Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Huwelijk Henricus Koopman en Maria Busscher 1840

Het burgerlijk huwelijk van Henricus Koopman en Maria Busscher

Bennie Busscher

Het huwelijk tussen man en vrouw is van alle tijden. Tegenwoordig zijn andere vormen van relaties mogelijk. Een huwelijk of partnerschap en kan nu ook gesloten worden tussen mannen of vrouwen. In 1840 was dit letterlijk ondenkbaar.

Het huwelijk van Hendrik en Maria werd gesloten in een tijd van grote maatschappelijk veranderingen. De belangrijkste was ongetwijfeld de verdeling van de marke gronden. Hierdoor verdwenen eenvoudige behuizingen en plaggenhutten. Maar er werden ook nieuwe boerderijen gebouwd, met name in het Lattropsche en Breklenkamper Veld.

Dit verhaal speelt zich af in Breklenkamp, Tilligte en Lattrop in de periode 1840-1942.

Familie van Henricus Koopman…

Henricus is geboren op 8 januari 1815 op de Coopmansplaats in de boerschap Breklenkamp. Hij is het 7e kind en de 4e zoon van Lucas Koopman en Gesina Reerink. Zijn vader is hier geboren in 1772 en zijn moeder in 1773 op het erf Reerman(1) in Lattrop. Zijn oudste zuster Gesina wordt geboren op 23 maart 1801 maar overlijdt voor haar 1ejaar. Zijn 2e zuster wordt eveneens Gesina genoemd. Zij zal in 1838Huis Brecklenkamp en omgeving (Hottinger kaart ca. 1792) trouwen met Hermanus Westerhof (of Schabos) van het erf Ulke-Jan Hendrik in Breklenkamp, later ‘het Schiphorst’ genaamd. Zij gaan wonen op het plaatsje ‘Schuur-Harm’ dat gelegen heeft tegenover het ‘Huisken’ nu Grote Veldman. Na 1880 komen we hen tegen nabij het Adamsplaatsje in het Lattropsche Veld. Zijn zuster Maria *1803 staat in de Volkstelling van 1839 opgeschreven als landbouwster bij de familie Mensink-Bokum in Tilligte. Zijn broer Albertus *1805 trouwt in 1836 met Maria Lölf uit Oud Ootmarsum en zij gaan wat verderop richting de school wonen op het plaatsje wat dan zal gaan heten ‘Timmer-Albert’.

Zijn broer Johannes * in 1808 wordt nog geen 2 jaar oud. Dan wordt nog een Johannes geboren in 1811. Hij trouwt in 1837 met Euphemia Keule uit Lattrop en blijft op het ouderlijk huis wonen. Uit dit huwelijk o.a. Johannes Koopman, ook wel genaamd Koopman’s Jens, die de laatste bewoner van dit erf zal zijn. Hij heeft ook nog een jongere zuster Euphemia. Zij is geboren op 2 februari 1821 maar overlijdt op 16 juli 1822, nog geen 1½ jaar oud. 

De familie van Maria Busscher…

Busschershuis Tilligte Anno Plm 1920 (schilderij Ankoné Oldenzaal 1991)Maria is geboren op 8 februari 1814 op het Busschershuijs in het Veldkarschpel in Tilligte. Zij is het 4e kind van Henricus Busscher *1777 en Geertruijda Silderjans *ca. 1785 in Noord Deurningen. Haar oudste zuster Aleijda is geboren in 1808 en is waarschijnlijk al overleden voor 1811. Haar oudste broer Albertus Joannes *1810 wordt erfopvolger en trouwt in 1848 met Maria Kienhuis van het erf ‘Kienhuijs’ in Tilligte. Op 28 juni 1812 wordt een levenloos broertje of zusje geboren. Maria heeft nog een jongere broer Gerrit Jan *1817, hij overlijdt thuis ongehuwd op 9 augustus 1885. Haar broer Joannes Henricus Bússcher geboren in 1820 trouwt in 1853 in Emsbüren met de in Emsbüren-Engden wonende weduwe Maria Gesina Holtel-Grönefeld. Haar jongste broer Johannes *1823 trouwt in 1861 met Gezina Hansté uit Hesingen (Tubbergen) en vertrekt naar Langeveen.

