Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Jaargang 8 nr 3 mrt 2021

Heemkunde Lattrop-Breklenkamp

Website: www.heemkunde-lattrop-breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl of met het Contactformulier op de website.


Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2021-2 (78)


Markeboek Tilligte-Lattrop…

De Heemkunde Lattrop-Breklenkamp wil het oude gemeenschappelijk markeboek van de marken Tilligte en Lattrop toegankelijk maken voor een groter publiek, om zo de kennis te kunnen delen over de leefwijze van onze voorouders en over hun werk in en om de boerderijen. Hoe bewerkten ze hun akkers? Waar weidden ze hun vee, hoe verdeelden ze bouwhout, brandhout en turf? Welke ervenamen en veldnamen en begrippen werden gebruikt?
Afgelopen jaar heeft Henk Koop het ruim 280 bladzijden tellende origineel getranscribeerd en hertaald. De afgelopen jaren heeft Henk zich bezig heeft gehouden met de transcriptie, hertaling en publicatie van de markeboeken van De Lutte, Berghuizen en Beuningen (3-Markenboek), van de Drieschicht (Mander, Vasse en Geesteren) en Lemselo.
Met deze transcriptie zal het mogelijk geworden om de eeuwenoude marke-geschiedschrijving die loopt van 1575 tot 1853, met al zijn oude begrippen en beschrijvingen, in begrijpelijk hedendaags Nederlands terug te lezen.
De tekst is naast de letterlijke transcriptie hertaald naar begrijpelijk hedendaags Nederlands en wordt verluchtigd met foto’s en kaarten. Tekstkaders verduidelijken de onderwerpen, vatten ze samen, schematiseren ze en vergelijken ze met andere bronnen.
De marken Tilligte en Lattrop voerden een gezamenlijk markeboek. Aanvankelijk tot 1644 vergaderden ze alleen samen en daarna waren er naast de gezamenlijke vergaderingen ook vergaderingen van de twee marken afzonderlijk. In de 47 gezamenlijke vergaderingen gaat het o.a. over hun gemeenschappelijke gebruik van de eikelopbrengst voor de varkens en het steken van brandturf in het Lattropper veen en hun gezamenlijke verantwoordelijk voor het onderhoud van de Hoge brug over het Wiemsel. Het samen optrekken van de twee marken is echter niet zonder de nodige wrijving.
Tilligte en Lattrop vergaderen 38 en 49 keer afzonderlijk. Het boek vertelt daarom ook veel over het leven in de afzonderlijke marken. Het gaat over de vergaderingen en besluitvorming, de regelgeving, persoonlijke verzoeken, conflicten met lieden buiten de twee marken. Kortom, een uniek en boeiend geheel!
Van de vorderingen wordt u regelmatig op de hoogte gehouden.
Hieronder een voorbeeld.

Transcriptie en hertaling Holtgericht marke Tilligte-Lattrop 21 februari 1575Toelichting:
Holtrigter                               Voorzitter van de Holting of markevergadering
Arendt Krull                           Richter en gograaf te Uelsen namens Klooster Frenswegen
Coirnoten                               Bijzitters/getuigen bij de markevergadering
Alberinch van Schedelich     Commandeur van de Commanderie in Ootmarsum
Joannes Meijer                     Onbekend
Mensman                              Mensman nu Meinders (T)
Nijhuis                                   Nijhuis of Njoes (T)
Lefferman                              Leeferink nu Muntel (L)
Wiggerman                            Wigger (L) lag in 1575 tegenover Frenske a.d. Esweg
Barmanhuis                           Waarschijnlijk Beernink (L) naast Oude Beernink (verdwenen)
Pickemaeth                            Pikkemaat nu Niehof (L)


Bewoners Tijbaks in Lattrop (slot)…

De laatste bewoner(s) van het Tijbaks…

Euphemia Christina overlijdt hier in 1880 oud 17 jaar. Maria trouwt uit huis in 1886 en Gezina vertrekt voor 1891 naar de familie Johannink op Zwiep in Noord Deurningen. Een datum ontbreekt hierbij. Waarschijnlijk is zij hier dienstmeid tot aan haar huwelijk in 1891.
Maria is dan de laatste bewoonster van het Tijbaks.
Het inmiddels oude en vervallen 140 jaar oude boerderijtje is nu verlaten en na enkele jaren wordt het door boer Tijscholte afgebroken.

