Het Koijlenhuijs in Lattrup
Bennie Busscher
Op oude land- en kadasterkaarten staan vele boerenplaatsen getekend die al sinds jaar en dag verdwenen zijn. In het gebied 'Tusschen de Beeken' en in 'De Rammelbeekmaten' en directe omgeving zijn dit o.a. Beernink, Kamerhuis, Pilplaatsje, Wiggersbaks en Vos-Rieks. Ook het 'Koilenhuijs' hoort daar bij.
Dit was één van de vele plaatsen in Lattrop waarvan we amper nog weten dat het ooit bestaan heeft. De hieruit voortkomende naam 'Keule’ is echter nog alom bekend hoewel deze familienaam in Lattrop sinds 1878 niet meer voor komt. De laatst levende persoon hier van deze hier uitgestorven familie is Euphemia Keule, geboren op 22 september 1811 op het Keulenhuis L22. Zij trouwt op 3 augustus 1837 met de 25-jarige Johannes Koopman, gedoopt 19 september 1811 en geboren op de Coopmansplaats in Breklenkamp nr. 14. Dit inmiddels sinds ca. 1925 verdwenen erf lag tussen Boers en Oortman (Wever). Euphemia overlijdt daar op 29 november 1878 en Johannes Koopman overlijdt op 6 november 1887 op het Keulenhuis in Lattrop, de plaats waar zijn vrouw geboren is. Dit boerenplaatsje zal kort na 1894, na het overlijden van Maria Reerink in dat jaar, zijn afgebroken.
In het Verpondingsregister van 1601 komt de naam Koijle of Keule nog niet voor. In het Vuurstedenregister van 1675 wordt een 'Koilen Herman' vermeld maar deze Herman hebben we in het stamboomonderzoek niet kunnen vinden. Zijn gezin is arm want hij wordt omschreven als pauper. Hij was derhalve vrijgesteld van het betalen van belasting. In eenzelfde register van 1682 is de naam 'Koijlenhuis', met de vermelding 'pauper pauper' wat zeer arm betekent. In het Zoutgeldregister 1694 is de naam weer 'Koijle'en de term pauper is vervallen. In het Verpondingsregister van 1720 is de naam ook 'Koijle'. In 1723 weer en moet de hoofdbewoner fl. 2.--.— Hoofdgeld betalen. Het gaat dus langzamerhand wat beter. Tot zover de beschrijving in de belastingregisters voorafgaande aan het Kadaster van 1832. Van ca. 1817 tot 1827 wordt heel Nederland op de kaart gezet en alle percelen worden genummerd en o.a. voorzien van de naam van de eigenaar en/of gebruiker. In 1832 zijn de kaarten en OAT’s (beschrijving van de percelen) klaar.
Waar heeft het Koijlenhuis gestaan?
Waar het Koijlenhuis gestaan heeft zien we op bijgaande kadasterkaart uit 1832.
Perceel nr. 152, huis en erf groot 1080 m2 alsmede de percelen nr. 149 hooiland groot 990 m2, nr. 153 bouwland groot 1.98.30 ha. en nr 154 ‘huis en erf’ (schuur) groot 90 m2 zijn eigendom van de bewoner Berend Keule.
Verklaring erfnamen. Beernink: verdwenen. Oude Beernink: sinds 1937 Schiphorst. GetJan Jans: Muntel Esweg. Oude Beernink Jannes: Groeneveld, ook Bennaads zien Hannes. Oude Wigger: Teders. Rothuis: voorheen Rothuijs, Haamberg (2x), Roelink en nu Schuurman. Koijlenhuis: bewoners Koijle of Keule, daarna Reerink en als laatste de familie Maseland-Reerink. Segelvaert: Segelvaert, Reerink (noemt zich Zegelvoort), Blokhuis, Meenhuis, Haamberg, Timmerhuis en weer Haamberg.
Bewoners Koijlenhuis (Koijle of Keule)
De vroegst bekende bewoonster is Aeltien of Ale Koijle, geboren ca. 1650. Zij trouwt in 1679 met Lucas Boerrichter, geboren ca. 1649 op het nabij gelegen Captein, voorheen Bruggink, nu Kamphuis. Uit dit huwelijk 6 kinderen, Maria, Lucas, Jan, Lubbert, Gerrit en Harmen, waarvan de jongste zoon Harmen Ceulen in 1717 op het Cuijlenhuijs trouwt met Harmken Derckss Cock uit Degenkamp (Denekamp). Uit dit huwelijk 4 kinderen, Adelheid, Johannes Theodorus, Aelbert en Maria. Harmken Cock overlijdt in 1729 waarna Harmen in 1730 hertrouwt met Grete Meners uit Ouden Ootmarssen. Uit dit 2e huwelijk 3 kinderen, Hermine, Geertrudis en Joanna.
