Website: www.Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp.nl
Deze nieuwsbrief wordt u aangeboden door de redactie van de website………………………….
Op deze site vindt u o.a. de rubriek ‘Nieuws/mededelingen’ waarin actuele wijzigingen of aanvullingen worden vermeld. Met deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte brengen van nieuwe artikelen en, waar nodig, om uw medewerking vragen.
Hebt u geen interesse in deze mail dan kunt u zich hiervoor afmelden. Een bericht naar de redactie is voldoende: b.busscher@kpnplanet.nl
Nieuws/mededelingen:
Geplaatst op de website:
# In de rubriek Nieuwsbrieven: Nieuwsbrief 2018-4
# Rubriek Registers/Paardengeld: De documenten zijn geplaatst.
# Rubriek Scholen in Breklenkamp/klassenfoto's: De jaren 1954 t/m 1991 zijn toegevoegd.
Een hoogoplopend conflict…
over vetmesten van varkens leidt tot de vroegste
vermelding van de erven in Lattrop en Tilligte.
Ik heb wat gegevens over de historie van Lattrop en Tilligte die nog ontbreken op jullie website Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp. Het gaat om een lijst uit 1337-1339 met de, voor zover mij bekend, vroegste vermelding van diverse erven in Lattrop en Tilligte, naar aanleiding van een hoogoplopend conflict over het vetmesten van varkens in de bossen van de marke. Het lijkt mij een aardige aanvulling voor de website, vooral omdat ook de voornamen van de betrokken boeren genoemd worden.
Hieronder een aantal historische verwijzingen naar een langdurig conflict in de middeleeuwen tussen de bezitter van erve Beyerink in Tilligte en de markegenoten van Lattrop en Tilligte. Het conflict spitste zich toe op het akeren (vetmesten met eikels) van varkens in de gezamenlijk beheerde markebossen waarop de bezitter van Beyerink recht meende te hebben. Een recht dat door de marke werd bestreden.
In het eerste kwart van de veertiende eeuw was erve Beyerink als Bentheims leen in handen van de schildknaap Ernestus de Beyer (zie belening 1334 hieronder). Aangezien hij zich naar dit erf noemde of het erf naar zijn familie is vernoemd, zal zijn familie Beyerink (oorspronkelijk) bewoond hebben. In 1337/1339 lijkt het conflict te zijn geëscaleerd en is door de markegenoten van Lattrop en Tilligte geweld (super violencia, zie onderstaande lijst) gebruik tegen ene Ernestus en zijn vrouw, die vermoedelijk identiek is aan de voornoemde Ernestus de Beyer. Naar aanleiding van de gewelddadigheden zal Ernestus hebben geklaagd bij de drost van Twente. Op grond hiervan werden alle bij de gewelddadigheden betrokken boeren met een geldstraf beboet en met naam en toenaam genoemd (zie de lijst hieronder). Voor de meeste erven uit Lattrop en Tilligte hun vroegste historische vermelding. Overijssel (het Oversticht) was in die tijd door de bisschop van Utrecht vanwege geldgebrek verpand aan de Graaf van Gelre, zodat de boete werd uitgedeeld en waarschijnlijk ook geïnd door een Gelderse drost (op een rechtdag in Ootmarsum).
Het conflict over het akeren van varkens sleepte zich nog meer dan een eeuw voort, totdat het in 1438 door bisschop Rudolf van Diepholt werd opgelost. Erve Beyerink was inmiddels in handen gekomen van de commanderij van de Duitse Orde te Ootmarsum. En zoals dat ging in die tijd, kwamen zij niet alleen in het bezit van het erf maar erfden zij ook de bijbehorende ruzies en conflicten.
Belening Graaf van Bentheim 1334 (2 januari)
Schildknaap Ernestus de Beyger zijn zoon Werenbolt en zijn vrouw Kerstine (Christine van Wolflare) worden door graaf Simon van Bentheim te dienstmansrecht beleend met ‘dat grote huys to Beygeringh in der burscap to Tylgeth in den kerspele to Oetmarshem’ en verschijnt even later in het leenregister van Bentheim (Dingeldein 1943, blz. 21).
Eernst de Beyger hevet to deenstmanne rechte dat grote huys to Beygheringh in der burschap to Tylgeth in den kerspele to Oetmarshem (Prinz 1941, blz. 71).