Hendrik Koopman maakt kennis met Maria Busscher…

Hendrik, wat dat zal ongetwijfeld zijn roepnaam zijn geweest, brengt zijn kinderjaren door op het ouderlijk boerderijtje nabij ‘De Wever’, ‘Boers’ en ‘Weendersboer’. Vanaf Pasen 1821 loopt hij met kinderen uit de noaberschop naar de school in Breklenkamp, amper een kilometer noordwaarts waar hij nog bij meester Lambert Kuijers in de klas zit. Hij verlaat de school ca. 1828 en in de volkstelling van 1839 komen we hem tegen in Tilligte. Hij is inwonend bij de familie Berend Jan Ribberink en Janna Mensink op het latere erf ‘Schoe’ en van beroep ‘boereknecht’ en klompenmaker.Veldnamenkaart Veldkarspel Tilligte

Omdat hij een goed timmerman is werd zijn hulp regelmatig gevraagd door Greuneveld, De Reker en Claeshuijs in de noaberschop. Zo had hij ook wel eens wat timmerwerk gemaakt voor de oude Hendrik Busscher. Als hij dan na een lange dag van hard werken met de familie Busscher aan tafel zat, schonk dochter Maria een kom warme melk voor hem in en gaf hem een boterham met spek. Haar aanwezigheid gaf hem een goed gevoel. Terug op ’t erf Schoe kon hij dan niet nalaten om ’s-avonds nog even het erf af te lopen richting Busscher, over de zandweg richting Veldschoelt en de Keezer. Vandaar had hij zicht op het Buschershuis een eindje verderop.                       (Update 24-09-2018)

Na verloop van tijd kwam hij er vaker, niet alleen voor het timmerwerk maar vooral voor Maria. Hij merkte dat zijn aanwezigheid Maria vrolijk stemde en dat ze graag in zijn nabijheid was. Zo gaandeweg kregen ze omgang met elkaar. 

Hendrik en Maria bouwen aan hun toekomst…

Maria, oud 25 jaren, woont in 1840 nog thuis en zij zoekt met Hendrik naar een plaats om een eigen gezin te stichten. Hendrik krijgt in dat jaar van zijn ouders te horen dat het Beernink Bakhuis in Lattrop leeg komt te staan. Eigenaren van dit boerderijtje met wat omliggende grond zijn Bernardus Hermannus
Cramer koopman te Ootmarsum en Jan Everhard Stork. De bewoners GetJaan Nijhuis en zijn vrouw Swenne Bült vertrekken met hun kinderen naar Lattrop 111 (Water-Zwenne/ws nabij Enter Jan/Oude Wolcherink).

Hendrik en Maria worden de nieuwe pachters maar eerst zal er getrouwd worden.

Hendrik spoedt zich naar het Gemeentehuis in Denekamp waar hij de dienstdoende ambtenaar uiteen zet dat hij met Maria Busscher wil trouwen. Deze noteert de bij Hendrik bekende gegevens en informeert hem over de documenten die hiervoor nodig zijn.

De vader van Hendrik, Lukas Koopman, is in 1831 overleden waarvan een uittreksel uit het Overlijdensregister van de gemeente Denekamp zal worden opgemaakt. De moeder Gesina Rerink leeft nog en zal bij het huwelijk aanwezig zijn evenals de ouders van Maria, Henricus Busscher en GeertruijdaKoopmanshuis Breklenkamp met Jens Koopman Foto ca. 1920 Silderjans. Er zal van Hendrik en Maria bij de Gemeente Ootmarsum een uittreksel uit het geboorteregister worden opgevraagd. Maria staat daar wel ingeschreven maar Hendrik komt daarin niet voor, zo blijkt achteraf. Tevens zal bij de Gouverneur van de Provincie Overijssel een Certificaat worden opgevraagd betreffende de dienstplicht van Hendrik.

