Heemkunde Lattrop Breklenkamp

Brookhook (deel II)

 Frans Groeneveld (Max)

Bewerkt door Bennie Busscher

VOORWOORDFrans Groeneveld (Max) of BoomsJans zien Frans

Op zaterdag 1 september 2007 vond op erve Schröder (Boomhuis) in Lattrop een reünie plaats voor de (oud) inwoners van 'n Brookhook ofwel 'het Binnenbroek'.

Ter gelegenheid hiervan werd op verzoek van Bennie Haamberg (Bulthuis), Frans Groeneveld (Max) in Agelo benaderd op deze dag iets te komen vertellen over dit gebied. Dat verzoek resulteerde al gauw in enkele verhalen van belevenissen die de reünisten in een boekje kregen aangeboden. Het geeft een aardige inkijk op omstandigheden en gebeurtenissen van de jaren 1940-1960.

Een waar smokkelverhaal?

Gerard Keuters in LattropSmokkelen, stropen, zwart werken. Het zijn tijdsverschijnselen die eigenlijk niet mogen maar min of meer gedoogd worden. Het is al meer dan tachtig jaar geleden dat Gerrad en Meiken Keuters een winkeltje hadden op de plaats waar nu Jan Warmes woont. Keuters (foto links) was tevens huisslachter en Meiken runde de winkel. Later woonde deze familie in het huis waar nu Gerard Pegge woont, eveneens aan de Dorpsstraat. Daarna woonde de familie Keuters jaren op 'Wiggers Greads' aan de Esweg (nu J. Wolkotte) om op hun oude dag weer terug te komen naar de Dorpsstraat nr 57, naast de familie Gortemaker (Kesn Sien).

Smokkelen was een broodnodige inkomstenpost voor de familie Keuters bestaande uit vader, moeder en elf kinderen. De prijsverschillen van producten in Nederland en Duitsland waren zo groot dat het de moeite loonde om deze stiekem naar de andere kant van 'n poal te brengen. Keuters was niet bang uitgevallen en had het plan opgevat om een 'koppel koeien' naar Duitsland te drijven. Zijn vrouw ging ook mee. Zo togen ze op pad via het Keujersmöske, de Keujersgoarn, 't Kempke, de Bes, over de ‘hoalten brug', deur 'n Leemert richting Zwarts-Geert1. Op een gegeven moment dreigde er onraad en Keuters joeg de koeien uit elkaar in de Bes waar de Commiezen er geen greep meer op zouden hebben.

De opbrengst was verkeken, maar nog niet helemaal. Want Keuters had als huisslachter de vorige dag nog van twee geslachte varkens de blaas meegenomen. Na deze goed schoongemaakt te hebben had hij ze gevuld met elk twee liter foezel. Meiken moest ze onder de blouse verstoppen en het zo ontstane decolleté was levensecht, maar bovenal een plaats op het lichaam waar de Commiezen niet mochten fouilleren. Zo had de tocht richting de Pruus toch nog een paar stuuver opgeleverd.

Heel anders verging het Geurners Hendrik2,(foto rechts) hoewel geen inwoner van 'n Brookhook, tochHendrik Pikkemaat of Geurners Hendrik Breklenkamp een mooi smokkelverhaal. Op een avond wilde Pikkemaat naar Zwarts Geert om smokkelwaar af te leveren toen bij paal 72 plots de kreet galmde: ‘Halt… Douane!' Pikkemaat, vaak Nederlands pratend, zei: ‘God zal me schaap geven… nu is alles verloren!' en zag geen andere uitweg dan dat hij zijn zakmes tevoorschijn haalde en met een flinke jaap zijn keel opensneed. Het bloed vloeide zo rijkelijk dat de ene Kommies tegen zijn collega zei: ‘ga gauw naar een telefoon in Lattrop en bel de dokter'. Deze echter kon geen bloed zien en viel ter plekke flauw. De Geurner had namelijk een dag tevoren een varken geslacht en de blaas uit voorzorg gevuld met varkensbloed en om zijn nek gebonden. En zo was het enorme bloedbad verklaarbaar. Pikkemaat was weer de dans ontsprongen.

Commiezen en het ontstaan van De Holtweijde

Lattrop, Breklenkamp, Oud Ootmarsum en verder de hele grens met Duitsland, kreeg na de tweede wereldoorlog een 500 meter brede strook. Had je grond liggen in dit zogenaamde strookgebied dan kon je een strookbewijs aanvragen bij de Gemeente. Overal waren Commiezen gestationeerd, zo ook in Lattrop. Namen als Stenfeld, Huls, Jan Jonkers, Baldal, Brand, Wielinga en vele anderen waren in Lattrop kostganger in gastgezinnen. Later woonden Baldal en Brand aan de Dorpsstraat (voorheen Frans en Lies Arends).