Rekening Drost van Twente 6 april 1337 - 2 december 1339
Item de communitate de Thilgete et de Laettorpe, qui conquerebantur super violencia, facta eis a Ernesto ..... et domina de Runen, quam poterant procudere vel demonstrare, ita quod perdiderunt corpus et res ad graciam domini comitis: Primo:
Item de Ecberto Lutbertinc 7 m. Egbert Scholte Lubberink (Lattrop)
Item de Gerharde Buschinc 7 m. Gerard Bosman/Bossem (Lattrop)
Item a Alberto Goetseninc 7 m. Albert Goosink (Lattrop)
Item Gerhardo Bunkinc 7 m. Gerard Bonke (Lattrop)
Item a Lutberto thon Lancampe 7 m. minus 3 s. Lubbert Langkamp (Tilligte)
Item Mensone tho Angete 7 m. minus 3 s. Menso Enkman (Tilligte)
Item Lutberto thor Stegen 7 m. minus 3 s. Lubbert Steggeman (Tilligte)
Item Gerhardo Borchgrevinch 7 m. minus 3 s. Gerard Borggreve (Tilligte)
Item Gerhardo Rederinc 7 m. Gerard Reerink (Lattrop)
Item Alberto Wicherinc 5 m. Albert Wigger (Lattrop)
Item Gerhardo Lefardinc 5 m. Gerard Leferink (Lattrop)
Item Lamberto Stoke 5 m. Lambert Stokke (Lattrop)
Item Bernardo Berendinc 5 m. Bernard Beernink (Lattrop)
Item Lutberto tho Angete 10 m. Lubbert Enkman (Tilligte)
Item a domina dicta Callen tor Kindehus 3 m. vrouw ‘Callen’ Kienhuis (Tilligte)
Item Ludolpho thon Varwerke 2 m. Ludolf Vaarwerk (Tilligte)
Item Lutberto thon Hove to Thilghede 2 m. Lubbert Scholtenhave (Tilligte)
(m. = Brabantse mark, s. = schelling; Muller Fz 1897, 142-143)
1438 (30 oktober)
Bisschop Roedolph beslist als scheidsrechter in het geschil tussen zijnen rentmeester van Twentht, Zweder van Dyepenbroeke, als kommandeur van het Duitsche huis te Oedmersem, en de markegenooten van Tilgede en Lattorpe eener- en Johan de Rode en rechthebbende op het in eerstgenoemde mark gelegen goed Beyerinc anderzijds, over twaalf scharen eikels en een ‘beerganck’ in de mark, waarop laatstgenoemden beweren recht te hebben, dat dezen jaarlijks acht varkens op de mark zullen mogen drijven, die de buren ‘myt tweleff scaren’ zullen branden, terwijl daarmede het recht van ‘beerganck’ zal vernietigd zijn (Muller Fz 1917-1919, no. 3020).
(schaar: een aandeel in de markegrond met het recht er een bepaald aantal stuks vee te laten grazen)
Literatuur:
Dingeldein, W.H., 1943: Over eenige goederen van het huis Ootmarsum I. Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG) - Verslagen en Mededeelingen 59, 17-50.
Muller Fz, S., 1897: Rekeningen van de drost van Twenthe over 1336 - 1339. Bijdragen en Mededeelingen van het historisch Genootschap (gevestigd te Utrecht) 18, 9 - 180.
Muller Fz, S. 1917 – 1919: Regesten van het archief der bisschoppen van Utrecht, deel I – III, Utrecht.
Prinz, J., 1941: Das Lehnregister des Grafen Otto von Bentheim (1346-64), Osnabrück
Mijn ouders komen beide uit Lattrop. Een groot deel van mijn familie woont er. Mijn ouders zijn Jan Scholte Lubberink (Lubberinkbaks) en Rikie Meijners (Waterkuper). Mijn vader is helaas in 2014 overleden, mijn moeder woont in Denekamp. De ouders van mijn vader zijn Maria Susanna (Marie) Borggreve (van De Reaker) uit Tilligte en Johannes Bernardus (Bernard) Scholte Lubberink van Lubberman aan de Dorpsstraat 1 in Lattrop. Ouders van mijn moeder zijn Gerardus Johannes (Gerard) Meijners (Waterkuper geb. op Rammelhuis) en Johanna Maria (Hanna) Hulsmeijers (Dekkersplaatsje) uit Breklenkamp.
Met vriendelijke groeten, Huub Scholte Lubberink Schalkhaar.
Foto links: trouwfoto 1928 van Gerard Meijners (1894-1973) en Hanna Hulsmeijers (1901-1993).
Foto rechts: trouwfoto 1930 van Bernard Scholte Lubberink (1892-1956) en Marie Borggreve (1897-1974).
Plaatsaanduiding.
