Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 7 nr 12 dec 2020

Website: www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier op de website.


Nieuws/mededelingen:

Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2020-11


Bewoners ool Bossink in Lattrop (slot)…

                              Johannes Huisken x 1891 Gezina Horsthuis…Jens en Sina Huisken-Horsthuis op ool-Bossink in Lattrop

Johannes (Jens) Huisken wordt erfopvolger. Hij is geboren op 31-07-1855 en trouwt op 10-04-1891 met Gezina (Sina) Horsthuis *12-01-1864 op het nieuwe huis in het Binnenbrook dat later Willems of Reulke zal worden. Uit dit huwelijk worden 6 kinderen geboren:
1 Hermannus Johannes (Herman) Huisken *27-11-1892 en overleden op 16-01-1894 oud ruim 1 jaar.
2 Maria Johanna (Hanna) Huisken, *12-05-1894, trouwt in 1919 met Everardus Gerardus Roetenberg *~1890.
3 Gradus Johannes Huisken erfopvolger zie hierna.
4 Euphemia Gezina (Sina) *03-12-1900, trouwt in 1931 met Frederikus Bernardus Kemna *1897 in Tubbergen. Sina overlijdt in 1957 oud 56 jaar en Frederikus in 1980 oud 82 jaar.
5 Geertruida Maria (Truike) Huisken *27-03-1903. Zij overlijdt ongehuwd op 12-04-1975 oud 71 jaar.
6 Maria Aleida (Marie) Huisken *23-09-1906, trouwt ca. 1935 met haar buurman Johannes Bernardus Rerink *09-07-1897 op Bossem. Bernard overlijdt hier in 1980 oud 83 jaar en Marie in 1988 oud 81 jaar.

Familiefoto Huisken-Horsthuis (olde Bossink) Lattrop (Foto ca. 1930)Familiefoto Huisken-Horsthuis (olde Bossink) Lattrop (Foto ca. 1930)
Staand vlnr:
1 Geertruida Maria (Truike) *27-03-1903 ongehuwd
2 Gradus Johannes (Hannes) *09-01-1898 (trouwt 1930 Sina Nolten)
3 Maria Johanna (Hanna) *12-05-1894 (trouwt 1919 Everardus Gerardus Roetenberg
4 Euphemia Gesina (Sina) *03-12-1900 (trouwt 1931 Frederik Kemna)
5 Maria Aleida (Marie) *23-09-1906 (trouwt ~1935 Bernard Rerink)
Zittend vlnr:
6 Gezina (Sina) Horsthuis 1864-1940
7 Johannes (Jens) Huisken 1855-1940

Familie Huisken-Horsthuis (ool Bossink) Lattrop ca. 1950

Familie Huisken-Horsthuis (ool Bossink) Lattrop ca. 1950Staand vlnr:
1 Gradus Johannes (Hannes) *09-01-1898 (trouwt 1930 Sina Nolten)
2 Johannes (Jens) Huisken 1855-1940 3 Gezina (Sina) Horsthuis 1864-1940 4 Maria Johanna (Hanna) *12-05-1894 (trouwt 1919 Everardus Gerardus Roetenberg
Zittend vlnr:
5 Euphemia Gesina (Sina) *03-12-1900 (trouwt 1931 Frederik Kemna) 6 Geertruida Maria (Truike) *27-03-1903 ongehuwd 7 Dinie Huisken 8 ???

 

Familie Huisken-Nolten (ool Bossink) Lattrop ca. 1955

Familie Huisken-Nolten (ool Bossink) Lattrop ca. 19551 Gradus Johannes (Hannes) Huisken *1898
2 Gesina Bernadina (Sina) Nolten *1904
3 Carla 4 Annie 5 Dinie 6 Pauline 7 Lies 8 Johan 9 Truus 10 Alfons 11 Marietje 12 Frans

Gradus Johannes Huisken x 1930 Gesina Berendina Nolten…

Gradus Johannes Huisken (Hannes of ool Bossink Hannes) wordt erfopvolger. Hij is geboren op 09-01-1898 en trouwt op 13-06-1930 (wet) met Gesina Bernadina (Sina) Nolten *19-06-1904 in Denekamp.
Uit dit huwelijk 11 kinderen:
Marietje (1931) - Jan (1933) - Truus (1934) - Alfons (1936) - Lies (1937) - Annie (1939-1943) - Frans (1940) - Diny (1943) - Annie (1945) - Carla (1947) - Paulien (1950).