Johannes Theodorus Kuijlen, oudste zoon uit het 1e huwelijk, blijft op het Cuijlenhuijs wonen en trouwt in 1757 met Susanna Huijskes uit Lattrup. Haar geboortehuis heb ik niet kunnen achterhalen. Uit dit huwelijk 3 kinderen, Harmen, Jan en Berend.
Zoon Berend Keule wordt erfopvolger en trouwt in 1803 met Geertruida Rammelhuis uit Lattrop. Uit dit huwelijk 6 kinderen, Joanna in 1803, Johannes 1804-1827, Hermanus 1807-1807, Hermanus 1809-1827, Euphemia in 1811 (zij trouwt in 1837 met Johannes Koopman in Breklenkamp) en Gerardus Johannes 1815-1819.
De oudste dochter Joanna Keule wordt de erfdochter omdat haar zuster Euphemia naar Breklenkamp trouwt en haar overige 4 broers jong komen te overlijden.
Bewoners Koijlenhuis (Rerink en Maseland)
Joannes Rerink geboren in 1800 op het 'Reerman', voorheen Tijscholte nu Groener, trouwt in 1827 bij Joanna Keule (zie hierboven) in. Uit dit huwelijk worden in de periode 1828-1848 12 kinderen geboren. Geertruida, Maria, Berendina, Joanna, Joannes, Hermen Jan, Nn (levenloos), Albertus, Hermanus, Gerardus, Gerrit Jan en Maria Rerink.
De jongste dochter Maria Rerink (*1848) blijft op het ouderlijk huis L22 wonen en trouwt op 1 februari 1875 met Bernardus Maseland uit Tilligte. Hij is een zoon van Jan Hendrik Maseland en Susanna Prengers of Wassink. Het 'Maseland' is daar nog steeds een bekende huisnaam aan de Hooimatenweg maar het erf wordt al sinds midden jaren '90 bewoond door de familie Haamberg, daarvoor Bodde. Bernardus trouwt dus in op het 'Keulenhuis', behoudt zijn naam, maar krijgt de huisnaam Keule mee. Hij wordt al gauw 'Keulen Bernard' genoemd. De huisnaam gaat vervolgens van de ouders over op de kinderen. Dat is nu nog zo. Alle kinderen van bijvoorbeeld Hendrik en Sina Maseland worden nog met deze naam aangeduid: Keulen Johan, Keulen Hennie enz…
Uit het huwelijk van Bernardus en Maria 6 kinderen: Herman, Johanna, Bernard, Gerardus Johannes, Fransiscus en Euphemia Maria Maseland. Johanna trouwt in 1899 met Johannes Damhuis uit Weerselo en hertrouwt in 1912 met Gerardus Nijboer uit de Gemeente Tubbergen. Bernard trouwt in 1909 met Geertruida Spitshuis uit de Gemeente Losser. Van Gerardus Johannes weten we nog weinig, behalve dan dat hij op 3 december 1918 is overleden, 34 jaar oud. Fransiscus trouwt in 1912 met Gezina Maria Arends van de Volther Smid en zij vestigen zich in De Lutte. Euphemia Maria overlijdt in 1963 maar meer weten we over haar niet. Aanvullende gegevens zijn altijd welkom.
Keulen-Herman gaat naar Volthe en keert weer terug naar Lattrop…
De oudste zoon van Bernardus en Maria, Hermannus Maseland of 'Keulen-Herman', *1875 trouwt in 1899 in Weerselo met (1) Maria Nijhoff *1868 in Breklenkamp 42 (Oude Wassink of Dolf). Zij gaan wonen op het pachtboerderijtje 'Laarhuis' in Volthe, eigendom van Gradus Albertus Horsthuis, genaamd de 'Hörstbaas'. Daar worden hun 4 kinderen geboren, 1. Helena Maria *1901, zij trouwt in 1925 met Johannes Hermannus (Herman) Damhuis op het Roelofsbakhuis in Lattrop, 2. Bernardus Leonardus *1904 (naar Losser), (3) Johannes Gerardus *1907 (naar de Lutte) en (4) Gesina Gertruida *1910, zij huwt in 1935 Johan Gerard Steggink uit Rossum.
Moeder Maria overlijdt in 1912 in Volthe en wordt in Rossum begraven op het RK Kerkhof. Herman Maseland gaat in 1913 terug naar Lattrop en bouwt in het Lattropsche Veld nabij het Adamsplaatsje een huisje, het latere Keulenhuisje (zie foto onder). Hij hertrouwt in 1914 met Johanna Gortemaker (foto links), geboren 1876 te Tilligte en wonende met haar dochter Maria uit een eerdere relatie en haar ongehuwde broer Johannes op het naast gelegen 'Adamsplaatsje'. Deze laatst genoemde Johannes heeft als roepnaam Jens en zal later in Lattrop bekend worden als Adams-Jens(1). Hij gaat met zijn zuster en stiefdochter mee naar het Keulenhuis. Uit dit 2e huwelijk van Herman Maseland: Hendrik Hendrikus, ook genaamd 'Keulen Hendrik' geboren in 1916 . Hij trouwt met Gezina (Sina) Oortman van het verderop gelegen Heinink-Jaan. (Zie Onderschoer 2011 nr. 3, blz. 39.)