Tijdens de Franse bezetting van 1795 tot 1815 wordt door koning Lodewijk Napoleon Bonaparte, in navolging van Frankrijk, de Burgerlijke Stand ingevoerd, maar ook het kadaster. Na de bezetting wordt heel Nederland opgemeten en in kaart gebracht. Ook worden lijsten samengesteld van eigenaren en vruchtgebruikers van de diverse (huis)percelen en gronden, de zogenaamde OAT’s of Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels.
Het opmeten en in kaart brengen van alle gegevens duurde 10 jaar, van 1817 tot 1827. Daarna hebben de ambtenaren nog 5 jaar nodig om alles uit te werken. In 1832 zijn de kadastrale gemeentegrenzen vastgesteld. De gemeenten worden verdeeld in secties en de percelen worden genummerd. Van elk perceel zijn de eigenaars, het gebruik, de grootte en de kwaliteit van de grond opgetekend in registers. Op 1 oktober 1832 kon dus worden begonnen met de grondboekhouding van het kadaster.
Bovenstaande kaart, afgeleid van de originele kadasterkaart uit 1832, geeft de diverse percelen aan, waaronder de huizen in rood. Het Kosthuis is gebouwd in 1829-1830. Wijzigingen van 1827 tot 1832 worden hierin niet geregistreerd. Het boerderijtje is ingetekend. Dit perceel, heide (paars), was kadastraal bekend gemeente Denekamp nr 508, had een oppervlakte van 0.66.10 ha en was eigendom van de Markte Lattrop.
Eigenaren
Perceelnummers 509 (weiland) en 510 (bouwland), gelegen ten oosten van nr 508, zijn eigendom van Gerrit Hofste. Ook het perceelnummer 519 (bouwland) tegenover het Laerhuijs is in zijn bezit. Nr 508 (heide) past daar goed tussen en in 1829 kan hij dit stuk van de Markte Lattrop kopen. Hiernaast een uitsnede van de OAT van het ‘Smids-Gradus’ in 1832.
Hij besluit daar een boerderijtje te bouwen. Niet om een van zijn kinderen te huisvesten maar om te verpachten. Het blijft gissen hoe dit boerderijtje er uit heeft gezien. Er is blijkbaar nooit een foto van gemaakt. Het was van dezelfde afmetingen als nu, want het is in 1926 herbouwd op de oude funderingen van Bentheimer zandstenen. Was het gemetseld van bakstenen? Of vlechtwerk afgewerkt met klei en koemest? Pannendak misschien, of nog gedeeltelijk een strodak? Was het oorspronkelijk een ‘los hoes’? Onderstaande afbeelding geeft een impressie hoe het er binnen mogelijk heeft uitgezien.
Als 1e Pachter meldt zich Gerhard Heinrich of Geert Hendrik Immink geboren in ca. 1797 in Wietmarsum-Pruissen. Van 1827-1830 is hij als boerenknegt werkzaam bij zijn broer Albert Herman die in 1817 op het Wevershuijs in Breklenkamp trouwt met de weduwe Maria Oortman-oude Bonke of Rekers. Hij oefent daar tevens het smidsvak uit. Hij is op zoek naar een eigen plek en hoort van de plannen van Gerrit Hofste. Die moet het boerderijtje nog laten bouwen; zie ook tekst in de verhuringsakte: ‘in goede bewoonbare staat te bouwen woonhuis’.
Hij trouwt op 31 augustus 1830 met Berendina Toeslag die in 1795 geboren is op het ‘oude Maaseland’ in Tilligte. Hij is van beroep grofsmid en wordt al gauw ‘Smids-Gradus’ genoemd.
Voorbeeld van een ‘los hoes’ waarin mens en dier in dezelfde ruimte leefden.
Wordt vervolgd...
Spook in school Tilligte…
26-01-1888 Provinciale Drentsche en Asser Courant.
Men schrijft uit Tilligte, gem. Denekamp, 23 januari;
Sedert lang liep hier het gerucht dat het in de oude school spookte. Elken avond zag men er een licht branden, zonder dat zich iemand in de school bevond, terwijl de deur goed gesloten was.
Dit gerucht vond te eerder geloof, toen oudjes van dagen begonnen te verklaren dat er zich voor jaren in die school een onderwijzer van het leven had beroofd. Voor eenige dagen kwam zulks weder ter sprake, toen een heer uit Denekamp zich alhier bevond. Deze beloofde ƒ 100,-- voor de armen te zullen betalen, indien er zich iemand in de school begaf en hem overtuigde, dat er werkelijk een licht brandde. Iemand wist zich daarop door het raam toegang te verschaffen en bij onderzoek bleek, dat het licht van een ander huis in de school schemerde. Sedert dien tijd is het spook verdwenen.
Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 18-11-1893…
Het betreft de ongehuwde bijna 23-jarige Johanna Maria Reerink, geboren op 8 december 1870. Zij is de oudste dochter uit het 2e huwelijk van Fredrikus Johannes (Jannes) Reerink en Euphemia Maria (Fen) Ikink op de kottersplaats Görtemaker nu Göttert in Tilligte.
In tegenstelling tot de sombere prognose in het krantenbericht, herstelt zij wonderwel en trouwt in 1902, oud 31 jaar, in Ootmarsum met de 32-jarige sigarenmaker Hendrikus Everhardus (Hendrik) Hulsink.
Johanna Maria overlijdt daar op 3 december 1946 oud 75 jaar.
De voorouders van Joanna Roepe in Breklenkamp (slot)…
Schema bewoners Roepe tot 1821
Jan Roupen x ~1642 Nn
1 Harmen Jansz Roupen, zie hierna.
2 Hendrick Roupen, ~~1647-1695 x 1683 Swenne Eeckholt in Boeckholt(D)
3 Tonnis Roupen, ~~1650 x 1691 Teube Reurick in Velthuisen(D).
4 Aeltjen Roupen, ~~1653 x 1692 Lambert Jansz in Ootmarssum.
5 Geesken Roupen, ~~1660-~1700 x 1690 Hendrik Sourman in Breklenkamp.
Harmen Jansz Roupen erfopvolger ~~1643-1695 x 1671 Geertjen Spaeltmansz ~~1646 Hardingen(D).
1 Jan Roupen, zie hierna.
2 Swenna ~~1676 x 1702 Arent Roupen Hesingen.
3 Jenne Roupen ~~1678 x 1702 Jan Scholten in Geesteren.
4 Aeltjen Roupen *19-12-1680.
5 Geesken Roupen *12-08-1683 x 1710 Harmen Bolmer in Wijtmarssen(D).
6 Peterken Roupen *16-04-1688.
7 Roeloff Roupen *16-10-1692.
1 Jan Roupen, erfopvolger ~~1672->1748 x 1700 Swenne Werssink *03-10-1680 Wassink Br.
1 Gerardus *24-08-1702.
2 Berent Roepe ~1702~->1767 x 1737 Engelberta Lubberinck ~1703 Lübberman (naar Tijscholte).
3 Hermina (Harmken) Roepe ~~1710-~1750 x 1735 Hermannus (Harmen) Beernink (naar Beernink Lattrop)
4 Joannes (Jan) Roupe, zie hierna.
4 Joannes (Jan) Roupe, erfopvolger ~~1714 x 1744 Joanna (Janna) Hofste ~1718 Hofste Lattrop.
1 Joannes Hermanus (Jan Hermen) Roepe, ~~1744-1714.
2 Gesina (Gese) Roeper 1745-1782, x 1778 Hermannus (Hermen) ten Brink
3 Susanna Rupen 1746 <1748.
4 Susanna Rúpen 1748 - >1793. X 1780 Jan Neutink Mander.
5 Hermannus (Harmen) Rupen, zie hierna.
6 Gerrardus Rupers ~1758.
7 Janna Roepe ~~1761 - >1789 x 1786 Albertus (Aalbert) Elferink in Mander.
5 Hermannus (Harmen) Rupen erfopvolger, ~1753-1804 x 1787
Johanna (Janna) Velthuis 1765-1841 in Mander.
1 Joanna (Janna) Roepe 1788-1866 x 1810 Joannes (Jan) Lutke Veldman 1780-1855.
2 Johanna (Janna) zie hierna.
3 Gezina Roepe 1792-1806.
4 Joannes (Jannes) Roepe 1802-1813.
2 Johanna (Janna) Roepe
Greads Hulsmeijer 1898-1976 en Hanna Groeneveld 1900-1993
Uit De Zuid-Willemsvaart van 13-12-1894…
Johannes (Jens) Kristen is geboren in 1860 op het Kristenhuis in Lattrop. Dit boerderijtje lag ca. 100 meter noordelijk van de bocht in de Lattropperstraat die nu nog ‘’n Kristn’ wordt genoemd. Midden jaren ’20 verhuist de ongehuwde en alleen-wonende Jens naar de familie Groeneveld-Borggreve nu nog bekend als Bennaads-zien-Hannes en Hannes zien Trui. Hier overlijdt Jens in 1929 oud 68 jaar. Het boerderijtje waar Jens geboren is, werd bij Hannes en Trui aan de Frensdorferweg herbouwd en staat er nu nog. Wie weet wat een slagkooi is?