Nn en Johan Peters naar Kevelaer in 1982…

Gerard Roelofs en Johan Peters (Kevelaer 1982)Foto links:Rechts Johan Peters geboren in 1923 op Nijhof in Breklenkamp.Jubileerend personeel Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Volharding’ in Denekamp ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan in 1947
Hier loopt hij mee in de processie met sjerp en vaandel.
Hij trouwt met Annie Groeneveld op Lutke Veldman.
Wie is de man die naast hem loopt?

Foto rechts:
Jubileerend personeel Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Volharding’ in Denekamp ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan in 1947. Wie herkent deze personen?


Jeugdherinneringen H Pikkemaat Klein Agelo 1977 (6)…

Het paard Hans. Voor ik wat vertel van het paard Hans moet ik eerst wat vertellen over vader. Ik heb al vermeld dat vader geboren is op het erve Enktman in Tilligte. Zijn grootvader en grootmoeder zijn daar vroeg gestorven, zodat oom Jan en vader als wezen achterbleven. Gelukkig waren er een paar tantes van vader die het bedrijf, ofschoon ze zich zelf op krukken moesten voortbewegen, met vaste hand en met strenge tucht over de knechts en meiden, in stand hebben weten te houden. Gelukkig voor hen konden ze vanaf het erf de meeste akkers en weiden overzien, zodat er van luieren geen sprake was. Was er een nieuwe knecht of meid, die probeerde onder het werk wat gekheid te maken, dan ging op het erf of binnen voor het raam dreigend een kruk omhoog. Dat was een teken dat er bij thuiskomst wat zwaaide.Bidprentje Gerhardus Pikkemaat ev Hendrika Marie broekhuis 1854-1926 Klein Agelo
Een gelukkige, onbezorgde jeugd heeft vader niet gekend. Het was geen voorspoedige tijd voor de boeren in Twente en de tantes van vader, bang dat de boerderij onder hun leiding achteruit zou gaan, voedden hun neefjes op in soberheid, ernst en ingetogenheid. Vader heeft die strengheid misschien onbewust over zich heen laten gaan, maar toen hij naar school ging, heeft hij zijn vrijheid dubbel uitgebuit. Hij kwam onder de hoede van meester Bank, een jong onderwijzer uit het westen des lands. Deze wilde in Tilligte gaan wonen en had dus een stuk grond en een huis nodig. Hij probeerde dit van Enktman te krijgen en zag daarom de praatjes en grappen van de jonge Pikkemaat door de vingers, met het gevolg, dat Gradus in de drie jaar, dat hij naar school ging, bitter weinig heeft geleerd. Wel moet men in aanmerking nemen, dat er geen leerplicht bestond en alleen kinderen van de meer gegoeden op de boerderij konden gemist worden. Wij kinderen vonden het later maar wat vreemd, dat vader ternauwernood zijn naam kon schrijven en met moeite een stukje uit de krant las. Was het daarom, dat hij tegen ons zei op school ons best te doen en later ons zoveel mogelijk liet leren? Toen vader groter werd en op de boerderij meehielp, was de gewone gang van zaken, dat de oudste zoon op de boerderij bleef en al vroeg de zeggingsmacht kreeg in het bedrijf. Bij Enktman had men vier paarden, waarvoor niet het hele jaar door werk was. Daarom ging vader vaak voor anderen vrachten halen of brengen over voor deze tijd verre afstanden, zodat men soms op de bekende pleisterplaatsen bleef overnachten. Lang hebben die weg-herbergen nog dienst gedaan, totdat trein en vrachtauto de paardenkracht ging vervangen. Door maar steeds op weg te zijn, kreeg vader veel kennis van paarden, mensen en wegen. Hij wist de weg in Twente, de Achterhoek, de graafschap Bentheim, in Salland tot Zwolle en over de Veluwe tot Amersfoort en Harderwijk toe, waar de goederen werden in- of uitgeladen. Jammer, dat hij zodoende niet in finesses met het boerenbedrijf op de hoogte kwam en geen echte liefhebberij kreeg in de landbewerking. Zijn lust en zijn leven was de omgang en werken met paarden. Gaf een doorgang als een schuuropening of gewoon een smalle weg maar een paar centimeter speling, zodat menigeen zich wel bedacht om verder te rijden, vader bekeek even de zaak, klom weer op de wagen en stuurde paarden en vracht feilloos verder. Hij hield er van zo kort mogelijk onderweg te zijn, de paarden moesten flink doorstappen en stil houden bij een herberg zoals in die dagen de