gezinden en naar dezelve nieuwe, afzonderlijke school gebragt worden. Als hun vrijstond om deze publijke school der gehele marke, tot welke school deze kaggel ten gebruike behoorde, af te schaffen.
23. Door het gemeld gepleegde geweld en eigenrichting hebben de gedaagden de voorzeide school eigendunkelijk gespolieerd en hunne weder­regte­lijke denkbeelden om voor roomsch gezinden ten nadeele der eensgezind­heid en om in de jeugd van kinds af reeds een religie haat en afkeer te planten, geweldig doorgezet en denzelven zo verre getrokken, dat zij daar door de publijke school niet ongemoeijt hebben gelaaten, maar dezelven van het nodige beroofd.
24. Over welk een misdaadig gedrag de gedaagden om de boete dienswe­gen verbeurd aftemaken geuteerd zijnde, sub.B, zijn daarvan gebleven in gebreke.
25. Weshalven de aanlegger ratione offien, ter handhavinge van rust, goede order en polycij te raade en genoodzaakt is geworden de beklaagden tegen heden om tegen hen dieswegens te zien dienen van eisch en aanspraak te ateeren. sub.C.
26. Doende derhalven dritis dreerdis nobiliterqué in omithis hupplendis tegen de gedaagden omni melion modo concludeeren: 

Dat de gedaagden aan het hoofd dezes gemeld bij vonnis van dit gerichte moogen worden gecondemneerd om ten profijte van de hoogheid des volks van Over­ijssel, of provisioneel verwalter van het drostambt Twente, namens dezelve te moeten betaalen ieder eene somma van tweehonderd goudguldens. En in cas van oppositie een vierde meer of zo veel meer of minder als in regte zal bevonden worden te behooren. Met condemnatie van de gedaagden in alle de kosten dezer proceduure ofte xe.                              (Wordt vervolgd…)


Uw reactie (1)Schonewille

Op het artikel ‘Schonewille’ in nieuwsbrief 2017-4 en 2017-5 is gereageerd door Jacqueline van der Zijden-Schonewille in Denekamp, achterkleindochter van Arie Schonewille.
Wat leuk dat je ze gekend hebt! ‘Opa en oma’ waren schatjes. Tenminste....zoals ik ze gekend heb!
Ze hadden 3 kinderen: Gerrit (mijn opa), Gerhard en Annie.Arie Schonewille in Lattrop ca. 1960
Opa Gerrit is als militair  naar Indië gegaan, mijn oma is hem achterna gereisd en ze zijn daar getrouwd. Ze hebben 2 kinderen gekregen, Annie (1932-1942) en Gerrit, mijn vader (1938-heel lang nog hoop ik). Mijn opa is gevangen genomen door de Jappen, mijn oma en de kinderen moesten naar een vrouwenkamp. Nog voor dat kamp bereikt is, is Annie al overleden. Opa wordt te werk gesteld aan de Birma spoorlijn en toen deze klaar was werd hij op transport gesteld  naar Japan om daar in de wapenfabrieken aan het werk te gaan. Onderweg (over zee) werd het transport echter getorpedeerd door de Amerikanen, die dachten dat het boten vol wapens waren. Helaas waren er weinig overlevenden, ook mijn opa heeft het niet overleefd.
Mijn oma en mijn vader zijn als enigen uit het gezin overgebleven en zijn na de oorlog naar Nederland terug gekomen waar mijn oma in 1988 is overleden. Van de andere kinderen Gerhard en Annie weet ik niet veel. Ik weet dat Annie een kindje heeft gehad, Arie, die op 6 jarige leeftijd is verdronken in een sloot. De foto die ik heb van opa is er één van later datum, niet uit de tijd dat jij ze gekend hebt. Ik denk dat de foto uit 1980 is. (Foto rechts: Arie Schonewille in Lattrop ca 1960).
Ik woon in Denekamp, op de Prins Hendrikstraat 23. Een oud huis, wat van oorsprong 2 kleine huisjes waren. Vorige bewoners hebben van die 2 huisjes 1 huis gemaakt. Toen wij in 1999 een huis zochten en dit huis gingen bekijken, waren we alleen maar de drempel bij de buitendeur over en toen ‘voelden’ we al dat dit het perfecte huis was voor ons. Niet dat het er zo mooi uitzag van binnen hoor (bewijs: we zijn al 17 jaar aan het verbouwen) maar het was puur een gevoel. Het huis is van begin vorige eeuw. Ik was erg benieuwd wat de geschiedenis van het huis is, wie er gewoond hebben enz. Bij de stichting Heemkunde Denekamp ben ik op zoek geweest naar deze gegevens en wat blijkt? Ik de maanden voor de oorlog en het begin van de oorlog heeft mijn overgrootvader Arie Schonewille in dit huis gewoond!! Toeval bestaat niet.
Als je je nog dingen herinnert van vroeger dan hou ik me aanbevolen je verhalen aan te horen!!
Met vriendelijke groet,
Jacqueline.