Keuters van Wietmarschen naar Lattrop (3)…
Huwelijk met Maria Koehorst…
Maria Koehorst, oud 24 jaar, woont op het huurmansplaatsje Heekuper of Kupersplaatsje, dat gelegen heeft tegenover de boerderij van Krake, later Zwiep aan de Ottershagenweg in Lattrop. De vader van Maria, Hendrikus Koehorst, is in 1837 geboren op het huurmansplaatsje olde Eppink in Noord Deurningen en is een neefje van de eerdergenoemde Johannes Koehorst op GetJan-Jannes. De oorsprong van deze familie ligt op het erf Koehorst (verdwenen) nabij de Sint Nicolaas Stichting in Noord Deurningen.
Hendrikus trouwt in 1870 met de 37-jarige Johanna Oude Benerink die op Heekuper woont. Uit dit huwelijk worden 3 kinderen geboren: 1. Johannes 1871-1894 ongehuwd, 2. Johannes Bernardus 1874-1880, 3. Hermannus Joannes 1877-1877 oud 1 maand. Johanna Oude Benerink overlijdt in 1882 waarop Hendrikus Koehorst in 1883 hertrouwt met de 35-jarige Johanna Schabos, dochter van Hermannus Schabos en Anna Maria Ripe van het erf Schabos in Breklenkamp. Uit dit 2e huwelijk: 4. Hermannus Maria Koehorst levenloos geboren in 1885 en 5. Maria (Meike) Koehorst *1888.
Gerard en Meike trouwen op 17 mei 1912 op het gemeentehuis in Denekamp. Het kerkelijk huwelijk wordt 6 dagen later, op 23 mei 1912, voltrokken in de RC Waterstaatskerk van Lattrop. Celebrant van de gezongen huwelijksmis is pastoor H.B.G. van Bijleveld en de huwelijksgetuigen zijn Joanna Teeders en Henricus Edelkamp.
De broers en zusters van zowel Gerard als Meike zijn dan allemaal overleden. Ze gaan wonen bij de ouders van Meike.
De 13 kinderen van Gerard en Meike (1)…
Op 17 februari wordt hun 1e dochter Berendina Johanna (Annie) geboren. Doopgetuigen zijn Joannes Teders (oude Wigger of Martens) en Joanna Hulsbeek geboren Kleine Punt. Beiden zijn noabers van GetJan-Jannes, zie hierboven ‘Van Bekker in Tilligte naar…’. Op 1 april 1914 hun 2e dochter Berendina Hermina (Dienie), zij overlijdt 5 maanden later op 5 september. Op 30 juli 1915 hun 3e dochter Geertruida Maria (Truus) en op 7 december 1916 hun 4e dochter Maria (Marie). 3 Maanden later, op 16 maart 1917, overlijdt hun oudste dochter Annie.
Frans Keuters: Mijn oudste zus is verdronken. Het had een beetje gevroren en ze wilde water pakken uit een drinkkoel voor de koeien achter het huis. Daar is ze heen gelopen. Daarop was een laagje ijs en daar heeft ze door willen drukken met een kommetje en is er voorover ingevallen. Mijn moeder heeft haar wat later gevonden en heeft haar er zelf uitgehaald.
Desiré Hummelink-Keuters: “Mijn vader (Bertus Keuters) vertelde mij dat een van zijn zusjes verdronken was in een put/sloot achter het huis. Dus dat klopt wel met het verhaal van oom Frans. Hij vertelde ook dat hetzelfde zusje afscheid moest nemen van haar opa Koehorst die op sterven lag. Ze wilde niet dat hij weg zou gaan. Maar opa legde haar uit dat het niet anders was en dat hij echt moest gaan. Verdrietig vroeg ze waar hij dan heen ging en of zij met hem mee mocht. Opa antwoordde dat ze niet met hem mee kon, maar dat de plaats waar hij naar toe ging heel erg mooi was. Maar, zei hij, als het echt zo mooi is als men zegt, dan kom ik jou snel ophalen!” Enige weken later is zij toen verdronken. Aangifte op het gemeentehuis: Jan Hendrik Krake (Krake) oud 62 jaren en Herman Bruns (Brook Herm) oud 47 jaren.
Op 11 februari 1917 overlijdt Hendrikus Koehorst, de vader van Meike. Een jaar later, op 1 februari 1918, wordt hun 5e dochter geboren, Johanna Berendina. Zij is vernoemd naar haar oudste overleden zuster Berendina Johanna (Annie). De voornamen zijn weliswaar omgekeerd maar ook zij krijgt de roepnaam Annie. Op 29 mei 1919 wordt hun 1e zoon geboren, Gerardus Hendrikus (Gerard). Hij zal later bekend worden onder de naam Broer. Gerardus naar zijn vader en grootvader en Hendrikus naar zijn overgrootvader Albert Heinrich. Roepnaam Gerard als zijn vader en grootvader. Het jongetje overlijdt echter 4 maanden later op 25 october 1919 aan wiegendood.