Hottingerkaart 1773-1794 en Landkaart 1901 Tijbaks Lattrop

  Testament van Fenne Bussink, weduwe van Jan Stokke…

Rechterlijk Archief richterambt Ootmarsum,

toegang 0071.1, inventarisnummer 6, 15 juli 1752

Transcriptie door Jan Bossink Hengelo(O)

Ik Wilhelm Nilant J.U. Dr. wegens de Hoogheid van Overijssel Rigter van Ootmarsum certificere kragt deses dat voor mij en keurnoten (bijzitters/getuigen) Henric ten Have en Gerrit Smithuijs in den Gerigte erschenen sij Fenne Bussink, weduwe van Jan Stokke te Lattrup, so verre ons gebleek van lichaam en verstand gezond, en in desen geassisteert met Pr(ocureur) Isaac Dupont haren hier toe gekozen en geadmitteerden momboir, dewelke overdenkende de brosheid des menscheliken levens, sekerheid des doods en onsekere ure van dien, edog ongeerne uijt dit jammerdal willende scheiden, sonder over hare tijdelike goederen te hebben gedisponeert, verklaarde haar testament en uijterste wille opgerigt te hebben in maniere als volgt.

Eerst en vooraf beveelt sij haar ziele in handen des almogenden Gods en haar lichaam tot een eerlike begraffenisse.         Verders herroept, dood en vernietigt sij alle hare vorige makingen, hoe en waar ter plaats ook opgerigt. Waar mede tot dese haar uijterste wille komende institueerde sij testatrice tot haar eenige en universele erfgenamen hare vier kinderen met namen Gerrit Stokke, bouwman van het erve Stokke te Lattrup, Jenneken Stokke, een geestelike dogter, Jan Stokke en Janna Stokke, getrouwt an Gerrit Arnink te Tilligte, om haar na te laten onvermaakte goederen, onder haar egaal te verdelen en te genieten;  Verders legateert, praelegateert en geeft sij testatrice an het kind van Gerrit Stokke, die den erflink op het erve Stokke sal wesen een summa van hondert Caroli gulden;  Voor het tweede an haar dogter Jenneken Stokke ins gelix een summa van hondert Caroli gulden wijl haar in haar ouderdom handreikinge doed en oppast.
Waar mede testatrice dese haar uijterste wille sluijtende, begeerde, dat deselver nadat se haar weder distinat (?) was voorgelesen, na haren dode omni meliori modo effecte moge sorteren en nageleeft worden, het sij als een testament, codicil, gifte ter sake des doods of onder de levendigen, fidei commis, cessie of so als andersins kan bestaan. Verklarende ten dien fine desen na voorgegane rijpen rade vrij en onbedwongen, en sonder onraad van iemant te hebben opgerigt, en vermits niet konde schrijven nog segel gebruijkte, door haar momboir Pr(ocureur) Isaac Dupont te hebben doen tekenen en segelen.

Des t’oirkonde hebbe desen mede getekent en gesegelt.                                                                                Actum an Moltmakers huijs te Tilligte den vijftienden Julij 1700 twee en vijftig.

w.g.   Wilh(elm) Nilant                                                      Isaac Dupont, qqa

Toelichting.
Fenne Bossink is gedoopt op 11 februari 1683 op olde Boschuis (ool Bossink) in Lattrop. Zij trouwt op 1 februari 1705 met de erfopvolger Jan Stocke ged. 30 december 1777 en geboren op Stokke in Lattrop. Uit dit huwelijk worden 4 kinderen geboren:
1 Jan Stocke *~1706 trouwt in 1732 met Gesina Leferink. Gesina is de erfopvolgster hier.
2 Gerardus (Gerrit) Stocke ~~ 1713 erfopvolger op Stokke. Hij trouwt in 1743 met Maria Christina Gansfort *6 juni 17727 in Emsbüren-Drievorden.
3 Fenneken Stocke ~19 december 1717, ongehuwd overleden voor 1748.
4 Hermannus Stocke ~1720, ongehuwd overleden voor 1748.
Jan Stocke overlijdt voor 1723 oud <46 jaar waarop Fenne op 3 october 1723 hertrouwt met Henricus Reerink. Hij is gedoopt op 16-10-1689 en geboren in het Clooster Mariënwolde in Frensewegen waar zijn vader Johan herbergier is. Uit dit huwelijk worden 3 kinderen geboren:
5 [half] Johannes (Jan) Stocke, trouwt in 1754 met Joanna Captein erfopvolgster op de boerenplaats Captein.
6 [half] Joanna (Jenneken) Stocke ~24 juni 1725. Zij is een Geestelijke Dochter en wordt in de volksmond een klöpke genoemd.
7 [half] Joanna (Janna) Stockum ~2 maart 1727. Zij trouwt in 1749 met Gerardus Joannes Aernink erfopvolger op Oarnman in Tilligte.
Henricus Reerink, vanaf zijn huwelijk met Fenne noemt hij zich Stocke, overlijdt voor 1748.