gewoonte was, deed hij zo min mogelijk. Ofschoon vader erg zuinig met geld omging, geloof ik niet, dat hij daarom het café voorbijging. Evenals koffie stond hem sterke drank tegen. Kon hij bij visites uit beleefdheid geen borrel weigeren, dan zag ik vaak, dat hij met duidelijke tegenzin dronk. Men zal begrijpen, dat vader op de paardenmarkt uitkeek naar pittige, vurige dieren, die door andere kopers niet werden gewenst, omdat men op weg en bij het werk op de boerderij voor ongelukken vreesde en ook dat ze een gevaar voor de kinderen konden zijn. Daarom waren deze paarden niet te duur en ook dat was vader wel naar de zin. En nu kom ik dan bij het paard H a n s.
0p een avond van de Deldener paardenmarkt kwam vader met een nieuw paard thuis. Het heette Hans. Hij was bruin van kleur en groot en stevig van bouw. Hij droeg zijn kop en hals fier rechtop en zo nu en dan schudde hij driftig met zijn kop. Er zat wel vuur in het paard en vader dacht, dat het juist geschikt zou zijn om zware vrachten te trekken. Op een gebrek na, leek het een prachtpaard. Van zijn voorpoten waren de hoeven wat scheef naar binnen gegroeid. Het paard had er zelf geen hinder van, maar bij het draven maaiden de voorpoten van buiten naar binnen. Het was ook maar een trekpaard en bij het werk had hij er geen hinder van.
Bidprentje Hendrika Maria broekhuis ev Gradus Pikkemaat 1860-1951 Klein AgeloDe volgende morgen toen men Hans uit de stal wilde halen, kon men hem de halster niet aanleggen en toen men dat met veel moeite had klaargekregen, wilde hij de stal niet uit. Of men hem met een stuk brood of met klontjes suiker probeerde te lokken, niets hielp. Toen men hem met kracht de stal probeerde uit te trekken, begon hij te steigeren en probeerde vader met de voorpoten op het hoofd te slaan. Teneinde raad ging een van de knechts naar binnen en van over de krib heen sloeg hij het paard met een stok flink op zijn achterwerk. Eerst trachtte hij met zijn achterpoten de knecht nog te raken. Maar plotseling sprong hij onverwachts met een vaartje de staldeur uit. Buiten begon de strijd nu pas, wie de overwinning zou behalen. Kreeg het paard zijn zin, dan zou er in de toekomst niets mee te beginnen zijn en zou men het zo spoedig mogelijk aan de slager moeten verkopen om erge ongelukken te voorkomen. Vader hield Hans nog steeds aan de halster. Hevig ging het te keer. Hij snoof en brieste en sloeg wild met voor- en achterpoten. Moeder was door het rumoer voor de "niendeur" naar buiten gekomen en toen ze het wilde spektakel zag en ongelukken vreesde, riep vader toe er toch mee op te houden. Maar vader, wetend wat er van afhing, wilde er niet van horen. Ook grootvader, die al ver in de tachtig was, kwam naar buiten, maar hoofdschuddend ging hij met moeder weer naar binnen. Wij kinderen bleven buiten om te zien hoe het gevecht zou aflopen. Vader werd kwaad en zou niet voor het paard onderdoen. Behalve de halster kreeg het paard nu ook een zeel (dik touw) om de hals en werd vastgebonden aan de paardering, die stevig in de muur was gemetseld. Vader nam een zweep, die hij anders nooit gebruikte en sloeg op het paard los. Het paard steigerde en snoof en brieste en sloeg kwaad achteruit. Tenslotte werd het paard moe en wat rustiger. Nu maakte men hem los van de ring en wilde het voor de wagen spannen. Maar dat was niet naar zijn zin en hij sloeg het inspan (van hout) totaal stuk. Nu werd hij weer aan de ring gebonden en weer kreeg hij er flink van langs met de zweep. Hij leek tam te worden. Men spande hem met een ander paard voor een zware wagen met een disselboom tussen hen in. Hij kon niet veel kapot slaan, want achter hem was een zwaar trekhout, dat zijn achteruitslaan wel kon verdragen. Het paard, wetend dat hij het van vader niet winnen kon, liep, bevend en zwetend over zijn hele lichaam, nu gedwee naast het andere paard voort. Of het nu altijd zo gedwee was? Neen hoor! In het begin was het op maandag, na een rustdag, nog menig keer erg weerspannig. Maar langzamerhand voelde het paard, dat het zijn meester had gevonden. Vader kreeg nu veel van Hans gedaan, maar dan ook vader alleen; geen knecht kwam er aan te pas.               Wordt vervolgd…