Na het overlijden van Hendrikus Koehorst in 1917 vertrekt Johanna Schabos, de moeder van Meike, naar Ootmarsum. Zij overlijdt hier op 15 october 1919 in wijk K huisnummer 126.
Een jaar later, op 29 november 1920 wordt de 2e zoon Gerardus Henricus (Gerard) geboren en hij wordt vernoemd naar zijn overleden broer. In maart 1922 wordt hun 3e zoon geboren, Johannes Bernardus (Jan) en op 21 april 1923 Antonius Bernardus (Toon).
Smokkelpraktijken…
In 1914 breekt de 1e wereldoorlog uit en al gauw is er een tekort aan van alles in Duitsland. De grensbewoners profiteren hiervan door van alles de grens over te smokkelen. Zo ook Gerard Keuters, een fervent smokkelaar. Frans Groeneveld, BoomsJans zien Frans, bijnaam Max, vertelt hierover in 2007 het volgende: “Smokkelen, stropen, zwart werken. Het zijn tijdsverschijnselen die eigenlijk niet mogen maar min of meer gedoogd worden. Het is al meer dan tachtig jaar geleden dat Gerrad en Meiken Keuters een winkeltje hadden op de plaats waar nu Jan Warmes woont. Keuters was tevens huisslachter en Meike runde de winkel. Later woonde deze familie in het huis waar nu Gerard Pegge woont, eveneens aan de Dorpsstraat. Daarna woonde de familie Keuters jaren op ‘Wiggers Greads’ aan de Esweg (nu Jan Wolkotte) om op hun oude dag weer terug te komen naar de Dorpsstraat nr 57, naast de familie Gortemaker (Kesn Sien)”.
“Smokkelen was een broodnodige inkomstenpost voor de familie Keuters bestaande uit vader, moeder en elf kinderen. De prijsverschillen van producten in Nederland en Duitsland waren zo groot dat het de moeite loonde om deze stiekem naar de andere kant van ’n poal te brengen. Keuters was niet bang uitgevallen en had het plan opgevat om een ‘koppel koeien’ naar Duitsland te drijven. Zijn vrouw ging ook mee. Zo togen ze op pad via het Keujersmöske, de Keujersgoarn, ’t Kempke, de Bes, over de ‘hoalten brug’, deur ’n Leemert richting Zwarts-Geert. Op een gegeven moment dreigde er onraad en Keuters joeg de koeien uit elkaar in de Bes waar de Commiezen er geen greep meer op zouden hebben”. Wordt vervolgd…
Uit ‘Nieuwsblad van het Noorden’ 29-11-1893…
Op de grenzen.
Op den 7den November te 4 uur bevond zich een Hollander, Pin genaamd, te Brekkelenkamp, gem. Denekamp, op ongeveer 3 à 400 schreden van de Duitsche grenzen op de jacht. Plotseling naderen hem 2 Duitsche grensbeambten. Een ervan eischt, dat de Hollander hem volgen zal, wat deze beslist weigert, met de bemerking: “Ik ben Hollander en sta op Hollandsch grondgebied.” Hierop slaat de Duitsche beambte O. den man met zijn dikken stok zoodanig op het hoofd, dat het bloed hem uit de wond gudst en hij den volgenden dag naar den dokter gaat om zich te laten verbinden. Vervolgens rukt O. hem omver, scheurt hem de kleederen van het lijf en dreigt hem de borst in te zullen trappen als hij niet meegaat. Het geweer van P. werd door hen meegenomen over de grenzen.
Het is in de laatste jaren meer voorgekomen, dat Pruisische grensbeambten gewapend de grenzen overschrijden, zoodat men in de Nederlandsche grensplaatsen er zich over verwondert, dat onze regering dat niet tegengaat.
Tot dusver het ‘Twentsch Zondagsblad’. Aan de justitie om het feit en de geloofwaardigheid van het medegedeelde nader te onderzoeken.
Uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant…
Annonçe links: 28 november 1898: Verkoop windkorenmolen.
Bericht rechts: 29 mei 1899: Pastoor Berbers ingehaald.