Volkstelling 1748: Gerrit Stocke, vrouw Marie, kinderen Jan, Henrie en Hermen onder 10 jaar, zijn moeder de weduwe Stocke (Fenne Bossink), knechten Jan Stocke, Gerrit en Lambert, meiden Janna Stocke en Helena Lubbrinck, kostgangster Jenne Stocke.


Jan Hendrik Gosink van Lattrop naar Reading (Ohio) USA…

Johannes (Jans) Goosink is geboren in 1804 op het Oude Goosink in Lattrop. In 1839 trouwt hij in Nordhorn met Euphemia Maria Höfkes geboren 1809 in Bakelte bij Nordhorn. Uit dit huwelijk 4 kinderen die allen worden geboren op het Rothuis nu Schuurman in Lattrop.
1 Gezina Goosink *1840 2 Anna Maria 1842-1862 3 Gerardus *1845.

De jongste zoon Jan Hendrik Gosink *1848 emigreert ca. 1877 naar de plaats Reading in de staat Ohio in de Verenigde Staten. Hier trouwt hij in 1878 met Mary Mollenkramer *1847 in Merzen in Duitsland. Een zoektocht naar de nakomelingen van Jan Hendrik (nu Henry) en Mary is in volle gang en er is mailcontact met Eric Gosink, een achter achterkleinzoon van Henry. Over enige tijd zal hierover meer gepubliceerd worden.


Noabers van Bruidspaar Damhuis-Grondman Lattrop 1959

Noabers van Bruidspaar Damhuis-Grondman Lattrop 1959 - kopieFoto gemaakt voor café/winkel/bakkerij Tijscholte

Voorste rij vlnr: 1 Annie Peters (Bommerd) 2 Marietje Bruns-Beld 3 Truus Oortman x11 4 Stien Fox 5 Truus Beld-Groeneveld (van BennaadszienHannes en Trui) 6 Sientje Wigger-Meijners geboren op Waterkuper 7 Sientje Beld-Niehoff geboren op SniereBeand.
Achterste rij vlnr: 8 Gerard Beld 9 zijn broer Jan Beld (Belds-bakker of Oekie) 10 bruidegom Hennie Damhuis (Kost-Hennie) 11 Harrie Pikkemaat (van de meester) x3 12 Toon Bruns geboren op Brook-Herm 13 Herman Wigger van Wiggerschilder geboren in het voormalige Jongkindhuis 14 Herman Pikkemaat van de meester.


Jeugdherinneringen H Pikkemaat Klein Agelo 1977 (9)…

Een bepaalde sinterklaasavond is me bij gebleven. Dat was toen broer Gerard erg brutaal was tegen Sint. Hij wou niet bidden en toen zei Sint, dat hij ook zijn best niet deed in school, dat hij niet werkte met griffel en potlood. En toen mijn broer zei, dat hij geen griffel en potlood van de meester kreeg, werd Sint boos en zei, dat Gerard de griffels en potloden fijnkauwde en opat. Plotseling zei Sint boos: "Piet, stop hem maar in de zak, dan moet hij maar een jaar mee naar Spanje." Piet nam een grote zak en wilde mijn broer vastpakken, maar deze trapte, sloeg van schrik van zich af en hield zich overal vast, zodat Piet hem niet in de zak kreeg. "Laat maar Piet," zei Sint, "we zullen het nog een jaar met hem proberen." Toen mijn broer in april een andere meester kreeg veranderde alles. Hij begon zijn best te doen, kreeg plezier in leren en was lang de minste niet in de klas.