Vierduims wagen te koop gevraagd .                        Kalveren door bliksem gedood.

(Twentsch dagblad Tubantia) 22-11-1950               (Twentsch dagblad Tubantia) 07-05-1951

Vierduims wagen te koop gevraagd en Kalveren door bliksem gedood


TET kan kerkgangers uit Breklenkamp niet vervoeren Twentsch dagblad Tubantia 1951-01-23

1951-01-23 TET kan kerkgangers uit Breklenkamp niet vervoeren (Twentsch dagblad Tubantia)


Autobiografie Past. C. Borggreve Tilligte (10)…

Het was in 1957. Ik zal het nooit vergeten. Op een avond kwam ik van de godsdienstles terug uit de desa lopend. En daar begon het keihard te regenen. Ik was kletsnat toen ik thuiskwam. Ik at, deed mijn gebeden en ging naar bed. Maar om 12 uur ‘s nachts werd ik wakker. Het water lekte door het dak op mijn bed. Ik was genoodzaakt om een paraplu te gebruiken op de pastorie. Buiten waaide een stormwind met harde regen. De bomen waaiden om, de huizen braken af. Het water stond blank in de pastorie en de kerk, en buiten stond het water wel een meter hoog. De mensen stormden naar de KerkBernardus Gerhardus Borggreve en Gezina Johanna Baalhuis Tilligte 1953 om er te bidden, dat de regen zou ophouden. In de sacristie was alles kapot; de kerkelijke gewaden met missalen. Het was een echte ‘Prahara’ (red. chaos) zoals men dat in het Javaans zegt. Veel huizen en schoolgebouwen waren omgewaaid, maar er waren gelukkig geen slachtoffers. 500 kinderen van Blambangan hadden geen school meer om te leren, ook de katholieke school op het kerkplein was omgewaaid. De hele pasar (markt) van Curahjati was weggevaagd; van de Bossen was wel 75% omgewaaid en de wegen waren versperd. Niemand kon de desa (dorp) meer in of uit. Pas na een week kwam Mgr. Albers mij opzoeken en vragen of ik het er goed had afgebracht. Maar het was wel een wonder. De Mariagrot die een jaar tevoren was gebouwd en ingewijd, was onbeschadigd blijven staan. Ook de pastorie en de kerk waren ongedeerd gebleven maar van de inhoud was veel vernietigd. Gelukkig kregen wij en de slachtoffers steun in de vorm van geld en kleding van de Zusters van O.L. Vrouw van Malang en Probolinggo, om de mensen weer op de been te helpen.
Eindelijk brak dan de 2e maart 1958 aan. Zo vlug ging de tijd voorbij; al 10 jaar in de Missie gewerkt. Het eerste verlof was voor mij aangebroken. Ik nam afscheid van mijn dierbare parochianen en Romo Sosrawardoyo O. Carm. zou mijn pastorale taak in Curah-Jati voortzetten. Ik vertrok eerst naar Malang om mij reisvaardig te maken voor een vacantie van 8 maanden in Holland, maar eerst zou ik een weekje in Rome blijven. Bij mijn afscheid hoorde ik fluisteren dat ik na mijn terugkomst pastoor van Genteng zou worden, om daar een statie op te richten. Maar dat is niet doorgegaan. En ofschoon ik de eerste keer in Indonesia kwam met de boot, 22 dagen lang, maar nu ging alles per vliegtuig 22 uren lang. Daar was ik wel een beetje bang voor Maar het is toch gebeurd, en we hebben een goede reis gehad en kwam veilig in Rome aan. En daar heb ik mijn klasgenoot en confrater Adrianus Staring weer ontmoet op de Karmel in Rome.
Vlnr Broers Gerard, Johan en bernard Borggreve foto Tilligte 1953Een week lang bleef ik in Rome om de gehele stad en de omgeving te bekijken en te bewonderen; er was heel wat te zien.  