Over de schoolkwestie te Lattrop (slot)…
De verwalter markenrichter namens de provincie is onder verbetering en op approbatie van zijne heren principalen van meninge dat uit aanmerking van alle omtrent de in den verleden jaare omverre geworpen schoole plaats gehad hebbende omstandigheden, de redenen bij het uitgebragte advijs van den heer prior van Frenswegen, van dr. A. Berends en pr. G. Aeijelts qqa. voords van de eigengeërfdens Jan Leferink en Jan Wiggers, bij nauwkeurige overweginge niet genoegzaam zullen bevonden worden om te beletten dat de order van den provisioneel verwalter van het drostambt van Twente, te weten het dadelijk effectueren van herstel der in voorleden jaare met geweld omverre geworpen schoole op kosten der marke, niet ter uitvoer zou gebragt worden, neen maar dat dezelve order hoe eer zo liever ter uitvoer worde gebragt. En wel in dienvoegen, dat wanneer zulks ten meesten voordele der marke mogt worden bevonden, op die plaatse alwaar dezelve heeft gestaan, of op also dane plaatse als bij oculaire inspectie zal geblijken de bekwaamste te zijn, voords dat hij, uit aanmerkinge, dat de goedsheren en eigengeerfden, zoals het hem voorkomt, in dezen zich niet kunnen enig maken, zich daarover aan zijne heren principalen zal addresseren en wagen hoe hij zich verder in dezen zal hebben te gedragen.
H.R.G.Pagenstecher qqa. verwalter markenrichter,
Tot zover deze publicatie. Het hele artikel vindt u binnenkort op de website www.heemkunde-lattrop-breklenkamp, in de rubriek ‘Scholen in Lattrop’.
De VII generaties Warmes (1)…
De VII generaties Warmes…
Net achter de brug over de Geele Beek, hier de grens tussen Lattrop en Breklenkamp, ligt rechts pal aan de weg een boerderij, bewoond en bebouwd door Jan ter Brake. In 1832 is dit een nieuw huis dat gebouwd is door en eigendom is van Hendrik Boomhuis van het gelijknamige erf in Lattrop. Hiervoor wordt een bestaand gebintwerk gebruikt en voor de binnenmuren afbraakmaterialen van het Huis Breklenkamp. Via vererving komt deze boerenplaats later in het bezit van de familie Bosman en Marsmeijer in Lage. Hij woont hier tot 1844 met zijn vrouw Zwenne Hannink geboren in Halle. Het gezin vertrekt naar Lage, waar ze een huurhuis van Twickel betrekken aan ‘de straat te Lage’.
Volgende bewoners zijn de familie Johann Gerhard Warmes met zijn vrouw Anna Margaretha Schroers en hun 2 kinderen Maria Anna Grete en Johannes Wilhelmus.
Warmes-Hungeling (oudgrootouders)
Hermann Warmes is omstreeks 1710 geboren in Rheine-Wadelheim, ouders onbekend. Hij trouwt in, oud 34 jaar, op 4 februari 1744 in Emsbüren met de 28-jarige Euphemia Hungeling geboren op 19 januari 1716 in Emsbüren-Berge. Hermann vertrekt naar de geboorteplaats van zijn bruid en wordt hier ‘heuermann’ (pachter) op het erf Lohle.
Uit dit huwelijk worden 7 kinderen geboren (allen geboren in Emsbüren-Berge en gedoopt in de St.-Andreas-Kirche in Emsbüren).
1 Adelheid, geb. en ged. 26-10-1744. Zij trouwt in Nordhorn op 25 mei 1779 met Theodor Hanfeld geb. 15 april 1753 in Emsbüren-Drievorde. Het echtpaar vertrekt naar Nordhorn-Hesepe en worden Heuermann in Hilderinkheuer.
2 Margaretha Catharina, geb. en ged. 1 mei 1746.
3 Bernhard, geb. en ged. 14 september 1748.
4 Johann Heinrich, geb. en ged. 24 september 1752.
5 Johann Wilhelm, zie hierna.
6 Anna Margaretha, geb. en ged. 3 october 1757.
7 Euphemia Gesina, geb. en ged. 20 april 1760.
Herman en Euphemia overlijden beiden in Emsbüren-Berge, Herman op 11 juli 1771, oud ca. 61 jaar en Euphemia op 12 oktober 1787, oud 71 jaar.
Warmes-Hübers (oudouders)
Johann Wilhelm Warmes, zie nr. 5 hierboven, erfopvolger op het ‘Lohle’, is geb. en ged. op 17 april 1755 in Emsbüren-Berge. Hij trouwt, oud 27 jaar, op 3 september 1782 in Emsbüren met Anna Margaretha Hübers, geb. en ged. op 27 maart 1755 in Emsbüren-Leschede.
Net als zijn vader is hij ‘Heuermann’ (pachter) op het erf Lohle.
Uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren (allen geboren in Emsbüren-Berge en gedoopt in de St.-Andreas-Kirche in Emsbüren. Alle kinderen zijn gedoopt op de dag van geboorte.