RK kerk in Ootmarsum met torenIn de dagen na St. Nicolaas hoorden we 's avonds de klanken van de midwinterhoorn. Jongens en mannen uit Klein Agelo en Tilligte bliezen in de Advent en na Kerstmis tot Driekoningen op die hoorn. Zo'n hoorn is nog wel te zien in het rijksmuseum te Enschede en misschien nog te beluisteren, als je in die tijd in Ootmarsum vertoeft. Het zijn typische melancholieke klanken, die na enige oefening uit een flauw gebogen houten hoorn worden geblazen. Misschien kun je als je goed je best doet, het volgende stukje in Twentsch dialect van Mej. C. Elderink lezen en begrijpen: "Ken ie den woondren klaank, den laank zik gekkenden toon, dee deur de kloore locht in disse dage rip, en van verlangen klaagt noa 't feest van Kersmis, dat koomp?" In de Kerstnacht ben ik vaak met moeder en de broers en zus Marie om een uur of vier naar de kerk getrokken. Een van ons ging met een stallantaarn voorop en de rest volgde in ganzenpas over de paadjes die binnendoor naar de kerk leidden. Meestal waren we veel te vroeg, want moeder was altijd bang te laat in de kerk te komen. Erg was het als het daags te voren en vooral 's nachts flink gesneeuwd had. Dan moest vader of een van de knechten met een klein sneeuwploegje van hout, waarvoor een paard was gespannen, het pad sneeuwvrij maken tot aan het punt, waar een ander het verdere pad al begaanbaar had gemaakt. De oude kerk zag er dan feestelijk uit. In het priesterkoor brandden tientallen kaarsen en voor in de zijbeuken op de zijaltaren eveneens. Het mooist vond ik de grote koperen luchters in de zijbeuken, die vol brandende kaarsen waren gestoken en boven de zijgangen een zacht beweeglijk licht verspreidden. Of ik veel gebeden heb, weet ik niet meer. Er was ook zoveel te zien en te horen. Het koor zong meerstemmige kerstliedjes. De mensen zongen niet mee. Toen ik zestien jaar oud in Oldenzaal naar de nachtmis ging, verbaasde ik me, dat daar de mensen uit volle borst zongen: "Een kindeke, so lobelich Is ons geboren huide".Midwinterhoornblazer in Ootmarsum

Om 12 uur werd er op Kerstmis gegeten. De maaltijd was heel eenvoudig. Het bestond uit soep met veel vlees (lekker - het was in de slachttijd). Na de soep kreeg je ‘Jan in de zak’; het was een soort meelkoek met krenten en rozijnen in een zak gaar gekookt in een pot heet water. Elk kreeg een stuk op zijn bord en wij keken of er flink wat krenten en rozijnen inzaten. Om twee uur moesten we naar het Lof, waar flink wat kerstliedjes gezongen werden. Had het gevroren, dan gingen we na het Lof nog even snel naar de Deel of Maat, om te kijken of het ijs al sterk genoeg was. Was dat het geval, dan mochten we de volgende dag schaatsen op het Agelose Broek, waar oud en jong uit Ootmarsum en omliggende buurtschappen op de grote ijsvlakte hun kunsten konden vertonen.