Redactie: Inmiddels heeft er een uitvoerige correspondentie plaats gevonden en zijn de nodige foto’s en documenten uitgewisseld.


Uw reactie (2)…Vlnr zijn dit Mientje Pikkemaat (Jochems ND), Marietje Weernink (Wolkotte ND), Marietje Bossink (Flesboer ND), Carolien Broenink (Denekamp) en Femie Bonnes (Schiltman ND).

Annie Busscher-Meinders in Tilligte mailde ons de namen: (tussen haakjes de erfnamen waar zij geboren zijn).
Vlnr zijn dit Mientje Pikkemaat (Jochems ND), Marietje Weernink (Wolkotte ND), Marietje Bossink (Flesboer ND), Carolien Broenink (Denekamp) en Femie Bonnes (Schiltman ND).


Pikkemaat-Roelofs in Groot Agelo (2)…

In de nieuwsbrief 2017-8 zijn uit het huwelijk Pikkemaat-Roelofs 3 kinderen vermeld: Maria, Hermanus en Johanna. Hein Damink in Oldenzaal maakte ons er op attent dat er nog een zoon (de oudste) uit dit huwelijk is geboren. Hij vertrok al op jonge leeftijd naar Duitsland, trouwde in Emsbüren en kreeg er nakomelingen.

I. Albertus (Albert ook Johann Albert) Pikkemaat (Pickkemaat), geb. Groot Agelo 41 (Meenderink schöppe) 16 sept. 1848, † Salzbergen 23 nov. 1896, zn. van Hermannus Pikkemaat en Geertruida Roelofs, tr. Emsbüren (St. Andreaskirche) 4 juni 1878 Susanna Maria Klefing, geb. Emsbüren-Berge 28 mei 1854, ged. Emsbüren 28 mei 1854, dr. van Johann Bernard en Susanna Maria Klefing.
Uit dit huwelijk (geboren in Salzbergen):
1. Maria Engelina, volgt II.Bidprentje Henricus Voss Weerselo 1873-1959
2. Bernhard Pikkemaat, geb. 23 nov. 1881, Textielarbeider (Spinnerij), † Salzbergen 15 juli 1941, tr. Salzbergen 17 mei 1911 Maria Friederika Bernhardine Sundermann, geb. Dülmen (Duitsland) 10 maart 1882, dr. van Bernard en Anna Maria Gertruid Abel.
3. Maria Theresia Pikkemaat, geb. 5 jan. 1887.
4. Catharina Pikkemaat, geb. 13 april 1889.
5. Georg Adolf Pikkemaat, geb. 25 aug. 1895, † Osnabrück (Duitsland) vóór 1945.

II. Maria Engelina Pickmaat (ook Piekmaat), geb. Salzbergen 25 juli 1878, † Weerselo 29 nov. 1948, tr. Weerselo 11 nov. 1904 Hendrikus Voss, geb. Rossum (O) 11 okt. 1873, Timmerman, † Weerselo (RK Begraafplaats) 22 mei 1959, zn. van Bernardus en Maria Touwmaker.
Uit dit huwelijk:
1. Johanna Maria Voss, geb. Groot Agelo 66 19    aug. 1905.
2. Bernardus Johannes Voss, geb. Groot Agelo    66 23 sept. 1906.
3. Maria Susanna Voss, geb. Groot Agelo 66 2      jan. 1908, † ald. 5 maart 1913.
4. Gerhardus Antonius Voss, geb. Groot Agelo 66 13 febr. 1909.
5. Hermanus Hendrikus Voss, geb. Groot Agelo 66 3 mei 1910.
6. Hendrikus Jozef Voss, geb. Groot Agelo 66 27 maart 1912.