1 Johann Hermann, geb.29 september 1782, ovl. 1858. (Schullehrer 1807-1809 zu Emsbüren und Zeller Roling zu Elbergen). Hij trouwt op 12 november 1809 in Emsbüren met 1) Anna Maria Roling, oud 28 jaar, geboren op 20 augustus 1780 in Emsbüren-Elbergen, ?1815. Op 11 februari 1816 met Maria Gesina Roth geb. ca. 1790 in Lingen-Biene en 3) op 8 augustus 1819 met Maria Adelheid Wilmes, geb. 18 maart 1794 in Emsbüren-Elbergen.
2 Anna Maria Catharina, geb. 4 september 1874. Zij trouwt in 1818 met Bernhard Hermann Korte, Kaufman in Emsbüren.
3 Anna Adelheid, geb. 9 april 1786. Zij is erfopvolgster op het Lohle en trouwt in 1826 met Bernhard Knüven, geb. Schepsdorf ca. 1785, Heuerman in Lohleheure in Emsbüren-Berge.
4 Euphemia Adelheid, geb. 3 november 1788. Zij trouwt in 1845 met Johann Bernhard Silies, geb. 1787 in Emsbüren-Berge. Hij is huurman van het erf Kefing in Emsbüren-Berge.
5 Johann Gerhard, zie hierna.
Warmes-Schroer (betovergrootouders)
Johann Gerhard Warmes, zie nr. 5 hierboven, wordt erfopvolger. Hij is geboren op 14 juli 1791 op het erf Lohle in Emsbüren-Berge. In het Ortsfamilienbuch van Emsbüren staat over hem vermeld: ‘Hollandgänger 1815 en daarna im Bentheimer Landwehrbataillon in der Schlacht bei Waterloo 18 juni 1815’. Voordat hij als soldaat wordt opgeroepen is hij dus al werkzaam in Holland, waar en wat zijn beroep was is niet bekend. Hij overleeft de slag bij Waterloo, verlaat de militaire dienst en trouwt nog in hetzelfde jaar 1815 met Anna Margaretha Schroer, geboren ca. 1782 in Nordhorn.
Zij vestigen zich in Nordhorn en uit dit huwelijk worden geboren:
1 Maria Anna Grete Warmes, geb. ca. 1816. Op 24 mei 1843 trouwt zij met Johannes Pikkemaat, geboren op 11 mei 1812 op het erf Boomhuisbakhuis, later BekJan in Lattrop, aan de overkant van de Geele Beek. Maria overlijdt hier in 1849 oud 33 jaar en Johannes in 1859 oud 47 jaar.
2 Johannes Wilhelmus, zie hierna. Hij wordt geboren in 1820 in Lage, waar de familie inmiddels naartoe is verhuisd. In 1844 verhuist de familie van Lage naar Breklenkamp.
Jan ter Brake is in het bezit van het 1e pachtboekje uit 1844. Het geeft de pachtbetalingen en andere gegevens weer t/m 1886. Op dit 173-jaar oude document staat op blad 1 vermeld:
‘De Húer van Geert Warmink van het huijs en den kamp bij het huis en de nieuwen beijde kempe voer een som van 70 gülden en het húijs en dak en pannen onderhouden. Behalven de helfte van de pannen voor onze rekening en ook moeten zij dus alle de bij liggende getimmerten onderhoúden en van de boomvrúgten kunnen wij de helfte ontvangen..
De eerste hüer is verschenen geweest op Sunt Marten (11 november) 1844. H Boomhuis’.
Volgens de OAT behorende bij de kadasterkaart van 1832 heeft het huis en erf een oppervlakte van 199 M2. Ten oosten hiervan langs de Geele Beek een perceel bouwland groot 74 are en 10 centiare. Dit is de hierboven genoemde kamp.
Op blad 2 worden de betalingen vermeld: ‘Lage den 1 meij 1845. Geert Warmink (deze familienaam wordt in ieder geval tot 1888 gebruikt) betaalt op het jaar 1844 de som van 14 gülden H Boomhúijs.
Ontvangen van Geert Warmink 03 gúlden en 13 stuijvers voor klompen en tabak. H Boomhuis.
Ontvangen van Geert Warmink 30 gulden en een ver….. voor de … (niet leesbaar)
Lage den 26 meij 1846 H Boomhuis
Ontvangen van Geert Warnink 16 gúlden den 21 januari 1847. Wordt vervolgd…
Artikelen in voorbereiding…
# Autobiografie Johan Borggreve Tilligte, Boarnk-poater.
# Familie Maatman (voorheen Dobben) van ’t Hankorve via Noord Deurningen naar Lattrop.
# Bewonersgeschiedenis Nije Meijer (nu Groeneveld) in Lattrop.