Kerstmis ging ik naar Rikman (smid) om te vragen of hij een grote sleutel had. Vaak vond hij er wel een. Was dit niet het geval, dan nam hij een ijzeren boutje en boorde er aan het ene eind een gat in, waar een dunner stukje ijzer in paste. Aan de dikke en de dunnere bout bonden we een touw, deden pulvertjes in de opening van de dikke bout, de dunnere bout er bovenop en met het touw in de hand sloeg ik de dunne bout tegen de muur en dan volgde er een geweldige knal. Zo moesten we het oude jaar wegschieten en het nieuwe jaar aankondigen. Oudejaarsavond om een uur of drie maakte moeder het beslag klaar voor de nieuwjaarskoeken. Het koekijzer werd voor de dag gehaald, schoongemaakt, boven het vuur heet gemaakt, met olie een paar keer ingewreven met een ganzeveer en dan eindelijk werd een klein beetje beslag op het ijzer gelegd. De andere helft werd er opgedrukt en het beslag werd plat gedrukt tussen de twee vlakken van het ijzer. Dit hing men in het ‘hoal’ en zolang werden de platen tegen elkaar geknepen tot moeder dacht, dat de koekook (wel knieperke genoemd) klaar was. Meestal lukte het de eerste keer al. Maar een enkele keer wilde het niet vlotten. De koek liet niet los van het ijzer of het beslag wilde niet gaar worden. Dan moest moeder een heel nieuw beslag maken en moest een van ons vlug naar de stad om een of ander ingrediënt te halen. Wanneer alles in orde was, ging het bakken vlot. Wij stonden rondom het vuur te kijken, want de eerste koeken mochten wij proberen. Hadden we elk een koek gehad, dan werden de koeken zo heet uit het ijzer opgerold en in grote trommels gedaan.Jan Rerink (1864-1937) en Sien broekhuis (1866-1952) op Sandvoort in Tilligte (foto ca. 1921)

Op Nieuwjaarsdag kreeg groot en klein, als vrienden en buren, die een Zalig Nieuwjaar kwamen wensen, een of meer koeken bij een kop koffie of borrel. Oudejaarsavond gingen wij kinderen 's avonds naar oom Jan (Rerink) en tante Sientje (Broekhuis), die op het erve Graal woonden. Om een uur of acht gingen we er heen en om middernacht keerden we terug. Oom en tante hadden geen kinderen en trakteerden volop. Zelfs gekeurde het wel, dat we in de nacht wat lawaaierig naar huis gingen. Vooral broer Gerard kreeg dan soms inspiratie om voor de vuist weg liedjes te zingen. Zo hebben we erg moeten lachen om deze onnozele vondst: “Woenderbaar… woenderbaar… is een koe met paardehaar. En had die koe geen paardehaar dan was die koe niet woenderbaar” enz…

Nieuwjaarsmorgen was je al vroeg wakker, om de eerste te zijn die de anderen een ‘gelukzalig nieuwjaar" toewenste. Wie het laatst uit bed kwam die dag kreeg de naam van ‘broedgans’ omdat hij zo lang in zijn ‘nest’ was gebleven. Op weg naar de kerk wensten buren en bekenden elkaar een zalig en gelukkig nieuwjaar. Na de Mis gingen de mannen en grotere jongens naar ‘hun’ café, om de gratis nieuwjaarsborrel en koek in ontvangst te nemen. Na het middagmaal gingen wij kinderen gewapend met ons knalwerktuig de buurt rond, eerst de Haarboer, dan langs het Agelose Broek naar oom en tante op Graal. Na een min of meer harde knal deden we de deur open en om het eerst te zijn schreeuwden we dadelijk zalig nieuwjaar. We kregen dan wat lekkers en wat in het glas, bessenwijnrood zeiden we. Was er ijs dan namen we onze schaatsen mee om zo gauw mogelijk op het Agelose broek te gaan schaatsen.                                                                                                                                                                                                                                    Wordt vervolgd…


Artikel in voorbereiding…

Lening f 400,- door Jannes Meinders op Moltmaker (Kupersboer) in Tilligte jaar 1807…


Uit de krant van toen…

 Uit de krant van 1904Deze Wigger, van beroep kuiper, is de 35-jarige Gerardus of Greads Wigger *1869 op Wigger in Lattrop. Hij woont nog ongehuwd thuis en zal in 1911 oud 42 jaar trouwen met Hendrika Johanna (Hanna) oude Griep van ool Bodden uit Noord Deurningen. Zijn thuis wonende broer Johannes (Jens) Wigger bouwt voor hem een nieuw woonhuis aan de Esweg dat bekend zal worden als Wiggers-Greads. De hierboven genoemde J. Wigger is Jens. Of Jens Wigger later alsnog gepakt is en veroordeeld wordt  moet blijken uit nader onderzoek.

Greads Wigger (1869-1949) en Jens Wigger (1865-1945) en het Wiggers Greads aan de Esweg in Lattrop


Bewonersgeschiedenis Weghuijs in Lutke Aagel (3)…

Uit dit huwelijk:
4 [half] Joanna Weghuijs ~15-01-1716 verder onbekend.
 [Januari 1716] 1716 15 Jan. baptizavi Joannam Weghuijs ex L. Aagel, pater Berent, mater Jenne, matrina Fenneken Weghuijs.