Jongkindhuis in Lattrop begin 20 eeuwOok waren er na 1800 een paar Commiezenhuizen in Lattrop. Het huis van de dienstgeleider (foto links) stond oorspronkelijk aan de Kommiezendijk op de plek waar nu de herdenkings-steen van Jongkind staat. Hier is de beroemde kunstschilder Johan Barthold Jongkind in 1819 geboren. Deze plaats droeg de naam de Commiezenhof. Eén van de bekendste Nederlandse schilders, omdat hij beschouwd wordt als de voorloper van het Impressionisme. Alle kleuren in elkaar overlopend zonder vaste contouren. Johan Barthold stierf in 1891 in Frankrijk. In het Louvre te Parijs zijn vele werken van hem tentoongesteld maar ook in ons land is er sinds jaren een groeiende belangstelling voor deze Kommiezenzoon uit Lattrop.

In 'n Brookhook stond ook een houten Commiezenhuis en wel aan de eigen weg naar de familie Maatman aan de Spiekweg. Peereboom was de familienaam en ik kan me nog herinneren dat we met de venterskar ook hen tot onze klanten mochten rekenen. Maar de belangrijkste Kommies van 'n Brookhook was wel Pieter Vermeij uit Utrecht, ook een dienstgeleider. Zijn vrouw was een Twentse, van de familie Witzand uit Weerselo. Uit hun huwelijk werd de jonge Pieter A.A. Vermeij geboren, in Lattrop beter bekend als Piet Vermeij. Hij kocht vóór en tijdens de ruilverkaveling her en der heel wat woeste grond. Bij de uiteindelijke landverdeling kreeg hij al zijn grond bij elkaar aan de westkant van de Bergvennen. Bij elkaar zo'n 20 ha. groot. Hier begon hij tot veel ongenoegen van de landbouwers in de jaren zestig een camping3, en met succes.

Ook kocht hij van de familie Tijscholte een stuk grond in het 'Snäpke'. Dit perceel draagt nog steeds de naam 'Tijscholten Snapke'. Hij begon met kippenhokken, schapen en later met een theeschenkerij. Het werd geen groot succes. De schenkerij verhuurde hij aan een uitbater uit Enschede, die ook beheerder was van het gebouw waar het Overijssels Orkest musiceerde. Toen het jaren later werd overgenomen door Jan en Mieke Leurink, kwam de Holtweijde helemaal uit de verf en is uitgegroeid tot het grootste horecacomplex van de Gemeente Dinkelland. Het gebouwen- werk van het eerste uur werd uitgevoerd in Saksische stijl en de gebinten werden met 'pen en gat' aan elkaar verbonden. Dit timmerwerk werd uitgevoerd door Wassink Gerrad uit Breklenkamp die getrouwd was met Santje Bruns geboren in, jawel, 'n Brookhook.

Korte verhaaltjes en anekdotes

Vanaf het ontstaan van 'n Brookhook, of liever gezegd, vanaf de eerste bewoning, hebben er opmerkelijke personen gewoond. Aan de Horstweg woonde de klompenmaker Laarhuis, die zijn werkplaats had op de hoek van de Horstweg en de Dorpsstraat. Bertus, de zoon, kon ons vroeger vermaken met een stukje touw dat bij hem via de neus naar binnen ging en bij de mond weer naar buiten kwam. Zo héén en wéér zagend wekte hij onze verbazing op.

Huisje familie Aanstoot in LattropTussen dit 'klompenleuske' en de familie Damhuis (KostHerman en Sina) stond in de jaren '50 een zomerhuisje waar politie agent Aanstoot woonde (foto links). Niet ver hier vandaan woonde de eerste van de drie wethouders die Lattrop aan de Gemeente Denekamp leverde, namelijk de heer Johannes Kristen. Hij was niet getrouwd en leefde samen met de huishoudster Johanna Groeneveld, afkomstig van BoomsJans en dus ook familie van BennaadszienHannes. Na haar overlijden in 1925 ging Johannes bij Hannes Groeneveld wonen. Het boerderijtje is toen afgebroken en daar ook herbouwd en in gebruik genomen als schuur. Brookdekkers Hannes was een wagenmaker en kuiper die in zijn werkplaats, maar ook op locatie, heel wat ambachtelijk werk heeft verricht en menig boer van een kar of ton heeft voorzien.

Toon van der Ham was degene die aan het einde van de winter, begin voorjaar, 'n Brookhook voorzag van landbouwzaad, pootaardappelen en tuinzaden. Toon, die later in Oldenzaal woonde, liet deze zaden komen bij mijn ouders aan de Disseroltweg. Visserszaden waren verpakt in grote houten kisten bijeengehouden door metalen strips. Hij zorgde ervoor dat de bewoners uit 'n Brookhook van het juiste zaad werden voorzien.

Geert van Boamhoes, die vanaf 1948 één van de eersten in deze familie was die aan paardensport deed, was regionaal bekend met zijn paard Bobby. Tijdens het jaarlijkse concours, door de Grensruiters georganiseerd in de weide van Stokken Toon, -nog vóór het Pandoer- hielden ze sprintwedstrijden te paard. Dit zogenaamde Tally-Ho rennen werd steevast gewonnen door Bobby. Het geluid bij deze wedstrijden werd verzorgd door Johan Kamphuis van Kraak'n Jan, alias 'de Köster', ook al uit de Brookhook.