Over de hierboven onder I-5 genoemde Georg Adolf Pikkemaat staat het volgende gepubliceerd op website http://web47.marge.kundenserver42.de/ig-salzbergen/images/stories/bote/03_2012.pdf
2. Weltkrieg  (1939-1945):
Den Kriegsopfern der Vertrieben und Geflüchteten zum Gedenken, deren Angehörige in der Gemeinde Salzbergen eine Heimat gefunden haben. 
Pikkemaat, Georg, Gefallen 1939-1945, 
Teil dieser Arbeit ist die Erfassung aller gefallenen und vermissten Soldaten. Aus Salzbergenundden Ortsteilen wurden bislang 95 Männer festgestellt, die nicht aus dem Krieg 1914 – 1918 zurückkehrten. Von 58 dieser Soldaten befinden sich Totenzettel im Archiv des Heimatvereins. Wir möchten bitten, dass diejenigen, die noch Totenzettel von Soldaten des 1. Weltkriegs besitzen, sich melden, damit wir sie gegebenenfalls erfassen können. Ebenso möchten wir die Familien der betreffenden Soldaten bitten, soweit vorhanden, Fotografien der Gefallenen, Feldpostkarten oder -briefe, Wehrpässe oder andere den Soldaten betreffenden Dokumente leihweise zur Verfügung zu stellen. Zu einigen Vermissten und Gefallenen fehlen dar- über hinaus jegliche Informationen wie z.B. das Geburtsdatum oder das Sterbedatum, soweit es bekannt ist. Wir bitten in folgenden Fällen ebenfalls um Mithilfe: Bernhard Bertling (Salzbergen), Albert Böck (Holsten-Bexten), Bernhard Dieckmann (Salzbergen), Anton Hüls (Salzbergen), Anton Peter (Salzbergen), Georg Pikkemaat (Salzbergen), Josef Schulte (Salzbergen), Heinrich Schulten (Salzbergen), Bernhard Wibben (Salzbergen).


Foto familie Velers-Borggreve Tilligte…Familie Velers en Jansen vlnr Hendrik Velers nn Marietje Velers nn Hanna Borggreve voor oma Borggreve-Nijhuis
Deze foto is gemaakt op het erf ool Greuneveld, nu Kuiphuis, aan de Vollenhoekweg in Tilligte.  Vlnr Hendrik Velers, onbekend, Marietje Velers, onbekend en Hanna Borggreve.
In de stoel zit de weduwe Maria Nijhuis geboren in 1862 in Klein Agelo. Haar man is Gerardus Borggreve 1853-1931. Van hem is geen foto beschikbaar.
Uit het huwelijk van Graads en Mei worden 3 kinderen geboren: 2 levenloos geboren dochters in 1898 en 1900 en Johanna Maria Borggreve geboren 1902. Hanna trouwt in 1927 met Hendrikus (Hendrik) Velers geb. in 1896 op het erf Middelhorst of Middelhuis in Oud Ootmarsum. Dit huwelijk blijft kinderloos.
Een broer van Hendrik, Bernardus, wordt erfopvolger op Middelhuis en trouwt in 1927 met Johanna Keupink. Hun dochter Maria Theresia (Marietje) komt bij oom Hendrik en tante Hanna op ool Greuneveld. Zij trouwt in 1960 met Gerardus Hendrikus (Gerrit) Kuiphuis uit Geesteren(O). Bij de foto is de naam Jansen vermeld. Wie heeft informatie hierover?


G.J. Voorhuis Hengelo(O) (1)…

MIJN HERINNERINGEN OVER MIJN JEUGD,

FAMILIE EN DE OORLOG.

DOOR: G.J. VOORHUIS

A. v. DALSUMSTRAAT 28

HENGELO

ACHTERUM KIEK’N

Achterumkiek’n in 't veurbieje

gif mangs plannen veur het nieje.

Voorwoord

Gerardus Johannes (Gerard) Voorhuis 20-01-1907Hier volgend heb ik enige herinneringen opgeschreven van mijn levensloop. De lezer moet het maar lezen zoals het er staat, het zal wel niet allemaal in goede volgorde zijn geschreven. Ik heb zo maar iets opgeschreven zoals het mij te binnen schoot. Op het gebied van onze familie, van Voorhuis, mijn jeugdherinneringen, mijn verdere levensloop, de levensomstandigheden van Voorhuis enz… Het verhaal begint met een beschrijving van mijn familie. Na deze beschrijving volgt de stamboom van onze familie die in twee delen uiteenvalt, die van mijn moeders kant en die van mijn vaders kant. Daarna vertel ik iets over mijn ouderlijk huis, het erve Timmersboer, en dan komen nog enkele schoolherinneringen. Als laatste vertel ik over mijn belevenissen in de oorlog.