Berent Kienhuijs x 1718 Hendrickjen ten Boekum…RC doopboek Ootmarssum Henrickjen ten Bokum 18-04-1697

Jenne Ottinck overlijdt in 1718 oud 32 jaar en Berent Kienhuijs nu Weghuijs hertrouwt op 27 november 1718 met Hendrickjen ten Boekum ~18-04-1697 op Bokum in Tilligte. 

Acte Huise Ootmerssen 17-07-1718 Versterf huisvrouw Jenne OttinckDe eerder genoemde Frijheer J.D. van Heiden is in 1716 overleden en opgevolgd door H. Joh. Sigismond F H van Heiden.
Uit dit huwelijk:
5 [half] Maria Weghuijs ~~30-06-1720. Maria trouwt drie keer; 1e in 1737 met Joannes Elferink, 2e in 1743 met Joannes Warsink en 3e in 1749 met Harmen Hermelink.
[Juni 1720] 1720 30 Junij baptizavi Mariam Weghuijs ex Lutk. Aag., pater Berent, mater Hendrine, matrina Fennek. Weghuijs.

Berent Weghuijs x 1721 Fenneken Bossink…

Hendrickjen ten Boekum overlijdt in 1718 oud 24 jaar na een huwelijk van slechts twee jaar. Berent Weghuijs is niet ontmoedigd en trouwt op 2 november 1727 voor de 3e keer met Fenneken Bossink ~~1698 op Bossem in Lattrop.
Erschenen op den Huise Ootmarssen Berent Weghuis ende heeft het versterf van sijn overleden huisvrouw Hendrine Bouim en de opvaart van sijn toekomstige ehegade veraccordeert met sijn Excell de Heere Generaal Vrijheer van Heiden op een summa van hondert carl. Guldens, te betalen de halfscheid (helft) op Martini en de ander halfscheid op mei 1722.
Onder dese conditie dat deselve sijn toekomstige ehegade haer nae het goed Weghuis sal moeten qualificeren ende in eigendom begeven, waar tegens indien vrij ende niet aan het Huis Ootmarssen eigenhorig moge sijn weder een vrij kind in haer plaats sal hebben.Handtekening Berent Wechuijs Lutke Agelo
Actum op den Huise Ootmarssen den 15 Juli 1721. Voldaan

Hfreij.. von Heiden        
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
6 [half] Joanna Weghuijs ~1722 en 7 Henrica Weghuijs ~1723.
Maar aan alle rampspoed komt nog geen einde want Fenneken Bossink overlijdt in <1730 oud <32 jaar.

Berent Weghuijs x 1730 Gese Gerrits…

Berent, oud 49 jaar nu, trouwt uiteindelijk voor de 4e keer op 11 juni 1730 met Gese Gerrits ~~1705 in Noord Deurningen.

Bernt Weghuijs accordeert versterff Venne Bossink en opvaert Gese Gerrits 11-03-1730Uit dit laatste huwelijk worden nog eens 5 kinderen geboren en allen dragen de naam Weghuijs:
8 Euphemia ~28-04-1731
9 [half] Lucas ~05-02-1733 trouwt op 2 april 1758 met Gertruida Touwmakers, zie hierna.
10 [half] Joannes ~08-02-1735
11 [half] Gerardus ~21-11-1737
12 [half] Gerrit Jan ~07-09-1740
Volstelling 1748: Weduwe Weghuijs, kinderen over de 10 jaar oud Fenne en Lucas, Jan in ‘t 10e jaar en kinderen onder de 10 jaar Gerrit en Gerrit Jan.
Berent overlijdt voor 1748 en van Geese is de overlijdensdatum niet bekend.
Actúm op den Huise Ootmarsen den 3. Maij 1748.

Wed. Wekhuijs versterf Berend Weghuis voor f 200,= 03-05-1748

Lucas Weghuis x 1758 Geertrui Touwmaker…

Lucas Weghuis, zie 2 hierboven, de oudste zoon, wordt erfopvolger en trouwt op 2 april 1758 met Geertruida Touwmaker (ook Nebben) ~~1734 in Weerselo.