In het kort zijn de bewoners van het ‘Koilenhuijs’ hierboven weergegeven.
Het einde van het 'Coilenhuijs'
Maar wanneer is dit boerderijtje dan afgebroken? Dit kunnen we alleen bij benadering aangeven. Euphemia Maria Maseland is er nog geboren in 1890. Dat staat vast. Maar er zijn ook aanwijzingen dat haar moeder, Maria Rerink, vrouw van Bernard Maseland dus, op Nieuwjaarsdag 1894 hier is gestorven. Het bewijs wordt geleverd door haar overlijdensakte gedateerd 2 januari 1894, nr 1, waarvan we een deel van de tekst weergeven. Op heden den tweeden der maand Januari des jaars een duizend acht honderd vier en negentig, compareerden voor ons Gerrit Willem Hoogklimmer, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Denekamp, Provincie Overijssel, Jan Hendrik Damhuis(2), oud vier en dertig jaren en Johannes Horsthuis(3) oud drie en twintig jaren, beiden landbouwer en wonende te Denekamp, de welke ons hebben aangegeven dat Maria Reerink oud veertig jaren, zonder beroep, echtgenoote van Bernardus Maseland, dochter van Gerrit Jan Reerink en van Johanna Keule, beiden overleden, geboren en wonende te Denekamp, op den eersten dezer maand des namiddags te zes ure, in het Huis staande in Wijl L nummer negentien, is overleden.
Van welke aangave wij deze acte hebben opgemaakt, die na gedane voorlezing is geteekend door ons en de tweede comparant, verklarende de eerste, Jan Hendrik Damhuis dus, geen schrijven te hebben geleerd.
Zij is dus overleden in Wijk Lattrop op huisnummer 19; dit was het Keulenhuis. Nr. 17 was het naastliggende Rothuis. Maar wat gebeurde er na 1-1-1894?
Bernard Maseland bleef alleen achter en ging kort daarop bij zijn zoon Herman in Volthe 34 wonen, op het ‘Laarhuis’, waar hij 4 jaar later op 10 januari 1898 overleed. Op de landkaart van 1901 staat het erf niet meer ingetekend. Het boerderijtje moet dus afgebroken zijn in de periode 1895-1900.
Herinnert dan niets meer aan het bestaan er van? Het is vandaag 29 januari 2013. De eerste winterse aanval ligt enkele dagen achter ons en de sneeuw is grotendeels verdwenen. De temperatuur is in enkele dagen gestegen van -6 tot +11o C.. We bevinden ons op de Korenmorsweg ter hoogte van voormalig huisnummer 19 en richten onze blik naar het oosten. Links zien we het vorig jaar herbouwde Rothuis van de familie Schuurman; achter ons het voormalige erf Olde Wiggerink, sinds 1812 bewoond door de familie Teders. Maar voor ons zien we niets, niets tastbaars, ja… een stuk land met de toepasselijke veldnaam 'Kuilenlaand'. Het erf 'Koijle' is verdwenen, afgebroken omdat het in verval was geraakt, de bewoners verhuisden naar een andere plaats of de eigenaar geen brood zag in herbouw. Duizenden keren ben ik er langs gefietst, onkundig van het bestaan ervan.
Mijn gedachten gaan terug naar het begin van het verhaal… naar 1650, het jaar dat Aeltien Koijle hier werd geboren. Het eindigt ca. 1895, een periode van 245 jaar, waarin kinderen werden geboren en er ook vaak jong stierven. Waar de vaders en knechten vlas verbouwden en deze oogsten, rootten, repelden en hekelden. De moeders en meiden sponnen er garen van op het spinnewiel en de vaders weefden deze weer tot linnen doeken. Om beddengoed van te maken, maar ook werd al vroeg een stuk bewaard om een eigen doodshemd van te maken. Dat werd gesteven en in de dekenkist bij het ‘beste teug’ bewaard… voor als de dag des oordeels mocht aanbreken.
Noten:
1. Wie heeft nog een foto van Johannes Gortemaker alias Adams-Jens?
2. Jan Hendrik Damhuis, nabuur (noaber) van de overledene, geb. 9 oktober 1857 op het Roelofs Bakhuis in Lattrop. Hij trouwt op 11 februari 1885 met de weduwe Joanna Blokhuis-Weenders op het Oude Zegelvoort L103, nu bewoond door de familie Koehorst (Heinik). Hij is de vader van Hermannus Damhuis, in Lattrop alom nog bekend als Kost-Herman.
3. Johannes Heronimus Horsthuis, ook nabuur van de overledene, geb. 30 september 1870 op het Horsthuis (Hösboer) L20. Hij trouwt 5 jaar later op 9 juni 1899 met Maria Droste uit Ootmarsum en vestigt zich in Rossum(O).