Van latere datum maar zeker niet minder belangrijk is de liefde voor grote en kleine huisdieren van Jos Roesthuis en zijn gezin. Hun struisvogels en konijnen zijn nationaal bekend. Bij 'Koelman' is heel wat nieuw leven op het erf gekomen.

Dan Hans Schröder (Boamhoes), bekend van de 53 bierviltjes in zijn mond, in het televisieprogramma van Mies Bouwman. Gerrit Hek, zo niet de markantste inwoner van 'n Brookhook, maar zeker de opmerkelijkste, was een verwoed verzamelaar van alles wasDe Gerriehoeve in Lattrop, voorheen boerderij Krake maar enigszins bijzonder was. De boerderij van Zwiep (Krake) werd in de ruilverkaveling 'verplaatst' naar de Bergvennenweg en Gerrit ging in en om de oude boerderij aan de slag. Schuren vol curiosa, ja zelfs het hele erf was één openluchtmuseum. Op drukke dagen kwamen soms wel 18 touringcars naar Lattrop. Daar kon bakker Jan Brunninkhuis bijna geen krentenstoet tegen bakken. De ‘GerrieHoeve' (foto rechts) is niet meer, maar de ondernemingsgeest van Gait Hek waart nog altijd rond. De fietsenmaker uit Kloosterhaar: een héle grote!

In het voorjaar van 1945 werd er in Lattrop een bevrijdingsoptocht gehouden, groots van opzet met mooie wagens en opmerkelijke creaties. Zoo ook een 'trekkoar' van Bennie Bennie Ruël op Boomhuis 1928-1949Ruël (foto onder), die zijn kar helemaal had versierd met heide maar opmerkelijk was de inhoud van de wagen. Bennie had drie dames uit Lattrop, allemaal uit zijn noaberschop, uitgezocht om de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet uit te beelden. Annie Groeneveld (BoomsJans) was Beatrix, Marietje Warmes was Irene en Annie Tijscholte was Margriet.

Vier jaar later, 17 Maart 1949, zou hij op dramatische wijze om het leven komen in dienst van het vaderland in Kediri – Indonesië.

Paardensport is, méér nog dan voetbal en klootschieten, in Lattrop door de jaren heen actief en passief bedreven. Grote animators kwamen uit 'n Brookhook. Denk maar aan de secretaris van de Grensruiters, Johan Schröder. Hoewel in Tubbergen wonend was hij een stuwende kracht achter de paardensport. Zijn zoon Bennie was de eerste winnaar van de N.C.R.V. Springtrofee in de Rijnland hallen in Arnhem.

Jan Roelink (Vootsmids Jan) deelnemend ruiter van het eerste uur en paardenkenner bij uitstek, waar menig internationaal paardenhandelaar over de vloer kwam. Zijn drie zonen konden er ook wat van en beheersten een tiental jaren alle regionale concoursen.

Wim Wagenvoort en Truus Getkate, bekend van het paard Palma, hebben menig beker bijeen gereden. Wim was ook diegene die met een paarden K.I. dekstation grote bekendheid genoot.

De gebroeders Ruël (Bekhuis) en vader Hannes, die zo heerlijk kon klakken met de zweep, waren paardensportbeoefenaars. Animators van de Grensruiters maar ook gewoon liefhebber van een recreatieritje met paard en koets. In ‘n Brookhook zijn zeker nog meer opmerkelijke personen waarover valt te vertellen maar dat bewaren we tot de volgende reünie, die ongetwijfeld zal komen in de nabije toekomst.

Veldnamen

Namen die ontleend zijn aan de bewoners, aan het Brook of aan hoger gelegen akkergronden met al of niet doorgaande weggetjes naar deze percelen. Zoals: Stokkensnäpke, Kraakenbölt, ‘n Ham zien Deenkelpad, Dasselskaamp, Keujersveurbrook, Ramakerskoel, Ter Braak zien'n Kaamp, Ool'n Stok zien pad, Koelenkaamp, Loarinkgoarn, Lubbikbrook, Stokkenspiek, ‘n Smeergoarn, Bessendiek'ken, Kempke, de Höst, Heidenput, Kloosterholt, Bultershoeskaamp, Vönste Heuk'ke, Schrieversmoat, Ossenbölt, de Döst enz, enz.

Bijzondere benamingen die, niet alle, nu nog door de bewoners worden gebruikt. Door de ruilverkaveling met nieuwe ontwatering en straten, ontstonden ook nieuwe percelen met nieuwe namen. De grond ging vaak over in andere handen waardoor percelen geleidelijk aan nieuwe namen kregen.<

Noten.
1 Familie Lohuis op de grens Breklenkamp-Duitsland.
2 Hendrik Pikkemaat uit Breklenkamp.
3 Camping ‘De Bergvennen'.