O.a. de Sint-Pieterskerk, het Museum, het Vaticaan en de Catacomben. De Arena waar in de eerste Kristen eeuwen zoveel martelaren zijn gevallen. En zovele andere historische monumenten en gebouwen, samen met mijn klasgenoot Pater Andreas Staring O. Carm. Dan opstijgend met een lift op de hoge toren van de Sint-Pieter en daarna nog 50 meter met een trap omhoog, zodat je de gehele stad Rome kon overzien. Een week die ik nooit zal vergeten. Op een goede dag reed ik samen met pater Staring met de bus naar een historisch monument buiten de stad. Toen we wilden terugkeren om de bus te pakken liep ik vooruit, maar Staring zei dat we links moesten afslaan, en ik zei dat we rechts moesten afslaan om terug te keren naar Rome. Maar we wachtten op de bus die niet kwam. Maar toen gingen we naar rechts en daar kwam de bus. Ik had het bij het rechte eind en Staring die al zo lang werkzaam was in Rome was verkeerd. En zo kwamen we een half uur te laat in Rome aan. Dat was mijn eerste ervaring met Rome. Ook een ervaring voor mij was dat ik in de bus bijna bestolen was. Ook in de stadstram was het gevaarlijk. En dat nog wel in de heilige stad Rome. En na zoveel historische monumenten gezien te hebben was mijn geloof vaster komen te staan. Op de eerste plaats vanwege de Paus Pius 12 die ik voor net eerst ontmoette in de Sint-Pieter op 11 Mei Vlnr Johan en Truus Borggreve, Maria Kellerhaus en Gerard Borggreve voor de niendeur van het ouderlijk huis aan de Huttenweg in Tilligte1958, de opvolger van Petrus en de grondslag van het katholieke geloof. Dan de machtige Sint-Pieterskerk met het Petrusgraf onder het hoofdaltaar. Dan de grote monumenten en catacomben, waar zoveel martelaren zijn gevallen en hun leven hebben gegeven voor Kristus.
En zo vertrok ik na een week met het vliegtuig naar Holland. En op Schiphol werd ik afgehaald door onze Missieprokurator en daarna een nachtje slapen op de Missieprocuur in Aalsmeer. En vandaar reisde ik per trein naar Oldenzaal en vervolgens via het Karmellyceum werd ik afgehaald door mijn familie uit Tilligte waar ik met open armen werd ontvangen. Een hartelijke ontmoeting weer met mijn moeder, broer Gerard, mijn zus Truus maar zonder mijn vader, die al in 1956 gestorven was en door Pater Mollink begraven maar zijn moeder heb ik begraven tijdens mijn verlof op het katholieke Kerkhof in Tilligte. Dan eerst even aanwippen op de pastorie om kennis te maken met Pastoor Maathuis. En overleg met hem om er elke dag, tijdens mijn vacantie, de H. Mis te lezen in de parochiekerk van Tilligte. Daarna even naar het graf van mijn vader op het kerkhof om er even te bidden.
Dat was het begin van mijn eerste verlof. En tijdens dit verlof heb ik veel ervaring opgedaan door in Apeldoorn een cursus te volgen over het Missiewerk, samen met andere missionarissen. Daarna ook een medische cursus op de Memisa in Rotterdam ruim een maand lang en de diploma’s uitgereikt gekregen op 17 Oktober 1958. En zo ben ik geen vroedvrouw geworden maar vroedman. Ook daarbij nog een kookcursus, om lekker eten te maken in de Missie.Grafsteen Bernardus Gerh Borggreve ev Gezina Joh Baalhuis Tilligte 1884-1957
Na de medische cursus ben ik daarna ook nog twee weken opgenomen in het Memisa-Ziekenhuis in Rotterdam om een galblaasoperatie te ondergaan (kandung enpedu). Dit zal wel het gevolg zijn geweest van het fruitloze eten, en dus weinig vitaminen in de primitieve desa Curahjati. Altijd maar rijst ‘s morgens’, ‘s middags en ’s avonds. Dus ik had voortaan geen galblaas meer en kon daarom mijn gal niet meer uitspuwen. Toch was het wel een plezierige vacantie in Holland en ook in Duitschland, om ook daar mijn familieleden op te zoeken. En daar heb ik ook nog neven en nichten getrouwd, wat op de bruiloftsfeesten ook nog veel geld opbracht voor de missie, ook in Tilligte en omgeving. Het was overal een prettig weerzien. Daarbij heb ik ook mijn vele confraters en klasgenoten opgezocht in de diverse kloosters.                                                                                                        