Hoofdstuk 1

Ik, Gerardus Johannes Voorhuis, ben geboren op 20 januari 1907 zoon van Hendrikus (Dieks) Voorhuis en Susanna (San) Borggreve te Volthe 25 op het erve Timmersboer. Mijn vader is geboren 11 juni 1872 te Geesteren(O) op het erve De Voorboer. Hij is overleden op 19 december 1960 te Volthe. Mijn moeder is geboren op 12 februari 1868 te Tilligte op het erve  Ool Greuneveld in  'n  Vollenhook. Zij is overleden op 4 november 1935.
Mijn vader is moeders tweede man. Haar eerste man heet Gerhardus Pikkemaat geboren in 1869 te Lattrop op het erve BekJan. Uit dat huwelijk is een meisje geboren, Aleida Johanna (Leida) Pikkemaat. Zij is geboren op 27 juli 1902 en overleden op 7 juli 1925.
Nu de beschrijving van onze familie. Mijn vader, Hendrikus (Dieks), is dus getrouwd met de weduwe Susanna Pikkemaat-Borggreve op het erve Timmersboer. Daaruit zijn drie zoons geboren:
Gerardus Johannus op 20 januari 1907 (ikzelf), Bernardus Hendrikus op 14 februari 1909 en Hendrikus Johannus op 16 oktober 1911. Ikzelf ben getrouwd, burgerlijk huwelijk 13 november 1934 en kerkelijk huwelijk op 20 november 1934, met Johanna Hermina Pots uit Weerselo. Ze is geboren op 19 maart 1914 en is de dochter van Johannus Gerardus Pots en Johanna Gerarda Brandriet.
Uit ons huwelijk zijn geboren:Johanna Aleida (Leida) Pikkemaat 1902-1925
1. Nn Voorhuis levenloos geboren kind 8 februari 1932. 2. Suzanna Johanna Maria, 28 december 1935. 3. Gerardus Hendrikus, 7 april 1937. 4. Hendrikus Antonius Wilhelmus, 6 september 1938. 5. Johannus Leonardus, 18 augustus 1939. 6. Bernardus Gerardus Laurentius, 5 september 1940, overleden op 22 mei 1946. 7. Maria Wilhelmina Geziena, 14 augustus 1941. 8. Henri Johannus Antonius, 9 juni 1943. 9. Elisabeth Louise Maria, 21 juni 1948. 10. Nn levenloos geboren kind 24 november 1949.
Moeder is overleden op 9 maart 1950.
Ik ben weer getrouwd; burgerlijk huwelijk 15 oktober 1951 en kerkelijk huwelijk 30 oktober 1951 met Anna Elisabeth Catharina Pries. Ze is geboren op 17 augustus 1911 als dochter van Bernard Pries en Catharina Franziska Henriette Engbert te Borghorst in Duitsland. Ze is eerder getrouwd geweest met Franz Heinrich Windau op 5 januari 1944 in Münster (Duitsland). Franz is geboren te St. Mauritz op 26 november 1909.
Mijn broer Bernardus Hendrikus (Bernard) (1909-1984) is op de boerderij gebleven en getrouwd met Gesiena Weusthof (1907-1998) van het erve Hams uit Volthe. Uit dit huwelijk zijn 5 kinderen geboren:
Trouwfoto Gerard Voorhuis en Anna Piest 19511. Hendrikus, op 22 februari 1938, overleden 22 oktober 1948.
2. Annie, zij is getrouwd met Herman Strootman en wonen in Oldenzaal.
3. Sannie, zij is getrouwd met Clemens Nijmeijer en wonen in Losser.
4. Agnes, zij is getrouwd met Herman Röben en wonen in Oldenzaal.
5. Gerrit, hij is getrouwd met Suze Hesselink geboren in Saasveld. Hij is op de boerderij Timmersboer gebleven waar hij met medewerking van mijn broer Bernard, zijn vader, van een ouderwets Twents boerderijtje een moderne boerderij heeft opgebouwd (hoofdzakelijk melkveehouderij).
Mijn andere broer van Bernard, Hendrikus Johannes (Hein) Voorhuis is geboren op 16 oktober 1911 en is ongehuwd overleden op 14 maart 1939.                                                                                                                                                                                                      Wordt vervolgd…


Huwelijksfoto Bernardus Hendrikus Beijerink en Gezina Geertruida van Benthem Ootmarsum 12-07-1935 met Johanna Maria Beijerink-Keizer

 

Deze foto is op 12 juli 1935 gemaakt bij het huwelijk van Bernardus Hendrikus Beijerink en Gezina Geertruida van Benthem in  Ootmarsum. Bernardus is geboren op het plaatsje Dekker bij Nosselt in Noord Deurningen. Volgens bijschrift staat zijn moeder Johanna Maria Keizer (1871-1945) op de foto en de overige vrouwen zijn haar nichten. De namen zijn bij de redactie niet bekend.

Weet u wie dit zijn? Meld het ons.