Hij ontvangt later bericht dat hij niet voorkomt in het Geboorteregister van Ootmarsum. Hij moet een ‘acte van bekendheid’ laten opmaken door de Regter in het Kanton Ootmarsum waarin 4 personen, die hem goed gekend hebben, verklaren dat Hendrik geboren is in Breklenkamp, wanneer en wie zijn ouders zijn. Hij vindt 3 mannelijke personen en 1 vrouw in de vroegere noaberschop die bereid zijn een verklaring af te leggen en gezamenlijk reizen ze op 27 augustus 1840 naar Ootmarsum. Ten overstaan van Johannes Kornelis van Ferneij, regter in het Kanton Ootmarsum, geassisteerd met onzen griffier Hendrik Oosterwijk’ en de genoemde 4 comparanten wordt een ‘Expeditie’ opgesteld(2).

Er wordt een extract uit het geboorteregister van Maria gemaakt. De 2 getuigen zijn noabers van Busscher; Hendrik Willems wonend op het Rademaekershuis en en Gerrit Jan Borggreve (geboren Völkers uit Neuenhaus) van het erf Borggreve(2).

Kadasterkaart Busscher Tilligte 1832Ook wordt een extract uit het overlijdensregister van Lukas Koopman opgemaakt(2).

Zoals eerder gezegd: van Hendrik wordt nog een Certificaat van de Nationale Militie opgevraagd van de Gouverneur van de Provincie Overijssel. Deze komt na enige tijd per post aan in Denekamp waaruit blijkt dat ‘Hendrikus Koopman binnen de Gemeente van Denekamp voor de Nationale Militie is ingeschreven, dat aan hem vervolgens bij de loting is ten deele gevallen het Nummer 67 hetwelk tot heden niet opgeroepen zijnde, hem tot geene dienst heeft verpligt’(2). Hij was dus vrijgesteld.

Alle documenten worden goedgekeurd en de dag van het huwelijk wordt vastgesteld op 8 october 1840. De openbare afkondiging wordt gepubliceerd ‘op de hoofddeur van het gemeentehuis, op Zondag den twintigsten der maand September en Zondag den zeven en twintigsten der maand September een duizend acht honderd en veertig, des voormiddags te Elf ure’. 

De huwelijksvoltrekking…

Hendrik is ’s-morgens al vroeg uit de bedstee. Hij heeft de vorige avond het beste teug al tevoorschijn gehaald en de pet afgeborsteld. Janna Ribberink-Mensink heeft gisteravond zijn klompen nog helder wit geschuurd en op het melkrek te drogen gehangen. Hij spoedt zich op weg naar Busscher om zijn Het Beernink Bakhuis anno 1912 met Jans Borggreve en San Koopmanaanstaande bruid op te halen. Hij mag van Hendrik Busscher de ‘zeelwaag’ met paard gebruiken. Maria en haar ouders staan hem al licht zenuwachtig op te wachten. Hij is ruim op tijd en gezamenlijk vertrekken ze richting Denekamp. Daar is ook de moeder van Hendrik, Gezina Koopman-Rerink die gebracht is door haar zoon Albertus.