                                                                                                                                Wordt vervolgd…


1933-10-10 Klootschieten   1950-07-22                            Merkwaardigheden van een grensboerderij 

1933-10-10 Klootschieten en 1950-07-22 merkwaardigheden van een grensboerderij


Bewoners Klinge in Noord Deurningen (3)…

Gerardus Lambertus Hassink x 1891 Maria Gortemaker…Gerardus Lambertus Hassink en Maria Gortemaker op Klinge in Noord Deurningen

1 Gerardus Lambertus Hassink is geboren op 27 januari 1864. Hij is erfopvolger op Klinge en trouwt op 4 maart 1891 met Maria Gortemaker *8 februari 1870 in de Boerschap Denekamp. Uit dit huwelijk worden 20 kinderen geboren:
1 Geertruida Maria Hassink *31-03-1891, trouwt op 31-01-1918 in Denekamp met Johannes Albertus IJland *22-07-1888 op IJland in Noord Deurningen. Johannes overlijdt hier op 29-10-1818 en Geertruida op 04-11-198 in Dorp Denekamp 37 (?).
2 Nn Hassink levenloos geboren meisje 05-02-1892.
3 Nn Hassink levenloos geboren meisje 22-01-1893.
Johanna Hendrika (Hanna) Hassink ev Bernardus Johannes (Bernard) Kuks in Oud Ootmarsum 4 Gezina Catharina Hassink *07-01-1894, trouwt op 17-01-1918 met Antonius Frederikus Beijerink *01-01-1894 op Beijerman in Tilligte. Zij vestigen zich aan de Everlostraat 20 in Volthe. Uit dit huwelijk wordt op 29-03-1918 een zoon Gerard geboren. Een half jaar later, op 30-10-1918, overlijdt moeder Gezina. Toon hertrouwt dan op 24-01-1922 in Weerselo met Maria Geertruida Oude Lashof *25-02-1886 op Graal, nu Bekhuis, in Tilligte.
Foto links: 5 Johanna Hendrika (Hanna) Hassink *21-12-1894 trouwt op 08-06-1928 met Bernardus Johannes (Bernard) Kuks *19-01-1871 op erve Kôks aan de Nutterseweg 7 in Oud Ootmarsum. Dit huwelijk blijft kinderloos. Bernard overlijdt hier op 19-06-1950 oud 79 jaar en Hanna op 06-05-1986 oud 91 jaar.
6 Gradus Johannes Hassink zie hierna.
7 Maria Juliana (Marie) Hassink *14-02-1897 trouwt op 05-06-1925 met Albertus Johannes Nijboer *19-02-1893 op Silderjans ook wel Hulst genoemd. Dit boerenplaatsje ligt aan de kruising van de Penninksbrugweg met de Westerhoek-weg. Albertus overlijdt hier op 25-06-1969 oud 76 jaar en marie op 23-01-1993 oud 95 jaar.Albertus Johannes Nijboer en Matia Juliana Hassink in Noord Deurningen
8 Susanna Agatha Hassink *04-02-1898 overlijdt ongehuwd op 01-01-1924 oud 25 jaar.
9 Johannes Hendrikus Hassink *15-02-1899, overlijdt op 10-03-1899 oud 23 dagen.
10 Hendrika Josephina Hassink *19-03-1900 overlijdt op 12-05-1900 oud 1½.
11 Antonia Cecilia Hassink *18-11-1901, trouwt op 08-07-1927 met Johannes Gradus Meijer *29-08-1896 in Denekamp. Johannes overlijdt op 02-09-1979 oud 84 jaar aan de Oude Dijk 7 en Antonia op 08-02-1980 oud 78 jaar.
12 Aleida Lidwina Hassink *18-04-1903, verder nog onbekend.Los Hoes Klinge in Noord Deurningen in de asch gelegd
13 Hendrika Theodora Hassink *18-04-1903, tweelingzuster van Aleida Lidwina. Zij trouwt op 07-10-1931 met Hendrikus Hofste *~1890 in Tubbergen. Verder onbekend.
14 Euphemia Maria Hassink *03-09-1904 en overleden op 11-07-1905 oud 10 maanden.
15 Euphemia Maria Hassink *14-01-1906, vernoemd naar haar overleden zuster 1904-1905. Zij overlijdt thuis ongehuwd op 07-11-1934 oud 28 jaar.
16 Bernardus Benedictus Hassink *21-03-1907 en overleden op 31-01-1919 oud 11 maanden.
17 Aleida Maria Hassink *28-05-1908 en overleden op 17-05-1909 oud 11 maanden.
18 Anna Maria Hassink *18-08-1909, ongehuwd overleden op 24-08-1938 oud 29 jaar.
19 Johannes Hendrikus Hassink *24-12-1910, ongehuwd overleden op 06-09-1960 oud 49 jaar.
20 Franciscus Josephus Hassink *28-10-1912 en overleden op 04-12-1912 oud 1 maand.
21 Wilhelmina Maria Hassink 1915-1998 x Gerardus Budde *1922 Ootmarsum (naar Doetinchem)
De vader Gerardus Hassink overlijdt op 10-05-1941 oud 77 jaar en moeder Maria op 21-11-1940 oud 71 jaar.