Erfwinninge caterstede Weghuijs Lucas Wekhuijs en Geertruioj Touwslager 10-03-1758


Smokkel van gekerfden tabak…

Smokkel van gekerfden tabakTwentsche courant 5 september  1880.
Het betreft hier de 51-jarige Jan Wigger (1829-1907), geboren op het plaatsje oude Beernink-Jannes, dat later Wiggers-Jans en nog later BennaadszienHannes wordt genoemd. Hij is landbouwer, kuiper en tapper. Van zijn gelagkamer aan de Frensdorfer-weg wordt veelvuldige gebruik gemaakt door passerende handelslieden. Maar de verleiding voor het ‘grote geld’ is voor hem, zoals zovele anderen, aanleiding om zich ook op het smokkelpad te begeven. Dit keer loopt het verkeerd af. Hij wordt in Wiertmarschen gesnapt en veroordeeld tot het betalen van een boete van 1100 Pruisische thaler, in Hollands geld f 1.650,=. Een aanzienlijk som geld. Of hij dat ‘op de plank’ had liggen vertelt het verhaal niet. Wel is uit overlevering van Jan Busscher bekend dat de Wigger hieraan bijna bankroet is gegaan.


Bewoners Morsman (Mössem) in Lattrop (2)…

4 Joanna of Janna Morssink geboren Mershuijs ~02-06-1952. Zij trouwt op 25 april 1784 met Lambertus of Lambert Austie geboren in Beuningen en gedoopt op 22-02-1751 in de RC kerk van Denekamp.
Christina, de moeder, overlijdt voorjaar 1755 oud nog geen 52 jaar. Jan Morsman hertrouwt dan op 23 november 1755 met Fenne Gosink ~~1730 in Lattrop. Uit dit 2e huwelijk van Jan worden 3 kinderen geboren.
6 [half] Christina Morshuis ~22-09-1756 verder onbekend.
RC trouwboek Ootmarssum Jan Morshuis wedr en Fenne Gosink 23-11-17551 [half] Helena Morshuis ~25-03-1760, trouwt op 24 mei 1789 met Johannes Bernardus Kock geboren op het oude Wiggerinck nu Teders in Lattrop. Helena overlijdt hier op 13 april 1812 oud 52 jaren.
7 Egbertus of Egbert Morsink geboren Murshuijs is ~01-01-1762. Hij trouwt op 11 mei 1794 met Elizabeth Velthuis geboren op Oude Nieuw-scholten of Tijbaks (verdwenen) in Lattrop.
Zij vestigen zich op de boerenplaats Veldhuis in het Lattropperveld nu hoofdgebouw Camping De Rammelbeek.
Na het overlijden van Jan Morsman hertrouwt Fenne op 23 maart 1759 nog met Hindrik Oosterwijk herkomst onbekend. Dit laatste huwelijk blijft, voor zover bekend, kinderloos.
Register van nieuwe gronden en nieuwe woningen sinds 1682, 25 dec. 1750: Moerssinck had steeds 3 à 4 paarden, maar nu niet meer dan één.
Volkstelling 1748: Morsing met sijn vrouw Stine Deszelfs broeder Lambert Morsinck, kinderen onder de 10 jaar oud Jan en Jenne. Inwonend Ale Morsinck een kloppe.
HOOFDGELD 1767 LATTROP:
1. Register van de Huijsgesinnen en Personen welke het Hoofdgeld kunnen en moeten betalen in Lattrup. Moerssink de man Jan de vrouw Fenne.

Jan Morsman x 1771 Maria Tijscholte…

1 Joannes of Jan Morshuis, de oudste zoon uit het 1e huwelijk van Jan en Christina, is ~12-07-1743. Hij trouwt op 5 mei 1771 met Maria Tijscholte geboren Niuwscholte of Nijschulten

	RC doopboek Ootmarssum Joannes Morshuis Lattrop 12-07-1743.RC doopboek Ootmarssum 12 juli 1743