Op het gemeentehuis brengt de bode beiden naar de raadszaal waar de huwelijksvoltrekking zal plaats vinden. Deel tekst huwelijksakte: Op heden den achtsten der maand October des jaars één duizend acht honderd en veertig… compareerden voor ons Hendrik Warnaars, Burgemeester der gemeente Denekamp Provincie Overijssel, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand

Hendrikus Koopman oud vijf en twintig jaren; blijkens expeditie en een acte van bekendheid, landbouwer, geboren en wonende te Denekamp, meerderjarige Zoon van Lucas Koopman in leven timmerman, gewoond hebbende en overleden te Denekamp (Breklenkamp)…. en Maria Busscher oud zes en twintig jaren, meerderjarige dochter van Hendrikus Busscher en van Geertruid Silderjans…(2) 

Hoe het verder ging op het Beernink Bakhuis…

Na het kerkelijk huwelijk in de RC Kerk van de HH Simon & Judas in Lattrop, dat overigens niet staat vermeld in het trouwboek, trekken Hendrik en Maria eind 1840 naar het Beernink Bakhuis. Uit dit huwelijk worden 5 kinderen geboren. 1. Joannes *23-2-1841, van hem zijn geen verdere gegevens San Koopman en Jans Borggreve foto ca 1925bekend. Het is mogelijk dat hij naar Veldhausen in Pruissen is vertrokken. Uit de nalatenschap van Jan Busscher en Marie Ruël is een brief van voor 1900 bekend, in oud-Duits handschrift, die mogelijk afkomstig is van misschien zijn vrouw of een nazaat van genoemde Joannes. 2. Maria *17-10-1842, zij trouwt in 1870 met Johannes Oude Nijhuis en vertrekt naar Albergen waar zij in 1906 overlijdt. 3. Johanna *4-1-1845, zij trouwt in 1875 met Johannes Frons in Nutter en overlijdt daar in 1920. 4. Bernardus *9-03-1847, hij trouwt in 1876 in de Andreas Kirche in Emsbüren met de weduwe Maria Adelheid Poll-Albrink uit Frenswegen. (Uit dit huwelijk Maria Christina Koopman *1877 en Anna Maria *1879). 5. Gerardus *14-7-1849 en †6-9-1849.

Maria Busscher overlijdt op 1-8-1849, ruim 2 weken na de geboorte van haar laatste kind. Hendrik hertrouwt op 6-2-1850 met de uit de gemeente Tubbergen afkomstige Johanna Nijland. Uit dit huwelijk wordt op 9-5-1852 dochter 6. Susanna (San) geboren.

Hendrik Koopman overlijdt in 1865 oud 50 jaren en Johanna Nijland hertrouwt in 1867 met de 35 jarige Gerardus (Gradus) Nijhuis van het Reerink Bakhuis, veel later bekend als Reerink-Kruk. Dit laatste huwelijk blijft kinderloos. Johanna Nijland overlijdt op het Beernink Bakhuis in 1891 en Gradus Nijhuis in 1905. San blijft op het Beernink Bakhuis wonen en trouwt in 1892 met Johannes (Jans) BorggreveJan Busscher en Marie Ruël (25 Jr Huwelijk 1967) van het ‘ool Greuneveld’ uit Tilligte. Dit huwelijk blijft ook kinderloos. In 1921 komt Jan Busscher, mijn vader dus, vanuit Tilligte bij dit inmiddels al oudere echtpaar (64 en 68 jaar) werken als boerenknecht. Familiebanden met Maria Busscher zullen hierbij ongetwijfeld een rol hebben gespeeld want zij was een zuster van de grootvader van Jan Busscher. Van 1921 tot 1940 neemt Jan de zorg voor Jans en San op zich. San Koopman overlijdt in 1938 oud 86 jaren en Jans in 1940 oud 84 jaren. Daarna kan Jan Busscher de pacht overnemen wat later zal resulteren in de aankoop van het boerderijtje van de baron van Windesheim. Op 9 september 1942 trouwt hij met Maria Geertruida (Marie) Ruël van het ‘Willems’ later Reulke in het Binnenbrook in Lattrop; zij werkte daarvoor als dienstmeid op hetzelfde Beernink Bakhuis. 

Noten:

1. Het voormalige ‘Reerman’, bewoners Reerink, nu Groener Braakweg.

2. De volledige transcripties van genoemde documenten vindt U op de website Heemkunde-Lattrop-Breklenkamp/familiegeschiedenis/Huwelijk Koopman-Busscher.