6-8-1938 Twentsch dagblad Tubantia 'Los hoes in de asch gelegd...' zie afbeelding hierboven.

Het ‘twintigjarig meisje’ is Anna Maria *18-08-1909 oud 29 jaar. Zij komt kort na de brand op 24-08-1938 te overlijden.

Gradus Johannes Hassink en Maria Geertruida (Marie) Tijhuis op klinge in Noord Deurningen6 Gradus Johannes Hassink *07-02-1896 wordt erfopvolger en trouwt met Maria Geertruida (Marie) Tijhuis *30-12-1912 op Koapman in Noord Deurningen. Gradus overlijdt hier op 05-06-1971 oud 75 jaar en Maria op 07-10-1990 oud 77 jaar.
Uit dit huwelijk: 1 Gerrit 14-07-1947 levenloos geboren 2 Ria *1948 3 Gerrit *1950 4 Harrie *1952 5 André *1955 en 6 Louis *1959.
Gerrit Hassink wordt erfopvolger en trouwt in 1980 met Ria Engelbertink. Zoon Marc Hassink wordt erfopvolger en trouwt met Sabrine Rekers.

Een foto van de oude boerderij voor de brand in 1938 is niet beschikbaar.

                                                                                                                        Wordt vervolgd (slot)…

 


Verkoop van heide en moerasgronden door de deelgenoten van de Marke Lattrop 1844 (3)…