Lubberink waar zij geboren is op 26-03-1742. Uit dit huwelijk worden 6 kinderen geboren:
1 Cristina of Stiene Morshuijs ~13-03-1772 en trouwt in 1800 met Gerrit Sleiderink mogelijk afkomstig uit Oud Ootmarsum.
2 Johannes Morsink zie hierna.
3 Jan Gerrit Morsink, met de doopnamen Gerrardus Joannes, is ~13-08-1775. Hij is mede landbouwer op Morsman en overlijdt op 23 maart 1847 oud 71 jaren.
4 Berend Morsink geboren Morshuijs ~15-02-1778 trouwt op 24 mei 1807 met Maria Voorpostel ~21-12-1781 op Voorpostel nu Bonnes in Oud Ootmarsum. Zij worden erfopvolger op Tijscholte.
5 Evert Morsink geb. Morshuis ~26-11-1780 trouwt op 9 april 1818 met Hendrika in de Toeslag geboren in 1787 op het gelijknamige plaatsje in Lattrop, dat we veel later nog zullen kennen als Pikmoats-Frans. Zij vestigen zich op het plaatsje Egberts-Jannes nabij Bonke.
6 Jan Hermen Morsink geb. Mörssink ~26-08-1784 en ongehuwd overleden op 30-01-1815 oud 30 jaren.
Jan Morsink overlijdt voor 1795 want in de Volkstelling van 1795 wordt hij niet meer genoemd. Maria overlijdt na 1805.
Rechterlijk archief Landgericht Ootmarsum, nr. 8, fol. 470, 8 aug. 1772: Jan Morsinck en Maria Scholte Lubberinck kopen 2 stukken land van Lucas Silderhuijs en Grete Elferinck.
Volkstelling 1795: Maria Morshuis, 5 personen.

Jan Morsink x 1809 Johanna Nijhof…

2 Joannes (Jan) Morsink geb. Morshuijs, de oudste zoon van Jan en Stine, ~(gedoopt) 06-11-1773 wordt erfopvolger op Morsman en trouwt op 10 juni 1809 met Johanna Nijhof ~19-08-1779 en geboren op Nijhof nu Peters in Breklenkamp. Janna overlijdt op 9 december 1830 oud 51 jaar en Jan op 17 mei 1832 oud 58 jaar. Dit huwelijk blijft kinderloos.Register van naamsaanneming 1812 Jannes Morsink
Register van naamsaanneming 1812: Jannes Morsink met broers Jan Gerrit en Jan Harm neemt de naam Morsink aan.

Janna is overleden in 1830 en Jannes in 1832. Nu is alleen zijn ongehuwde broer Jan Gerrit nog op de boerderij. Het vinden van een erfopvolger wordt nu wel dringend. Deze wordt gevonden in de persoon van een zuster van Janna.

Joanna Maria Nijhof x 1832 Joannes Scholte Lubberink…

Anna Nijhof is de jongste zuster van Johanna, zie hierboven onder nr. 2. Zij is gedoopt op 15 augustus 1791 en is 12 jaar jonger. Jannes is gedoopt 24 mei 1803 op Lubbrink of Lubberman in Lattrop. Het huwelijk wordt gesloten in Denekamp op 30 augustus 1832. Met de ongehuwde Gerrit Jan Morsink bewerken zij de boerderij. Gerrit Jan overlijdt dan op 23 maart 1847 oud 71 jaren. Eind jaren 1860 komen Jannes en Anna tot de conclusie dat hun huwelijk kinderloos zal blijven. Zij was ook al 41 jaar toen zij trouwde.
Weer moet er een erfopvolger worden gezocht. Deze wordt gevonden in de familie Scholte Lubberink. Hermina de jongste zuster van Jannes is in 1815 getrouwd met Johannes of Jannes Roepe van het Roepenhuijs in Hesingen. Uit dit huwelijk worden 8 kinderen geboren waarvan de jongste zoon Jan Hendrik erfopvolger wordt op Morsman. In 1839 staat hij al vermeld in de Volkstelling; hij is dan 7 jaar.

Jan Hendrik Roepe x 1869 Gezina Rikkink…

Bidprentjes Jan Hendrik Roepe (1832-1901) en Gesina Rikkink 1840-1899 Lattrop

Jan Hendrik Roepe, doopnamen Joannes Henricus, is geboren op 22 november 1831. Deze verdwenen boerderij lag aan het eind van de Goudkampsweg naast de Hoekboer, pal tegen de Duitse grens. Jan Hendrik Roepe is dus een neefje van Jannes op Morsman.

                                                                                                                               Wordt vervolgd…