Na voorlezing van welk voorgaande wij Notaris in tegenwoordigheid van Hendrikus van Benthem, wever, wonende te Ootmarsum en Bernardus Horsthuis, schoolonderwijzer, wonende te Lattrup, zijn overgegaan in presentie van deze onze gemelde getuigen tot deze veiling in maniere navolgende.
No. 1. Een stuk heide of moeras gelegen in het zoogenaamde Rietschot, zuid aan den weg naar Nordhoorn, west aan den Commiesendijk, Kadaster Sectie E, gedeelte van Nummer 269, groot een bunder eenentwintig roeden tachtig ellen.  Dit perceel is het hoogste ingezet door Hendrikus Kokkeler, landbouwer te Lattrup op honderd vijfendertig gulden, zegge f 135,- En daarop gehoogd door Jan Hendrik Haamberg, landbouwer te  Lattrup tien gulden zegge 10,-          Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor de som van honderd en vijfenveertig gulden, zegge f 145,-     Die dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft.   W.g.   J.H. Haamberg
2  Een stuk dito heide en moeras ook in het Rietschot onmiddellijk ten noorden van en ten zuiden aan het vorige eerste perceel gelegen, Kadastraal Sectie E gedeelte van nummer 269, groot een bunder acht  roeden. Dit perceel ingezet zijnde door Jan Hendrik Haamberg voormeld op twee en negentig gulden zegge f  92,-  Is gehoogd door Jan Hendrik Rerink, landbouwer te Lattrup  acht gulden, zegge  f   8,- Idem door Lucas Lambers, grutter te Nordhoorn vijf gulden   f   5,- Idem door Jan Hendrik Haamberg voormeld twaalf gulden f 12,- Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor honderd zeven en dertig guldens zegge f  137,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft.  W.g. J.H. Haamberg

3. Een stuk dito heide en moeras in het zogenaamde Krakenveen, noordelijk gedeelte, Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders zesenveertig roeden vijftig ellen. Dit perceel is ingezet door en bij geen verder bod toegewezen aan Evert Wolbers, landbouwer te Lattrop op en voor de som van tachtig guldens, zegge f  80,- Welke kooper tot mede kooper voor de helft heeft benoemd Hermen Jan Rerink, landbouwer te Lattrup en met dezen dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend  heeft.  W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
4. Een stuk dito heide en moeras in het Krakenveen, zuidwest het vorige perceel gelegen. Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders drie en zestig roeden twintig ellen. Dit perceel ingezet door en bij geen verder bod toegewezen aan Evert Wolbers voormeld op en voor de som van veertig guldens, zegge f  40,- Welke kooper tot mede kooper voor de helft van dit perceel heeft genoemd en benoemd Hermen Jan Rerink voormeld en met denzelven dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend.        W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
5. Een stuk dito heide en moeras in hetzelfde Krakenveen, zuid van en naast het vorige perceel gelegen, Kadaster Sectie E gedeelte van nummer 270, groot een bunder vier en zestig roeden tachtig ellen. Dit perceel ingezet zijnde door Jannes Rerink, landbouwer te Lattrup op vijfenzeventig guldens f 75,-  Is gehoogd door Evert Wolbers voormeld de som van vijf guldens, zegge  f   5,- Welke laatste bij geen verder bod hiervan is kooper geworden voor de som van tachtig guldens f 80,- Dadelijk tot zijnen medekooper voor de helft heeft benoemd Hermen Jan Rerink voormeld en met dezen dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend.  W.g. E. Wolbers, H.J. Reerink
6. Een stuk dito heide en moeras in hetzelfde Krakenveen, zuid van en naast het vorige perceel gelegen. Kadaster Sectie E gedeelte van Nummer 270 groot twee bunders vier roeden zestig ellen. Dit perceel ingezet zijnde door Jan Hendrik Damhuis, landbouwer te Lattrup op  f 85,- Is gehoogd door Gerrit Jan Veldhuis, landbouwer te Lattrup vijf gulden, zegge     f   5,- Welke laatste bij geen verder bod hiervan is kooper geworden voor de som van negentig gulden f 90,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. G.J. Veldhuis
7. Een stuk dito heide en moeras genaamd den Blaasbalg, noord en oost aan nieuwe wegen belend, Kadaster Sectie E gedeelte van de Kadastrale perceelen Nummers 266 en 267 groot drie bunders vierenzeventig roeden zeventig ellen. Dit perceel is ingezet door Geert Lubbers op Stokke en Hendrik Groeneveld, beide landbouwers wonende te Lattrup op honderd zevenentwintig guldens zegge  f 127,- En daarop gehoogd door Lucas Lambers reeds voormeld twintig guldens, zegge  f   20,- Idem door Hendrik Groeneveld voormeld f     5,- Idem door Geert Lubbers op Stokke voormeld achtentwintig guldens zegge f   28,- Welke laatste bij geen verder bod is kooper geworden voor de som van honderd en tachtig guldens f 180,- En dit gedeelte na deszelfs voorlezing geteekend heeft. W.g. G. Lubbers op Stokke                                                                                           
Wordt vervolgd...